21 april 2012

Moedige journalistiek én politiek zijn niet evident



ANDERS GELEZEN

Het zijn moeilijke tijden voor schuinschaatsenrijders maar gelukkig laten de gezagsgetrouwe media hen al te gemakkelijk ongemoeid. Eens anders lezen.
 

De betere journalistiek

Dat iemand met de reputatie van Rik Van Cauwelaert een commentaar wijdt aan de duistere financiële gangen van sp.a voorman Johan Vande Lanotte zal wel niet op applaus ontvangen zijn in het socialistisch hoofdkwartier. In zijn commentaar verwijst Van Cauwelaert naar minister Reynders die in De Morgen openlijk suggereerde dat de socialisten wel kritiek hadden op zijn beleid als minister van financiën maar blijkbaar zelf goed thuis zijn in allerhande ontwijkingmechanismen. Dat collega-ministers mekaar publiekelijk beschuldigen kan enkel in een apenland als België, zei Marc Eyskens en denkt hoogstwaarschijnlijk RVC. Anders gedacht is het zelfs niet de eerste keer dat dit voorvalt: Toen in 2000 in Oostenrijk een regering werd gevormd met deelname van de volgens onze ambassadeur “rechtse populistische” Freiheitliche Partei Österreich (FPÖ) van Jorg Haider werd vooral vanuit Franstalig België met scherp geschoten. Tot de door de EU aangestelde Drie Wijzen, de Finse oud-president Martti Ahtisaari, de Spaanse oud-minister van Buitenlandse Zaken Marcelino Oreja en de Directeur van het Duitse Max Planck-Instituut Jochen Frowein, na onderzoek ter plaatse tot de conclusie kwamen dat Oostenrijk nog steeds voldeed aan de Europese normen en waarden en “sancties” onnodig waren. Hierop was onze toenmalige buitenlandminister Louis Michel verplicht om de ambassadeurs schriftelijk te melden dat de relaties met Oostenrijk opnieuw genormaliseerd werden en de boycot ten aanzien van FPÖ-ministers niet langer van toepassing was. Maar dat was buiten de Franstalige socialistische regeringsleden gerekend, die nauwelijks één dag later via een mededeling aan de ambassades unisono – waarmee bedoeld wordt, dat alle ministers van de federale regering, het Waalse Gewest en de Franstalige gemeenschap – lieten weten dat zij de normalisatie weigerden en de boycot ten aanzien van FPÖ-ministers handhaafden. Voor de ambassadeur (van PS-signatuur) in Wenen was het wel even slikken. Dit voorbeeld illustreert toch wel heel pijnlijk dat zelfs een confederaal model met behoud van een gemeenschappelijk buitenlands beleid niet voor de hand ligt.

De rel rond de losse pollen van Pol Van Den Driessche bood dan weer een ander beeld van de journalistiek. Politicoloog Carl Devos vond het vanuit een socialistische drang naar gelijkheid vreemd dat alleen Van Den Driessche aan de schandpaal wordt genageld, hiermee suggererend dat er nogal wat andere politici zijn die hun pollen niet kunnen thuis houden. Hij was wel zo discreet om geen namen te noemen. Geen journalist die erom vroeg. In elk geval wacht volgens HUMO journalist Jan Antonissen de hel op Van Den Driessche als hij durft een klacht indienen. Hierop vroeg Rik Van Cauwelaert zich af waarom Antonissen wacht op een klacht om kleur te bekennen? Misschien wacht hij tot na het zomerverlof? Anders gedacht: wat vroeger met de mantel der christelijke liefde bedekt werd, kan nu niet meer en ik zou ook vandaag de heren politici en ander “machtshebbers” met losse pollen niet te eten willen geven. Overigens zijn er nogal wat dames van stand met nymfomane neigingen die hun handjes evenmin kunnen thuis houden, maar géén man die ik hierover ooit hoorde klagen. Hoe zou dat komen? Het werd echter een puur partijpolitiek gevecht toen de lokale Brugse N-VA de CD&V betichtte van een beschadigingoperatie. Waarop Wouter Beke repliceerde dat CD&V indertijd PVDD aan de kant geschoven had omwille van de verhalen over zijn losse pollen. Een nogal moeilijke oefening nu blijkt uit de verklaring van een slachtoffer dat zij toppolitici zoals Herman Van Rompuy en Yves Leterme op de hoogte bracht maar deze niks deden alhoewel losse Pol toen nog bij CD&V was.. Ik vraag mij trouwens af wat Beke gaat doen met het weinig stichtend voorbeeld van een torenpoepende kandidaat- burgemeester van Aalst? Tenslotte vraag ik mij af of het voor de verandering niet goed zou zijn mocht Pol de eer aan zichzelf houden en zo het bewijs leveren van een nieuwe politieke cultuur. Door nu een boete(processie)kleed aan te trekken kan hij gezuiverd van zijn kwalijke reputatie nog terugkeren in 2014.

