01 februari 2008

Nooit meer oorlog

Er is nood aan een hertaling van het Vlaams pacifisme naar de 21 ste eeuw

De eerste Wereldoorlog heeft in Vlaanderen een grondstroom van pacifisme opgewekt waarvan tot op vandaag de invloed niet mag onderschat worden. Teruggaand in de tijd kan men niet rond de situatie van toen, waarin de Vlamingen nauwelijks meer waren dan tweederangsburgers. Gewone soldaten die moesten vechten en sterven voor het ‘vaderland’ zonder erkenning. Ze schreven daarom – wat toen zéér ongewoon was - een “Open brief aan den Koning van België Albert I”

Sire,

Vol vertrouwen in U die bij het ingaan van den Wereldoorlog, de Vlamingen aan het Guldensporenfeest herinnerdet, komen wij tot U, wij de Vlaamsche soldaten, het Vlaamsche leger, het leger dus van den IJzer, om U te zeggen wat wij lijden, waarom wij lijden, om U te zeggen dat we ons bloed voor ons land veil houden doch dat het niet dienen mag om de boeien van ons volk nauwer toe te halen maar om het vrij te laten ademen, vrij te laten leven.
We hebben geen vertrouwen in onze oversten die ons meer dan ooit tegengaan. … We wantrouwen de regeering die door ons is gestemd, misbruik makend van haar gezag ons 85 jaar lang heeft bedrogen. …
Vanaf 1830, begon de lijdensgeschiedenis van het Vlaamsche volk. Ons volk is verachterd, verongelijkt, diep vervallen. In België is voor de Walen alles, voor de Vlamingen niets. We wilden dat de grondwet die zegde dat alle Belgen gelijk zijn voor de wet, geen ijdel woord bleef ….
(archief P Doms).

Sindsdien is er veel veranderd. Ook het begrip oorlog evolueerde.
Geboren in 1945 behoor ik tot de eerste generatie die géén oorlog heeft meegemaakt. Maar ik was wel getuige van de wreedheden van de burgeroorlog in Somalië en de gevolgen van de etnische zuiveringen in Bosnië. Er is vrede - althans op dat kleine plekje dat de Europese Unie is - terwijl daarbuiten de ene volkerenmoord de andere verdringt van onze TV schermen. Daarom is pacifisme nog altijd geen overbodige gedachte.

De wapenverkoop.
Naar aanleiding van de recente discussie in het Vlaams parlement over de levering van auto-onderdelen aan Groot Brittannië – waarvan men weet dat deze uiteindelijk dienen voor de assemblage van voertuigen voor veiligheidsdiensten in Saoudi Arabië - bleek nog maar eens hoe moeilijk het evenwicht tussen pacifisme en economisch denken is. Het probleem van Groot Brittannië, niet het onze? In Wallonië heeft men minder moeite met deze afweging al zijn er progressieve linkse krachten aan de macht.

Maar laten we niet vergeten dat élk signaal, ook van een klein land, om te protesteren tegen wapenverkoop en –gebruik geen nutteloos signaal is. Tegelijk moeten we lucide blijven en beseffen dat de rol van Don Quichotte spelen ook gevolgen heeft voor de mensen hier te lande. Iemand zijn broodwinning afnemen kan vele negatieve uitlopers hebben. Een moeilijke evenwichtsoefening die alleen fundamentalisten niet willen maken.

