28 december 2008

Nieuwjaarswensen voor 2009

Mijmeringen bij het einde van een politiek rotjaar

Het is niet mijn bedoeling om de film nog eens af te spelen. Wel tijd voor een poging om het breder geheel te bekijken: de context waarin dit miserabel politiek jaar eindigde en te peilen naar oorzaken en gevolgen: anders bekeken.

Teveel democratie

Hiermee verwijs ik naar een recent fenomeen: iedereen zit achter zijn PC én in de regering. De tijd van de discrete afspraken waarbij men een akkoord sloot dat nadien ‘verkocht’ werd aan de mensen lijkt voorbij. De tijd waarin politieke akkoorden werden gesloten door ‘ONS KENT ONS’ in naam van het algemeen belang. Het was zelfs de énige methode om het ‘Belgisch’ belang te verzoenen met de belangen van Vlaanderen en Wallonië die steeds minder gelijk spoorden. In Wallonië was men gelukkig met de genereuze Vlaamse steun én de blokkeringsmogelijkheden voor hun minderheid, maar in Vlaanderen brokkelde het maatschappelijk draagvlak voor deze duurbetaalde compromissen af. Resultaat: aan Vlaamse zijde zitten vandaag zelfs geen 50 % van de kiezers meer aan de federale onderhandelingstafel. Erger, sinds enkele jaren is de belangstelling bij de traditionele politieke families verengd tot ‘de grootste van de drie’ blijven. De kiezers van de oppositiepartijen zijn ‘quantité négligeable’ geworden. Het is nog nooit zo slecht gesteld geweest met de representatieve democratie in Vlaanderen!

Mijn wens voor 2009: Dat de traditionele politieke families de kloof met de kiezers kunnen dichten door op te komen voor de verzuchtingen van de Vlamingen VOOR en NA de verkiezingen!


Te veel Belgisch staatsmanschap

In een ‘normale’ staat betekent het algemeen belang voor iedereen hetzelfde. Niet in België waar de Vlaamse staatsmannen ‘na de verkiezingen’ eerst denken aan het Belgisch belang en de Franstaligen aan het Waals en Brussels belang. Het zo geprezen Belgisch compromismodel was en is niets anders dan een verkoop - wellicht tot de uitverkoop - van Vlaanderen aan Franstalig België. Maar de grootste mislukking van deze ‘elder statesmen’ is zonder twijfel dat ze er niet in slaagden om een goed functionerend federaal systeem uit te bouwen.

Wat de voorbij 18 maand gebeurde is niets anders dan het finale mislukken van deze methode: de volgehouden wil – tegen beter weten in - aan Vlaamse kant om te onderhandelen zonder een breekijzer in te zetten, terwijl de Franstaligen vanaf het begin een confrontatiestrategie volgden. Zelfs een parlementaire meerderheid volstaat blijkbaar niet meer om de grondwet te doen respecteren!

Vlaanderen zal eerst moeten verarmen tot het België niet meer kan onderhouden, vooraleer men zal inzien dat er nooit zoiets geweest is als Waalse of Brusselse solidariteit!

Mijn wens voor 2009: Dat de Vlaamse politieke families hun parlementaire macht gebruiken om BHV te splitsen zodat Vlaanderen geen electoraal wingewest meer is voor de Francofonie!


Teveel politiek

Wanneer men de politieke crisis herleidt tot een communautaire crisis, gaat men voorbij aan de ideologische verschillen. Wallonië kreunt onder de communistische visie van de Parti Socialiste en haar nomenclatura die refereert naar het sovjettijdperk. Zonder de ‘staatstewerkstelling’ is Wallonië een sociaal kerkhof van ongekende omvang.

Brussel, waar de Brusselaars zo fier op zijn, blijkt in het buitenland vooral aantrekkelijk voor uitersten: een Europese elite die in deze ‘identiteitsvrije’ hoofdstad ongestoord haar eigen identiteit kan delen met andere nationaliteiten en aan de andere kant laaggeschoolden en marginalen uit de derde wereld die zich in de Brusselse bestuurlijke knoeiboel thuis voelen en daarin aangemoedigd door de PS-ideologie, zich wat graag nestelen in het sociale vangnet waar vooral Vlaanderen voor betaalt en de PS electoraal gewin oplevert.

De politisering van de ambtenarij is eveneens één van de nefaste gevolgen van deze ideologische tegenstelling. Dat men aan Vlaamse kant hier nooit is tegenin gegaan, integendeel, zich eveneens bezondigde aan een ‘compenserende’ vriendjespolitiek, maakt het nog erger. De Belgische ziekte is zo besmettelijk dat het helaas ook de Vlaamse politieke elite heeft aangetast.

De particratie werd mogelijk doordat de partijen zichzelf de financiële middelen hebben toegeëigend: de partijdotaties die door de belastingbetaler worden gegenereerd. Daarmee financieren ze een arbeidsmarkt van partijafhankelijken en groeit een nomenclatura die zijn gelijke niet kent in West Europa. Is dit manna niet dé brandstof voor de steeds grotere electorale inzet - met al zijn verwerpelijke neveneffecten zoals spindoctors en andere marketeers - waarbij het ontbreken van een maatschappelijk draagvlak wordt herleid tot een communicatieprobleem? Is het vooruitzicht op geldgewin en macht dé oorzaak van de toegenomen particratie en de ermee gepaard gaande graaicultuur?

Mijn wens voor 2009: Dat democratie langer duurt dan het éne moment in een kieshokje!


Te veel wetten

Wie de lijdensweg eens volgt ‘van wetsontwerp tot wet’ kan niet anders dan zich afvragen waar men mee bezig is. Een wet die tientallen bladzijden beslaat en méér dan honderd bladzijden toelichting vergt is geen uitzondering! Dat deze toenemende wetgevende inspanning aanleiding geeft tot een evenredig groeiende weerstand lijkt niet door te dringen tot de wetgever. Is er één beschaafd land waar er zo weinig ontzag is voor de wetten? Waar een minister ongestraft publiekelijk mag verklaren dat ongrondwettelijke verkiezingen – zo schrijft ten minste het Grondwettelijk Hof - géén probleem zijn? Is het niet ironisch dat de toename van de wetgeving het incivisme stimuleert en de rechtstaat uitholt?

Dat staatsmanschap in België niet langer berust op het onvoorwaardelijke respect voor de verworvenheden van de rechtsstaat en moeite heeft met openbaarheid, maar ook dat door de politisering van Justitie haar geloofwaardigheid in vraag gesteld wordt, zou elke weldenkende burger moeten opstandig maken.

Mijn wens voor 2009: Méér ontzag voor minder wetten en méér openbaarheid van bestuur door minder beleidsverantwoordelijken die iets te verbergen hebben!


Teveel opinies

Het individualisme heeft ook de media veranderd. Het lijkt erop dat elke journalist zich geroepen voelt om zijn eigen opinie kond te doen aan de wereld. Niet dat zijn mening niet interessant is. Maar het kleurt het nieuws en maakt het moeilijker voor de luisteraar /lezer om een objectief beeld te krijgen. Vooral als men het eigen gelijk proclameert onder de noemer van ‘onafhankelijkheid en kwaliteit’ misleidt men de lezers. De bijdragen van ‘derden’ via uitgebreide fora veroorzaken een (gewilde?) kakafonie en lijkt eerder op een ‘verdeel en heers’ strategie dan dat ze bijdragen tot een beter begrip. De kerntaak van de media, informeren, is nog altijd het best gediend met een onderbouwde berichtgeving en kritische interviews door gedegen journalisten.

De recente nieuwsgaring over de clash tussen de Uitvoerende Macht en Justitie had zware gevolgen voor de hoofdrolspelers, zonder dat ze hierover op een serene manier konden worden gehoord. Stel dat het verspreide nieuws niet klopt?

Mijn wens voor 2009: Dat er méér journalisten aangeworven worden zodat de waan van de dag kan aangevuld worden met onderbouwde artikels en kritische interviews.


Mag ik hopen dat 2009 een kentering brengt:

In de geesten van onze politici, zodat ze eindelijk beseffen dat het oude Belgisch kader niet langer Vlaanderen dient, integendeel haar toekomst hypothekeert.

zodat de invloed van allerhande ondemocratische instellingen drastisch wordt aan banden gelegd en de politisering wordt afgebouwd.

En het besef groeit dat de particratie haaks staat op democratie en dat een efficiënt openbaar bestuur beter kan zonder partijpolitieke hand- en spandiensten.

Dat de openbare TV zou beseffen dat hun bestaansrecht stoelt op het objectief informeren van de bevolking. Dat het de bedoeling van álle media moet zijn om Vlaanderen te verenigen in plaats van te verdelen.

Maar vooral wens ik al mijn lezers een voorspoedig en gezond 2009.

Pjotr

19 december 2008

Volgt eindelijk de catharsis?

Theodor Adorno (Duits socioloog): De allerlaatste revolutionair zal niet iemand zijn die ten strijde trekt maar iemand die nadenkt.

Het is met gemengde gevoelens dat ik ditmaal de politieke crisis becommentarieer: Een A.N. lezer vraagt mij wanneer mijn reactie er komt. Een ander lezer vindt dat het nu niet het moment is om kritiek te geven, want de nood is te hoog.

Ik ga niets schrijven over wat er de laatste dagen en uren gebeurde. Het staat breed uitgesmeerd over honderden bladzijden in de kranten (alleen DS heeft 20 blz vol geschreven) en het is inderdaad uitermate pijnlijk voor de politici die in het middelpunt van de storm staan. Maar laten we toch al was het maar voor onszelf enkele vragen beantwoorden (wat ik deed):

Is er beïnvloeding van Justitie geweest door de regering? JA
Omwille van een arrest dat negatief zou uitvallen voor de genomen beslissing? JA
Is dat een collectieve fout van de ganse regering? JA, want hoewel de verkoop aan BN Paribas aanvankelijk alleen de wens was van Didier Reynders (deze stelling werd door ingewijden bevestigd en doet vermoeden dat er ook ‘Francofone’ motieven meespeelden; dat A. Frère zich voor de tweede keer op kosten van de belastingbetaler zou verrijken) stemde de ganse regering in met deze beslissing en was ze solidair ‘vastbesloten’ om deze verkoop tot een goed einde te brengen.
Was dat met de bedoeling om de bankcrisis te overwinnen? JA
Zitten we hier met een zwaarwichtige deontologische fout? JA
Is dat een uitzonderlijke fout? NEEN, in een land dat aaneengehouden wordt door ‘ONS KENT ONS’ is het bijna unieke dat het publiek bekend raakte!

In DS schrijft Guy Tegenbos over de moeilijke bewijslast als het gaat over schendingen van de scheiding der machten. Tegelijk geeft hij enkele voorbeelden, ook over beïnvloeding vanuit Justitie en in dit verband zou men hier bij wijze van voorbeeld kunnen suggereren dat de rechter die een negatief advies gaf misschien een ‘verlieslatende ‘aandeelhouder’ was van Fortis die met deze uitspraak zijn eigen voordeel zocht.

Waar het in essentie over gaat is de trieste teleurgang van de plichtenleer (deontologie) van de politieke klasse én de gepolitiseerde instellingen. Er is niet alleen Yves Leterme maar ook tal van andere politieke en administratieve zwaargewichten die blijk gegeven hebben van MACHTSMISBRUIK, al kwamen zij er wel goed mee weg.

De scheiding der machten is een heilig principe als we een rechtsstaat willen zijn/blijven. Maar ook de onpartijdigheid en vrijheid van de (informele) vierde macht, de media, is al even belangrijk. Hoe anders kan de bevolking weten wie liegt of de waarheid spreekt? Dat ik in mijn lijstje de wetgevende macht negeer hoeft zelfs geen verklaring meer.

Iedereen kent verhalen over politieke interventies bij de administraties, maar ook bij Justitie én de media. Door deze politieke inmenging bij benoemingen en bevorderingen, bevinden we ons de facto in een ondemocratisch systeem dat slechts zijn gelijke vindt in het communisme met zijn nomenclatura. In Oostenrijk leverde dat een Jörg Haider op, bij ons zal ook nu de anti-politiek zegevieren. Maar dat men in godsnaam niet opnieuw het dédain heeft om met de vinger naar die vervelende kiezer te wijzen.

Mag het nu voor eens en altijd duidelijk zijn dat er géén onafhankelijke Justitie en betrouwbare administratie kan bestaan als de leden afhankelijk zijn van de politieke partijen om promotie te maken? In dat licht herinner ik aan de uitspraak van Herman Van Rompuy die het bestaan van de kabinetten rechtvaardigt omdat ‘de ambtenaren niet betrouwbaar zijn’ (net wegens de politisering). Als iemand van zijn intellectueel niveau dergelijke uitspraken doet beseft men pas hoe sterk deze ‘abnormale’ situatie in de geesten van onze beleidsmensen verankerd is. Kan iemand mij zeggen waarom de belangrijkste functies verdeeld moeten worden onder partijpolitieke apparatsjiks als onpartijdig advies essentieel is voor een goed beleid? Hoe hypocriet moet men zijn om een deontologische code op te leggen aan ambtenaren als men zelf niet in staat is om respectabel en geloofwaardig te zijn.