Maar het betere journalistieke (onderzoeks)werk kwam niet van een journalist maar van een politicus, Jean Marie Dedecker die in een open brief aan Johan Vande Lanotte een doekje open deed over diens connecties met de wereld van de elektriciteit. VDL mag dan wel niets van “elektriek” afweten, uit de vermelde namen en toenamen van de bedrijven en hun politieke banden, weet hij duidelijk maar al te goed waar de lamp brandt.  Dat Dedecker zich nochtans bewust is van de problemen mocht hij iets schrijven dat niet juist is toch zo ijzig duidelijk wordt, versterkt de geloofwaardigheid van zijn onthutsende onthullingen. Dat geen enkel wakkere onderzoeksjournalist hierover reeds een boekje opendeed laat vermoeden dat hun krant niet gediend is met kritiek op een machtig man. Even meelezen uit de open brief van JM Dedecker die gaat over de dure electriciteit waar Johan Vande Lanotte iets wil aan doen door Electrabel te dwingen tot een matiging. “Behalve vergissing mijnentwege ben jij het toch, die samen met jouw paarse spitsbroeder Guy Verhofstadt Electrabel verkwanseld heeft aan de Fransen voor een appel, een ei en een Golden Share. In welke wijngaard dit Gouden Aandeel gedijt is tot op heden een goed bewaard geheim. Beste Johan, de elektriciteitsfactuur steeg met gemiddeld 34 % sedert 2007. Negentig procent daarvan is op conto van de overheid te schrijven. Eerlijkheidshalve zou je ook moeten zeggen dat onze energieprijzen uit 3 componenten bestaan. Amper één derde van de elektriciteitsprijs is productiekost en komt in de zakken van Electrabel terecht. Een tweede derde zijn taksen en lasten. Zowat 13 verschillende soorten belastingen op gas en elektriciteit worden aan de verbruiker doorgerekend. Als minister, Beste Johan, zou je toch een paar taksen kunnen afschaffen.