Defensie
De ‘oorlogen’ waaraan Belgische militairen sinds 1992 deelnemen zijn van een totaal andere orde, nauwelijks vergelijkbaar met de klassieke interstaten oorlogen van weleer. Het gaat om crisisbeheersing waarvoor een totaal nieuwe terminologie werd uitgedacht: Vredesondersteunende operaties (PSO – Peace Support Operations). De initiatiefnemers zijn internationale organisaties in plaats van staten. De crisis is meestal géén oorlog tussen staten maar een burgeroorlog. Staten die uiteenvallen. Niet te vergelijken met verwoestende oorlogen waar vooral militairen mekaar op een onpersoonlijke vakkundig manier vernietigen. Nu zijn het vreedzame burgers die opeens de kolder krijgen en hun buurvrouw, waarmee ze bevriend waren, verkrachten nadat ze de buurman met een mes vermoordden. Genocides, de ene al erger dan de andere. Dat is de werkelijkheid bij het begin van de 21ste eeuw. Getuigt het van pacifisme om deze situaties te gedogen of gewoon te negeren? Indien dit niet zo is dan heeft ook pacifistisch Vlaanderen een leger nodig. Dan moeten we solidair zijn met de andere lidstaten van de Verenigde Naties, de NAVO en de Europese Unie. Wegkijken is schuldig verzuim.

In deze context is de inzet van een leger niet in tegenspraak met de basisgedachte van het pacifisme: het stoppen van moorden en onrecht. Het dient om de vrede een kans te geven, desnoods door de vrede op te leggen en in stand te houden. Zelfs al duurt dit jaren van volgehouden inspanning. De redelijkheid van deelname zal wel voor iedereen duidelijk zijn. In de werkelijkheid wordt vooral een andere afweging gemaakt: deelnemen mag niet teveel kosten en niet te gevaarlijk zijn. Dat is precies de moeilijkheid voor defensie. De politieke wil is aanwezig om onrecht te bestrijden, om vrede te bevorderen maar de wil om defensie uit te rusten met moderne middelen en fitte goed getrainde soldaten, is veel minder. Vandaar onze zeer beperkte mogelijkheden om onze solidariteit binnen de NAVO en EU waar te maken. Het feit dat een defensieminister – gesteund door de ganse regering - resoluut kiest voor middelen die ontoereikend zijn voor gevaarlijke opdrachten ‘peace enforcement’ de vrede opleggen, is het ultieme bewijs van onze gebrekkige solidariteit. Pleiten voor een Europees leger maar ondertussen de eigen defensie verwaarlozen (zelfs niet alleen door een gebrek aan geld!) is pure demagogie, die in de wandelgangen van de NAVO onthaald wordt op een misprijzende zij het diplomatisch glimlach. Wie gelooft die Belgen nog?

Dat er nood is aan een grondig debat over een nieuwe pacifistische invulling van ‘nooit meer oorlog’ en over de rol en opdrachten van defensie is duidelijk. Voor dit laatste debat zijn de problemen gekend:
Te veel en te oud personeel.
Structuren die niet afgestemd zijn op de eisen van efficiëntie maar om iedereen een functie te kunnen geven; ook het overtollig personeel, zowel burgers als militairen.
De aanwerving die bemoeilijkt wordt door een onoordeelkundige inplanting van de eenheden.
De moeilijkheden om militair personeel te laten afvloeien en te integreren in de privé-sector of andere openbare diensten. Waarom is dit veel makkelijker in andere landen?

Investeringen die niet bijdragen tot de core business van defensie.
Materieel dat niet beantwoordt aan de criteria voor opdrachten waarvoor wij ons solidair verklaarden met zowel de VN, de NAVO als de EU: ‘peace enforcement’ opdrachten.

De trainingsproblemen inherent aan de beperkte oefenruimte in eigen land.

Tenslotte
Is het niet dringend tijd voor bezinning én actie? Pacifisme, dat een duurzame vrede nastreeft kan niet naast al dat brute geweld kijken. Het is geen vrijgeleide om niets te doen. Tegen bewapening, tegen geweld en fysiek misbruik maar tegelijk ook bereid en klaar zijn om de vrede actief te bewerkstelligen.

Pierre Therie
Kolonel SBH bd
Gewezen defensie attaché

31 januari 2008

Brief aan Pieter De Crem

Brief aan de Minister van Defensie

Geachte Heer Minister,

Met deze brief wil ik U drie uiterst belangrijke redenen geven om de aankoop van de gevechtsvoertuigen – deze uitgerust met een kanon 90 mm - niet te laten doorgaan.

