15 april 2010

De Belgische grenzen van de democratie

ANDERS GELEZEN

Wie wil weten hoe een krant op objectieve en neutrale wijze toch kant kiest, moet kijken naar de experts die ze aan het woord laat. Tom Naegels (dS 03/04)

In La Libre Belgique en De Standaard klinkt de boodschap unisono: de Vlamingen zijn overgeleverd aan de welwillendheid van de Franstaligen voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde.

In LLB is het argument dat elke wet die door de Koning moet ondertekend worden vooraf de goedkeuring moet krijgen van de regering (de handtekening van één minister) en dus kunnen de Franstalige ministers dat weigeren. Zo simpel lijkt het en vanuit hun invalshoek én alle belgicisten verdedigbaar.

In dS (13 en 14/04) doet men niet meer moeite en laten ze professor Van Orshoven (KUL) hetzelfde verhaal bevestigen. Daarenboven wordt volgens dS het probleem na een stemming nog groter, want dan valt de regering en zijn de volgende verkiezingen ongrondwettelijk (hoewel ook dat volgens sommige juristen niet klopt).

PAUL VAN ORSHOVEN (dezelfde als in dS) spreekt in Knack heel andere taal : “De rechtstreekse verkiezing van de faciliteitenburgemeesters zou betekenen dat Vlaanderen de bevoegdheid om zelf die burgemeesters te benoemen opnieuw kwijtspeelt. Waarom gaat men er altijd van uit dat de splitsing van B-H-V gepaard moet gaan met zulke Vlaamse toegevingen? (…) Je zou ook kunnen redeneren dat de grote Vlaamse toegeving aan de Franstaligen erin bestaat dat het status-quo op sociaaleconomisch vlak nog enige tijd wordt gehandhaafd”. (…) “Over de overheveling van de faciliteitengemeenten naar het federale niveau: Vroeger werden de Franstaligen in de faciliteitengemeenten na één verzoek voor de rest van hun leven door de gemeente in het Frans geholpen. Eind jaren 1990 is de Vlaamse regering voor het eerst echt gaan nadenken over de draagwijdte van de faciliteiten. De faciliteitengemeenten in de Rand maken deel uit van het Nederlandstalig taalgebied, waar het Nederlands de enige officiële taal is. Dus mag je veronderstellen dat Franstalige inwoners van die gemeenten na verloop van tijd voldoende Nederlands kennen en niet langer, of niet langer in alle gevallen, een beroep op faciliteiten zullen doen. De Raad van State heeft intussen al vier keer de juistheid van die interpretatie bevestigd. Maar als ze de Vlaamse regering zo gek krijgen dat die de rondzendbrief-Peeters prijsgeeft _ be my guest”.

Eén bedenking: hoe zou het komen dat Van Orshoven in Knack Vlaamsgezinde standpunten kan publiceren die men niet kan/mag lezen in dS? Is het toeval dat hij en anderen in dS slechts één (belgicistische) visie ondersteunen?

Maar laten we zelf proberen om een genuanceerd beeld op te hangen dat het niveau van de kwaliteitskranten overstijgt. Zou dat lukken?

Kan men BHV splitsen via een stemming in het parlement?
Antwoord: Neen volgens de belgicisten, ja volgens de Vlaamsgezinden.
De argumentatie van de belgicisten las u in dS en LS.
De redenering van de Vlaamsgezinden: Het probleem BHV gaat over een kieswetgeving die niet conform de grondwet is. Vermits in een parlementaire democratie, de wetgeving een bevoegdheid is van het parlement, is een stemming zowel vanuit legaal als democratisch oogpunt volkomen correct en verdedigbaar. Het is overigens niet bewezen dat de Franstaligen de regering zullen doen vallen, want nooit geprobeerd. Hun zenuwachtigheid omwille van de mogelijkheid dat zij de regering doen vallen en zo de doodgravers van België worden, neemt met de dag toe. Zelfs Brussel overweegt nu om een belangenconflict in te roepen.

Twee verdedigbare stellingen maar elk met een redeneringsfout:

De Belgische visie gaat ervan uit dat in een parlementaire democratie de scheiding der Machten (wetgevende en uitvoerende) geen voldoende argument is en de uitvoerende macht de wetgevende mag domineren/negeren in het belang van het land.

De Vlaamsgezinde visie gaat er, ten onrechte, van uit dat België een parlementaire democratie is waar de meerderheid (conform de vigerende wetgeving) beslist en de scheiding der Machten wel wordt gerespecteerd.

Hoe men de parlementaire democratie kan redden?
Door de wetten te laten ondertekenen door de voorzitter van het parlement & senaat en NIET meer door de regering die zich beperkt tot de uitvoering van de wetten. Of de Koning daar ook nog zijn handtekening moet onder plaatsen is een andere discussie.