Verder in de brief heeft hij  het over de groenestroomcertificaten en de ganse constructie – een verstrengeling van politiek en industrie – die achter deze certificatenhandel  schuil gaat. Het doet mij denken aan de verkoop van vuile lucht aan derde wereldlanden. Citaat: “Op 12 juli 2003 werd je naast Vice–premier ook onze allereerste Minister van de Noordzee. Met je huisvriend Steve Stevaert van Interelectra en met Turbowinds en Dregdging International werd C-power opgericht, het allereerste windmolenpark voor de Noordzee. Tijdens de ministerraden van 21 januari en 27 mei 2005 werden door jou toch 2 belangrijke beslissingen genomen om het project betaalbaar te krijgen op de kap van de verbruikerbelastingbetaler. De aankoopverplichting van groenestroomcertificaten voor netwerkbeheerders werd van 10 jaar verlengd tot 20 jaar. De groenestroomcertificaten voor windenergie op zee werden opgetrokken van 90 euro per megawattuur (MWh) tot 107 euro MWh voor de eerste 216 megawatt. (…) Er komen 7 windmolenparken op zee. In 5 daarvan heb je zelf de hand gehad. Volgens de CREG (De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas) zullen die 7 geplande windmolenparken gemiddeld 300 megawatt groot zijn. Elk van de 7 windmolenparken zal volgens de CREG 100 miljoen euro per jaar kosten aan groenestroomcertificaten. Dit betekent zo’n 700 miljoen euro extra per jaar voor de consument. De concessies zijn daarenboven gegeven voor een periode van twintig jaar met een vaste prijsgarantie. De windmolenboeren zullen dus – zegge en schrijve  14 miljard euro - groenestroomcertificaten op zak steken de komende twee decennia en dit bovenop de normale elektriciteitsprijs. (…) Beste Johan, je beweert dat het uitbrengen van je fiscale constructies met managementvennootschappen het werk is van machtige vijanden zoals Electrabel. Laat me toe daaraan te twijfelen. Voor de concessie van het zevende windmolenpark op zee heb je samen met Electrabel een heuse constructie opgezet: THV Mermaid. Eerst werd op 21 januari 2011 OTARY RS NV opgericht, een consortium van bedrijven met jezelf als voorzitter. Het consortium bestaat uit Electrawinds Offshore NV 12,5 %, Aspiravi Offshore NV 12,5 %, DEME NV 12,5 % en zijn dochterbedrijven Rent a Port Energy NV 12,5 % en Power@sea NV 12,5 %, Z kracht NV 12,5 % ( Nuhma met Jo Geebelen intimus van Steve Stevaert), SOCOFE NV 12,5 % (de investeringsmaatschappij van het Waalse gewest o.l.v. PS’er Jean-Claude Marcourt)en SRIW Evironnement NV 12,5 %( o.l.v. geestesgenoten, de P.S.’er Vanderijst Olivier & Claude Grégoire). Vervolgens richtten je vrienden (Otary RS) samen met Electrabel de tijdelijke Handelsvereniging Mermaid op. Door de machtsverhouding binnen Mermaid van 65 % Otary RS tegenover 35 % Electrabel heb jij de touwtjes toch stevig in handen. (…)Enerzijds weiger je de belastingen op elektriciteit te verminderen om de verbruiker geld te besparen, anderzijds zijn jij en je socialistische kameraden de oorzaak van de stijging van de elektriciteitsprijs door het optrekken van de subsidies via groenestroomcertificaten voor uw vrienden windboeren, en ten derde weigert u de netbeheerders, die in handen zijn van de overheid, prijsverlagingen op te leggen.”

De brief stopt niet bij de elektriciteitswinkel maar doet ook een boekje open over de Oostendse connecties van VDL en eindigt met de conclusie: “Maar links zure oprispingen krijgen voor deze elektriciteitsboer en er rechts zoete broodjes mee bakken noemt men aan ’t zeetje tjevenstreken.”

De betere politiek

Volgens LLB die refereert naar het GERFA (Groupe d’étude et de réforme de la fonction administrative) werd in Wallonië een nieuw record gevestigd. Zowat 88 % van de ambtenaren zijn waterdragers van de PS of van de CDH. Daarmee zitten ze in een vergelijkbare situatie van Oostenrijk waar de ambtenaren decennialang verdeeld werden tussen de socialistische en de christen-democratische partij. Haider was toen het antwoord van de Oostenrijkse kiezers.

Zo zijn er 31 topambtenaren van PS-signatuur, 17 CDH’ers, 7 van MR en éénenkele van Ecolo. Er zou welgeteld één ongebonden topambtenaar zijn. Wedden dat er in Wallonië géén ambetantenaren zijn?


