MEDIA
EN POLITIEK ANDERS GELEZEN
Voor gehandicapten die effectief minder mobiel zijn of
rolstoelgebruikers, is het een steeds weerkerende frustratie: volzette
parkeerplaatsen. Hoog tijd voor een ingrijpende ommekeer in het parkeerbeleid
voor gehandicapten.
Voor
een goed begrip
Toen het Nederlandse dagblad De Telegraaf een artikel publiceerde met als titel “Belgen
sjoemelen met invalide parkeerkaarten” kregen onze weinig kritische media
opeens belangstelling voor dit al jarenlang aanslepend probleem. Stel u voor,
sommigen – dat zijn er zo’n 200.000 - gebruiken parkeerkaarten van overledenen.
Mentaal gehandicapten, inderdaad.
Maar even verder denken zat er ook bij onze politici niet
in. Vincent
Van Quickenborne, burgemeester van Kortrijk (Open Vld), had al direct
een oplossing gevonden. Een waarvan vooral de leveranciers van dure scanners
rijk zullen worden. Dat had ook de bevoegde staatssecretaris Elke
Sleurs (N-VA) niet onmiddellijk door, want ze zou zijn voorstel meenemen
in haar op stapel staande wijziging van haar beleid ter zake. Dat stemt mij als
dagdagelijkse mantelzorger voor een rolstoelpatiënt helemaal niet hoopvol.
Parkeerplaatsen voor minder mobiele mensen zijn nodig om aan
hun speciale behoeften te voldoen. De afstand tussen parkeerplaats en
bestemming (openbare gebouwen, winkels, instellingen, …) beperken én de
gehandicapte de mogelijkheid bieden om gemakkelijk in en uit te stappen.
Vandaar dat deze parkeerplaatsen veel breder zijn dan de gewone plaatsen. Wanneer
men deze kenmerken in aanmerking neemt, dan is het duidelijk dat de
‘bevoorrechte personen’ in eerste instantie mensen zijn die hun rolstoel naast
de wagen moeten kunnen plaatsen. De werkelijkheid is echter dat de overgrote
meerderheid van de ‘bevoorrechten’ deze brede parkeerplaatsen helemaal niet
nodig hebben. En in de meeste gevallen zijn de ander parkeerplaatsen niet of
hooguit enkele meters verder gelegen.
De
oorzaken van het falend beleid
Wie een coherente oplossing wil voor het probleem van de
parkeerkaarten moet alle problemen in kaart brengen. En dat is veel meer dan
het misbruik van valide parkeerkaarten van overledenen.
Te weinig parkeerplaatsen voor gehandicapten
Sommige winkels voorzien op hun parking te weinig plaatsen
al moet gezegd worden dat er een vooruitgang merkbaar is. Maar ook de overheid
faalt soms door te weinig parkeerplaatsen voor gehandicapten te voorzien op
publieke parkings aan winkelcentra. Eén parkeerplaats voor een Aldi
(Middelkerke) is absoluut onvoldoende. Voor een Delhaize (Denderleeuw) zijn
twee parkeerplaatsen al even onvoldoende. Men beseft wellicht nog niet dat
recentelijk gehandicapten weggedrongen worden door de haastige klanten tijdens
de piekuren en daarom meestal tijdens de daluren gaan winkelen. De daluren worden
voor gehandicapten piekuren.
Is hiervoor een strengere regelgeving nodig? Neen, een
beetje gezond verstand van de lokale autoriteiten en het (aanporren van het)
eigenbelang van winkeliers zou moeten volstaan.
Even terzijde, het is een beetje vreemd dat in sommige
steden parkeerplaatsen voor gehandicapten gratis zijn en in andere niet. Of
steden zoals Aalst waar parkeren met een gehandicaptenkaart gratis is op elke
plaats (behalve in afgesloten parkings).
Parkeerkaarten voor gehandicapten die wel nog mobiel zijn
Op basis van mijn dagelijkse ervaringen heb ik de stellige
indruk dat er heel veel parkeerkaarten toegekend worden aan gehandicapten die
eigenlijk geen speciale parkeerplaats nodig hebben. Waar ik ook kwam,
rolstoelpatiënten zijn slechts een minderheid. Nochtans is het vooral voor hen
bijzonder nuttig om een brede parkeerplaats te hebben, dicht bij de ingang van
een winkel. Immers, het in- en uitstappen en de verplaatsing is voor hen
tijdrovend en bij regenweer helemaal vervelend.
