Brussel in cijfers
VIVES beleidspaper n° 7, april 2009
Samenvatting van de studie door het Vlaams Instituut Voor Economie en Samenleving
(Alle vermelde cijfergegevens zijn te vinden in deze studie. De volledige studie is beschikbaar op http://www.econ.kuleuven.be/vives/ )
De belangrijkste boodschap van deze studie is dat er nood is aan een volledige kosten baten analyse.
Ter Inleiding
Brussel is een bijzondere stad. Het is én een grootstad én een hoofdstad van zowel België, de Europese Unie, Vlaanderen als de Franstalige Gemeenschap.
Die bijzondere combinatie leidt tot bijkomende uitgaven. Zo zou Brussel (BHG en de 19 gemeenten) 264,4 miljoen euro bijkomende uitgaven hebben inzake transport als gevolg van de pendelarbeid naar Brussel (zie de Callataÿ (2007)). Behalve bijkomende uitgaven zijn er ook minder inkomsten voor Brussel. Hierbij wordt gedacht aan de dode hand, (geraamd op 27,5 miljoen euro in 2007) of de gemiste personenbelastingen van internationale ambtenaren (geraamd op 74,2 miljoen euro in 2007, zie de Callataÿ (2007)) en van pendelaars . Met een bevolkingsaandeel van 10% zorgt Brussel voor bijna 20% van de toegevoegde waarde in dit land. Maar een belangrijk deel van die toegevoegde waarde lekt weg uit Brussel. Want daar werken veel pendelaars uit de twee andere Gewesten. Meer concreet was Brussel in 2006 goed voor 18,9% van het BBP maar inzake primair inkomen (vergoeding voor productiefactoren) haalde Brussel slechts een aandeel van 9%. Desalniettemin zou Brussel een sponsor van de natie zijn. Volgens een studie van de NBB zou er een uitgaande transfer zijn van Brussel naar Wallonië (meer bepaald 212 miljoen euro in 2005). Indien men bovendien de transferten tussen Gewesten berekent op basis van het werkplaatsprincipe in plaats van het woonplaatsprincipe aan de inkomstenzijde, zou de uitgaande transfer vanuit Brussel een veelvoud van die 212 miljoen euro zijn.
Dergelijke argumenten moeten de stelling staven dat Brussel nood heeft aan bijkomende (federale) middelen. Er zijn nu al compensaties voor Brussel maar die zouden dus onvoldoende zijn. In het publiek discours heet Brussel ondergefinancierd te zijn. Brussel zou niet de middelen krijgen waarop het meent recht te hebben. Met de regelmaat van een klok duiken dan ook vragen op om Brussel te herfinancieren (zie bijvoorbeeld Cattoir ea. (2009)). Ook in het ontwerp van staatshervorming in 2008 vormde die herfinanciering een belangrijk luik. Het debat over de financiële toestand van Brussel wordt evenwel vanuit een beperkte invalshoek gevoerd. Dat debat wordt beter opengetrokken.
Vooreerst biedt de hoofdstedelijke functie behalve lasten ook lusten. Pendelaars zijn geen concurrenten voor Brusselse werknemers, wellicht integendeel. Het zijn ook andere overheden dan de Brusselse die geïnvesteerd hebben in het menselijk kapitaal van die pendelaars (bv. via opleiding en vorming, preventieve gezondheidszorg). Die pendelaars zorgen ook voor ‘overday spending’. De opbrengsten van de eigen Gewestelijke belastingen zijn relatief hoog in Brussel, precies omwille van de aanwezigheid van vele hoofdkwartieren van bedrijven. Door de grote specialisatie in tertiaire activiteiten die de secondaire sector –vooral gelegen in de andere Gewesten- als basis hebben en door doorgedreven specialisatie binnen zowel de tertiaire als secondaire sector blijkt indirect dat Brussel sterk afhankelijk is van de rest van België. Vervolgens is de negatieve evolutie van de personenbelasting als gevolg van de vlucht naar de stadsranden een typisch grootstedelijk fenomeen in België. Bemerk dat het activeringsbeleid of het gebrek er aan ook een impact heeft op de ontvangsten van de personenbelasting. Ten slotte is Brussel met zijn institutioneel kluwen van 4 wet- of decreetgevende instanties en 19 gemeenten zeker geen toonbeeld van goed bestuur, wat een negatieve impact heeft op de kwaliteit van de overheidsuitgaven. Zo opereren er vier overheidsdiensten voor openbaar vervoer op het Brussels grondgebied. Of zijn er 41 ministers en schepenen belast met cultuur in Brussel (zie Cattoir ea. (2009)). Een hardere budgetbeperking kan mee helpen zorgen voor een interne staatshervorming en rationalisatie van de uitgaven.
Inkomsten van het BHG (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)
Inkomsten uit de BFW (Bijzondere FinancieringsWet) (tabellen pag 22 en 23)
VG Vlaams gewest : 9,854 miljard euro (waarvan 1,5 miljoen eigen belastingen)
WG Waals gewest : 5,606 (waarvan 37,07 miljoen eigen belastingen)
BHG : 1,971 (waarvan 99,56 miljoen eigen belastingen)
Inkomsten per capita
VG : 1.621 euro
WG : 1.652
BHG : 2.032
Conclusie: BHG beschikt over de grootste inkomsten per inwoner dank zij de BFW en de eigen belastingen. Vlaanderen beschikt over de laagste inkomsten per inwoner.