Maar toch vindt Paul Magnette dat we vooral verder moeten doen en rekent hij blijkbaar op de Vlamingen om grote kuis te houden in het Waalse huishouden. Tenminste zo interpreteer ik zijn oproep in dS (17/04) om de Walen ook de kans te geven om voor Vlaamse (top)politici te stemmen. Een federale kieskring maar wel te verstaan met de garantie dat er geen plaatjes zouden verloren gaan voor Franstalige politici. Nadat Rudy Demotte (PS) de Vlamingen verweet dat ze federaal te veel investeerden in Vlaanderen en Wallonië enkel aan een infuus lieten hangen, is deze oproep al even ongeloofwaardig en nog minder democratisch. Het zou wel de macht van de minderheid in stand houden en voor wie er nog steeds aan mocht twijfelen, is dat het ultieme doel van de Franstalige politieke klasse.

Di Rupo zei het zo in LLB (21/04): Je ne dirige pas un gouvernement contre la N-VA, ni contre qui que ce soit. Je suis partisan d’une Belgique beaucoup plus fédérale, mais une Belgique qui doit rester unie. C’est ce qui fait la différence avec la N-VA qui veut l’indépendance de la Flandre et donc la fin du pays. Ce sont deux projets politiques fondamentalement et totalement différents. D’un côté, la fin du pays; de l’autre, une Belgique profondément réformée, mais qui reste unie. Even ter herinnering de verkiezingsuitslag voor de Kamer in 2010 : PS 894.543 kiezers, 13,7 %; N-VA 1.135.617 kiezers of 17,4 %.

Een unitair België, met behoud van de wettelijke grendels, versus een confederaal systeem gebaseerd op vrijwillige samenwerking: een mooie keuze voor de kiezers in 2014.

Pjotr








15 april 2012

Een verloren reputatie kan mensenlevens kosten



ANDERS GELEZEN


Show the flag

In het debat volgend op mijn bijdrage over het ontslag van chef-staf generaal Delcour ontving ik een interessante bedenking van Anders Nieuws lezer  K.V. die als piloot meermaals actief was in Congo. Even meelezen:
“Van 1982 tot 1989 hadden we permanent een C130 in Zaïre die vloog voor de CTM en voor de FAZA. Militair was het op het eerste zicht een waardeloze bedoening. We vlogen vooral voor de nomenclatura van Mobutu en zijn regime, inclusief tegels overvliegen voor zijn paleis in Mbandaka. Maar de echte waarde was dat we gedurende die ganse periode, volgens mij, de stabiliteit en vrede hielpen bewaren aan een relatief kleine kost. De Zaïrezen hadden 9 C130, inclusief die van Mobutu zelf, en kregen meestal maximum één ervan in de lucht, die nog veel meer voor persoonlijke zaken gecharterd was dan wij. Wij deden continu de ronde van Zaïre, en ze zagen ons om de twee-drie dagen op talloze plaatsen, met een paar rode mutsen. Het verhaal ging dan ook dat wij “en force” in Kinshasa waren met een regiment para’s. Dit verklaarde waarom wij overal gezien werden en hun eigen “Air Peut-être” bijna niet. Dat heeft ze wel degelijk kalm gehouden.
Toen de regering besliste, omdat het teveel kostte, om dit toestel niet meer permanent in Zaïre te houden, braken de onlusten op een minimum van tijd terug uit: 1990, 1996, 1997, 1998 in Kinshasa. Ik ben er zelf dus zesmaal ingedoken, met Kolwezi en Kitona erbij. Steeds hetzelfde scenario: para’s in, refugees out, para’s out, we out! Maar in de periode dat we er permanent waren, hebben we ons wel moeten prostitueren op last van onze regering!”
Anders gelezen: dit is een mooi voorbeeld van een strategische “Show the flag” operatie waarmee men in Afrikaanse omstandigheden inderdaad heel veel kon bereiken. In het Congo van die tijd hadden onze Para’s een indrukmakende reputatie en hun aanwezigheid volstond dikwijls om de gemoederen te bedaren. Hoe ze dat deden laten we nu even buiten beschouwing, maar of dit vandaag ook nog zou kunnen is een andere vraag. De reputatie van “onoverwinnelijkheid” van onze Para’s werd door het incident waarbij tien Para-Commando’s in Kigali, Rwanda, werden gedood, flink beschadigd. Nog erger was de daaropvolgende beschamende terugtrekking terwijl niet enkel militair maar vooral politiek net het tegenovergestelde had kunnen en moeten gebeuren, namelijk de ter plaatse zijnde eenheid versterken om de toestand onder controle te houden én een genocide te voorkomen. Daarom mijn oproep aan de voorzitters van de Commissies Buitenlandse Zaken en Defensie van Kamer en Senaat: het wordt hoog tijd om na te denken over de bijzondere relaties  die België nog moet onderhouden met onze vorige kolonies en of Defensie nog altijd een specifieke inspanning in dit kader moet leveren. Moet Defensie nog een inspanning leveren om snel te kunnen interveniëren en landgenoten te evacueren uit Congo? Waarom geen meer algemene belangstelling voor onder meer Zuid Afrika – dat evenmin politiek noch socio-economisch een stabiel land is -waar er meer Vlamingen leven dan Belgen in Congo. Of zijn de fortuinen van enkele rijke Belgische families, zoals de familie Lippens, belangrijker dan gewone staatsburgers? Blijven we steken in de nostalgische status quo van het Belgique à papa of durven we nieuwe wegen inslaan die gebaseerd zijn op een no-nonsense benadering en de erkenning dat we als klein land ook daar nog nauwelijks meespelen?