Of Yves Leterme nu opstapt of niet is totaal onbelangrijk als men er niet in slaagt om komaf te maken met de ONS KENT ONS mentaliteit van het voornamelijk Belgicistisch establishment dat erin slaagt om ongestraft boven de wet te staan. Komt er een catharsis of blijft DIT België de grootste hinderpaal voor een totaal ANDER België? (zie mijn boek Woord houden (versus) NON, blz 98 en 145)

In het Rapport Coudenberg staat de Belgische ziekte beschreven in al haar onbetamelijkheid. En voor wie niet meer gelooft in DIT België omwille van de communautaire tegenstellingen, volgt hier een veelzeggend citaat uit deze studie (onderschreven door zowel de Franstalige als Nederlandstalige ondertekenaars): “Er zijn nog steeds teveel mensen die denken dat het Belgisch probleem een nationaliteitenprobleem is. … Mocht dat toch zo zijn …. zou men er beter aan doen het scheidingsproces wat te bespoedigen om ons de langdurige doodstrijd van de Belgische staat te besparen en om snel over te kunnen stappen naar en confederale staat”.

Een troostend woord voor Yves Leterme: Ja ik geloof dat u geen kwade bedoelingen had en neen u staat inderdaad niet als énige schuldige in de beschuldigdenbank. Het ganse systeem staat in de beschuldigdenbank. Alleen weigert men dat in te zien!
Het zou jammer zijn mocht men van u alleen onthouden dat u uw gezondheid op het spel zette om in de zestien te resideren en dan nog ‘Um sonst’!
Pjotr

11 december 2008

De Morgen op zijn best: Anti-Vlaams

De reacties op D De Coninck zijn artikel in De Morgen

Douglas De Coninck, redacteur van DM schreef op 4 december een artikel waarin hij het normaal vindt dat Franstaligen uit het overvolle Brussel de grens oversteken en Vlaanderen inpalmen. Zijn logica: Brussel wordt groter dus ook het Franstalig gebied want 90 % van de Brusselaars zijn nu eenmaal (ééntalig) Franstalig.

Vooraleer u verder leest even Anders bij stilstaan?
Het denigrerend én anti-Vlaams discours van journalisten zoals DDC, die zichzelf progressief vindt, is vooral heel nefast voor al wie beweert dat links progressief ook Vlaams kan zijn; denk aan de Gravensteengroep! In diverse pluralistische Vlaamse verenigingen betreurt men dat links progressief onvol-doende present is. Maar als journalisten zoals DDC, die NIET geacht worden opiniestukjes te schrijven enkel om hun eigen groot gelijk te verkondigen, de tolk zijn van dit op zich eerbiedwaardig Links Progressief geloof, zal hun Vlaamse verhaal altijd ongeloofwaardig blijven. Niet Peter De Roover (VVB) had moeten reageren in DM maar de Gravensteengroep en politici van VL.Pro. Een ding is zeker, dergelijke ondermaatse bijdragen doen de polarisatie enkel toe-nemen. DCC is het prototype van de Vlaamse calimero die schrik heeft van zijn eigen Vlaamse identiteit en zich geen andere kan aanmeten omdat die (sinds 1830) nog altijd niet bestaat.

Ziehier een bloemlezing:

Pierre, verbijsterend wat die mijnheer De Coninck daar allemaal poneert. Dit getuigt van een ontzettend ondermaats intellectueel niveau om nog maar te zwijgen van stijl. Als men zijn redenering (?) zou volgen wordt Vlaanderen een te veroveren wingewest voor eender wie die zich bij ons komt vestigen en zijn wil wil opleggen aan de daar wonende bevolking. Ongehoord. LH

Beste Mr De Coninck,
Om U de ware bedoelingen van de franstaligen in de rand rond Brussel duidelijk te maken, zend ik u copie van een tekst, die nota bene Didier Reynders in 2006 onder-tekend heeft, en die besluit met ik citeer :
« S'il y a une patrie à donner aux francophones, s'il y a une patrie à leur faire aimer, c'est une patrie francophone, une Belgique francophone ».
einde citaat.
Dat is toch duidelijke taal? Hieruit blijkt toch duidelijk dat het FDF en de MR heel België willen verfransen uit misprijzen voor de Vlamingen?
Als U zich veilig voelt als nederlandstalige in België, Ik niet!
LDV

Hierop reageerde DDC met volgende mail:
Beste
Ver van mij om Franstalige extremisten te willen verdedigen. De realiteit is gewoon wat ze is: Brussel is een stad, steden groeien. En Brussel, sorry, is voor 90 procent niet-Nederlandstalig. De Brusselse rand wordt bijgevolg anderstalig. Da's geen mening, da's een realiteit. Als u een beetje bekommerd bent om onze economie en de generaties na ons, dan zou u dat toejuichen.
Ik zeg niet dat Vlaanderen (wat een belachelijk woord, voor wat toen ik op school was nog twee provincies waren) "gebied" moet afstaan. Ik zeg enkel dat pesterijen als de omzendbrief-Peeters de boel verzieken en elke constructieve oplossing in de weg staan.
Ik vind dit trouwens een geweldig land. Mag ik?
Grtz Douglas

Dan volgt een tweede mail van LDV met het commentaar van DDC in cursief per alinea:
Hallo,
Dank voor uw reactie.
Uw antwoord ontgoochelt mij wel wat, in die zin dat U niet reageert op de tekst van Reynders,die ik U toestuurde.
Ik ben het daar niet mee eens. Tevreden? Zoals ik ook de kriebels krijg van het bord "spreek Vlaams in Brussel" op het gemeenteplein van Zemst.

Ja U mag België een geweldig land vinden. Alleen vind ik het minnetjes dat U 'Vlaanderen' een belachelijk woord vindt.
"Vlaanderen" is historisch gezien een puur fictieve notie. Antwerpen en Brabant zijn nooit "Vlaanderen" geweest, tot een paar heethoofden bedachten dat Nederlandstalig België zijn eigen nationalistische symbolen, zoals geel-zwarte verkeerspalen, moest krijgen.

Er zou in dit land geen probleem zijn als de Franstaligen, die de taalgrens oversteken, zich zouden aanpassen en in het openbare leven Nederlands zouden spreken. Zoals de Vlamingen wél doen, die naar Wallonië verhuizen.
De vergelijking slaat nergens op. Ze zou dat doen als Antwerpen omringd was door Franstalig landelijk gebied. Dan zou dat Franstalig gebied net zo goed zien verstedelijken en, in casu, vernederlandsen.

Voor die aanpassing zijn er faciliteiten uitgewerkt. Die gebruiken de Franstaligen nu om die gemeenten rond Brussel te verfransen, wat toch nooit de bedoeling was.
Taal is iets persoonlijks, zoals liefde en vriendschap. Men kan net zo goed een wet stemmen die tracht te voorkomen dat blonde vrouwen wat beginnen met mannen met bruin haar. Dat gaat nooit werken, je kan het taalgebruik van mensen niet regelen per wet.

Weet U dat een Franse professor (Olivier Roy) de toekomst van de Nederlandse taal voorspelt en daar alleen een 'tribale' taal in ziet?
Vanuit hun standpunt, Frans is wel iets meer wereldtaal dan Nederlands, zou het bijna verbazen als dat soort (extremistische) standpunten niet hier of daar terug te vinden zijn. Ik zou er niet van wakker liggen.

Om dergelijke dingen maak ik me zorgen.
Dat de Brusselse rand anderstalig wordt kan niet toegejuicht worden vanuit economische of toekomstgerichte (de generaties na ons) redenen.
Juist economische redenen pleiten ervoor om met de taalproblemen komaf te maken (en dus zich aan te passen als men de taalgrens oversteekt). Die problemen kosten dit land handenvol geld.
De transfers kent U wel.
Ik denk dat u het over andere Franstaligen hebt, als u begint over de PS-particratie. Weinig Nederlandstalige journalisten hebben overigens zo intens over de schandalen in Charleroi bericht als ik. Ik huiver ervan, hoe sommigen de hele Franstalige gemeenschap over één kam te scheren.

Welnu als Vlaanderen met de Franstaligen financieel solidair is, lijkt het mij normaal dat Vlaanderen inspraak krijgt in het beleid van Brussel en Wallonië. Dat is nu onvoldoende het geval.
Onvoldoende het geval? Al eens gekeken naar de verhouding kiezers - parlementsleden/ministers in het Brussels gewest? Dit is absolute waanzin. Nergens ter wereld heeft een zo kleine minderheid (amper 1 op 10) zoveel rechten en zoveel ondemocratische macht als de Nederlandstaligen in Brussel.

Waarom moeten er in dit land 6 regeringen en meer dan vijftig ministers zijn?
Er is dan toch 1 punt waarmee ik het met u eens ben :)

Waarom wordt Brussel niet anders bestuurd? De inefficiëntie in de 19 gemeenten is alom aanvaard, zelfs door bv. Prof Van Parijs, maar er gebeurt niets. De Vlamingen blijven toch betalen.
Correctie: de Brusselaars betalen voor de Vlamingen. Denk u dat dat allemaal gratis is, de metro waarmee dagelijks zoveel Vlaamse pendelaars Brussel binnen komen? Het opruimen van de rotzooi die ze achterlaten? De medische kosten door hoe ze met hun auto's deze stad komen vervuilen? Al dat extra personeel omdat alle openbare diensten tweetalig "moéten" zijn... etcetera etcetera. Een simpel voorstel: laat mensen belastingen betalen op de plaats waar ze werken, ipv daar waar ze wonen.

De communautaire compromissen en pakten hebben geleid tot een zeer inefficient bestuur vol ongelijkheid en blokkeringen.
Ja, Vlaanderen doet het geweldig: de Lange Wapper, Argex, de (in de doofpot gestopte) schandalen bij de sociale huisvestingsmaatschappijen (veel erger dan in Charleroi)... af en toe eens in de spiegel kijken kan geen kwaad.


Beste Pierre,
Mijn complimenten voor je reactie, inclusief je verwijzingen naar de OvdP
Het is werkelijk ongelofelijk en zeldzaam arrogant wat types zoals deze Deconinck zich menen te kunnen veroorloven in een reactie op een zeer gefundeerde brief van een respectabel lezer.
Misschien tekent dit wel de arrogantie van de redacteuren van De Morgen, en zijn ze het eigenlijk niet meer waard om gelezen te worden. Anderzijds blijkt temeer hoe moeilijk het is om redacteuren die het niet zo nauw nemen met historische feiten of een correcte weergave daarvan, te corrigeren. En ze MOETEN gecorrigeerd worden, via links of via rechts.
Eens te meer voor mij een reden om je vooral aan te moedigen om verder te gaan met je rol als totaal onafhankelijke commentator, een echte “luis in de pels”. Ik begin me toch ook af te vragen op welke manier deze Deconick op één of andere manier financieel gewin (zoals je vriend G.G. reeds suggereert in zijn werkelijk uitstekende reactie) –of ander sociaal (?) gewin, zoals bijv een standbeeld in Charleroi- heeft bij de ongenuanceerde en anti-vlamingen standpunten die hij luid verkondigt. Zit hij eigenljjk niet bij een verkeerde krant? Schrijft hij misschien in zijn vrije tijd ook rubrieken voor de verkiezingskranten van het racistische FDF?
Met amicale groeten
PVS

Lezer ES deed de moeite om eens in de antecedenten te gaan speuren van D De Coninck; toen hij nog als journalist werkte voor HUMO:
“ Beslissing van de Raad voor de Journalistiek over de klacht van mevrouw Marie-Claire Hamelrijck, mevrouw Vera Demoor en de heer Kris Demoor tegen Humo en Douglas De Coninck, journalist.
Met een brief van 11 augustus 2006 dient mevrouw Marie-Claire Hamelrijck klacht in tegen het weekblad Humo en tegen journalist Douglas De Coninck. Aanleiding is het artikel dat in Humo van 18 juli 2006 is verschenen onder de titel ‘Het lichaam van Guido Demoor (nvdr de vermoorde buschauffeur) toonde nauwelijks sporen van geweld: twee blauwe plekken en een gescheurde vingernagel’.
De ombudsman van de Raad voor de Journalistiek heeft de inhoud van de klachtbrief
meegedeeld aan de hoofdredacteur van Humo en journalist Douglas De Coninck, die erop
geantwoord hebben met een nota van 16 oktober 2006. Mevrouw Hamelrijck heeft hierop
gerepliceerd met een brief van 9 november 2006, die mee ondertekend is door haar dochter Vera. De rapporteringscommissie van de Raad voor de Journalistiek heeft een hoorzitting gehouden op 11 januari 2007. Mevrouw Hamelrijck is persoonlijk haar standpunt komen toelichten, vergezeld door haar zoon Kris. Zij bevestigt dat haar klacht door haar kinderen Vera en Kris mee wordt onderschreven. Journalist Douglas De Coninck is in persoon verschenen.
DE FEITEN
Eerste klaagster is de weduwe van Guido Demoor, die op 24 juni 2006 is overleden na een incident met een groep jongeren in een Antwerpse bus. Over het incident en het overlijden van Guido Demoor is door alle media uitvoerig verslag uitgebracht. In zijn nummer van 18 juli 2006 publiceert Humo een artikel van vier bladzijden over de zaak van de hand van Douglas De Coninck.
BESLISSING
Zoals Humo en journalist De Coninck aangeven, kan het artikel van 18 juli 2006 be-schouwd worden als een aanvulling op de eerdere mediaberichtgeving over de zaak, waarbij Humo de bedoeling had om de versie van de verdachte jongeren en hun advocaten naar voren te brengen. Dergelijke berichtgeving kan bijdragen tot een volledigere kijk op de gebeurtenissen. Het probleem is echter dat de versie van de verdachten in het artikel wordt voorgesteld als de uiteindelijke waarheid over de zaak. De ondertitel (‘De reconstructie: wat er echt gebeurde op bus 23’) en de aanhef van het artikel (‘Maar wat gebeurde er die middag écht op bus 23?’, en iets verder: ‘Wat nu volgt, is de grootste gemene deler uit het gerechtelijke dossier zoals dat er bij het ter perse gaan van deze Humo voorstond’) wekken minstens die suggestie. In een dergelijke gevoelige zaak was het aangewezen om te wijzen op de eenzijdige aard van de berichtgeving en op het feit – dat in het artikel onvermeld is gebleven – dat de familie van het slachtoffer en hun advocaat in die periode geen mededeling wilden doen aan de media. Dat had de lezers beter in staat gesteld om zich een mening te geven over de verstrekte informatie.
In de klacht wordt ook gewezen op een aantal feitelijke gegevens uit het artikel die fout
zouden zijn. Omdat die feiten nog door de rechtbank moeten uitgewezen worden, kan de Raad voor de Journalistiek zich er niet over uitspreken. De Raad stelt wel vast dat de verklaring van eerste klaagster voor de politie in het artikel verkeerd is weergegeven, waardoor de suggestie gewekt wordt dat het slachtoffer er racistische ideeën zou op nahouden. Vanwege de zeer gevoelige aard van de gebeurtenissen, zowel voor de nabestaanden als voor de publieke opinie, was letterlijk citeren hier aangewezen geweest. Om die redenen is de raad voor de Journalistiek van oordeel: De klacht is gegrond. Brussel, 8 februari 2007”.