Dit probleem dient in elk geval grondig onderzocht te
worden. Is er nood aan een verfijning door een rekening te houden met de graad
van de beperking inzake mobiliteit? In
elk geval, wanneer men deze parkeerfaciliteiten gemakkelijk toekent moeten er
veel meer parkeerplaatsen komen. Plaatsen die tijdens de piekuren ongebruikt
blijven.
Misbruik van geldige parkeerkaarten
Een veel voorkomend misbruik van geldige parkeerkaarten dat
ergernis wekt wordt veroorzaakt door mentaal gehandicapten. Mensen die de
geldige kaart van een minder mobiel familielid voor zichzelf gebruiken. Om dit
moreel verval tegen te gaan volstaan geen controles maar een lik-op-stukbeleid.
Het is mij al meermaals overkomen dat ik met vragen in de ogen kijk naar iemand
die gezwind uit de wagen stapt en dan
een boze blik terugkrijg met een korzelige reactie ‘ja, ik heb een
parkeerkaart’. Het overkwam mij zelfs dat een jong meisje zich parmantig
parkeerde aan de ingang van een shopping centrum in Brussel en op mijn vraag
waarom ze een parkeerplaats voor gehandicapten bezette, zonder verpinken
verklaarde dat ze er werkte en geen tijd had om een gewone parkeerplaats te
zoeken. Zelfs dreigen met politie was aan haar niet besteed.
Maar ook dit probleem is niet altijd eenduidig. Het kan best
zijn dat men de gehandicapte eerst afzet (bvb aan de ingang) om vervolgens de
auto te parkeren op een parkeerplaats voor gehandicapten in de omgeving.
Ongeldig gebruik van ‘verlopen’ parkeerkaarten
Het misbruiken van parkeerkaarten van overleden gehandicapten, zoals in De Telegraaf stond, komt
ongetwijfeld voor, maar ik durf te betwijfelen of dat het meest voorkomende
misbruik is. Emotioneel nieuws dat goed verkoopt, maar werd de omvang van
dergelijk misbruik reeds onderzocht? Veel van die parkeerkaarten worden gewoon
weggegooid omdat men de moeite niet doet om ze binnen te brengen. Ik kan zelfs,
gezien de omstandigheden, begrip
opbrengen voor deze ‘luiheid’, zo lang ze maar niet meer gebruikt worden.
Hiervoor de grote hamer boven halen is een al even emotionele reactie en
getuigt niet van veel inzicht. Er zijn andere mogelijkheden om deze misbruiken
te voorkomen.
Anders is het wanneer men een parkeerkaart gebruikt waarvan
de geldigheidsperiode is overschreden. Maar ook dat is geen eenduidig verhaal.
Het overkwam mij tijdens een routinecontrole van de politie die vaststelde dat
de limietdatum overschreden was. Inderdaad, want hoewel ik een verlenging reeds
meer dan zes weken voor de limietdatum had aangevraagd, was de nieuwe kaart nog
altijd niet afgeleverd. Vervelend en zelfs pijnlijk voor een gehandicapte
waarvan met zekerheid geweten is dat de handicap onomkeerbaar is. Het zou dus
fout zijn om alleen maar ‘tijdelijke’ kaarten uit te delen om te vermijden dat
er misbruiken zijn met parkeerkaarten van overleden gehandicapten.
Parkeren zonder parkeerkaart
Voor de haastige, gestresseerde mensen is een lege
parkeerplaats voor gehandicapten heel verleidelijk. Er is niemand en ik zal er
niet lang gebruik van maken, volstaat
dan als excuus om deze plaats in te palmen. Vooral als de parking al aardig vol
staat en men anders honderd meter zal moeten stappen.
Hier moet het beleid dringend maatregelen nemen om het
moreel verval tegen te gaan. Uitzonderlijke controles en enkel een geldboete
zal niet volstaan om dit maatschappelijk verval om te buigen.
Kordaat
en maatschappelijk aanvaard beleid
Staatssecretaris Elke Sleurs (N-VA) die bevoegd is
om het falend beleid aan te pakken zal dus meer moeten doen dan enkel ervoor
zorgen dat de parkeerkaarten van overleden gehandicapten niet langer kunnen
gebruikt worden.
Laten we alvast zelf niet de fout maken om dé
oplossing aan te bieden. Maar vanuit mijn dagdagelijkse ervaringen moet het wel
mogelijk zijn om de krachtlijnen van een passend beleid aan te duiden. Daarom
aandacht voor de achterliggende ideeën en argumenten voor een beleid dat vooral
faalt wegens laksheid. Want ook het parkeerbeleid is aangetast door een
veralgemeende maatschappelijke laksheid. Een gedogende overheid die de moed
niet heeft om moreel verfoeilijk gedrag kordaat aan te pakken, en dan maar via
dure technologische oplossingen vooral haar gebrek aan morele standaarden
etaleert. Het kan anders. Het moet anders.