Scheldproza in dS
In de krant van 10 april mocht redactielid Joël De Ceulaer in navolging van Reynebeau ook het petje van opiniemaker opzetten om de RTBF en LeSoir te verdedigen tegen de Vlaamse opstoot.
Even meelezen: “De Vuye-rel voltrok zich ongeveer een jaar na de Morel-rel. Toen vormde een RTBF-reportage over de begrafenis van Marie-Rose Morel de aanleiding voor Vlaams geweeklaag en geknars van tanden. En ja, die reportage was zo scherp dat ze misschien een beetje tactloos was. Anderzijds: de verslaggeving aan Vlaamse kant was toen zo tactvól dat ze bijna beschamend was.”
Tactvol en afstandelijkheid - zoals men mag verwachten van een journalist - is dus niet de eerste bekommernis van De Ceulaer. Na zijn “vertrek” bij Knack is hij er bij dS duidelijk niet op vooruit gegaan. Eenmaal op gang getrokken kon het niet anders dat ook professor Magda Michiels  een veeg uit de pan zou krijgen. Citaat: “Op de planeet waar professor Magda Michielsens vertoeft, past die uitspraak in een waarachtige haatcampagne. Op www.vlaanderenscherpgesteld.be vindt u de montages die zij een paar maanden geleden bijeen sprokkelde uit een seizoen van Mise au point. Helaas zijn die montages zélf een schoolvoorbeeld van stemmingmakerij. Wie zo monteert, kan alles vertekenen – die maakt van het weerbericht desnoods een pornofilm.”

Het zal de weldenkende lezer wel opgevallen zijn dat elke argumentatie achterwege blijft en De Ceulaer ervan uitgaat dat wij hem in beate bewondering zullen volgen. Maar hij geeft wel een plausibele uitleg over de manier waarop de RTBF werkt: “Het verschil tussen RTBF en VRT is niet dat de ene omroep haat zaait en de andere niet. Het verschil is dat de marketeers in het zuiden des lands nog niet over de redacties heen zijn gedenderd.” Kijk eens aan, zouden de lezers hieruit mogen besluiten dat De Ceulaer liever een staatszender heeft die als een “puppet on a string” naar de pijpen danst van de gevestigde macht, in casu de Parti Socialiste, dan een onafhankelijke redactie? Gelukkig maar dat een kwaliteitskrant als dS zijn scheldproza publiceert. Wegens passend in de redactielijn of in deze van progressieve duizendpoot Anni Van Landeghem, verantwoordelijke voor de opiniebijdragen? 