… en dan is er zijn “onderzoek” naar de Amsterdamse moskeebrand – hier beschuldigde hij een zekere Ben van der Kooi van het in brand steken van zijn eigen wagen voor een moskee om moslims hiervan de schuld te geven. Pikant detail dat over het hoofd gezien werd door onze “journalist” : Ben van der Kooi heeft geen auto, nooit gehad ook, zelfs geen rijbewijs. Nooit geen rechtzetting verschenen in De Morgen, de kwaliteitskrant voor pseudo-interloctuelen …

Een reactie van P De Roover (VVB) die in DM verscheen de dag nadien (5/12):
LEVE HET IMPERIALSME
Douglas De Coninck houdt er als redacteur van een zichzelf progressief noemende krant behoorlijk reactionaire opvattingen op na. Als Franstaligen zich weigeren aan te passen, dan moet die imperialistische houding beloond worden. De Sovjets voerden via de russificatie ook zo’n politiek via georganiseerde volksverhuizingen. Idem de fascisten in Zuid-Tirol. In Vlaams-Brabant gebeurt dat weliswaar niet georganiseerd, maar de opvatting dat er rechten ontstaan wanneer men halsstarrig weigert de taaleigenheid van een nieuw woongebied te respecteren, komt wel heel dicht in de buurt van de ideologie van de meest totalitaire staten.
Wie wil weten wat de Raad van Europa daarover denkt, poetst best de kennis van zijn/haar Engels of Frans wat op, want die instelling hanteert alleen die talen. Op internet stelt de Raad van Europa zich summier voor in het Nederlands, maar verdere informatie is slechts beschikbaar in de supertalen van Europa, zijnde naast Engels en Frans het Russisch, Duits en Italiaans.
De beruchte uitspraak over de drie kandidaat-burgemeesters is dus niet eens in het Nederlands raadpleegbaar. Van discriminatie gesproken. Een zaak van demografie, zal Douglas De Coninck ter verdediging aanvoeren. Ik voel me als Nederlandstalige in elk geval een tweederangseuropeaan. Misschien kan zich daar eens een commissie van die Raad van Europa over buigen.
Kern van de uitspraak van het Congrès des Pouvoirs Locaux et Régionaux is dat burgemeesters rechtstreeks dienen verkozen te worden. Een politiek standpunt als een ander. Eerbaar zelfs. Maar wie daar een andere opvatting over heeft is andersdenkend, niet ondemocratisch.
Dat Vlaanderen nu internationaal te kakken wordt gezet, klinkt heel erg overtrokken. Deze uitspraak is een non-gebeurtenis zonder enige serieuze betekenis, die zelfs geen rimpel veroorzaakte buiten het biotoop van de Vlaamse en Waalse pers. Ze leert alleen dat deze instelling van de Raad van Europa zich koloniale pretenties aanmeet en dat we blij mogen zijn dat ze over geen echte bevoegdheid beschikt.
De drie kandidaat-burgemeesters hebben natuurlijk slechts een symbolische betekenis. Benoemd of niet, zij delen de lakens uit in hun gemeente. Hoofdzaak is het mechanisme dat achter deze zaak schuil gaat.
Vorige zomer werd wat komkommerruimte in sommige kranten (ook in deze) opgevuld met verhalen over Vlamingen die in Wallonië wonen. Volgens tellingen zouden liefst één miljoen ‘Walen’ van Vlaamse oorsprong zijn. Wat bleek uit die reportages? Alle Vlaamse inwijkelingen doen wat van fatsoenlijke nieuwkomers mag verwacht worden: zij spreken in de publieke ruimte Frans. Gevolg: in niet één Waalse gemeente bestaan er commu-nautaire problemen. Kinderen van Vlaamse inwijkelingen zijn vandaag actief als volbloed Franstalige politici. Waren de Vlaamse migranten naar Wallonië met dezelfde gebiedsuitbreidingsijver behept als de francofonen in Vlaams-Brabant, dan kenden we in België echt Joegoslavische toestanden. (En stond Laurette Onkelinx nu aan het hoofd van een actiegroep die Vlaamse faciliteiten opeist in Luik.) Met dank aan het Vlaamse aanpassingsvermogen, dat een echt Europees model moet genoemd worden. Hoog tijd dat de Raad van Europa daar eens wat aandacht aan besteedt. Tot dan mag de Vlaamse overheid wat meer energie steken in het internationaal promoten van de ‘Vlaamse’ vorm van emigratie.

Toen stuurde ik hem volgende mail met mijn bedenkingen over zijn reacties:
Mail aan Douglas De Coninck (De Morgen)
Beste,

Ik nam de tijd om uw reacties op verschillende brieven te lezen die u kreeg van mensen uit mijn netwerk.
Dat ik een probleem heb met uw reactie op een van die briefschrijvers heb ik u reeds medegedeeld. Met deze mail wil ik ingaan op uw argumentatie. Ik las zaken waar ik mee akkoord ga of ten minste begrip voor heb. Bij sommige antwoorden heb ik echter bedenkingen:

Ik citeer: Ik vind dit trouwens een geweldig land. Mag ik?
Uiteraard is uw vraag retorisch bedoeld. Maar als u dit een geweldig land vindt en tegelijk in uw reacties laat opmerken dat u akkoord gaat met de vaststelling dat er veel te veel regeringen, parlementsleden … zijn, dan heeft u het wellicht niet over DIT België maar een België met minder regeringen … met beter bestuur.

Ik vind overigens uw natie-gevoel voor België prima. Het gebeurt te weinig dat mensen hun patriottisme laten blijken. Daar is niets mis mee zolang het niet leidt tot enig chauvinisme, wat helaas in veel landen het geval is.

U zult het hopelijk ook met mij eens zijn dat dit ‘natie’ gevoel niet noodzakelijk MOET samenvallen met een STAATSTRUCTUUR of MET FORMELE GRENZEN. Dat met andere woorden Vlamingen die zich thuis voelen in hun gemeenschap eenzelfde ‘natie’ gevoel kunnen en mogen hebben. Ik kan mij bij voorbeeld zowel Vlaming voelen als Belg zijn. U zult de Koerden die in Turkije, Irak of Syrië leven toch niet weigeren om zich Koerden te voelen en hun samenhorigheid tot uiting te brengen?

Indien u dit recht aanvaardt, hoe rijmt u dit dan met uw hiernavolgende denigrerende uitspraken:
“Ik zeg niet dat Vlaanderen (wat een belachelijk woord, voor wat toen ik op school was nog twee provincies waren) "gebied" moet afstaan.
‘Vlaanderen’ is historisch gezien een puur fictieve notie. Antwerpen en Brabant zijn nooit "Vlaanderen" geweest, tot een paar heethoofden bedachten dat Nederlandstalig België zijn eigen nationalistische symbolen, zoals geel-zwarte verkeerspalen, moest krijgen”.


Die laatste uitspraak is verkeerd omdat u het begrip Vlaanderen – zoals het vandaag gebruikt wordt om de Vlaamse provincies van België aan te duiden – bewust of onbewust verwart met de situatie voor het ontstaan van België. Toen sprak men inderdaad van het Hertogdom Brabant, Frans Vlaanderen … maar evenmin sprak men van Wallonië maar van personele entiteiten zoals het Graafschap Henegouwen, Graafschap Namen, Graafschap Artesië en in Nederland van de Heerlijkheid Utrecht, …
Ik neem aan dat u onze contreien ook niet zal bestempelen als een deel van de bezetters als daar waren Frankrijk, Spanje, de Habsburgers, Duitsland, … Blijft dan nog België dat, zoals ik reed opmerkte toen niet eens bestond.

Over dat Vlaanderen is er nog iets belangrijks te zeggen, het heeft namelijk in akkoord met de andere gemeenschap taalafspraken gemaakt. Officieel is Vlaanderen daarmee een ééntalig gewest geworden dat het vrije gebruik van de talen door de gelijkheidswet van 1898 inperkte naargelang de regio waar men woonde/werkte. Of u dat goed vindt of niet, elke nieuwe bewoner moet hiermee rekening houden. Deze regel is niet uitzonderlijk want van toepassing in alle ééntalige landen, maar ook in landen met meerdere talen, zoals Canada waar voor Quebec de taaleisen veel strenger zijn (u zal waarschijnlijk spreken van pesterijen) dan in Vlaanderen. Mag ik opmerken dat in Gatineau, het stadje net naast Ottawa – waar ik verbleef – uitsluitend Frans wordt gesproken en niet tolereert dat men Engels zou spreken in een winkel, ook al zijn ze Ottawa ontvlucht wegens te klein of minder aangenaam. Een winkelier zou er trouwens niet aan denken om Engels te spreken. In Zwitserland – waar ik geaccrediteerd was, is het vanzelfsprekend dat men in Lausanne enkel het Frans gebruikt voor de officiële communicatie, terwijl dat het (Zwitsers) Duits is in Zurich en het Italiaans in Bellinzona om het ‘Arromanch’ even buiten beschouwing te laten.

Vindt u het ook niet opmerkelijk dat de Franstaligen toch zo graag in het ‘racistische’ Vlaanderen willen wonen en het multiculturele Brussel ONTVLUCHTEN? Niet de stad groeit maar de stad bloedt dood omdat ze steeds minder aantrekkelijk wordt. Terwijl in andere wereldsteden de ‘bidonville’s’ zich bevinden in de rand wordt Brussel van binnenuit onaantrekkelijk. U al eens afgevraagd hoe dat zou komen?
Dacht u al eens aan het ongemak van de Vlamingen in de Rand die zich in één generatie tijd niet meer thuis voelen in hun gemeente? Moeten zij dan ook verfransen? En NEEN het is niet onvermijdelijk. Andere landen met meertaligheid bewijzen dat. Het zou wel helpen mochten journalisten ook deze kant van de zaak eens duidelijk maken.

Over Brussel heeft u wel een zeer eigenzinnige kijk:
“Al eens gekeken naar de verhouding kiezers - parlementsleden/ministers in het Brussels gewest? Dit is absolute waanzin. Nergens ter wereld heeft een zo kleine minderheid (amper 1 op 10) zoveel rechten en zoveel ondemocratische macht als de Nederlandstaligen in Brussel”.
Dat Brussel slecht bestuurd wordt en veel te veel ministers telt is volkomen juist. De eerste en dwingende opdracht is om te zorgen dat Brussel een goed bestuur krijgt. Ik ga hier niet uit de doeken doen wie daaraan schuld heeft maar de verantwoordelijkheid van de hoofdzakelijk Franstalige Brusselse politici is in deze zeer groot. Door een tweetalig statuut te aanvaarden heeft het zichzelf verplicht tot de uitvoering van de taalwetten en allerhande akkoorden zoals het taalhoffelijkheidsakkoord. Probleem is echter dat deze in de praktijk nog altijd niet worden toegepast, hoewel er een verbetering merkbaar is. Maar o wee, als men in Vlaanderen schermt met taalvoorwaarden voor de Franstaligen.

Over de ondemocratische macht van de Vlaamse minderheid in Brussel valt veel te zeggen. Maar over de ondemocratische macht van de federale minderheid waar zelfs in de regering een pariteit voorzien is hoewel het verschil in inwoners meer dan twee miljoen bedraagt, meer dus dan de 800.000 Franstaligen van Belgische oorsprong in Brussel, zegt u dan weer niets. Persoonlijk vind ik dat in Brussel de regering eveneens paritair zou moeten samengesteld zijn door tweetalige politici van beide gemeenschappen die zich bij de verkiezingen op tweetalige lijsten aanbieden. Eéntaligen zouden geen uitvoerend mandaat mogen krijgen. Wellicht zou deze stimulans leiden tot tweetaligheid op zeer korte termijn, denkt u niet?

