21 augustus 2013

Leiderschap en respect


MEDIA EN POLITIEK  ANDER GELEZEN


 
De politieke besluitvorming getuigt soms van te weinig leiderschap en een gebrek aan respect. Oorzaken zijn een paternalistische visie op de besluitvorming en een gebrek aan standvastigheid.

Het Oosterweel dossier


 
Een overleden succesvol Vlaams industrieel leerde zijn erfgename één regel: eenmaal een beslissing genomen is, blijf er bij. Precies omdat die gulden regel niet gevolgd werd, draaide het Oosterweeldossier hopeloos in de soep, met als gevolg een aanslepend verkeersinfarct rond Antwerpen, een oplopend prijsplaatje voor de Vlaamse Gemeenschap, en grote milieuschade.
 
Wanneer we alle gekende elementen op een rij zetten, dan komen we tot de vaststelling dat er in het Oosterweeldossier drie opeenvolgende blunders werden begaan. (1) Zonder een degelijke voorafgaande studie of inbreng van onderuit, werd gekozen voor een ‘monumentale’ brug. (2) De integratie van  een voor de hand liggende deeloplossing – de verbinding van de Liefkeshoektunnel met de E17 richting Gent - werd gekelderd om irrationele (lees: electorale) redenen. (3) Het gebrek aan politieke standvastigheid heeft tenslotte ervoor gezorgd dat er geen goede kant meer zit aan dit dossier, ongeacht de keuze die men ooit zal moeten maken.
 
Vlaanderen met zijn talrijke kleine en middelgrote ondernemingen is gepokt en gemazeld om snel op de bal te spelen. Zelfs in Nederland stelt men deze ‘voortvarendheid’ op prijs (dixit een Vlaamse CEO in Nederlandse dienst). Dit dynamisch ondernemerschap bracht Vlaanderen welvaart en wie niet de juiste beslissing nam draaide zelf op voor het fiasco. Megalomane  projecten – waarvan de impact vooraf nooit volledig kan voorzien worden – zijn verschillend, want meestal het idee van één man/vrouw die steun zoekt bij een select kransje gelijkgestemden of financiers. Het leverde prachtige monumenten op maar evenzeer groteske miskleunen.
 
Wanneer de beslissingen echter niet door ondernemers maar door politieke tenoren worden genomen, spelen twee andere factoren een doorslaggevende rol. Een politicus riskeert niet zijn eigen geld. Megalomane politieke projecten houden daarom minder risico’s in voor de bedenkers. Daarnaast is er de impact van een project op het kiesgedrag, waardoor niet enkel objectieve criteria een rol spelen.
 
In het Oosterweeldossier is dat alvast het geval geweest. De monumentale brug was naar verluidt het idee van de liberale provinciegouverneur Camille Paulus, die de brug zag als een cadeau aan de stad. Hij was, volgens een naaste medewerker, overtuigd dat een brug de goedkoopste oplossing was en een ‘landmark’ het imago van een mooie stad  zou versterken. Hadden niet alle grote steden aan een stroom een schitterende brug? Maar zonder degelijke studie werd het een brug te ver.
 
Een tweede beslissing was om géén verbinding te realiseren tussen de Liefkenshoektunnel en de E17 richting Gent, alhoewel dat voor de hand lag. Dat was de ‘verdienste’ van de burgemeester van Sint-Niklaas, Freddy Willockx, die ‘zijn’ stad van de overlast wilde vrijwaren. Hij werd gesteund door burgemeester Antoine Denert van Kruibeke die reeds alle kleuren van de regenboog omarmde. Het Nimby syndroom in plaats van leiderschap.
 
De doodsteek voor het initiële project kwam er toen de socialistische partij, die vanaf het begin het brugproject steunde, een bocht nam van 180°. Toenmalig burgemeester van Antwerpen, Patrick Janssens, besefte dat het lokale verzet zijn toekomst als burgemeester dreigde te hypothekeren en dat was voldoende reden voor de SP.A om haar gegeven woord in de Vlaamse regering op te zeggen. Eigenbelang in plaats van verantwoordelijkheid. Het heeft Janssens niet geholpen om zijn blazoen voldoende op te poetsen.
 