De grondslag voor de herverdeling van de belastingsinkomsten gaat terug naar 1989: Sindsdien kunnen de Gewesten aanspraak maken op een zogenaamde solidariteitsbijdrage. Dat was ter compensatie van de nieuwe horizontale verdeelsleutel op basis van het aandeel van de in elk Gewest gelokaliseerde opbrengst van de personenbelasting in het totaal van de ontvangsten inzake personenbelasting. Vóór 1989 werd 1/3 van de dotatie uit de personenbelasting onder de Gewesten verdeeld volgens het bevolkingscijfer van elk Gewest, 1/3 volgens de oppervlakte van elk Gewest en 1/3 volgens de opbrengst van de personenbelasting in elk Gewest. Indien in een Gewest de gemiddelde opbrengst van de personenbelasting per inwoner lager ligt dan het Rijksgemiddelde, geniet dat Gewest van een solidariteitstussenkomst. BHV is sinds 1997 een ontvanger van deze dotatie.
Naast deze ‘federale financiering kan BHG als enige nog rekenen op bijkomende inkomsten uit het “BELIRIS” samenwerkingsakkoord tussen de federale staat en BHG voor haar nationale en internationale rol.
In totaal gaat het om 1,125 miljard euro sinds 1999 (waarvan slechts 800 miljoen effectief werd geïnvesteerd).
De agglomeratie (nu overgegaan naar het BHG) ontvangt opcentiemen uit de personenbelasting en onroerende voorheffing; in 2007 was dat 168,89 miljoen euro.
Dotatie gemeenschapscommissies (op basis van de BFW)
Ontvangsten 2007:
Vlaamse gemeenschapscommissie: 6 miljoen euro
Franstalige gemeenschapscommissie: 24 miljoen euro
Dotaties aan Brusselse gemeenten: 123 miljoen euro
Samengevat (Dotaties federale overheid + Beliris + Gemeenschapscommissies + dotaties Brusselse gemeenten)
beschikt het BHG over 552 mijloen euro inkomsten.
Gemiddelde gemeentelijke ontvangsten per capita (2005):
Rijk: 1427 euro
Vla: 1374
Bru: 1840
Wa: 1402
Dat betekent dat de gemeentelijke inkomsten in de Brussels gemeenten 28,9 % boven het rijksgemiddelde liggen.
Deze hoge inkomsten zijn te danken aan de hogere belasting op onroerende goederen (dus betaald door Brusselse eigenaars maar vooral ook door bedrijven die er kantoorruimten gebruiken).
Deze hogere inkomsten zijn niet te wijten aan de aanvullende belasting op de personenbelasting want die ligt heel wat lager: 6,69 % tegenover 7,47 % (Vl) en 7,13 % (Wa).
De inkomsten uit de personenbelasting voor het aanslagjaar 2007 zijn als volgt verdeeld over de gewesten:
VG (Vlaams gewest) 64,02 %
WG 27,77 %
BHG 8,22 %
Hieruit blijkt dat het aandeel in de personenbelasting (betaald door de inwoners van de gewesten) hoger ligt dan het bevolkingsaandeel in Vlaanderen en lager in BHG.
BRUSSEL EN DE INTERGEWESTELIJKE FISCALE STROMEN
Op basis van zowel inhoudelijke als statistische argumenten hebben de recente studies van de NBB en de Vlaamse administratie de berekening van de interregionale fiscale stromen gebaseerd op het woonplaatsprincipe. Heel wat overheidsuitgaven (denk aan leerplichtonderwijs, veiligheid, welzijn) situeren zich immers in de regio waar men woont. Dat is ook de reden waarom in dubbelbelastingverdragen die als doel hebben een dubbele belasting door het heffen door twee staten van een belasting op hetzelfde inkomen te vermijden, vaak wordt afgeweken van het werkplaatsprincipe ten voordele van het woonplaatsprincipe. Dergelijke afspraak, typisch voor grensarbeiders, gaat vaak gepaard met een bepaalde vergoeding die betaald wordt door de woonstaat aan de werkstaat om tussen te komen in de lasten die de werkstaat oploopt (mobiliteit, veiligheid, ...). Bovendien zijn inkomens uit een overheidsfunctie (ambtenaren) belastbaar in de staat die de ambtenaren betaalt. De plaats waar de ambtenaar werkt, speelt dus geen rol. Die regeling geldt ook voor al wie in dienst is van een instelling die door de staat worden gefinancierd en gecontroleerd, met uitzondering van de overheidsbedrijven.
Ten slotte is de plaats van inning van belastingen vaak van weinig economisch belang. Zo is de vennootschapbelasting gelieerd aan de maatschappelijke zetel, wat niet noodzakelijk de productie-eenheid is. De indirecte belastingen worden dan weer geregistreerd naar ontvangsten per ontvangkantoor. Dat verwijst eerder naar de plaats van aangifte dan naar de plaats van verkoop of consumptie of het statuut van de verbruiker. Het gros van de accijnzen op petroleumproducten wordt bijvoorbeeld in Antwerpen ontvangen. Gegeven de problemen die gepaard gaan met het werkplaatsprincipe aan de inkomstenzijde, stelt Whislade voor om voor de inkomstenzijde steeds het woonplaatsprincipe te hanteren.