U schreef ook : Een simpel voorstel: laat mensen belastingen betalen op de plaats waar ze werken, ipv daar waar ze wonen.
Dit voorstel is niet nieuw en is van toepassing in verschillende regio’s waar er veel grensoverschrijdende arbeid is. Een bilateraal akkoord voorziet dan in wie wat int, in functie van de ‘lasten dat het wonen en werken met zich mee brengt’.
Zo zal men naast de inkomsten uit arbeid ook de uitgaven moeten in aanmerking nemen zoals daar zijn, de medische verzorging voor de ganse familie, het pensioen, de werkloosheidsuitkering, … Ik zie geen enkel probleem om uw simpel voorstel te aanvaarden. Uit studies blijkt immers dan ongeveer 80 % van de lasten gedragen worden in de woonplaats en 20 % in de plaats waar men werkt. Laat Brussel dan maar die 20 % hebben in plaats van subsidies die ze ontvangt van de federale staat. Maar besef dat uit studies (ook Franstalige) blijkt dat Brussel niet leefbaar is, omwille van de eigen arme bevolking. Hoe stoer men hierover ook doet, bekijk maar even de studie op http://www.briobrussel.be/. En nu ook het financieel centrum verkocht werd aan Parijs zal binnenkort blijken dat Brussel nog minder aantrekkelijk wordt. Tenzij voor Europese ambtenaren die in België geen belastingen betalen.

Uw geargumenteerde reactie is bijzonder welkom.
Groeten,
Pierre Therie

En hij reageerde … (tekst integraal en zonder correcties overgenomen; in cursief mijn bedenkingen).
Beste

Ik weet niet hoe ik nu weer met u aan de mail geraak, maar geen erg. (voelt u het respect?)

Het mooie aan België, vind ik, is nu juist het artificiële van de hele constructie. Ik ben geen historicus, maar volgens wat ik ervan begrijp gaan we terug op een uitspraak van Julius Caesar, die doelde op één of andere dappers Gallische stam die ooit in deze contreien moet hebben geresideerd. Het was een vergissing van de geschiedenis, een ontbrekend stuk op het Europese schaakbord, en dus werd ergens in 1830 in Parijs en Londen beslist dat die lap grond een natie moest gaan vormen, en dat die België zou gaan heten. Dat die lap grond een STAAT moest gaan vormen; Natie-vorming kan men niet opleggen; zeker niet in een land waar de arme bevolking (ja ook de Walen, door een Franstalige bovenlaag werd tekort gedaan).

Wie of wat heeft dat landje voortgebracht? Magritte, Simenon, Arno, Adamo, Hugo Claus, Hooverphonic, James Ensor, Jacques Brel (uiteraard), Hergé, Axelle Red, Roger Raveel, Léon Spilliaert... dat zijn zo'n beetje de eerste namen die bij mij opkomen. Velen onder ons zouden daar een even indrukwekkende rij Vlaamse kunstenaars kunnen aan toevoegen, maar het illustreert wel perfect met welke oogkleppen (progressieve) DDC rondloopt. Ziet u ergens één vaandeldrager van de Vlaamse zaak? Ik niet. Dit is een rijkdom die vast niet te becijferen is in geldsommen en "transferts". Dit heet culturele rijkdom, een rijkdom die ergens samenhangt met het absurdisme van België. En ja, sorry, ik hou daar van. Dat is ook ergens een identiteit, zij het dan een zeer uitgesproken anti-nationalistische identiteit. Onze natie is een onnatie, en daarom houden we ervan. Enfin, daarom hou ik ervan. En met mij veel méér mensen dan u vermoedt. Het is dat communautaire discussies ons zo'n tijdsverspilling lijken, ons zo vermoeien, zo buitengewoon futiel lijken, dat we onze stem doorgaans niet laten horen. Omdat we pakweg vergrijzing en het klimaat boeiender onderwerpen vinden. Dat wil niet zeggen dat we geen mening hebben.

Hoe ontstaan oorlogen? Religie en nationalisme. En ook wel honger, natuurlijk, maar die factor speelt in ons geval niet echt. Ik heb een hekel aan religie en ik heb een nog grondiger hekel aan nationalisme omdat ze grootschalige menselijke catastrofes aanrichten. Daarom ben ik gehecht aan België, aan deze mooie staatskundige grap. Te bedenken dat de Belgische identiteit in zijn 178 jarig bestaan voor het grootste deel van deze periode samenviel met een (katholieke) religieuze identiteit en dat er NOOIT sprake geweest is van enig nationalisme waarmee de Franstalige wereld alleen pronkt als het hen goed uitkomt. Begrijpelijk ook, omdat het gaat om twee gemeenschappen waarvan een belangrijk deel de taal van de andere gemeenschap niet kent.

Ik word stilaan moe van de vergelijkingen met steden en situaties, elders in de wereld. Het is nog steeds wachten op een briefschrijver die appelen met appelen durft vergelijken. Voor de zoveelste keer: face the facts, Brussel is een meer dan overwegend Franstalige stad. Steden groeien en dus verstedelijkt/verfranst de rand. U hoort mij niet pleiten voor wetswijzigingen of annexaties. Ik vind dit ook allemaal zeer complex. Maar je vindt geen remedie zonder correcte diagnose. De enige mogelijke diagnose is: Brussel is een leuke, aantrekkelijke en dus groeiende stad. Hij negeert hier straal de vaststelling dat Brussel van binnenuit onaantrekkelijker wordt en hij las zeker niet de studie die ik hem aanbeviel. Hij lijkt sterk op het prototype van de Dansaert Vlaming die bij de gratie van het vele Vlaamse gemeenschapsgeld kan genieten van Brel, Arno, …. Dus verstedelijkt en verfranst de rand. Niks aan te doen. Ik kan me niet voorstellen dat er geen creatievere oplossingen bestaan dan het overloze gedram over de rondzendbrief-Peeters en de faciliteiten. Op termijn komt die annexatie er onvermijdelijk toch. Je kunt niet eindeloos blijven ingaan tegen 75 procent en straks 90 procent (als de verhoudingen zich genormaliseerd hebben in de rand) van de bevolking. Is er een betere reden dan deze stelling om BHV zo snel mogelijk te splitsen zodat de Franstalige politici géén stemmen meer kunnen ronselen in Vlaanderen? Dan zal hun interesse en gestook rap voorbij zijn. En vermits de jongeren in de scholen ook Nederlands leren zullen ze toch geen behoefte meer hebben aan taalfaciliteiten?

Ik respecteer uw opinie waar u zegt dat u het multiculturele Brussel onaantrekkelijk vindt. Dat heeft hij nergens gelezen in mijn reactie maar het is wel zijn bedoeling om mij in het ‘verkeerde’ hoekje te plaatsen. Stigmatiseer uw tegenstander zodat je er zelf groter uit komt! Ik hoop dat u ook de mijne wil respecteren. Ik woon hier dolgraag. Ik ben een paar jaar geleden (even) in Vlaanderen gaan wonen. Ik heb er nog steeds een trauma van: de extreme bekrompenheid, de lelijkheid, de kilheid van de mensen. Doe mij maar Brussel, de mix, de warmte, de drukte, de humor, de laissez-faire. Wist u dat de beste (overigens Vlaamse) poelier van het land gevestigd is hartje Molenbeek, in een wijk waar u ongetwijfeld nooit een stap zou durven zetten. Bent u al eens gaan rondneuzen in de Vlaamse bibliotheek daar?

Ik weet dat dat persoonlijk en zeer subjectief is, maar ik val nog liever dood dan ooit terug in Vlaanderen te gaan wonen. Maar schrijven voor een tot nader order Vlaamse krant, De Morgen, stelt vanzelfsprekend geen probleem. En die Franstaligen die het "racistische" Vlaanderen zouden verkiezen, komaan: die mensen volgen gewoon hun budget. Ze hebben kids en zoeken een huisje met wat groen. Waarom dan niet in Waals Brabant? Denkt u echt dat die mensen vooraf zitten te piekeren over faciliteiten? De meesten die ik zag vertrekken, mijn Marokkaanse loodgieter o.a. (rijhuisje gekocht in Vilvoorde), zitten aanvankelijk echt wel vol goede voornemens over Nederlands leren en aanpassen. Bon, het werkt kennelijk niet. Die mensen voelen zich vanaf dag 1 met de nek aangekeken (en het begint doorgaans met de inschrijving aan het gemeentelijk loket: hier spreekt men Vlaams). Ik vrees dat het Vlaams-nationalistische project niet echt wervend werkt. Zie de cijfers.

Brussel arm en slecht bestuurd? Zeker, maar als je de rand artificieel amputeert, zoals voor Brussel het geval is, is geen enkele berekening nog objectief. De economische activiteit in Zaventem, Diegem, Zellik, Machelen... dat komt door de internationale uitstraling van Vlaanderen of wat? I don't think so. Eindelijk komt de aap uit de mouw! Als Vlaamse Brusselaar beseft hij dat het zonder Vlaanderen niet gaat en dus moet Vlaanderen maar Brussel worden. Tja, er is ook zoiets als de Parisiens.

Wat zeer slecht bestuurd wordt in Brussel is onderwijs. Absoluut. Al wie een minimale dosis hersenen in z'n hoofd heeft weet: er is nood aan een aangepast (liefst twee- of drietalig) onderwijssysteem in Brussel. Helaas: kan niet want gemeenschapsmaterie, en dus alweer een staatskundig taboe. Het klopt, er worden hier aan de lopende band diploma's afgeleverd na een opleiding amper die naam waardig. Het is zonder meer een ramp, een maatschappelijk isoleren van hele generaties omdat ze toevallig Mohammed of Abdel heten. Ik ken ook de mirakeloplossing niet, ik weet wel dat doen alsof het maar zo simpel is dat "zij zich moeten aanpassen" ons nog geen stap verder heeft gebracht, tenzij een paar achteruit. Hier heeft hij ongetwijfeld een punt en er is ook een verklaring voor: een van de hoogste gerechtelijke Brusselse autoriteiten vertelde mij dat Brussel vooral aantrekkelijk blijkt voor buitenlanders met een zeer lage scholingsgraad. Deze aantrekkingskracht houdt verband met het sociale vangnet en de steun van de PS (de socialistische vakbond) die via deze ‘nieuwe Belgen’ zijn electoraat wil op peil houden/uitbreiden. Naast de grote kostprijs (zie de studie die ik meestuurde) zorgt dat voor veel armoede en heel wat ongemak.

Mijn vriendin speelt zaalvoetbal. Ze hebben een clubje, één van de twee vrouwelijke Brusselse zaalvoetbalploegen. Ze zouden graag in competitie spelen. Vrouwenzaalvoetbal is niet echt wat je noemt een massagebeuren. Naast het hare is er nog 1 Vlaams clubje. Ze kunnen moeilijk met z'n tweeën een competitie beginnen. Dus kwamen ze vorig jaar terecht in de Vlaams-Brabantse federatie. Moesten die meisje op zaterdagavond naar Diest en Lovenjoel. Heb je een auto voor nodig. Meisjes in Brussel hebben niet altijd auto's (krijg 'm om te beginnen maar eens ergens geparkeerd, en waarom een auto als er overal trams, bussen en metro's zijn?). Soit, heel gedoe om daar te geraken. Bleek dat er in Brussel ook 8 Franstalige clubjes bestaan. Ook wat weinig voor een competitie. En die 8 werden van hun kant verplicht om zich te verplaatsen naar Nijvel, Waver en Wauthier-Braine. Met 10, dat zou toch al iets zijn. Konden ze achteraf, zoals dat gaat, samen een pint gaan drinken en verzusteren en zo. Ze hebben wat vergaderd en vriendschappelijke matchen gespeeld, het klikte. Brieven geschreven, politici gecontacteerd, hemel en aarde bewogen kortom. Nee, het kan en het mag niet. Gemeenschapsmaterie, en dat moet gescheiden blijven. Geen recht op een sportzaal, geen recht op een scheidsrechter, want gemeenschapsmaterie. Dat is jammer, maar waarom volstaat het zo gekoesterd ‘Brusselgevoel’ niet om deze samenwerking op Brussels niveau te organiseren? Met al het geld dat ze buiten ramen en deuren gooien zouden die baronieën toch wel enkele sportzalen kunnen hebben in eigen beheer. En aan ‘arbiters’ zal het ook wel niet ontbreken!

Dit hele systeem verdeelt mensen in plaats van ze dichter bij elkaar te brengen. Juist en duidelijk niet alleen tussen Walen en Vlamingen!

Dus nee, sorry. U overtuigt me van niks. Grtz Douglas Het was ook nooit mijn bedoeling, maar dat zal hem wel ontgaan zijn!

De reacties liegen er niet om. Zijn uitspraken zetten blijkbaar heel wat kwaad bloed.
Dat was het … stof voor een volgend boek met als thema “Het belang van een maatschappelijk draagvlak voor een harmonieuze samenleving”
Pjotr

Gaan we naar Congo?

Voor hoelang?

