16 november 2013

Belgische noodhulp kan veel beter


 

MEDIA EN POLITIEK   ANDERS GELEZEN


 

 Ik kook van woede’. Met deze slogan ging de jaarlijkse 11.11.11 actie van start. Maar voor de hulp aan de Filippijnse bevolking volstaat het Belgisch kookpotje niet. De mening van een specialist terzake.
Generaal-Majoor op rust Karel Vervoort was commandant van de 15 Wing Transport én een onbetwiste ervaringsdeskundige inzake humanitaire hulp. Hij stelt dat de Belgische humanitaire hulp, zowel de officiële als de niet-gouvernementele hulp, veel beter kan. Een scherpe analyse maar tegelijk aandacht voor de mogelijkheden waarover België kan beschikken als daar de politieke wil voor is.
 
Noodhulp

Bij een natuurramp van deze omvang is in een eerste fase de noodhulp van cruciaal belang voor het overleven van de bevolking. Deze dringende hulp bestaat uit medische hulp, de bevoorrading met drinkbaar water en het ter beschikking stellen van gebruiksklare voedselpakketten. Hoewel de Belgische organisatie voor dringende noodhulp ‘B-Fast’ (Belgian First Aid & Support Team ) heel veel know how in huis heeft, zorgt de verdeling van drinkbaar water en voedsel telkens opnieuw voor problemen. De oorzaak dient gezocht in een gebrek aan vooruitziendheid en een gebrek aan politieke wil.
“Reeds jaren hebben Belgische firma’s unieke middelen en methoden voor een efficiënte hulpverlening. Om onbegrijpelijke redenen worden de middelen niet op tijd aangekocht en worden de bestaande niet ingezet in rampen zoals nu in de Filippijnen”, aldus Vervoort.
Telkens opnieuw horen we op radio en TV de overheden en de NGO’s melden dat ze de vluchtelingen of noodlijdenden niet kunnen bereiken. Dagen en soms weken gaan voorbij zonder dat drinkbaar water effectief tot bij de bevolking geraakt. Hetzelfde voor voedsel. België beschikt nochtans over de geëigende middelen om zelfs in onbereikbaar gebied noodhulp aan t bieden.

Waterbevoorrading

Voor de waterbevoorrading stelt zich het probleem dat men wel over waterzuiveringsinstallaties met een grote capaciteit beschikt, maar niet over een bottelarij of verpakkingsmachine voor het drinkbare water. Dit klinkt heel amateuristisch en is het ook.
Het gevolg is dat de bevolking met allerlei recipiënten die meestal niet hygiënisch zijn en daarmee dan urenlang zeulen totdat het water nauwelijks nog hygiënisch genoeg is om zich mee te wassen. Het reddende water wordt dan een bron van besmettingen waardoor de medische hulplijn nog meer overbelast wordt.
Nochtans beschikt de Vlaamse firma CONTENO over een unieke technologie om water te zuiveren én te verpakken.
Wanneer de toegang tot het verwoeste gebied via de weg niet kan – wat heel dikwijls het geval is – dan zijn de C130 vliegtuigen van de Belgische Luchtmacht de meest geschikte middelen voor de aanvoer. Dergelijke complete installatie kan met één C130 overal ter wereld geleverd worden.  Waarom de regering géén geld heeft om dergelijke combinatie van waterzuivering en verpakkingscapaciteit aan te kopen voor haar eigen B-Fast organisatie, maar wel een veelvoud ervan weggeeft aan allerlei NGO’s is een raadsel. Nochtans kreeg de firma reeds talrijke federale en Vlaamse excellenties en hoge militairen over de vloer, maar behalve een beleefde dank u voor de ontvangst en gelukwensen voor de verwezenlijking, kon de firma nog geen bestelling noteren. Het bestrijden van natuurrampen in het verre buitenland zijn duidelijk geen prioriteit voor de Belgische politieke wereld.

Voedselbevoorrading

Ook hier mangelt het de officiële en niet-gouvernementele hulporganisaties te velde aan luchttransport voor het verdelen van voedselpakketten. Nochtans beschikt de Belgische Luchtmacht over de transportmiddelen (C130) als de techniek (VLAGES, Very Low Altitude Gravity Extraction System) om voedsel te droppen zonder dure valschermen. Hiermee kan men voedsel in grotere verpakkingen (25-50 kg) droppen op de plaats waar ze nodig zijn. Een andere techniek ‘Snowdrop’ laat toe om individuele noodrantsoenen te droppen. Snowdrop wil zeggen dat men kleine verpakkingen, zoals individuele overlevingsrantsoenen of waterzuiveringstabletten of medicamenten als sneeuw laten neerdwarrelen van op grotere hoogte (18.000 voet).
Dit systeem werd reeds in 2001 door minister Flahaut operationeel verklaard, maar ‘believe it or not’, het werd nooit gebruikt.
Volgens Vervoort is de reden dat met deze methode de inzet van NGO’s overbodig werd. “De NGO’s en nog het meest het WFP (Wereldvoedselprogramma van de VN) dat eerst getracht heeft de IPR (intellectual property rights) te stelen, terecht gewezen werd en nu als wraak nooit beroep doen hierop alhoewel ze zéér goed weten en toegegeven hebben dat dit het énige werkende systeem is in de wereld. Ook de USA hebben na Cathrina toegegeven dat de Belgen de énigen waren in de wereld die een werkbaar systeem hadden dat een oplossing kon bieden voor de écht dringende hulpverlening met voedsel”.
Helaas ontbreekt in België een politieke visie voor internationale hulpverlening. B-Fast zou met bovenstaande middelen nog veel effectiever en sneller kunnen optreden. Hoeveel uren hebben ze nu verloren omdat ze geen C130 meegenomen hebben om zich te laten transporteren naar het binnenland? Er bestaat trouwens ook een parachuteerbaar veldhospitaal. Waarom wordt dat niet ingezet?”

Geen geld

De minimale vereiste voor de eventuele inzet van deze beschikbare middelen is dat er permanent een werkingsstock voorradig is voor ‘on call’ operaties. Daarvoor is er blijkbaar geen geld. Maar herinner u dat wij, met een regering in lopende zaken, wel geld hadden voor een oorlog in Libië , waar een 500-tal ‘smart bombs’ gebruikt werden. Voor de prijs van één van die bommen  zou dergelijke stock inzetbaar zijn voor de missie in de Filippijnen. Nu waren de wapenproducenten tevreden, in het ander geval zouden dat maar arme sloebers zijn in een verafgelegen land. Ook hier dus een kwestie van politieke prioriteiten.

Pjotr