Essentiële
vragen, eenvoudige oplossingen
Toekenning van de kaarten: de
eerste vraag die de staatssecretaris moet beantwoorden, is wie er recht heeft
op een parkeerkaart voor gehandicapten.
Hier stelt zich de verantwoordelijkheid van de
medici. Blijkbaar onbetrouwbaar en dus voorziet men in een controleorgaan dat
soms maanden nodig heeft om de aanvraag goed te keuren. Waarom individuele
dokters en de Raad van Geneesheren niet voor hun verantwoordelijkheid stellen?
Of tekenen ook zij voor onbetrouwbaar?
Tenslotte en eigenlijk de essentie: zou het niet
aangewezen zijn om voorrang te geven aan personen die echt een brede
parkeerplaats nodig hebben? Want met de toenemende stijging van de levensduur
zal ook het aantal echte behoeftigen die niet zonder rolstoel kunnen, toenemen.
Zorg dat zij die het werkelijk nodig hebben er ook gebruik van kunnen maken.
Een tweede vraag is hoe misbruik
van parkeerkaarten kunnen voorkomen worden en desnoods voorzien kan worden in
afschrikwekkende sancties.
Een eerste gratis maatregel is om de gebruikers te
verplichten om de kaart op het dashboard te plaatsen met de foto zichtbaar voor
controle. De grijnslach van misbruikers die nu de kaart zonder zichtbare foto tonen, kan dan
onmiddellijk ontmaskerd worden. En het zou getuigen van kordaatheid om hier
niet opnieuw toe te geven aan een totaal misplaatste privacy die zich verzet tegen
het tonen van een foto. Denk u dat er één werkelijk gehandicapte daar moeite
mee heeft, wanneer iedereen zijn/haar handicap toch kan zien bij het
uitstappen? Dat argument vind ik alvast totaal misplaatst, want het beschermt
enkel de sjoemelaar. Stop dat gedoogbeleid.
Waarom de administratieve molen niet vereenvoudigen
door de lokale besturen de middelen te geven om
soepel in te spelen op de echte noden. Stop nu eens met een foto te
vragen (ook voor de identiteitskaart). Met een webcam die minder dan 50 euro
kost kan elke gemeentebeambte een digitale foto maken die voor alle documenten
kan gebruikt worden.
Als er één categorie is die absoluut behoefte heeft
aan nabijheid van bestuur en dienstverlening, dan zijn het wel gehandicapten
die meestal ook nog met andere problemen te kampen hebben.
En
over de technologie kan ik alleen maar vaststellen dat de openbare diensten na
decennia geklungel er blijkbaar nog altijd niet in geslaagd zijn om databanken
te laten communiceren met elkaar. En dan wil Van Quickenborne scanners
gebruiken. Waarom? Misschien kan hij ook eens vertellen hoe hij een kaart zal
scannen achter een vuile ruit, met reflectie van het zonlicht en met een
barcode die scheef ligt? Zeer dure 3D scanners: de aanbieders wrijven zich
reeds in de handen.
In elk geval is een efficiënt beheer van databanken met
individuele informatie noodzakelijk om ook de situatie inzake parkeerkaarten te
kunnen opvolgen. Hopelijk zal de inertie in dit domein geen drogreden zijn om
enkel wat oppervlakkige correcties aan te brengen, waarvoor opnieuw de
gehandicapte en zijn omgeving zal aangesproken worden.
Straffen die men voelt
Wie het moreel verval dat aan de basis ligt van de
misbruiken wil tegengaan, zal uit een ander vaatje moeten tappen dan enkel maar
geldboetes opleggen. Bij wijze van voorbeeld: Wie onterecht een parkeerplaats
voor gehandicapten inneemt, zal het veel meer voelen wanneer hij/zij de auto
moet in bewaring geven voor enkele dagen. Af te leveren aan het opgegeven depot
en de bewaringskost zelf te betalen bij teruggave.
En voor de vaststelling van misbruiken van de kaart
(vervaldatum, geen kaart, …) kan men onder andere de ijverige parkeerwachters
gebruiken die nu ook al foto’s nemen, maar enkel voor wie geen parkeergeld
betaalde. En ook de winkeliers zouden hierin een ontradende rol kunnen spelen.
Sta ik alleen met mijn overtuiging dat er een
maatschappelijk draagvlak is voor kordaat bestuur, mits dat ook duidelijk te
communiceren?
Pjotr
Geen opmerkingen:
Een reactie posten