De studie van de Vlaamse administratie heeft de intergewestelijke fiscale stromen in de federale begroting, de sociale zekerheid en de financiering van de Gemeenschappen en Gewesten berekend voor het jaar 2005. Een fiscale stroom ontstaat zodra er een verschil is tussen de uitgaven op basis van het financieringsaandeel van die regio en de feitelijke uitgaven in die regio. De fiscale stromen worden dus bepaald door het samenspel van bijdragen en uitkeringen. De NBB daarentegen berekent enerzijds de intergewestelijke fiscale stromen wat de inkomsten van de federale overheid betreft en anderzijds de intergewestelijke fiscale stromen voor een aantal uitgavencategorieën. De fiscale stroom aan de inkomstenzijde wordt bepaald door het verschil tussen de per capita ontvangsten in de regio en die in het Rijk, vermenigvuldigd met de bevolking in de regio. De fiscale stroom aan de uitgavenzijde wordt bepaald door het verschil tussen de per capita uitgaven in het Rijk en die in de betrokken regio, vermenigvuldigd met de bevolking in de regio. De totale fiscale stroom naar of van een Gewest is dan de som van de fiscale stromen aan de ontvangstenzijde en in de diverse weerhouden uitgavencategorieën. De NBB weerhoudt aan de uitgavenzijde alleen de dotaties aan Gewesten en Gemeenschappen in het kader van de Bijzondere Financieringswet, de overheidssubsidies (in het kader van dienstencheques) en de sociale uitkeringen. De impliciete veronderstelling in de NBB benadering is dat de niet opgenomen overheidsuitgaven in gelijke mate per capita over de drie Gewesten verdeeld zijn.
Zo concludeert de NBB studie met betrekking tot bijvoorbeeld de dotaties aan de Gemeenschappen en Gewesten (exclusief de solidariteitsbijdrage) dat het Vlaams Gewest momenteel een netto-ontvanger van de intergewestelijke overdrachten via deze middelen is, terwijl voor het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het omgekeerde geldt. Dergelijke conclusie is alleen mogelijk door de bijdragezijde te negeren. Ook in de sociale zekerheid definieert de NBB studie de fiscale stromen op basis van alleen de uitgavenzijde.
Door deze afwijking in de berekeningsmethode komt men tot verschillende resultaten:
Voor 2005 bedragen de intergewestelijke fiscale stromen:
Vives berekening: Vl 6039 Wa -5653 BHG -386
NNB berekening: Vl 5843 Wa -6056 BHG +212
Betekenis: Door meer uitgavenposten te betrekken in de studie worden de fiscale stromen vanuit Vlaanderen groter en nemen die vanuit Brussel naar Wallonië af.
De NBB cijfers zijn de ondergrens voor de fiscale stromen uit Vlaanderen en de bovengrens voor de fiscale stromen uit Wa en BHG.
Sociaal economische gegevens
Brussel heeft een BBP van bijna 19 % voor 10 % van de bevolking. (Vl 57 % en Wa 24 %). Voor Brussel is vooral de tertiaire sector belangrijk 88 % van het BBP, terwijl dat voor het Rijk maar 75 % is.
Uitgesplitst naar specialisaties zijn de grote producenten:
Financiële instellingen 18,17 %
Openbaar bestuur en defensie, verplichte sociale zekerheid 13,10 %
Zakelijke dienstverlening 12,72 %
Handel in onroerend goed 8,45 %
auto groothandel 7,77 %
Post en telecommunicatie 7,64 %
Conclusie BBP: De geproduceerde toegevoegde waarde van het BHG wordt direct of indirect gecreëerd door het verbruik van de andere twee gewesten. Met andere woorden, economisch is BHG afhankelijk van de andere twee gewesten.
Over de werkgelegenheid in BHG verzamelt de studie een reeks cijfers die samengevat aangeven dat Brussel het niet goed doet.
Uit de cijfers van de pendelstromen vanuit Vl (8,7 % van de Vlaamse werknemers) en Wa (9,4 %) blijkt dat Brussel veel pendelaars heeft maar dat ondanks de toename in absolute cijfers er relatief (tov aantal werknemers) geen toename is in de loop van de laatste jaren.
De werkzaamheidsgraad is in Brussel al evenmin rooskleurig en slechter dan in alle andere grote steden (behalve Luik).
Conclusies van de studie
Vermits de conclusies van deze studie anders zijn dan datgene wat we meestal horen, zullen ze hopelijk voldoende stof doen opwaaien opdat iedereen eens zou durven kijken naar wat er misloopt met BHG.
Het BHG is niet ondergefinancierd, hoogstens ondergefinancierd voor de eigenlijke gewestelijke taken. Indien er sprake is van onderfinanciering, dan is die mede het gevolg van een oneigenlijke financiering door het BHG van (vooral) de Franstalige Gemeenschap. Dat gebeurt zowel direct als indirect.
De financiering van gemeenschapsmateries zowel door het BHG als door de Brusselse gemeenten verdringt gewestelijke uitgaven, in het bijzonder die in verband met economie en werkgelegenheid.
De financiering van de Franse Gemeenschap, de Brusselse gemeenten en het BHG zijn dus communicerende vaten. De financiering van het BHG kan dus niet op zichzelf worden bekeken.
Een herfinanciering uit de oude doos dreigt die hervorming nog maar eens op de lange baan te schuiven.
Om de werkzaamheidsgraag op te krikken wordt voorgesteld om de arbeidsbemiddeling op te splitsen zodat de VDAB en FOREM elk hun eigen actieterrein kunnen invullen.
De belangrijkste boodschap van deze studie is evenwel dat er is nood aan een volledige kosten baten analyse.
Zonder een volledige kostenbatenanalyse is het moeilijk uitsluitsel te geven of Brussel onder- dan wel overgefinancierd is. Men zou onder meer volgende posten moeten in rekening brengen:
De inkomsten van de pendelaars (hun uitgaven in Brussel)
Inkomsten door het deel van de dienstverlening van de andere gewesten vanuit Brussel.
De inbreng van de kennis (menselijk kapitaal) van de pendelaars.