Op vraag van VN secretaris generaal Ban Ki moon zou Europa een overbruggingsmacht ter plekke sturen in afwachting dat de VN troepen vindt om deze taak zelf uit te voeren. België speelt hierin een voortrekkersrol. Zelfs W Pauli in De Morgen breekt een lans voor het sturen van Belgische troepen naar Congo: "Als een paar bodybags het zoveelste massagraf kunnen vermijden, dan moet dat maar".
Maar waarom willen wij zo graag terug naar Congo en de andere Europese landen -die toch evengoed zien welke wreedheden daar gebeuren- niet? Zouden onze volksvertegenwoordigers beseffen welke elementen van deze operatie helemaal niet duidelijk zijn?

Even Anders bekijken?

De neutrale VN contingenten werden vervangen door ongeïnteresseerde

De huidige VN vredesmacht ter plekke is blijkbaar niet bekwaam om haar taak naar behoren uit te voeren en Miet Smet (aan de arm van W Martens op Canvas) vond het toch maar niks dat het arme landen zijn (in casu India en Pakistan) die moeten helpen terwijl de rijke landen afwezig blijven.
Deze redenering klopt niet. De grote leveranciers vandaag zijn inderdaad arme landen, maar in plaats van de indruk te wekken dat dit jammer is voor die landen is het tegendeel waar. Zij zijn vragende partij want het is een lucratieve activiteit, zowel voor de soldaten die deelnemen als de landen die de troepen mogen leveren. Het is namelijk zo dat de VN per soldaat een bedrag per dag betaalt aan de staat die de troepen levert. Dat bedrag is te klein voor landen zoals België, waardoor ook de eigen Defensie moet bijdragen, maar is veel groter dan wat de soldaat van een arm land uitbetaald krijgt. De staat én de soldaten worden er beter van en ook defensie is tevreden omwille van de gratis training en niet te vergeten de mogelijkheid om het ingezette materieel te vernieuwen op kosten van de VN. Blijft de body-bags, maar in deze landen is dat geen belangrijk element. VN operaties zijn eerder een zegen dan een last. Geld is ook hier weer de doorslaggevende factor.

Is dat een probleem?
Ja, maar niet omdat het minder goede soldaten zouden zijn, maar omdat de landen die ze sturen niet de minste interesse hebben voor het conflict en er zelfs belang bij hebben dat hun troepen er lang kunnen blijven. Deze instelling van de eigen autoriteiten is nefast voor de manier waarop deze troepen hun opdracht uitvoeren. Een voorbeeld: in Kismayo, Somalië, werd het Belgisch contingent afgelost door een Indisch contingent van 1000 man. Daaronder een dertigtal muzikanten die ons muzikaal ‘uitwuifden’. Terwijl wij de meeste logistieke middelen zelf organiseerden en betaalden, weigerde het Indisch contingent af te reizen zolang niet alles, inclusief sanitaire installaties beschikbaar waren. En dat ze ‘beschaafder’ omgingen met de lokale bevolking zult u mij evenmin horen zeggen.

Niet het mandaat wel de politieke bedoeling stelt problemen

We kunnen er niet onderuit dat de interesse van veel Europese landen voor Congo vooral beperkt is tot de economische aspecten van de regio. Door de verschillende invloeden van enerzijds de Angelsaksische landen en anderzijds Frankrijk en onder meer Franstalig België, zonder de nieuwe grote speler China te vergeten, kan moeilijk een eenduidig politiek kader vastgelegd worden. Vandaar dat niemand ‘neutraal kan zijn in het conflict’ en de troepen ter plaatse, net zoals in Rwanda, riskeren deel van het probleem te worden. In zo’n situatie is een oorlogsmandaat vanuit militair standpunt essentieel. Zijn we het daarover eens?
Het is in eerste instantie dus een probleem van politieke orde. Zoals Karel De Gucht het duidelijk zei: we moeten de toegang tot de rijkdommen controleren en het plunderen stoppen. Dat kan gewoon niet door een naar alle verhoudingen minimalistische militaire troepenmacht.

Voor hoelang?

Een ander probleem is het vooropgestelde “tijdelijk” karakter van deze operatie. Durft iemand nu voorspellen hoeveel tijd de VN zullen nodig hebben om andere troepen te vinden die bekwaam zijn om de taak van het Europese contingent over te nemen. Want één ding is essentieel voor het succes van deze opdracht: dat na het vertrek van het Europese contingent de situatie niet opnieuw uit de hand loopt, zoniet zal het effect minimaal zijn. Nkunda en Co hoeven dan maar enkele maanden geduld te hebben en vermits ze ondertussen toch verder Oost Congo mogen leegplunderen, denk ik dat inderdaad geduldig zullen wachten. Eén voordeel is alvast dat deze opdracht niet zo gevaarlijk zal zijn als men nu denkt. Maar ook weinig relevant in de globale balans aan slachtoffers over langere tijd.

Het ziet er dus naar uit dat, als we gaan en we écht het zinloze geweld willen stoppen, we ons beter voorbereiden op een inzet van verschillende jaren. Het mandaat moet dan ook voorzien in flankerende maatregelen die zorgen dat de plundering van de grondstoffen stopt en het normale leven in de dorpen een nieuwe kans krijgt. Even over en weer vliegen zal misschien volstaan om ons geweten te sussen, maar meer ook niet.

Eigen leven eerst

Een ander probleem is van militaire orde. Om ons imago van ‘onoverwinnelijkheid’ te herbevestigen na de Rwandese kaakslag moet men er rekening mee houden dat dit een vastberaden optreden vereist. De veiligheid van onze troepen zal afhangen van de manier waarop wij de tegenstand aanpakken. In klare taal wil dat zeggen, dat de eerste rebel/soldaat die zijn wapen ook maar enigszins in de richting van een van onze soldaten beweegt zal afgeschoten worden. In Afrikaanse operaties (zoals ook in Somalië) kan men geen softie zijn. Dodelijke incidenten zijn onvermijdelijk en niet het gevolg van enige onmenselijkheid, racisme of wat dan ook maar de harde noodzaak om de eigen autoriteit te vestigen en in het terrein vooral het gevolg van de angst om het eigen leven en eventueel als reactie op verliezen in eigen rangen. Het is goed dat de politici zich hiervan bewust zijn voor dat onze troepen vertrekken. Het is geen vrijgeleide, maar ik ben het roerend eens met Mia Doornaert, die schreef: “Uiteraard kan er geen straffeloosheid bestaan, maar onvermijdelijke incidenten moeten ook niet buiten proportie opgeblazen worden. Want ook dat heeft bijgedragen tot het trauma van Rwanda. De herinnering aan de banbliksems over incidenten in Somalië en de schrik voor krijgsraden droegen ertoe bij dat onze para’s geen vinger durfden uit te steken toen ze in Rwanda door een dreigende menigte belaagd werden”.

Dat ze haar bijdrage eindigt met “Tien betaalden dat met hun leven” is volgens mij niet correct. Het gaat voorbij aan de politieke fout, namelijk dat we, het VN principe van neutraliteit indachtig, nooit militairen naar Rwanda hadden mogen sturen.
Men kan niet de eer opeisen als zijnde ‘de vaders van de Arusha akkoorden’ die de lokale machtsverhoudingen totaal wijzigden zonder te beseffen dat we daarmee deel van het probleem werden en dus helemaal niet neutraal.

Het gebrek aan politiek doorzicht in de lokale verhoudingen lag aan de basis van deze ondoordachte deelname; de ermee gepaard gaande slachtoffers, waaronder 10 Belgische soldaten, eveneens.

Pierre Therie
Kolonel SBH bd
Gewezen stafchef (BE) Det Kismayo

26 november 2008

Als Pieter De Crem zingt ...

Vliegen de barmeisjes buiten

Mia barones Doornaert vindt dat ook een minister (Pieter De Crem) op café nog een liedje moet kunnen zingen zonder dat dit prompt op het Internet staat (DS 22/11). … tja, wie kan daar nu tegen zijn?

Ze schrijft: Wie heeft nog nooit eens op café een liedje ten gehore gebracht? Ik pleit zelf schuldig, zonder complexen, want ik kan niet weerstaan aan community singing. Ik heb dat ook al in New York gedaan, een stuk na middernacht, samen met een Ierse volksvertegenwoordiger, een prominente Zweedse sociaal-democraat en een gerespecteerde Deense professor internationale politiek. En neen, we waren niet dronken, alleen vrolijk, en de bar was een Iers café in Mid-Manhattan, en de sympathieke baas heette Declan, en we hebben onder meer, fraai meerstemmig, My darling Clementine ten gehore gebracht. …
Wanneer ik nog eens in New York een stapje in de wereld zet, zal ik zeker niet het Belgian Café in East 75th Street aandoen. En als ik de gerant van dat etablissement was, zou ik mijn personeel uitleggen dat bars en cafés oorden zijn van ontspanning en privacy, niet van openbare verklikking. Mij lijkt de klare suggestie om deze bar te vermijden en de vermelding van het adres, geschreven met kwaad bloed.

De volgende editie citeert DS de blog van de barmeid:
Verbaasd te horen, via goed ingelichte bron, dat de woordvoerder van onze minster van Defensie getelefoneerd heeft naar de eigenaar van het B. Café, mijn baas. Wat de inhoud van dat gesprek is geweest, is mij onbekend. Maar de eerstvolgende keer dat ik mijn shift aan het afsluiten was, ontsloeg hij me op staande voet, zonder enige uitleg. Zou het een iets met het ander te maken hebben? Nathalie Lubbe Bakker, ex-barvrouw van B. Café.

Nu vraag ik mij af of Mia Doornaert trots is op haar interventie in de krant. Want als een barones anti reclame maakt in een (kwaliteits)krant, gelezen door potentiële klanten van die bar, dan is dat in wezen even erg als telefoneren naar de eigenaar met de bede die stomme barmeid aan te pakken. Waarom heeft De Standaard dan dat bericht op de blog van een barmeid opgepikt?
Neen, Mia Doornaert mag niet verbaasd zijn over de gevolgen.

Hoedt u voor Mia als ze ooit nog eens ‘My Darling Clementine’ zingt!


Pjotr

18 november 2008

Brief aan minister van staat De Croo

Geachte Heer De Croo,

Ik las de berichtgeving over uw laatste pennenvrucht “België barst? Vragen aan de separatisten”. U stelt daarin vragen waar ik eveneens heel graag een antwoord zou willen op hebben. En dus wil ik ook de separatisten vragen om hierop te antwoorden.

Maar misschien zullen ze niet willen of kunnen antwoorden en daarom vraag ik u of u soms de antwoorden niet kent op uw vragen? Immers, uit wat ik las op uw webstek kan ik afleiden dat u heel goed weet waarover u praat, het tegendeel zou mij trouwens verbaasd hebben. U heeft het niet over een pietluttig probleempje maar over ‘enorme implicaties’ en ‘enorme economische gevolgen’.

Weet u mijnheer De Croo, ik hecht veel belang aan een onderbouwde argumentatie en probeer daarbij om mensen niet te vatten in (alleen maar) cijfers, of uitspraken te doen over de economie zonder cijfers.

Ik had de gelegenheid (nog) niet om uw boekje te lezen maar zou het kunnen dat wat u zegt niet onderbouwd is door cijfers, tenzij enkele oppervlakkige gegevens die men in elke krant kan lezen, zoals de kostprijs van een instelling of het aantal tewerkgestelde Vlamingen in Brussel? Zou het kunnen dat u deze problemen enkel ‘in abstracto’ ziet? Geen becijferde studie met diepgravende cijfers, geëvalueerd in een globale context, waardoor ze kunnen afgewogen worden tegen de actuele voor- en nadelen van België? Mocht dit zo zijn, zou het dan niet intellectueel eerlijker zijn om te zeggen dat u het ook niet weet in plaats van te insinueren dat bij een scheiding de wereld zal instorten, hoewel empirisch het tegendeel bewezen werd bij de scheiding van Tsjechië en Slowakije?

Geachte Heer De Croo, ik las enige tijd geleden dat uw vrouw zich nogal laatdunkend uitliet over het ‘gewone volk aan de balie’ en dat u daar niet gelukkig mee was. Mag ik u daarom vragen om niet op uw beurt dezelfde inschattingsfout te maken door het verstandelijk vermogen van zeer veel weldenkende Belgen te onderschatten. Of is het toch geen intellectueel maar eerder een mentaal probleem?

Mag ik refereren naar een reactie van Peter De Roover in De Standaard, die de lichtheid van uw studie als volgt samenvat: "Hij (De Croo) verrijkt de economische wetenschap met het gloednieuwe concept van de kosten-zonder-baten-analyse".

Mijnheer De Croo, wat dacht u van deze commentaar?

Hoogachtend,
Pjotr

14 november 2008

11 november 2018

Dat elke herdenkingsplechtigheid van ‘den grooten oorlog’ op 11 november een schreeuw naar vrede is verdient alle steun. De wreedheid van ‘den grooten oorlog’ werd vooral duidelijk omwille van de nutteloosheid van de talrijke ultieme offers die soldaten brachten, al of niet uit overtuiging, plichtsbesef of doodgewoon uit schrik om weg te lopen. Het was de laatste oorlog waar soldaten tegen soldaten streden. Waar de bevolking op nauwelijks enkele tientallen km een armoedig maar redelijk veilig leven leidde. De angst was vooral deze voor het verlies van een soldaat familielid. Er waren bij meer dan 9 miljoen doden.