Met dank aan Luckas Vander Taelen
Gelukkig hoeft dS zich niet meer te wenden tot een extreemrechtse partij om ons te informeren over de veiligheidsproblematiek in Brussel. Met Luckas Vander Taelen hebben ze een geloofwaardige (want progressieve) criticus die ondanks de scherpe kritiek niet onder het mediatiek cordon valt. In zijn bijdrage over “De bittere vruchten van het laksisme” hekelt hij de gemakzucht van de overheid inzake de onveiligheid in Brussel. Citaat: “Freddy Thielemans was zoals iedereen zeer geschokt over de moord op de supervisor van de MIVB. De burgemeester van Brussel kon maar niet begrijpen dat een banaal verkeersongeluk zo dramatisch afloopt. Toen twee jaar geleden in het centrum van zijn stad een overval met kalasjnikovs plaatsvond, reageerde hij helemaal anders. Dat is nu eenmaal de grootstad, zei hij toen. Hij verweet vooral de Vlaamse media dat ze, wat volgens hem niet meer was dan een fait divers, buiten proportie opbliezen. (…) In een stad die demografisch uit haar voegen barst, komt het er nog meer op aan om duidelijke regels op te leggen. Veel Brusselse politieke leiders kijken helaas niet verder dan de grenzen van hun 19 gemeenten en zijn niet klaar voor de uitdagingen van de grootstad die Brussel stilaan wordt. (…) Politieke laksheid leidt tot morele laksheid op individueel vlak. (…)  Vooral de Brusselse PS-burgemeesters lijken een afkeer te hebben van elke repressieve aanpak van wangedrag. Zij zien nog altijd sociaal-economische achterstand als een excuus voor incivisme. Elk pleidooi voor het bijbrengen van individuele responsabilisering wijzen ze af als een perfide neoliberale samenzwering. Die houding werpt nu haar bittere vruchten af: een generatie die in Brussel is opgegroeid en enkel misprijzen heeft voor de zwakke openbare macht en voor wie regels geen inhoud of betekenis hebben.”

Wie kent ze nog de Rosetta-banen?
In dS van 7 april herinnert Guy Tegenbos ons aan deze nog steeds bestaande Rosetta-jobs die sinds 1999 worden gesubsidieerd door de overheid. Het was Laurette Onkelinx (PS) federaal minister van Werk die getroffen was door de hoge jeugdwerkloosheid in Wallonië en waarover de gebroeders Dardenne de ontroerende film Rosetta hadden gemaakt. Haar voorstel leidde tot consternatie in Vlaanderen. Bedrijven verplichten om mensen in dienst te nemen die ze niet nodig hadden? Ondenkbaar! Een maatregel uit de heel oude doos. Bovendien had Vlaanderen in die tijd nauwelijks jonge werklozen. Na lange communautaire palavers werd het plan bijgesteld. Er kwamen subsidies om de verplichting te verzachten, de leeftijdsgrens werd opgetrokken tot 35 jaar, en die 'jongeren' mochten ook hoger geschoold zijn. 'Het plan was bedacht voor één landsdeel, maar werd opgelegd aan het hele land', zegt Ben Weyts daarover. De volgende ministers van Werk vervingen het Rosetta-plan door een eigen banenplan. Maar ze vergaten Rosetta af te schaffen, zodat het nog altijd bestaat in de overheidssector.
Uit de cijfers van staatssecretaris Hendrik Bogaert blijkt dat het departement Economie er nog 32 in dienst heeft, de Regie der Gebouwen 22, de Rijksdienst voor Pensioenen 17, het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika zeven. De diensten die vandaag afhangen van minister Onkelinx hebben er nauwelijks of geen. De hoofdbrok zit bij Financiën: 350 van de 525. Niet toevallig blijkt dat er een oververtegenwoordiging is van Waalse jongeren (40 procent) en een ondervertegenwoordiging van Brusselse (8 procent) en Vlaamse (52 procent). Ze worden bovendien regelmatig vervangen, want hun gemiddelde leeftijd is 23 jaar. Het grootste deel heeft alleen een diploma middelbaar onderwijs, maar er zijn ook een pak hooggeschoolden. Staatssecretaris Bogaert bevestigde aan kamerlid Weyts dat ze aangeworven kunnen worden zonder een examen te moeten afleggen.Van een volledige afschaffing van de Rosetta-banen is op dit moment geen sprake, meent Peter Vansintjan, de kabinetschef van minister van Gelijke Kansen Joëlle Milquet (CDH).