Pjotr
Posts tonen met het label Brussel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Brussel. Alle posts tonen
29 april 2009
11 december 2008
De Morgen op zijn best: Anti-Vlaams
De reacties op D De Coninck zijn artikel in De Morgen
Douglas De Coninck, redacteur van DM schreef op 4 december een artikel waarin hij het normaal vindt dat Franstaligen uit het overvolle Brussel de grens oversteken en Vlaanderen inpalmen. Zijn logica: Brussel wordt groter dus ook het Franstalig gebied want 90 % van de Brusselaars zijn nu eenmaal (ééntalig) Franstalig.
Vooraleer u verder leest even Anders bij stilstaan?
Het denigrerend én anti-Vlaams discours van journalisten zoals DDC, die zichzelf progressief vindt, is vooral heel nefast voor al wie beweert dat links progressief ook Vlaams kan zijn; denk aan de Gravensteengroep! In diverse pluralistische Vlaamse verenigingen betreurt men dat links progressief onvol-doende present is. Maar als journalisten zoals DDC, die NIET geacht worden opiniestukjes te schrijven enkel om hun eigen groot gelijk te verkondigen, de tolk zijn van dit op zich eerbiedwaardig Links Progressief geloof, zal hun Vlaamse verhaal altijd ongeloofwaardig blijven. Niet Peter De Roover (VVB) had moeten reageren in DM maar de Gravensteengroep en politici van VL.Pro. Een ding is zeker, dergelijke ondermaatse bijdragen doen de polarisatie enkel toe-nemen. DCC is het prototype van de Vlaamse calimero die schrik heeft van zijn eigen Vlaamse identiteit en zich geen andere kan aanmeten omdat die (sinds 1830) nog altijd niet bestaat.
Ziehier een bloemlezing:
Pierre, verbijsterend wat die mijnheer De Coninck daar allemaal poneert. Dit getuigt van een ontzettend ondermaats intellectueel niveau om nog maar te zwijgen van stijl. Als men zijn redenering (?) zou volgen wordt Vlaanderen een te veroveren wingewest voor eender wie die zich bij ons komt vestigen en zijn wil wil opleggen aan de daar wonende bevolking. Ongehoord. LH
Beste Mr De Coninck,
Om U de ware bedoelingen van de franstaligen in de rand rond Brussel duidelijk te maken, zend ik u copie van een tekst, die nota bene Didier Reynders in 2006 onder-tekend heeft, en die besluit met ik citeer :
« S'il y a une patrie à donner aux francophones, s'il y a une patrie à leur faire aimer, c'est une patrie francophone, une Belgique francophone ».
einde citaat.
Dat is toch duidelijke taal? Hieruit blijkt toch duidelijk dat het FDF en de MR heel België willen verfransen uit misprijzen voor de Vlamingen?
Als U zich veilig voelt als nederlandstalige in België, Ik niet!
LDV
Hierop reageerde DDC met volgende mail:
Beste
Ver van mij om Franstalige extremisten te willen verdedigen. De realiteit is gewoon wat ze is: Brussel is een stad, steden groeien. En Brussel, sorry, is voor 90 procent niet-Nederlandstalig. De Brusselse rand wordt bijgevolg anderstalig. Da's geen mening, da's een realiteit. Als u een beetje bekommerd bent om onze economie en de generaties na ons, dan zou u dat toejuichen.
Ik zeg niet dat Vlaanderen (wat een belachelijk woord, voor wat toen ik op school was nog twee provincies waren) "gebied" moet afstaan. Ik zeg enkel dat pesterijen als de omzendbrief-Peeters de boel verzieken en elke constructieve oplossing in de weg staan.
Ik vind dit trouwens een geweldig land. Mag ik?
Grtz Douglas
Dan volgt een tweede mail van LDV met het commentaar van DDC in cursief per alinea:
Hallo,
Dank voor uw reactie.
Uw antwoord ontgoochelt mij wel wat, in die zin dat U niet reageert op de tekst van Reynders,die ik U toestuurde.
Ik ben het daar niet mee eens. Tevreden? Zoals ik ook de kriebels krijg van het bord "spreek Vlaams in Brussel" op het gemeenteplein van Zemst.
Ja U mag België een geweldig land vinden. Alleen vind ik het minnetjes dat U 'Vlaanderen' een belachelijk woord vindt.
"Vlaanderen" is historisch gezien een puur fictieve notie. Antwerpen en Brabant zijn nooit "Vlaanderen" geweest, tot een paar heethoofden bedachten dat Nederlandstalig België zijn eigen nationalistische symbolen, zoals geel-zwarte verkeerspalen, moest krijgen.
Er zou in dit land geen probleem zijn als de Franstaligen, die de taalgrens oversteken, zich zouden aanpassen en in het openbare leven Nederlands zouden spreken. Zoals de Vlamingen wél doen, die naar Wallonië verhuizen.
De vergelijking slaat nergens op. Ze zou dat doen als Antwerpen omringd was door Franstalig landelijk gebied. Dan zou dat Franstalig gebied net zo goed zien verstedelijken en, in casu, vernederlandsen.
Voor die aanpassing zijn er faciliteiten uitgewerkt. Die gebruiken de Franstaligen nu om die gemeenten rond Brussel te verfransen, wat toch nooit de bedoeling was.
Taal is iets persoonlijks, zoals liefde en vriendschap. Men kan net zo goed een wet stemmen die tracht te voorkomen dat blonde vrouwen wat beginnen met mannen met bruin haar. Dat gaat nooit werken, je kan het taalgebruik van mensen niet regelen per wet.
Weet U dat een Franse professor (Olivier Roy) de toekomst van de Nederlandse taal voorspelt en daar alleen een 'tribale' taal in ziet?
Vanuit hun standpunt, Frans is wel iets meer wereldtaal dan Nederlands, zou het bijna verbazen als dat soort (extremistische) standpunten niet hier of daar terug te vinden zijn. Ik zou er niet van wakker liggen.