Ik wil deze verschrikkelijke oorlog niet minimaliseren maar de wereld stond sindsdien evenmin stil en ook het fenomeen oorlog evolueerde zo ingrijpend dat velen, waaronder ook beleidsverantwoordelijken, niet goed blijken te beseffen dat de manier waarop men nu oorlog voert en de intensiteit ervan, nog erger is dan toen in Ieper en omstreken.

In WO II werden de eerste grenzen verlegd. Er was de uitroeiing van de Joden en andere “Untermenschen” door de Nazi’s. Maar ook in de zuiver militaire oorlogsvoering veranderde er heel wat. Dank zij de technologische mogelijkheden kon men doden van op afstand, zonder zelf groot gevaar te lopen. Men moest niet meer de moedigste zijn maar het kanon hebben dat het verste schoot, het vliegtuig dat het snelste vloog, de pantserwagen dat de beste bescherming bood. De oorlogsvoering werd ‘efficiënter’. Naar schatting liep het dodental op tot 50 à 70 miljoen.

Doden van op afstand is ook menselijk minder aangrijpend. En als er al eens een bom op onschuldige mensen valt is dat alleen maar “collateral damage”. Onvrijwillige doodslag uit onvoorzichtigheid of gebrek aan precisie. Maar het was niet altijd een ongeluk. Toen de geallieerden Dresden en andere Duitse steden platbombardeerden, deden ze dat met opzet. Om zoveel mogelijk burgers te treffen en zo het moreel van de Duitsers te breken. De atoombommen op Nagasaki en Hiroshima hadden een militair doel: de oorlog stoppen door Japan moreel te breken. Hoewel dat militair een alternatief was ‘om te voorkomen dat nog veel meer (eigen) soldatenlevens zouden geofferd worden bij een invasie van Japan’, heeft het ook enorm veel frustraties opgeleverd en de wapenwedloop definitief gelanceerd naar altijd groter, sterker en veiliger.

In de nieuwe conflicten staan de armen sterker want ze hebben (bijna) niets te verliezen

De frustratie van de onmachtige tegenover de oppermachtige geweldenaar inspireerde de armen om een andere manier van oorlog te voeren: de guerrilla oorlog, waarop ook grote legers geen vat kregen, ondanks hun technologische suprematie. Net op het moment dat militairen aangemaand werden om zoveel mogelijk burgerslachtoffers te vermijden door de inzet van ‘precisiewapens’, verdwijnen de tegenstanders in de massa, zijn ze de massa.

Daarnaast maar wellicht vanuit een gelijkaardige frustratie worden steeds meer burgeroorlogen gevoerd. Interne conflicten tussen gemeenschappen die onderdrukt worden door de eigen machthebbers, afgesneden worden van een menswaardig leven. De staatsmacht tegenover de opstandeling, geheime commando’s tegen terroristen. We zitten terug in de straatgevechten, man tegen man. In de vroege tijden had elk leger een colonne marketentsters in hun zog. Ze verkochten zoetigheden en voldeden aan primaire behoeften. Vandaag wordt geplunderd en worden vrouwen en kinderen verkracht op een weerzinwekkende schaal.

Nu is iedereen betrokken, moordenaar, verkrachter of slachtoffer, meestal in die volgorde. De oorlog speelt zich af in elke straat. Mensen doden niet meer alleen met kogels van op een veilige afstand. De messen worden weer boven gehaald. Een generaal en 5.000 man kunnen een heel land jarenlang terroriseren zonder dat men die krijgheren een strobreed in de weg legt. Men dood niet meer uit zelfbehoud of angst maar uit haat of erger nog, uit onverschilligheid. Het aantal slachtoffers wordt zelfs niet meer geteld!

Als deze evolutie zich doorzet, en dat lijkt bijna onvermijdelijk met het toenemend aantal conflicten, vraag ik mij af of we in 2018 geen “heimwee” zullen hebben naar een ‘grooten soldatenoorlog’ in plaats van het afschuwelijke van ‘den kleinen burgeroorlog’ die nie-mand spaart en waar niemand nog vat op heeft.

Pierre Therie
Kolonel SBH bd
Gewezen defensie attaché

21 oktober 2008

Omdat JL Dehaene mij altijd inspireert

Staatsmannen zoals JL Dehaene en H Van Rompuy maken soms hun beklag over de “emotionele reacties” van de mensen. Gelijk hebben ze, alleen zijn niet deze emoties oorzaak van de huidige ellende maar eerder de grote ego’s in de politieke en financiële wereld. Ons land lag politiek géén 15 maanden stil omwille van de mensen maar omdat Reynders geen hervormingen wil voor 2009. Leterme besliste om te blijven zitten in de 16 in juli, lang voor de bankcrisis er was. Graaf Lippens dacht een moment te lang God te zijn.

Precies omdat JLD nu een nieuw “moment de gloire” mag beleven – wat hij ook verdient - wil anders nieuws toch aandacht vragen voor enkele recente uitspraken van JLD die stof tot nadenken geven.

Uitspraak 1 : het is erg als compromissen niet meer aanvaardbaar zijn
Uitspraak 2 : een parlementaire democratie is ook democratie

Het is erg als compromissen niet meer aanvaardbaar zijn

Hoe zou ik dat moeten lezen?
Enkele pogingen:
Het is erg als twee gemeenschappen er niet meer in slagen om een compromis te vinden waardoor ze kunnen samenleven zonder dat minstens één zijn eigenheid voor een stuk moet opgeven.
Of
Het is erg als compromissen alleen maar politieke antwoorden bieden waarvoor er geen maatschappelijk draagvlak bestaat in beide gemeenschappen.
Of
Het is erg dat elk compromis aanleiding geeft tot een nog grotere verwijdering tussen de gemeenschappen en nog meer polarisatie.
Of
Het is erg dat compromissen steeds opnieuw aanleiding geven tot een nog ingewikkelder staatsstructuur waarvan vooral de politieke apparatsjiks en hun nomenclatura wel bij varen.
Of
Het is erg dat de politieke compromissen het gemeenschappelijk draagvlak van het land hebben aangetast tot op het bot (de grondwet).

Even anders gedacht?
Het is erg dat politici die decennialang compromissen hebben uitgedokterd blijkbaar niet kunnen begrijpen waarom die onverdraagzame “emotionele” mensen alle hiervoor geciteerde interpretaties niet meer lusten.
En
Het is erg dat politici, die toch een en ander hebben verwezenlijkt, op het communautair vlak blijven zweren bij remedies waarvan ze zelf zeggen dat ze niet volstaan. Erger, dat ze politici die het anders willen kwalijk nemen dat ze kiezen voor écht beter bestuur.
En
Het is vooral erg dat de politici die gezorgd hebben voor een goed onderwijs nu problemen hebben met een bevolking die nadenkt en kritiek heeft op zoveel egotripperij. Waarvoor dient emancipatie dan wel?

Parlementaire democratie is ook democratie

Met deze uitspraak wil hij duidelijk maken dat niet “de burgers” in alles het laatste woord moeten hebben. Dat in een parlementaire democratie de verkozenen namens de mensen het recht hebben om het beleid in goede banen te houden/sturen.

Zou hij dat zelf geloven? Decroo in elk geval niet. Zoals hij het zo plastisch kan zeggen, heeft de meerderheid niets te zeggen en de oppositie evenmin, al zeggen deze laatsten het luidop.

Maar mocht hij in een druk moment vergeten zijn hoe hijzelf één van de eersten was om de parlementaire democratie de nek om te draaien dan volstaat het te verwijzen naar zijn daden als premier: toen hij met volmachten het parlementair werk onmogelijk maakte en dit bestempelde als goed bestuur.

In een parlementaire democratie is elke stem evenveel waard: niet in dit België.

In een parlementaire democratie geldt de regel van de meerderheid: niet in dit België.

Zijn in onze parlementaire democratie de verkozenen geen figuranten en wordt het beleid niet bepaald door staatsmannen binnen de partij-cenakels en de achterkamertjes?
Laten we niet hypocriet doen. Macht stoelt op kennis en het laatste dat men wil is dat “wij” zouden weten wat er gebeurt en vooral waarom het gebeurt!

Pjotr

24 september 2008

Staatsmanschap

“Mijnheer Therie,
De toezeggingen werden door dh Leterme onderhandeld en bekomen. De voorzitters van de franstalige partijen hebben hun houding aan dh Peeters bevestigd. Dit was een voorwaarde om de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap aan te vangen”.
(23/09 CDenV toppoliticus)

Met de knieval van Leterme en (een zéér beperkte groep binnen) CDenV “omdat het onverantwoord zou zijn om België zonder regering te laten” wordt de betekenis van het woord staatsmanschap opnieuw erg actueel. Nochtans is het volgens Van Dale een woord waar men alle kanten mee uit kan: “een staatsman is iemand die blijk geeft van bekwaamheid om een staat te regeren”.

Wat de media over de huidige situatie schrijven is niet fraai en voor de weldenkende Vlamingen ongetwijfeld terecht. Maar het is goed om méér dan één krant te lezen, méér dan één groot gelijk. De situatie eens Anders te bekijken.

In De Standaard wordt de G4 (Leterme, voorzitter Marianne Thyssen, vicepremier Jo Vandeurzen, Vlaams minister-president Kris Peeters), aangevuld met Herman Van Rompuy aangeduid als de verantwoordelijken voor de beslissing om te kiezen voor regeren en onderhandelen en zo het kartel op te offeren. Vooral Herman Van Rompuy, die zoals genoegzaam bekend grote vraagtekens plaatste bij de bekwaamheid van de jonge garde, heeft met zijn autoriteit gewogen op deze, vooral voor Yves Leterme als de vader van het kartel, bijzonder pijnlijke beslissing.

Op de webstek van De Morgen verscheen een stukje van Bart Eeckhout onder de titel “En toen verdwaalde de CD&V in zijn eigen plot”. Daarin schrijft hij onder meer het volgende: “Het is een noodlottige plot waarin de Vlaamse christendemocraten uiteindelijk toch verstrikt zijn geraakt: het niet willen kiezen tussen de boter (een electoraal lonend, radicaal programma) en het geld van de boter (het regeringsleiderschap)”. En verder, “Door te kiezen voor de dialoog van de gemeenschappen, lijkt de leiding van CD&V alsnog de weg van het compromis te willen bewandelen… De partijtop lijkt eindelijk gekozen te hebben, en moet hopen dat de basis volgt, ontwakend met een kater na de roes die hen door hun eigen leiders is ingelepeld”.

Blijven nadenken. Daarom enkele kanttekeningen waarbij ik mijn pen eens niet in bedwang wil houden.

Dat Herman Van Rompuy samen met enkele CVP coryfeeën moeite hebben met de evolutie in het maatschappelijk (Vlaams) denken binnen CD&V heeft NIETS te maken met staatsmanschap maar ALLES met de eigen frustraties: zijn onvermogen (en met hem alle prominente politici van de voorbije generaties) om tot een goed georganiseerde staat te komen via het Belgisch compromismodel. Er werden politieke compromissen gesloten in achterafkamertjes, die vooral de belangen van de machtige zuilen en de Belgische elite moesten beschermen, maar zonder voldoende maatschappelijk draagvlak in beide gemeenschappen waardoor de polarisatie toenam en het gemeenschappelijk draagvlak verkleinde. Natuurlijk is er vooruitgang geboekt maar het resultaat staat nog altijd bekend als de ‘Belgisch ziekte’. Een onefficiënte staatsstructuur die de graaicultuur organiseerde via allerhande instellingen die vooral een profiterende elite moesten dienen, inclusief de exploderende politieke klasse en hun partijapparaten. Is dat staatsmanschap? Het doet mij meer denken aan een legale plundertocht op de kap van de hardwerkende bevolking. We danken hieraan niet alleen een slecht functionerende staat maar ook een staatsschuld die elke beleidsruimte ontneemt aan die toch zo verguisde jonge garde net nu zij de echte uitdagingen niet meer kunnen voor zich uit schuiven zoals hun voorgangers, inclusief de vorige Paarse regeringen onder Verhofstadt. Zij zijn er zelfs in geslaagd om een ongrondwettelijke kieswet in te voeren. Staatsmanschap?

Mark Eyskens prijst zich vanuit zijn riant dakappartement te Knokke gelukkig want wij zijn een van de meest welvarende landen van het melkwegstelsel. Laten we het zo houden. Precies deze mantra van iemand die ‘binnen’ is zal veel kwaad bloed zetten bij de talrijke armen die ook in het rijke Vlaanderen niet verminderen, en bij de hardwerkende dertigers en veertigers die zich de benen onder het lijf lopen om toch maar hun werk te kunnen combineren met een beetje “quality time” met vrouw en kinderen. Hij negeert de wachtlijsten voor hulpbehoevenden, de talrijke ontspoorde jongeren net wegens te weinig geborgenheid en aandacht en dan zijn er nog de veel te talrijke zelfdodingen. Het zijn allemaal symptomen van een maatschappij die uit balans is, ook al is de begroting in evenwicht. Neen, mijnheer Eyskens, die bevolking kan niet op zijn lauweren rusten zoals u!