Deze drie cruciale beslissingen – een keuze voor de brug zonder studie, het veto van Sint-Niklaas en de bocht van SP.A – hebben dit dossier vakkundig in de soep gedraaid. De kosten zijn voor later en (vooral) voor anderen. Waar zouden we vandaag staan mocht de ene burgemeester wat meer oog gehad hebben voor het dagelijkse fileleed van tienduizenden weggebruikers rondom een andere stad dan de zijne, en de andere leiderschap en standvastigheid getoond had in een dossier dat voor zijn stad zo belangrijk was en is? Zonder enige twijfel zaten we nu met een project in uitvoering en tijd betekent ook in dit dossier zeer veel geld.
Dit artikel verscheen eveneens in BRON: http://de-bron.org/content/iedere-haan-wil-zijn-eigen-oosterweel

 

Het militaire Airbus dossier


 
Heel wat commentatoren vinden dat het Europa mangelt aan een democratische besluitvorming. Minder bekend is dat sommige Europese ‘paradepaardjes’, zoals het Europese luchtvaartproject met onder meer het militaire Airbus-programma, A400M, een voorbeeld zijn van heel veel paternalistisch nationalisme.
 
Terwijl de Europese commissie streng toekijkt of firma’s zich wel houden aan de concurrentieregels wordt op het hoogste niveau – dat van de regeringsleiders – beslist om een mastodontproject, de Airbus 400 Militaire versie (A400M), zonder concurrentie toe te kennen aan de grote landen, Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië. Frankrijk is hoofdondernemer voor de cockpit, Duitsland voor het rompgedeelte en Groot-Brittannië voor de vleugels. Samen vormen ze dan nog een ‘Europees’ consortium voor het motorgedeelte. Voor de andere landen die vanaf de aanvang meededen, waaronder België en Spanje en dus dezelfde risico’s namen, bleef er nauwelijks iets over. Spanje eiste en kreeg economische compensaties (een productielijn in Sevilla) maar, hoe onbegrijpelijk het ook klinkt, België eiste geen industriële return, een vorm van rechtstreekse compensatie en kreeg dus beduidend minder dan mocht verhoopt worden en, toevallig of niet, vooral Vlaamse bedrijven benadeelde.   De defensieminister belast met dit dossier, André Flahaut,  was reeds tevreden met enkele subcontracten die allemaal gingen naar ondernemingen van de groep Belairbus (Sonaca, Sabca, Asco en Barco). Zij kregen kleinere contracten toegeworpen van de hoofdaannemers, behalve de Barco, dat geen contract kreeg van de Franse hoofdaannemer voor de cockpit. Volgens een ingewijde hadden ze in een competitie ongetwijfeld het contract gewonnen maar  ze verloren om ‘politieke redenen’ van de Franse Thales-groep (dat ook in Tubize, Herstal, Charleroi en Brussel vestigingen heeft). De ‘Board of Directors’ van Thales leest zeer Frans: Jean-Bernard Lévy, Chairman and Chief Executive Officer of Thales; David Azéma, General Manager of the French Government Shareholding Agency (APE); Charles Edelstenne, Chief Executive Officer of Groupe Industriel Marcel Dassault; Yannick d'Escatha, Advisor to the Chairman of EDF (Electricité de France).
 
Voor de ‘Belgische’ defensieminister Flahaut was deze slechte deal voor Vlaamse bedrijven duidelijk geen probleem. Maar er was meer: Deze deal was helemaal niet naar de zin van de Vlaamse regering en  minister voor economie, Fientje Moerman, Open VLD, drong destijds aan om meer Vlaamse firma’s kansen te geven. Het verhaal wordt helemaal vreemd toen bleek dat partijgenoot en eerste minister Guy Verhofstadt (die het dossier doorgaf aan Flahaut) deze Vlaamse verzuchting negeerde (saboteerden volgens een ingewijde). Werd gehengeld naar een andere ‘compensatie’? Niemand die dat hardop durft te zeggen, maar wat we wel met zekerheid weten is dat in dezelfde periode, eerste minister Guy Verhofstadt zich aan het warm lopen was om voorzitter te worden van de Europese Commissie.
 