Om dergelijke dingen maak ik me zorgen.
Dat de Brusselse rand anderstalig wordt kan niet toegejuicht worden vanuit economische of toekomstgerichte (de generaties na ons) redenen.
Juist economische redenen pleiten ervoor om met de taalproblemen komaf te maken (en dus zich aan te passen als men de taalgrens oversteekt). Die problemen kosten dit land handenvol geld.
De transfers kent U wel.
Ik denk dat u het over andere Franstaligen hebt, als u begint over de PS-particratie. Weinig Nederlandstalige journalisten hebben overigens zo intens over de schandalen in Charleroi bericht als ik. Ik huiver ervan, hoe sommigen de hele Franstalige gemeenschap over één kam te scheren.
Welnu als Vlaanderen met de Franstaligen financieel solidair is, lijkt het mij normaal dat Vlaanderen inspraak krijgt in het beleid van Brussel en Wallonië. Dat is nu onvoldoende het geval.
Onvoldoende het geval? Al eens gekeken naar de verhouding kiezers - parlementsleden/ministers in het Brussels gewest? Dit is absolute waanzin. Nergens ter wereld heeft een zo kleine minderheid (amper 1 op 10) zoveel rechten en zoveel ondemocratische macht als de Nederlandstaligen in Brussel.
Waarom moeten er in dit land 6 regeringen en meer dan vijftig ministers zijn?
Er is dan toch 1 punt waarmee ik het met u eens ben :)
Waarom wordt Brussel niet anders bestuurd? De inefficiëntie in de 19 gemeenten is alom aanvaard, zelfs door bv. Prof Van Parijs, maar er gebeurt niets. De Vlamingen blijven toch betalen.
Correctie: de Brusselaars betalen voor de Vlamingen. Denk u dat dat allemaal gratis is, de metro waarmee dagelijks zoveel Vlaamse pendelaars Brussel binnen komen? Het opruimen van de rotzooi die ze achterlaten? De medische kosten door hoe ze met hun auto's deze stad komen vervuilen? Al dat extra personeel omdat alle openbare diensten tweetalig "moéten" zijn... etcetera etcetera. Een simpel voorstel: laat mensen belastingen betalen op de plaats waar ze werken, ipv daar waar ze wonen.
De communautaire compromissen en pakten hebben geleid tot een zeer inefficient bestuur vol ongelijkheid en blokkeringen.
Ja, Vlaanderen doet het geweldig: de Lange Wapper, Argex, de (in de doofpot gestopte) schandalen bij de sociale huisvestingsmaatschappijen (veel erger dan in Charleroi)... af en toe eens in de spiegel kijken kan geen kwaad.
Beste Pierre,
Mijn complimenten voor je reactie, inclusief je verwijzingen naar de OvdP
Het is werkelijk ongelofelijk en zeldzaam arrogant wat types zoals deze Deconinck zich menen te kunnen veroorloven in een reactie op een zeer gefundeerde brief van een respectabel lezer.
Misschien tekent dit wel de arrogantie van de redacteuren van De Morgen, en zijn ze het eigenlijk niet meer waard om gelezen te worden. Anderzijds blijkt temeer hoe moeilijk het is om redacteuren die het niet zo nauw nemen met historische feiten of een correcte weergave daarvan, te corrigeren. En ze MOETEN gecorrigeerd worden, via links of via rechts.
Eens te meer voor mij een reden om je vooral aan te moedigen om verder te gaan met je rol als totaal onafhankelijke commentator, een echte “luis in de pels”. Ik begin me toch ook af te vragen op welke manier deze Deconick op één of andere manier financieel gewin (zoals je vriend G.G. reeds suggereert in zijn werkelijk uitstekende reactie) –of ander sociaal (?) gewin, zoals bijv een standbeeld in Charleroi- heeft bij de ongenuanceerde en anti-vlamingen standpunten die hij luid verkondigt. Zit hij eigenljjk niet bij een verkeerde krant? Schrijft hij misschien in zijn vrije tijd ook rubrieken voor de verkiezingskranten van het racistische FDF?
Met amicale groeten
PVS
Lezer ES deed de moeite om eens in de antecedenten te gaan speuren van D De Coninck; toen hij nog als journalist werkte voor HUMO:
“ Beslissing van de Raad voor de Journalistiek over de klacht van mevrouw Marie-Claire Hamelrijck, mevrouw Vera Demoor en de heer Kris Demoor tegen Humo en Douglas De Coninck, journalist.
Met een brief van 11 augustus 2006 dient mevrouw Marie-Claire Hamelrijck klacht in tegen het weekblad Humo en tegen journalist Douglas De Coninck. Aanleiding is het artikel dat in Humo van 18 juli 2006 is verschenen onder de titel ‘Het lichaam van Guido Demoor (nvdr de vermoorde buschauffeur) toonde nauwelijks sporen van geweld: twee blauwe plekken en een gescheurde vingernagel’.
De ombudsman van de Raad voor de Journalistiek heeft de inhoud van de klachtbrief
meegedeeld aan de hoofdredacteur van Humo en journalist Douglas De Coninck, die erop
geantwoord hebben met een nota van 16 oktober 2006. Mevrouw Hamelrijck heeft hierop
gerepliceerd met een brief van 9 november 2006, die mee ondertekend is door haar dochter Vera. De rapporteringscommissie van de Raad voor de Journalistiek heeft een hoorzitting gehouden op 11 januari 2007. Mevrouw Hamelrijck is persoonlijk haar standpunt komen toelichten, vergezeld door haar zoon Kris. Zij bevestigt dat haar klacht door haar kinderen Vera en Kris mee wordt onderschreven. Journalist Douglas De Coninck is in persoon verschenen.