Ter herinnering, Herman Van Rompuy is in augustus 2007 als een Apostel naar de Franstaligen toegestapt in de hoop dat ze redelijk zouden zijn. Het bleef echter NON en ze hebben hem (en het kartel) vanuit hun “staatsmanschap” als een Lam naar de slachtbank gevoerd. Toen had CD&V moeten beseffen dat een onderhandelde oplossing onmogelijk was. Dat Leterme opnieuw het voortouw moest nemen bestempelde ik daarom als een karaktermoord. Ik citeer uit mijn artikel (1/10/07):
“De Heer Yves Leterme werd zondag (30 sep) omstreeks 17 u gestorven” met als commentaar “De oorzaak van de huidige crisis gaat terug naar het gebruik van het staatsbedreigende communautaire dossier als verkiezingspropaganda én het onmiskenbaar succes ervan. Dat een breed gedragen centrumpartij als CD&V, en vooral zijn voorman Yves Leterme het aandurfde om de huidige staatsinstellingen en daarmee “la Belgique” in vraag te stellen is voor sommige kringen wellicht ondraaglijk”. … Zou zijn afgang geen goede les zijn voor de volgende kandidaten? … Het leuke aan dit spelletje staatsraison is dat men altijd wint, want als Leterme toegeeft en zijn woord breekt, dan mag hij nog slagen in een regeringsvorming ZONDER een grondige staatshervorming, “het volk” zal hem wel liquideren in 2009: immers, wie zal die mens nog geloven?!

Niet de Vlamingen zijn de slechterikken in België maar de Franstaligen die de dialoog 15 maand lang weigerden. Capituleren is vanuit deze invalshoek zowat het slechtste wat men kan doen; het is niet christelijk, noch democratisch maar helaas wél typisch ‘Vlaams’. Op mijn vraag aan een prominent CD&V politicus welke concrete garanties ze ditmaal hadden om de onderhandelingen tussen de gemeenschappen aan te vatten, schreef hij volgend antwoord: “Mijnheer Therie, De toezeggingen werden door dh Leterme onderhandeld en bekomen,. De voorzitters van de franstalige partijen hebben hun houding aan dh Peeters bevestigd. Dit was een voorwaarde om de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap aan te vangen”. Ik moet mij dus tevreden stellen met een antwoord zonder concrete aanwijzingen en volgens andere bronnen blijkt dat er ook geen harde garanties zijn. Het énige waarop CD&V mag hopen voor juni 2009 is de goedkeuring van de borrelnootjes (die al in februari 2008 werden onderhandeld maar vervolgens door de Franstaligen geblokkeerd)) en wellicht nog enkele wijzigingen in de marge die CD&V moet toelaten om dit als een grote overwinning te verkopen aan het kiezersvolk.
Over de splitsing van BHV staat in de nota van de drie wijzen dat er zal onderhandeld worden. Blijkbaar heeft CD&V daar géén moeite mee? Nochtans zullen veel CD&V leden dat niet aanvaarden en voor de NV-A is het een voldoende reden om zelfs niet te beginnen aan de onderhandelingen.

Pacificatie versus confrontatie.
Als er één keuze is die CD&V nooit heeft kunnen of willen maken is het wel deze. Er is nochtans geen middenweg, een beetje dialogeren, dan weer ontslag nemen om wat later opnieuw te onderhandelen en nogmaals zijn ontslag aan te bieden. Overigens, is het een christelijke inspiratie om wantoestanden met de mantel der liefde te bedekken? Is toegeven aan het georganiseerd profitariaat en laksheid ten overstaan van zij die de wetten aan hun laars lappen of zich niet willen integreren een blijk van verdraagzaamheid of net het omgekeerde: het ondergraven van het maatschappelijk draagvlak en de solidariteit? Waarom moet Vlaanderen blijven betalen voor DIT België?
Blijkbaar beseft men aan Franstalige zijde dat een grondige staatshervorming en beter bestuur op korte termijn niet pijnloos kan zijn; vooral niet voor zij die van de Vlaamse solidariteit misbruik maken. Er bestaat géén win win situatie en het is daarom ook begrijpelijk dat de Franstaligen weigeren te onderhandelen. Tenzij ‘het hen niks kost’, wat neerkomt op een impliciete weigering om stappen te zetten naar beter bestuur. Of zoals Milquet het zei: « nous ne sommes pas ici pour faire avancer les choses que nous ne voulons pas).

Kris Peeters vroeg zich in Gent (RUG; 23/9) af wat het alternatief was? Wel mijnheer Peeters, het alternatief is eenvoudig: NON beantwoorden met NEEN en NIET in een regering stappen zonder een grondige staatshervorming. Dat is perfect mogelijk én democratisch veel geloofwaardiger. Tenzij u ook beweert dat de communautaire crisis de oorzaak is van de gestegen olieprijzen en de malaise op de financiële markten. Een zakenkabinet gecontroleerd door een wettelijk verkozen parlement zou veel beter kunnen dan de huidige regering Leterme I.

Herman Van Rompuy schreef mij ooit ‘dat zonder de CD&V er géén staatshervorming zou komen’. Blijkbaar is dat met de CD&V evenmin mogelijk en zullen weldenkende Vlamingen die een Ander (of geen) België willen een andere keuze moeten maken in 2009.

Dames en Heren politici van CD&V,
Zou u mij kunnen zeggen waarom de Franstaligen wel NON mogen zeggen en de Vlamingen onverantwoordelijk zijn als ze NEEN zeggen? Dat het staatsbelang blijkbaar enkel voor Vlaamse politici geldt en ze daarvoor ook nog veel moeten betalen?
Een geloofwaardig antwoord op die vragen zou veel weldenkende Vlamingen plezier doen.

Pjotr
Anders Nieuws

03 september 2008

Brief aan de Heer Rudy Demotte

Geachte Heer Minister President,

Ik las met veel aandacht uw artikel in De Standaard en La Libre Belgique (3/9) over uw standpunt inzake de verdere communautaire onderhandelingen. Ik stuur u deze brief met enkele bedenkingen maar vooral met vragen waarop wellicht veel weldenkende Vlamingen zeer graag een antwoord zouden krijgen.

U heeft gelijk dat het niet aan Kris Peeters is om te bepalen wie de Franstaligen zal vertegenwoordigen. Maar u zegt wel wie er moet inzitten, namelijk Brussel en het federale niveau, want zoals u het zegt ‘het zijn tenslotte de federale kamerleden die de voorstellen zullen moeten goedkeuren’. Met ander woorden U legt aan de Vlamingen op wie hun vertegenwoordigers moeten zijn op deze onderhandelingen, tenzij u enkel dacht aan de Franstalige Brusselaars en dito kamerleden. Daarom mijn eerste vraag: Maakt u niet dezelfde fout als uw collega Kris Peeters?

Op het einde van dezelfde paragraaf zegt u “En ja, op een bepaald moment zal men ook moeten terugkoppelen naar de partijvoorzitters. In een asymmetrisch samengestelde regering is dat nodig.' Deze uitspraak geeft mij de indruk dat die onderhandelingen uiteindelijk helemaal geen toekomst hebben als ze niet passen in de (electorale) afwegingen van de politieke partijen. Maar is nu net niet gebleken na 15 maand vruchteloos onderhandelen dat de partijpolitieke standpunten tussen Franstaligen en Vlamingen maar ook onderling helemaal niet te verzoenen zijn? Omdat elk electoraal gewin van de ene onvermijdelijk verlies voor de andere betekent. Zou u mij kunnen verduidelijken hoe ik uw uitspraak wél moet begrijpen?

Maar mijn grootste bekommernis gaat over de grond van de zaak. U stelt namelijk dat de Vlamingen onvoldoende respect hebben en niet soepel zijn - laat die dogma’s varen – en daar heb ik begrip voor. Helaas begrijp ik dan niet dat u zelf taboes stelt. Even aan halen:
- BHV splitsen via de parlementaire weg is onaanvaardbaar (eerder standpunt);
- Aan de interpersoonlijke solidariteit mag er niet geraakt worden (artikel)
- Geen overdrachten zonder bijkomende middelen (artikel)

Uit deze opsomming blijkt dat u eigenlijk weigert te onderhandelen over de drie essentiële zaken die alle weldenkende Vlamingen willen veranderen via de staatshervorming. Omdat ze – volgens onze inzichten – essentieel zijn voor een goede samenleving en een gemeenschappelijke welvarende toekomst. Met andere woorden wij willen respect voor onze cultuur en taal, de kostprijs van de huidige transferten is wel een probleem voor Vlaanderen en subsidiariteit moet gekoppeld worden aan eigen financiële verantwoordelijkheid.
Gezien u niet wil praten over wat wij net wel willen bespreken vraag ik mij af waartoe deze onderhandelingen nog kunnen leiden, onafgezien wie er aan tafel zit. Zou u mij toch hoop kunnen geven?

Mag ik alvast hopen op een antwoord?
Hoogachtend,
Pjotr

15 augustus 2008

Europa en de boze wereld

Een goede vriend leende mij het boek “Failed States” van Noam Chomsky. Alleen al de naam van de auteur stuit bij sommigen op afwijzing. In dit geval is het zelfs onvermijdelijk, want wie een uitgesproken mening heeft over wereldmacht en oorlog, zoals de Bush regering, kan niet anders dan even duidelijke antikrachten oproepen. Gelukkig maar. Het is één van mijn weinige vaste overtuigingen dat net zoals de fysieke wet van de zwaartekracht de slinger pas tot rust laat komen in het midden, ook in de menselijke gedragingen en relaties een wetmatigheid bestaat waardoor elke verbreking van het maatschappelijk evenwicht aanleiding geeft tot voldoende reacties voor het vinden van een nieuw evenwicht.

Chomsky heeft gelijk als hij stelt dat de USA haar machtpositie heeft misbruikt om de oorlog in Irak te voeren én dat ze daarbij veel oorlogsrechtsregels niet respecteerden is zelfs geen geheim. Daarom erkent de Amerikaanse regering het internationaal strafhof in Den Haag niet, hoewel ze (terecht) juichen als oorlogsmisdadigers zoals Karadzik eindelijk voor het Hof komen. Geen nood op voorwaarde dat oorlogsmisdadigers in eigen land worden voor de rechter gebracht, maar is dat realistisch?

Zelfs de meest anti Amerikaanse westerling zal het wel niet leuk gevonden hebben dat de Twin Towers in New York werden vernield door een groep terroristen die zich ongemoeid konden organiseren en hun terreurdaden voorbereiden in landen waar de staatsordening ondergeschikt is aan religieus extremisme.

Door het oorlogsgeweld in Georgië wordt Europa opnieuw geconfronteerd met staatsgeweld, ditmaal van de andere wereldspeler, Poetins Rusland.

De Koude oorlog was een aberrante situatie maar zorgde niettemin voor een rustgevend evenwicht. De implosie van het Sovjetrijk – vooral door de economische gevolgen van de wapenwedloop - heeft dit geostrategisch evenwicht verstoord. De gevaarlijke Siberische beer werd een aan de leiband gehouden circusbeer die nog wel kunstjes mocht vertonen maar er verder niet meer toe deed. Weinigen in het Westen deden moeite om te begrijpen wat er toen moet omgegaan zijn in de vernederde Russische zielen. Van grootmacht naar quantité négligable! De lessen uit de vernedering van Duitsland (en Oostenrijk) na WO I zijn we blijkbaar opnieuw vergeten.

Etnisch nationalisme leidde tot het uiteenvallen van het Sovjetconglomeraat en werd aangemoedigd, ook door landen die nationalisme verwerpen. Terecht konden sommige landen deel worden van onze wereld. Maar dat deze landen, Polen, de Baltische Staten, Hongarije, … niet direct overtuigd waren dat oorlog geen optie meer was, mag ons toch niet verbazen. Dat het hun voornaamste betrachting was om eerst lid te worden van de NAVO (omwille van de Amerikaanse veiligheidsparaplu) maakte dit duidelijk.

Oorlog is niet aanvaardbaar !

Vanuit deze absoluut positieve wereldvisie kijken wij naar de buitenwereld en zijn telkens opnieuw verbaasd over zoveel leed.

Tegelijk met het bannen van het begrip ‘oorlog’ in onze leefwereld heeft de EU ook alle spelregels van deze boze wereld verworpen. Dat is goed nieuws, want op die manier kunnen wij het lichtend voorbeeld zijn voor een wrede wereld die het nog niet zover gebracht heeft om af te stappen van geweld als middel om het eigen gelijk te realiseren.
Mahatma Ghandi deed het ons wel voor met zijn succesvol geweldloos verzet. Maar misschien kon dat slechts omdat India door de Engelsen toch enige mate van ‘gentlemenlike’ gedrag en discipline hadden aangeleerd en blijkt dit recept niet te werken in Poetin’s Rusland noch in het hedendaagse China en evenmin in landen waar een dictator zich onaantastbaar waant.

Wat doe je met deze nobele visie ?

Mia Doornaert schreef zopas in De Standaard: “Opnieuw blijkt dat 'de macht uit de loop van een geweer komt', om de woorden aan te halen van Mao Zedong die door zoveel West-Europese intellectuelen de hemel werd in geprezen”. En verder “Aan haar (EU) 'zachte waarden' hebben Peking en Moskou duidelijk geen boodschap. Ze zien de EU als een softie. En eerlijk gezegd, dat heeft de Unie aan zichzelf, of liever aan haar lidstaten te danken. Appeasement werkt niet met bullebakken”. Duidelijke taal, maar wat doe je eraan?