Het dossier is ondertussen een ‘oude koe’ geworden maar wordt binnenkort opnieuw geserveerd, nu andere landen hun oorspronkelijke bestelling willen doorverkopen aan derden. Daar zal België, zonder de rechtmatige economische return, weinig aan verdienen waardoor het van alle deelnemende landen, de duurste prijs zal betalen. Voor een vliegtuig waar zelfs militaire piloten met een lange ervaring ook technische vragen bij stellen. Reeds enige tijd geleden verklaarde toenmalig generaal-majoor vlieger en FLAG Managing Director, Karel Vervoort, het volgend: “Vlaanderen betaalt grotendeels de factuur, en heeft in dit programma minder dan 30% van de totale economische return. Ook België in zijn geheel kreeg niet toegewezen waar het recht op had. Als FLAG Managing Director heb ik dan ook altijd openlijk verkondigd dat dit het slechtst beheerde militaire programma is van die afmetingen dat België ooit aangegaan is”.
 
Een ander militair dossier, de vervanging van de gevechtsvliegtuigen F16 door de Amerikaanse JSF/ F35, dreigt zelfs onbetaalbaar te worden. Ook hier gonst het binnenskamers van keuzes die niets met leiderschap te maken hebben maar eerder met persoonlijke voorkeuren. Wordt ongetwijfeld vervolgd.  
Dit artikel verscheen ook in BRON : http://de-bron.org/content/airbus-400m-als-een-politieke-koehandel 
 

Het Brussels migrantendossier


  
Getuigt het immigratiebeleid van enig leiderschap?  Dat Maggie De Block, federaal minister, zonder al te veel tegenwind het beleid kon ombuigen bewijst hoe wankel de basis was voor het gevoerde beleid van haar voorgangers. Partijpolitieke (electorale) berekeningen hebben de aanpak van dit dossier van in het begin – de periode van Paars met Open VLD en de socialisten in de regering – totaal verziekt. De verhalen van sociale fraude die ondertussen via het web de ronde doen zijn even zovele getuigenissen van dit lakse beleid. Een beleid dat als onrechtvaardig ervaren wordt en zorgt voor frustraties bij een groeiend deel van de bevolking, terwijl de progressieve politieke en culturele elite  doofstom bleef voor de misbruiken. Het is onvoorstelbaar dat niemand, ook niet van de rechtse meerderheid, hier kordaat durfde tegenin te gaan. Vooral de situatie in Brussel vraagt om een andere aanpak. Al was het maar omdat de spillover naar gans Vlaams Brabant zorgt voor diepsnijdende maatschappelijke breuklijnen. Maar in Brussel zijn van oudsher de Franstalige socialisten aan de macht en immigranten betekende in de eerste plaats nieuw bloed voor de partij. Ondertussen is de situatie echter ook voor het trouwe socialistische electoraat een doorn in het oog en dat was voldoende om Maggie De Block enige beleidsruimte te geven.
 
Aan het migrantendossier in Brussel is er nog een ander aspect. Nadat de Franstalige bourgeoisie erin slaagde om de stad te verfransen, dreigen ze de stad nu te verliezen door het binnenhalen van een paard van Troje: een omvangrijke groep ongeschoolde allochtonen die in grote meerderheid slechts een beetje Frans spreken en hun eigen moedertaal koesteren. Ongeschoold en taalonkundig heeft deze groep zich helemaal niet geïntegreerd en ze zijn helemaal geen ‘Brusselaars’ geworden. Zo werd Brussel een multiculturele stad zonder huistaal en zonder identiteit. Dit leidde tot een maatschappelijke verbrokkeling waar velen naast blijven kijken. Niet zo, de   scherpe observatoren, zoals de fervente Brusselaar en filosoof-econoom Philippe Van Parijs. Hij wil Brussel doen herrijzen via een   nieuwe (kunstmatige) Brusselse identiteit. Deze denkpiste – waarbij de identiteit van een nationale hoofdstad wordt begraven ten voordele van een nieuwe nationaliteit, zonder bevoogding van de nationale gemeenschappen maar wel met hun geldelijke steun, is nogal hoog gegrepen en niet gespeend van enige hoogmoed, maar ook dat is wellicht onderdeel van de Brusselse identiteit.
 