Niet enkel de taalgrens, ook de grenzen van de democratie zijn in België een communautair twistpunt.

Pjotr
ANDERS GELEZEN verschijnt wekelijks op maandag/dinsdag of als het nodig is.



11 april 2010

Een stichtelijk verhaal

ANDERS GELEZEN

Nooit eerder meegemaakt dat een priester de parabel van de verloren zoon als referentie gebruikt voor een zeer opmerkelijke homilie.

Wij kennen allemaal het oude verhaal van een vader met zijn twee zonen. De ene doet al het werk terwijl de andere alles verbrast op zijn avontuurlijke tocht. Tot hij die het leven van een flierefluiter leeft naar huis moet omdat de centen op zijn. Komt het besef hoezeer hij verkeerd handelde. Hij wil terug al was het maar om de varkens te hoeden, want zelfs dan is hij nog beter af. De vader verwelkomt de verloren zoon met een rijkelijke maaltijd. Maar de oudste zoon is woedend: waarom krijgt hij het lekkerste eten terwijl hij niets heeft gedaan en ik elke dag werk en nooit uw geboden heb overtreden? Kwaad loopt hij buiten en weigert te spreken met zijn broer. De vader gaat hem achterna en vraagt: kom binnen, ga aan tafel zitten en spreek met je broer.

Na een vergelijking met twee voetbalclubs – Anderlecht en Standaard – die ook ruzie maken confronteert hij de vrome zusterkes en bewoners van het rust- en verzorgingstehuis op de situatie binnen de katholieke kerk, waar eveneens twee clubs al dertig jaar het leven verzuren.

Club nummer 1 werd gesticht in 1963 tijdens het tweede Vatikaans concilie door de Duitse jezuïet Karl Rahner, de Vlaamse dominicaan Edward Schillebeeckx, de Zwitserse priester Hans Küng. Een zekere Joseph Ratzinger is er eveneens bij. Zij geven een tijdschrift uit in meerdere talen met als naam CONSILIUM. Alleen in het Pools mag het niet verschijnen … Deze club ziet de kerk als het volk van God, als pelgrims op weg naar Gods Koninkrijk. Zij gooien de ramen open want er moet frisse lucht binnen komen. Hun denken is gericht naar buiten. Zij hebben een boontje voor de bevrijding in Zuid Amerika: zet u in voor de triestige situatie van de armen in Latijns-Amerika. Zet u in om de tweederangsrol van de vrouw weg te werken. Kom op straat en demonstreer tegen de oorlog in Vietnam. Tegen raketten met atoomwapens, tegen racisme.

Club nummer 2 werd gesticht in 1974. De kapitein is de gewezen jezuïet Hans Urs von Balthasar uit Zwitserland. Onder de basisspelers zijn er de Franse dominicaan Henri de Lubai en Joseph Ratzinger; alletwee zijn ze overgekomen van de andere club. Hun tijdschrift heet COMMUNIO. De katholieken van deze clan beschouwen zichzelf als leden van een instituut. Zij vormen een gemeenschap van gelovigen. Het belangrijkste van hun kerk is het innerlijk leven. Deze kerk moet zich niet aanpassen aan de wereld, zoniet zal ze verdwijnen. In het hart van hun kerk staat het KRUIS. Dat moeten wij openlijk, eerbiedig en dankbaar aanbidden.

Sinds de vete tussen beide kerkelijke clubs wordt de macht niet meer gedeeld. Wie aan de macht is deelt gele en rode kaarten uit aan diegenen die hen niet volgen. De postjes worden verdeeld onder de eigen aanhangers. André Mutien Léonard is zo’n aanhanger van de club aan de macht en wordt aartsbisschop van Mechelen en Brussel. Opmerkelijk toch dat precies deze conservatieve bisschop als éérste aartsbisschop eerlijk én openlijk durft te zeggen dat de Kerk (ook in België) inzake kindermisbruik in de fout ging. Dat mensen die waarden verdedigen eveneens met een open geest onder de mensen leven. Maar toch, twee clubs die ruzie maken. Elk zijn club en zijn eigen mening waar alleen gelijkgezinden welkom zijn.

Op 30 maart bij Phara op Canvas kwam een Nederlandse bioloog vertellen dat net de verscheidenheid der soorten de grootste kracht is van het leven bij de dieren. De pluriformiteit is de voornaamste garantie voor de toekomst, zei hij.

Misschien moeten ze in het Vatikaan of waar dan ook waar mensen tijdelijk enige macht hebben wat meer aan de uitspraak van deze bioloog denken én aan de parabel van de verloren zoon. In alle verscheidenheid samen aan tafel blijven zitten in plaats van enkel gelijkgezinden die hun eigen gelijk willen opdringen aan hun tafelgenoten. In naam van de verdraagzaamheid.

Pjotr
ANDERS GELEZEN verschijnt wekelijks op maandag/dinsdag