Waarom een ACW?
Als het van Europa afhangt zijn de ARCO spaarders hun centen kwijt, maar er zal nog veel tijd overheen gaan zodat de politieke verantwoordelijken voor dit debacle – de ACW politici - er zonder kleerscheuren vanaf komen. De spaarders waren geen gewone beleggers maar stonden hun geld ter goeder trouw af aan deze zuil en hebben dus recht op terugbetaling van hun ‘inleg’. Maar het zijn niet de belastingbetalers die hiervoor moeten opdraaien maar het ACW dat hun vertrouwen misbruikte. Naar aanleiding van dit debat kwam ik tot enkele dringende vragen ten gronde: waarom bestaat er een overkoepelende organisatie zoals het ACW? Waarom zouden de basisorganisaties – ACV, CM, … niet afzonderlijk hun opdrachten kunnen vervullen? Ik ben waarschijnlijk niet de enige die denkt dat het ACW enkel bestaat om dijzige afspraken te kunnen maken en een onevenredige politieke macht te kunnen uitoefenen. Het klopt alvast naar mijn aanvoelen niet dat de tijd van de “zuilen” voorbij is. Zij zijn de sterkhouders van een achterhaald status quo en wie verandering wil zal dit taboe moeten doorbreken. Weg ermee.

Advocaat Fernand Keuleneer keurt de splitsing van BHV af (Knack 10/04))
 “‘Ook al spreekt men de hele tijd over een splitsing, het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde blijft in zijn geheel bestaan. Het akkoord is een grote knoeiboel geworden”, zegt advocaat Fernand Keuleneer (bekend als verdediger van kardinaal Danneels in de pedofiliezaak). Enkel het parket wordt effectief gesplitst: er ontstaat een afzonderlijk parket voor Halle-Vilvoorde.”
“De grootste ramp is afgewend’” schreven de kranten vorige week. Keuleneer: Dat is niet echt correct. Sinds de laatste ingrepen in de wetteksten is er sprake van 27 procent rechters voor de Nederlandstaligen, wat zou betekenen dat het huidige aantal Nederlandstalige rechters behouden blijft. Maar er zijn zo veel voorwaarden ingebouwd dat het hoogst onzeker is dat dit percentage ooit zal worden toegepast.
Staatssecretaris voor Institutionele Hervormingen Servais Verherstraeten (CD&V) bepleit die splitsing van het parket: zo krijgt Halle-Vilvoorde de kans op een eigen vervolgingsbeleid. Keuleneer: Daar heb ik mijn twijfels bij. De Nederlandstalige substituten worden bijgestaan door 20 procent uit Brussel gedetacheerde Franstalige magistraten. Die mogen dan wel operationeel afhankelijk zijn van de Nederlandstalige procureur des Konings van Halle-Vilvoorde, hiërarchisch blijven ze ondergeschikt aan de Brusselse procureur des Konings. Het doel is dat ze bij voorrang strafbare feiten behandelen gepleegd door verdachten die voor een procedure in het Frans kiezen en niet in het Nederlands. Maar de vraag rijst waarom die aanpak nodig is. Waarom kunnen die feiten niet behandeld worden door tweetalige Nederlandstaligen van het parket van Halle-Vilvoorde?

Zou Servais Verherstraeten op deze terechte vraag een zinnig antwoord hebben?

Pjotr