Ondertussen staan we nog altijd zonder een kordaat federaal beleid dat rekening houdt met de eigen taaldiversiteit. OM Belg te worden volstaat het één landstaal te kennen, ook als men wil gaan wonen in het landsgedeelte met een andere (niet-gekende) officiële taal. Zo hopen de Franstaligen ongetwijfeld om de invloed van het Frans in Vlaanderen te versterken. Het wordt nog erger nu de Europese Unie besliste dat immigranten slechts één landstaal moeten kennen. Deze beslissing is voor een land als België niet enkel een negatie van de grondwettelijke gelijkheid van de twee landstalen, maar benadeelt vooral Vlaanderen vermits de overgrote meerderheid van de immigranten geen Nederlands kennen. Zouden de Europese wettenmakers misschien vergeten zijn dat Europa altijd de (taal)diversiteit in Europa wil koesteren? Of willen ze misschien met deze maatregel een steuntje geven aan zij die willen dat Vlaanderen een eigen land wordt?
 
Voor de Vlaamse regeringspartijen die al decennialang de macht monopoliseren, blijkt uit dit dossier vooral laksheid in plaats van leiderschap en respect voor de eigen cultuur. Een volk zonder leiders, schreef Joost Ballegeer ooit. Mag ik daar aan toevoegen, ‘een elite zonder taal en cultuur’.
 

Citaten van de week


 

Rudy Demotte, PS, in DH: “Si le nationalisme wallon est l'expression d'une réalité, celle d'un "peuple uni", il ne se construirait pas par opposition à l'autre et ne serait dès lors pas un terme péjoratif. "Cet esprit est un esprit d’une brique dans un mur. C’est une pièce qui consolide finalement l’ensemble", poursuit-il. 
La version wallonne contraste avec son pendant flamand. Ce dernier est l'expression du "repli", caractérisé par "le rejet de l''autre" et "est devenu une espèce de venin pour la Belgique", analyse Rudy Demotte ». Anders gelezen, is het nogal wiedes dat het Waals nationalisme België niet weg wil. Benieuwd wat hij zou zeggen de dag dat Wallonië Vlaanderen zou moeten helpen. Ik denk dat we binnen de korste keren allemaal Frans moeten spreken; his masters voice.
 
Prof Hendrik Vuye in dS: “In aanloop naar verkiezingszondag zal men de Vlaamse kiezer de stuipen op het lijf jagen. De financiële markten – lees: de geniale topbankiers die aan de basis liggen van de crisis – willen geen avonturen. We kunnen ‘dit land’ niet ‘opnieuw’ gedurende ‘541 dagen blokkeren’. Helaas, dit land is permanent geblokkeerd. Wie geen nieuwe staatshervorming wil in 2014, wil deze blokkering bestendigen. Dit is een waarheid die men aan de kiezer verzwijgt.” Het volledig artikel vindt u op http://www.standaard.be/plus/ochtend/35   
 
Johan Vande Lanotte in De Tijd: “‘De NMBS mag voor mij geleid worden door iemand die geen enkele binding heeft met onze partij, op voorwaarde dat het een bekwame kandidaat is met een visie die aanleunt bij de onze. En dat mag een liberaal zijn.” Anders gelezen,ook liberalen kunnen goede socialisten zijn. Maak er dan één partij van dan kunnen ze misschien minder met een gespleten tong spreken.
 
dS zaterdagkrant gesprek met psycholoog Wouter Duyck : De opiniepagina’s staan toch open voor wetenschappers?Wel, ook daar valt iets over te zeggen. Er verschijnen te veel stukken van academici die niet gebaseerd zijn op onderzoek dat is gepubliceerd in een vaktijdschrift. Het is geen goede zaak dat wetenschappers zomaar iets beweren in opiniestukken, zonder zich te baseren op degelijk onderzoek.’
Nee, laat dat maar aan journalisten over.Die mogen dat van mij. Maar voor wetenschappers ligt de lat hoger. Op den duur denken politici en lezers: “Och, voor elke wetenschapper die A beweert, vind je er wel een die B zegt.” En dan houdt men op den duur géén rekening meer met wetenschappers. Terwijl het beleid zich net veel vaker en beter zou moeten laten adviseren door academici.’
 
Rik Van Cauwelaert in De Tijd (over vriendjeskapitalisme):
 Het is sinds Montesquieu bekend dat een slechte wet de wetgever verplicht tot het maken van tal van andere, vaak even slechte wetten om de kwalijke gevolgen van de slechte wet weg te werken, in de hoop alsnog het beoogde doel te bereiken. De schuldenberg van ruim 100 procent van het bbp illustreert de natuurlijke aanleg van Belgische regeringen tot het maken van slechte wetten.” Volledig artikel ter lezen via de  link http://krant.tijd.be/#detail/9389513

Pjotr