DE FEITEN
Eerste klaagster is de weduwe van Guido Demoor, die op 24 juni 2006 is overleden na een incident met een groep jongeren in een Antwerpse bus. Over het incident en het overlijden van Guido Demoor is door alle media uitvoerig verslag uitgebracht. In zijn nummer van 18 juli 2006 publiceert Humo een artikel van vier bladzijden over de zaak van de hand van Douglas De Coninck.
BESLISSING
Zoals Humo en journalist De Coninck aangeven, kan het artikel van 18 juli 2006 be-schouwd worden als een aanvulling op de eerdere mediaberichtgeving over de zaak, waarbij Humo de bedoeling had om de versie van de verdachte jongeren en hun advocaten naar voren te brengen. Dergelijke berichtgeving kan bijdragen tot een volledigere kijk op de gebeurtenissen. Het probleem is echter dat de versie van de verdachten in het artikel wordt voorgesteld als de uiteindelijke waarheid over de zaak. De ondertitel (‘De reconstructie: wat er echt gebeurde op bus 23’) en de aanhef van het artikel (‘Maar wat gebeurde er die middag écht op bus 23?’, en iets verder: ‘Wat nu volgt, is de grootste gemene deler uit het gerechtelijke dossier zoals dat er bij het ter perse gaan van deze Humo voorstond’) wekken minstens die suggestie. In een dergelijke gevoelige zaak was het aangewezen om te wijzen op de eenzijdige aard van de berichtgeving en op het feit – dat in het artikel onvermeld is gebleven – dat de familie van het slachtoffer en hun advocaat in die periode geen mededeling wilden doen aan de media. Dat had de lezers beter in staat gesteld om zich een mening te geven over de verstrekte informatie.
In de klacht wordt ook gewezen op een aantal feitelijke gegevens uit het artikel die fout
zouden zijn. Omdat die feiten nog door de rechtbank moeten uitgewezen worden, kan de Raad voor de Journalistiek zich er niet over uitspreken. De Raad stelt wel vast dat de verklaring van eerste klaagster voor de politie in het artikel verkeerd is weergegeven, waardoor de suggestie gewekt wordt dat het slachtoffer er racistische ideeën zou op nahouden. Vanwege de zeer gevoelige aard van de gebeurtenissen, zowel voor de nabestaanden als voor de publieke opinie, was letterlijk citeren hier aangewezen geweest. Om die redenen is de raad voor de Journalistiek van oordeel: De klacht is gegrond. Brussel, 8 februari 2007”.
… en dan is er zijn “onderzoek” naar de Amsterdamse moskeebrand – hier beschuldigde hij een zekere Ben van der Kooi van het in brand steken van zijn eigen wagen voor een moskee om moslims hiervan de schuld te geven. Pikant detail dat over het hoofd gezien werd door onze “journalist” : Ben van der Kooi heeft geen auto, nooit gehad ook, zelfs geen rijbewijs. Nooit geen rechtzetting verschenen in De Morgen, de kwaliteitskrant voor pseudo-interloctuelen …
Een reactie van P De Roover (VVB) die in DM verscheen de dag nadien (5/12):
LEVE HET IMPERIALSME
Douglas De Coninck houdt er als redacteur van een zichzelf progressief noemende krant behoorlijk reactionaire opvattingen op na. Als Franstaligen zich weigeren aan te passen, dan moet die imperialistische houding beloond worden. De Sovjets voerden via de russificatie ook zo’n politiek via georganiseerde volksverhuizingen. Idem de fascisten in Zuid-Tirol. In Vlaams-Brabant gebeurt dat weliswaar niet georganiseerd, maar de opvatting dat er rechten ontstaan wanneer men halsstarrig weigert de taaleigenheid van een nieuw woongebied te respecteren, komt wel heel dicht in de buurt van de ideologie van de meest totalitaire staten.
Wie wil weten wat de Raad van Europa daarover denkt, poetst best de kennis van zijn/haar Engels of Frans wat op, want die instelling hanteert alleen die talen. Op internet stelt de Raad van Europa zich summier voor in het Nederlands, maar verdere informatie is slechts beschikbaar in de supertalen van Europa, zijnde naast Engels en Frans het Russisch, Duits en Italiaans.
De beruchte uitspraak over de drie kandidaat-burgemeesters is dus niet eens in het Nederlands raadpleegbaar. Van discriminatie gesproken. Een zaak van demografie, zal Douglas De Coninck ter verdediging aanvoeren. Ik voel me als Nederlandstalige in elk geval een tweederangseuropeaan. Misschien kan zich daar eens een commissie van die Raad van Europa over buigen.
Kern van de uitspraak van het Congrès des Pouvoirs Locaux et Régionaux is dat burgemeesters rechtstreeks dienen verkozen te worden. Een politiek standpunt als een ander. Eerbaar zelfs. Maar wie daar een andere opvatting over heeft is andersdenkend, niet ondemocratisch.
Dat Vlaanderen nu internationaal te kakken wordt gezet, klinkt heel erg overtrokken. Deze uitspraak is een non-gebeurtenis zonder enige serieuze betekenis, die zelfs geen rimpel veroorzaakte buiten het biotoop van de Vlaamse en Waalse pers. Ze leert alleen dat deze instelling van de Raad van Europa zich koloniale pretenties aanmeet en dat we blij mogen zijn dat ze over geen echte bevoegdheid beschikt.
De drie kandidaat-burgemeesters hebben natuurlijk slechts een symbolische betekenis. Benoemd of niet, zij delen de lakens uit in hun gemeente. Hoofdzaak is het mechanisme dat achter deze zaak schuil gaat.