Een ding zou deze crisis ons moeten leren: wanneer men al te zeer afhankelijk is van anderen – zoals Europa voor haar energie – dan is de meest dwingende opdracht om deze afhankelijkheid te herleiden tot aanvaardbare proporties. Dat is de beste strategische reactie op de oorlog in Georgië en zou de absolute topprioriteit van Europa moeten zijn, als het in de toekomst wel invloed wil hebben op de boze buitenwereld. De zwakheid van Europa is ook maar niet in de eerste plaats het gebrek aan militaire macht maar de onenigheid om gemeenschappelijk vernieuwend te denken en handelen. Alleen al te weten dat Rusland de kraan kan dichtdraaien zou niet alleen voormalig Duits bondskanselier Schröder, momenteel bezoldigde in Russische dienst, mogen verontrusten.

Enkel als we enig gewicht op de weegschaal kunnen leggen, kan (proactieve) diplomatie een alternatief zijn. Dat in onderhandelingen de ‘tegenpartij’ zonder duidelijke druk kan overtuigd worden om toegevingen te doen is een softe utopie waarvan onder meer de huidige crisis in België een sprekend voorbeeld is.

De positieve wereldvisie van een machteloze is niet relevant.

Pjotr

08 augustus 2008

Brief aan Luckas Vander Taelen

Geachte Heer,

In de krant De Morgen schreef u een column onder de titel “Een zachte vorm van etnische purificatie” waarmee u Prof Vermeersch (samen met Bart De Wever) beschuldigt van een weliswaar zachte vorm van etnische purificatie. Om het met de ‘Van Dale’ in de hand zeer duidelijk te stellen: uw bewering betekent dat u hen beschuldigt van een poging tot etnische zuivering, want een ‘zachte vorm’ van purificatie bestaat niet. Ik begrijp wel dat u deze toevoeging nodig heeft om uw uitspraak wat aanvaardbaarder te maken; om deze zwaar beladen woorden te kunnen gebruiken zonder risico op een juridische aanklacht. U weet best dat de doorsnee lezer ‘etnische purificatie’ zal onthouden en zo heeft u alvast publiekelijk uw gram gehaald. Dat is intellectuele oneerlijkheid.

Wanneer u het heeft over “de hitserige communautaire sfeer”, dacht ik dat u het vooral zou hebben over de Franstalige media die woorden als nazi’s, fascisten en separatisten hanteren zonder enige nuance of bezinning over hun woordkeuze. Dat u als historicus gaat steigeren als Vlamingen verwijzen naar hun lange ontvoogdingsstrijd maar niet als Franstaligen voortdurend refereren naar de onzalige collaboratie getuigt van een selectieve verontwaardiging. Beide zijn verwerpelijk, alleen blijkt onze taal en cultuur ook vandaag nog problematisch in uw stad!

Verder en ik citeer u, “Is hun (Vlamingen) culturele zelfbewustzijn dan zo klein dat ze geloven dat ze hun eigenheid verliezen als er al eens Frans gesproken wordt bij de bakker?” Mocht uw werkelijkheid, dat er ‘al eens Frans gesproken wordt’ juist zijn, zou er geen communautair probleem zijn in Vlaams Brabant. Maar als men in eigen gemeente zelfs niet meer in het Nederlands kan bediend worden bij de bakker, dan volstaat het niet meer om zoals u de situatie een beetje te verdoezelen en godbetert de Vlamingen een schuldgevoel aan te praten. De werkelijkheid Mijnheer Vander Taelen is dat de Franstaligen rondom Brussel een taalpurificatie doorvoeren terwijl u de Vlamingen met de vinger wijst als ze de taalwetten toepassen.

Maar zoals dikwijls komt de ware reden voor uw bezorgdheid pas op het einde aan bod: dat de Vlamingen Brussel zouden kunnen laten vallen en dat dit wel eens zeer vervelend zou kunnen zijn voor de Vlamingen die er leven. Dat u in die ‘goede stadsgenoten’ blijkbaar weinig vertrouwen heeft begrijp ik perfect. Want een Brussel zonder inspraak van Vlaanderen zou binnen de kortste keren een exclusief Franstalige stad zijn. Als historicus weet u dat de Franstaligen op gebied van imperialisme – ook in uw stad - de geschiedenis tegen hebben. Trouwens, dat zoals u beweert “een verpletterende meerderheid wel vindt dat ze Nederlands moeten spreken in Vlaanderen”, wordt door geen enkele Franstalige politicus, van Di Rupo over Demotte tot en met Reynders, publiekelijk toegegeven. Integendeel, uit alles wat ze zeggen en doen blijkt dat ze onverkort achter deze taalextremisten staan. Medeplichtigheid of uitdrukking van een eensgezinde overtuiging?

Ik heb één belangrijke vraag voor u: hoe ziet u, Vlaamse Brusselaar, zelf de toekomst van Brussel?
Als u werkelijk bezorgd bent voor de toekomst van de Vlaamse Brusselaars dan zou u al uw energie moeten gebruiken om van Brussel een goed georganiseerde en veilige internationale ontmoetingsplaats te maken in plaats van mee te heulen met een allegaartje middeleeuwse baronnen die een modern en efficiënt beheer in de weg staan. Zijn het niet de Franstaligen uit Brussel die de ganse boel verpesten, ook in Vlaanderen? Zou u zich niet beter inzetten voor een tweetalige hoofdstad waar ook Vlamingen zich thuis voelen, bij de bakker en de beenhouwer? Het zou alvast de welwillendheid vanuit Vlaanderen doen toenemen.

Want, in tegenstelling tot wat sommige Vlaamse Brusselaars beweren, weten zeer veel weldenkende Vlamingen heel goed wat ze van hun hoofdstad verwachten: een Vlaamsvriendelijke ontmoetingsplaats, hoofdstad (of noem het district zoals Hans Bonte) ten dienste van twee confederale gemeenschappen. Ook in de praktijk is dat niet zo moeilijk als men graag beweert, maar strookt deze visie wel met het soms megalomane beeld dat de Brusselaars van zichzelf en hun stad hebben? Dat hadden ik en mijn lezers heel graag geweten.

Wees gerust beste Luckas, de Vlamingen zullen Brussel niet laten vallen, het zullen de Franstaligen zijn die u, lang voordien, zullen wandelen sturen. Tenzij, ja tenzij je hun taal spreekt, want zo hoort dat helaas nog altijd in uw multiculturele baronie.
Hopelijk heb ik in deze wel ongelijk!

Met vriendelijke groet,
Pjotr

17 juli 2008

Exit nr 1 reactie Prof Carl Devos

Beste,

Door vakantie een korte reactie. U mag die publiceren.

Om uit deze knoop te raken is veel politieke feeling en ervaring nodig. Politiek besturen is niet zoals een bedrijf besturen. Vraag dat maar aan de vele bedrijfsleiders die politieke ambities hadden.
Een zakenkabinet die enkel sociaal-economsch moet besturen, terwijl politici de staatshervorming uitwerken, kan ook niet: dat sociaal-economische beheer vereist, zeker de komende maanden, heel wat fundamentele keuzes. Zeg maar ideologische keuzes. Dat is geen kwestie van objectieve, rationele bestuursdaden, het gaat om normatieve keuzes. Die moeten door partijen gemaakt en gesteund worden. Een zakenkabinet heeft dat vertrouwen niet.

De meeste politici willen zo snel mogelijk uit deze crisis raken. Een zakenkabinet zal dat misschien niet slechter doen, maar zeker ook niet beter kunnen dat de beroepspolitici.
Het is aan de politici en vooral aan de niet-politici, zoals de economische, syndicale, financiële, academische, middenveldwereld om allerlei inzichten, belangen, overwegingen, … naar de politieke wereld te sturen.

Over vervroegde verkiezingen: ik denk inderdaad dat ze een oplossing uit deze crisis niet dichterbij zullen brengen. U moet daarin geen intrinsieke veroordeling lezen van het inspraakinstrument verkiezingen. Ik zeg alleen dat de burger nu laten spreken wellicht niet zal helpen om de crisis op te lossen. Integendeel.

Van mij mogen alle opties aan de democratische wil onderworpen worden. Dat heeft niets met een agenda te maken, maar met de vraag welke methodes deze crisis het best kunnen oplossen. Vaak zijn het precies diegenen die nu om verkiezingen vragen die ‘een eigen agenda’ hebben. Bovendien worden verkiezingen geïnterpreteerd. Het signaal van de kiezer wordt daags nadien gemaakt, eerder dan gegeven. Wie denkt dat Vlamingen via een referendum allerlei radicale oplossingen zouden goedkeuren kunnen zich ook vergissen. Bovendien is een referendum een bot instrument om dergelijke ingewikkelde zaken te beslechten. De vraagstelling zou alvast genuanceerd moeten zijn en verschillende antwoorden moeten toelaten. Een simpele ja-neen volstaat in deze niet.

Ik heb vertrouwen in de democratie, maar democratie is meer dan verkiezingen. Meer dan het optellen van stemmen. Verkiezingen zijn cruciaal, maar niet alleszaligmakend. Verkiezingen kunnen een democratie ook kapot maken. Het verleden toonde hoe in de naam van democratie rechten werden opzij gezet. Het verleden toonde hoe in de naam van democratie democratie buiten werking werd gesteld. Kortom, de democratie is imperfect, maar verkiezingen zijn dat ook. Het referendum nog veel meer. Die kritiek maakt de criticus niet tot anti-democraat.
We kunnen niet zonder verkiezingen, maar dat maakt verkiezingen daarom nog niet tot een altijd geschikte uitweg.

Vriendelijke groeten,
Carl Devos

Ik stuurde hem volgende bedenking bij zijn reactie:

Ik durf (in goed academisch gezelschap) te betwijfelen of het federale niveau nog veel mogelijkheden heeft om ‘fundamentele keuzes’ te maken gezien twee niet te negeren feiten:
1. er is geen geld meer om nog veel keuzes te hebben.
2. de politieke visies liggen op federaal niveau zover uiteen dat fundamentele beslissingen die per definitie ook de gewesten en gemeenschappen zullen raken, niet meer kunnen. Het immobilisme is er niet gekomen sinds 10 juni 2007. Ik heb eerder de indruk dat sommigen dit argument gebruiken omdat het past in hun eigen groot gelijk. Lees maar de commentaar van Guy Tegenbos (vandaag in DS) en de mening van Rik Van Cauwelaert terzake.

Mijn stelling is trouwens dat we minder met ideologie en meer met rationaliteit moeten besturen. Geen blabla als het over (financiële en economische) cijfers gaat en zich niet verschuilen achter cijfers om maatschappelijke fenomenen te willen duiden en catalogeren.

Vriendelijke groet,
Pierre Therie

16 juli 2008

Mijn exit nr 1

Een ‘Anders Nieuws’ reactie op het artikel

Wie heeft het minst slechte voorstel?
Van Prof Carl Devos (DS 16 juli)

Geachte Professor,

Zoals altijd las ik met veel interesse uw artikel in DS. Het inspireerde mij opnieuw om na te denken en dat leidde tot een andere visie: mijn ‘minst slechte voorstel’ maar niet nieuw want ik schreef dit recept reeds voor in 2006.

Ik stel voor dat de Koning een zakenkabinet aanstelt dat op de winkel past totdat de politici van beide gemeenschappen tot een overeenkomst komen voor het verdere samenleven of het vreedzaam uiteengaan van beide gemeenschappen.

Ziehier de argumenten waarop ik mijn voorstel baseer:

1. De politieke onmogelijkheid om tot een oplossing te komen wordt gevoed of ten minste vergemakkelijkt doordat de politici ondertussen aan de macht mogen blijven en dus geen persoonlijke schade ondervinden door de politieke impasse. Integendeel velen voelen zich goed in hun nieuwe status van BV / BW.

2. Wanneer men een zakenkabinet aanstelt dat op de Belgische winkel past en binnen duidelijke krijtlijnen de economische situatie onder controle houdt, kan geen enkel politicus/opiniemaker nog schermen met het ‘staatsbelang’ om toch maar weer te grijpen naar een onzalig compromis waarvan men weet dat de houdbaarheidsperiode alsmaar kleiner wordt en de polarisatie enkel doet toenemen.

3. Alle democratische politieke partijen kunnen betrokken worden bij de besprekingen zonder het stigma van meerderheid/minderheid.

4. De politieke gevolgen voor de ‘volgende verkiezingen’ zijn voor iedereen gelijk. Geen meerderheid meer en dus ook geen minderheid.

5. Deadlines zijn er niet meer maar de drang om te slagen (en terug geld te verdienen) zal voor veel meer druk zorgen dan nu.

6. Alle rationele argumenten kunnen op tafel komen zonder dat ze een negatief effect hebben op de werking van de regering.

7. De onderlinge partijpolitieke strijd wordt moeilijker want ze zitten allemaal in hetzelfde schuitje zonder centen en macht om 'faveurkes' uit te delen.


Alhoewel ik uw betoog zeer goed kan volgen heb ik wel een groot vraagteken bij uw stelling dat vervroegde verkiezingen niet wenselijk zijn ‘omdat ze de oplossing niet dichterbij brengen’. Al heeft u gelijk, in een democratie is dat geen aanvaarbaar argument tenzij men een eigen agenda heeft die men niet wil onderwerpen aan de democratische regels. Overigens ben ik om dezelfde reden van mening dat de uitkomst van de onderhandelingen tussen de gemeenschappen moet voorgelegd worden aan de bevolking in een referendum. Men moet vertrouwen hebben in de democratie wil men een ware democraat zijn.

vriendelijke groeten,
Pjotr