In de eerste plaats zal de aankoop van dit type voertuig met een kanon met beperkt kaliber de toekomstige solidariteit met onze NAVO partners inperken wegens veiligheidsrisico’s. Mag ik U herinneren dat zowel de NAVO als de VN van hun leden verwachten dat ze solidair zijn voor alle mogelijke opdrachten, waaronder het opleggen van de vrede ‘peace enforcement’. Welnu, onze grondtroepen zullen ondanks deze zeer grote investering niet meer inzetbaar zijn dan actueel met de oudere Leopard tanks uitgerust met een kanon 105 mm; tenzij met grotere risico’s. Ik heb de stellige indruk dat de vorige regering bij de besluitvorming onvoldoende besefte dat deze (bewuste?) keuze een (ideologische?) politieke keuze was met als doel onze solidariteit met de NAVO (en VN) partners in de toekomst de facto te beperken tot humanitaire en weinig riskante vredesoperaties. Is dat de bedoeling van deze regering: zich desolidariseren in plaats van loyaal samen te werken met de NAVO én Europese partners, ook als het gevaarlijk is?

In de tweede plaats is er de onmogelijkheid om met dergelijk wapensysteem in NAVO en EU verband veilig samen te werken. Er zullen onvermijdelijk problemen rijzen wegens de technische beperkingen (te weinig penetratiekracht van de munitie en te weinig bescherming van het voertuig) waardoor onze soldaten kwetsbaarder worden. Daarnaast zijn er logistieke problemen (geen uitwisseling van de munitie mogelijk, moeilijker herbevoorrading waardoor grotere zeer dure stocks in vredestijd noodzakelijk zijn). Maar het gaat ook over praktische problemen voor de soldaten; in het terrein zal de samenwerking risico’s meebrengen, omdat de tactische procedures afhankelijk zijn van de vuur- en beschermingscapaciteiten van de voertuigen en onze soldaten dus sneller kwetsbaar zijn dan hun collega’s waarmee ze in het terrein samenwerken. Ook het risico op incidenten door “Friendly Fire” zal groter zijn als gevolg van de kortere inzetafstanden.

Ten slotte, Mijnheer de Minister, zal deze aankoop onvermijdelijk een weerslag hebben op het moreel van de soldaten. Hoe zal U de soldaten motiveren om hun leven te riskeren in onvoorspelbare crisisgebieden als U ze niet de middelen geeft om deze opdrachten in de beste voorwaarden uit te voeren? Wanneer België, één van de meest welvarende landen, niet de inspanning wil leveren om zijn eigen soldaten maximale overlevingskansen te bieden in bevolen opdracht dan zal dit een zeer nefast effect hebben op het moreel en de beschikbaarheid. Zal dat ook geen gevolgen hebben voor de rekrutering van gemotiveerde jongeren? En wat met het thuisfront dat zo belangrijk is voor het welslagen van een buitenlandse operatie?

Geachte Heer Minister, met deze brief wil ik absoluut niet pleiten voor méér militaire inzet en méér risico’s, maar wel mijn diepe bezorgdheid uitdrukken voor het belabberde imago van ons land wegens het manifeste gebrek aan solidariteit. Dat de beperkingen van het nieuwe materieel groot gevaar inhouden voor onze soldaten kan toch niet de bedoeling zijn van een dure investering? Dat deze aankoop duurder is dan alternatieven die technisch wél meer garanties bieden is daarenboven géén daad van goed bestuur.

Ik vermoed dat nog vele anderen zoals ik bezorgd zijn en U en de ganse regering met deze brief willen overtuigen om deze aankoop niet te laten doorgaan; het leven van soldaten heeft nu eenmaal een prijs! Het zijn géén tweederangsburgers.

Met de meeste hoogachting,
Pjotr