Vorige zomer werd wat komkommerruimte in sommige kranten (ook in deze) opgevuld met verhalen over Vlamingen die in Wallonië wonen. Volgens tellingen zouden liefst één miljoen ‘Walen’ van Vlaamse oorsprong zijn. Wat bleek uit die reportages? Alle Vlaamse inwijkelingen doen wat van fatsoenlijke nieuwkomers mag verwacht worden: zij spreken in de publieke ruimte Frans. Gevolg: in niet één Waalse gemeente bestaan er commu-nautaire problemen. Kinderen van Vlaamse inwijkelingen zijn vandaag actief als volbloed Franstalige politici. Waren de Vlaamse migranten naar Wallonië met dezelfde gebiedsuitbreidingsijver behept als de francofonen in Vlaams-Brabant, dan kenden we in België echt Joegoslavische toestanden. (En stond Laurette Onkelinx nu aan het hoofd van een actiegroep die Vlaamse faciliteiten opeist in Luik.) Met dank aan het Vlaamse aanpassingsvermogen, dat een echt Europees model moet genoemd worden. Hoog tijd dat de Raad van Europa daar eens wat aandacht aan besteedt. Tot dan mag de Vlaamse overheid wat meer energie steken in het internationaal promoten van de ‘Vlaamse’ vorm van emigratie.
Toen stuurde ik hem volgende mail met mijn bedenkingen over zijn reacties:
Mail aan Douglas De Coninck (De Morgen)
Beste,
Ik nam de tijd om uw reacties op verschillende brieven te lezen die u kreeg van mensen uit mijn netwerk.
Dat ik een probleem heb met uw reactie op een van die briefschrijvers heb ik u reeds medegedeeld. Met deze mail wil ik ingaan op uw argumentatie. Ik las zaken waar ik mee akkoord ga of ten minste begrip voor heb. Bij sommige antwoorden heb ik echter bedenkingen:
Ik citeer: Ik vind dit trouwens een geweldig land. Mag ik?
Uiteraard is uw vraag retorisch bedoeld. Maar als u dit een geweldig land vindt en tegelijk in uw reacties laat opmerken dat u akkoord gaat met de vaststelling dat er veel te veel regeringen, parlementsleden … zijn, dan heeft u het wellicht niet over DIT België maar een België met minder regeringen … met beter bestuur.
Ik vind overigens uw natie-gevoel voor België prima. Het gebeurt te weinig dat mensen hun patriottisme laten blijken. Daar is niets mis mee zolang het niet leidt tot enig chauvinisme, wat helaas in veel landen het geval is.
U zult het hopelijk ook met mij eens zijn dat dit ‘natie’ gevoel niet noodzakelijk MOET samenvallen met een STAATSTRUCTUUR of MET FORMELE GRENZEN. Dat met andere woorden Vlamingen die zich thuis voelen in hun gemeenschap eenzelfde ‘natie’ gevoel kunnen en mogen hebben. Ik kan mij bij voorbeeld zowel Vlaming voelen als Belg zijn. U zult de Koerden die in Turkije, Irak of Syrië leven toch niet weigeren om zich Koerden te voelen en hun samenhorigheid tot uiting te brengen?
Indien u dit recht aanvaardt, hoe rijmt u dit dan met uw hiernavolgende denigrerende uitspraken:
“Ik zeg niet dat Vlaanderen (wat een belachelijk woord, voor wat toen ik op school was nog twee provincies waren) "gebied" moet afstaan.
‘Vlaanderen’ is historisch gezien een puur fictieve notie. Antwerpen en Brabant zijn nooit "Vlaanderen" geweest, tot een paar heethoofden bedachten dat Nederlandstalig België zijn eigen nationalistische symbolen, zoals geel-zwarte verkeerspalen, moest krijgen”.
Die laatste uitspraak is verkeerd omdat u het begrip Vlaanderen – zoals het vandaag gebruikt wordt om de Vlaamse provincies van België aan te duiden – bewust of onbewust verwart met de situatie voor het ontstaan van België. Toen sprak men inderdaad van het Hertogdom Brabant, Frans Vlaanderen … maar evenmin sprak men van Wallonië maar van personele entiteiten zoals het Graafschap Henegouwen, Graafschap Namen, Graafschap Artesië en in Nederland van de Heerlijkheid Utrecht, …
Ik neem aan dat u onze contreien ook niet zal bestempelen als een deel van de bezetters als daar waren Frankrijk, Spanje, de Habsburgers, Duitsland, … Blijft dan nog België dat, zoals ik reed opmerkte toen niet eens bestond.
Over dat Vlaanderen is er nog iets belangrijks te zeggen, het heeft namelijk in akkoord met de andere gemeenschap taalafspraken gemaakt. Officieel is Vlaanderen daarmee een ééntalig gewest geworden dat het vrije gebruik van de talen door de gelijkheidswet van 1898 inperkte naargelang de regio waar men woonde/werkte. Of u dat goed vindt of niet, elke nieuwe bewoner moet hiermee rekening houden. Deze regel is niet uitzonderlijk want van toepassing in alle ééntalige landen, maar ook in landen met meerdere talen, zoals Canada waar voor Quebec de taaleisen veel strenger zijn (u zal waarschijnlijk spreken van pesterijen) dan in Vlaanderen. Mag ik opmerken dat in Gatineau, het stadje net naast Ottawa – waar ik verbleef – uitsluitend Frans wordt gesproken en niet tolereert dat men Engels zou spreken in een winkel, ook al zijn ze Ottawa ontvlucht wegens te klein of minder aangenaam. Een winkelier zou er trouwens niet aan denken om Engels te spreken. In Zwitserland – waar ik geaccrediteerd was, is het vanzelfsprekend dat men in Lausanne enkel het Frans gebruikt voor de officiële communicatie, terwijl dat het (Zwitsers) Duits is in Zurich en het Italiaans in Bellinzona om het ‘Arromanch’ even buiten beschouwing te laten.
Vindt u het ook niet opmerkelijk dat de Franstaligen toch zo graag in het ‘racistische’ Vlaanderen willen wonen en het multiculturele Brussel ONTVLUCHTEN? Niet de stad groeit maar de stad bloedt dood omdat ze steeds minder aantrekkelijk wordt. Terwijl in andere wereldsteden de ‘bidonville’s’ zich bevinden in de rand wordt Brussel van binnenuit onaantrekkelijk. U al eens afgevraagd hoe dat zou komen?
Dacht u al eens aan het ongemak van de Vlamingen in de Rand die zich in één generatie tijd niet meer thuis voelen in hun gemeente? Moeten zij dan ook verfransen? En NEEN het is niet onvermijdelijk. Andere landen met meertaligheid bewijzen dat. Het zou wel helpen mochten journalisten ook deze kant van de zaak eens duidelijk maken.
Over Brussel heeft u wel een zeer eigenzinnige kijk:
“Al eens gekeken naar de verhouding kiezers - parlementsleden/ministers in het Brussels gewest? Dit is absolute waanzin. Nergens ter wereld heeft een zo kleine minderheid (amper 1 op 10) zoveel rechten en zoveel ondemocratische macht als de Nederlandstaligen in Brussel”.
Dat Brussel slecht bestuurd wordt en veel te veel ministers telt is volkomen juist. De eerste en dwingende opdracht is om te zorgen dat Brussel een goed bestuur krijgt. Ik ga hier niet uit de doeken doen wie daaraan schuld heeft maar de verantwoordelijkheid van de hoofdzakelijk Franstalige Brusselse politici is in deze zeer groot. Door een tweetalig statuut te aanvaarden heeft het zichzelf verplicht tot de uitvoering van de taalwetten en allerhande akkoorden zoals het taalhoffelijkheidsakkoord. Probleem is echter dat deze in de praktijk nog altijd niet worden toegepast, hoewel er een verbetering merkbaar is. Maar o wee, als men in Vlaanderen schermt met taalvoorwaarden voor de Franstaligen.
Over de ondemocratische macht van de Vlaamse minderheid in Brussel valt veel te zeggen. Maar over de ondemocratische macht van de federale minderheid waar zelfs in de regering een pariteit voorzien is hoewel het verschil in inwoners meer dan twee miljoen bedraagt, meer dus dan de 800.000 Franstaligen van Belgische oorsprong in Brussel, zegt u dan weer niets. Persoonlijk vind ik dat in Brussel de regering eveneens paritair zou moeten samengesteld zijn door tweetalige politici van beide gemeenschappen die zich bij de verkiezingen op tweetalige lijsten aanbieden. Eéntaligen zouden geen uitvoerend mandaat mogen krijgen. Wellicht zou deze stimulans leiden tot tweetaligheid op zeer korte termijn, denkt u niet?
U schreef ook : Een simpel voorstel: laat mensen belastingen betalen op de plaats waar ze werken, ipv daar waar ze wonen.
Dit voorstel is niet nieuw en is van toepassing in verschillende regio’s waar er veel grensoverschrijdende arbeid is. Een bilateraal akkoord voorziet dan in wie wat int, in functie van de ‘lasten dat het wonen en werken met zich mee brengt’.
Zo zal men naast de inkomsten uit arbeid ook de uitgaven moeten in aanmerking nemen zoals daar zijn, de medische verzorging voor de ganse familie, het pensioen, de werkloosheidsuitkering, … Ik zie geen enkel probleem om uw simpel voorstel te aanvaarden. Uit studies blijkt immers dan ongeveer 80 % van de lasten gedragen worden in de woonplaats en 20 % in de plaats waar men werkt. Laat Brussel dan maar die 20 % hebben in plaats van subsidies die ze ontvangt van de federale staat. Maar besef dat uit studies (ook Franstalige) blijkt dat Brussel niet leefbaar is, omwille van de eigen arme bevolking. Hoe stoer men hierover ook doet, bekijk maar even de studie op http://www.briobrussel.be/. En nu ook het financieel centrum verkocht werd aan Parijs zal binnenkort blijken dat Brussel nog minder aantrekkelijk wordt. Tenzij voor Europese ambtenaren die in België geen belastingen betalen.
Uw geargumenteerde reactie is bijzonder welkom.
Groeten,
Pierre Therie
En hij reageerde … (tekst integraal en zonder correcties overgenomen; in cursief mijn bedenkingen).
Beste
Ik weet niet hoe ik nu weer met u aan de mail geraak, maar geen erg. (voelt u het respect?)
Het mooie aan België, vind ik, is nu juist het artificiële van de hele constructie. Ik ben geen historicus, maar volgens wat ik ervan begrijp gaan we terug op een uitspraak van Julius Caesar, die doelde op één of andere dappers Gallische stam die ooit in deze contreien moet hebben geresideerd. Het was een vergissing van de geschiedenis, een ontbrekend stuk op het Europese schaakbord, en dus werd ergens in 1830 in Parijs en Londen beslist dat die lap grond een natie moest gaan vormen, en dat die België zou gaan heten. Dat die lap grond een STAAT moest gaan vormen; Natie-vorming kan men niet opleggen; zeker niet in een land waar de arme bevolking (ja ook de Walen, door een Franstalige bovenlaag werd tekort gedaan).
Wie of wat heeft dat landje voortgebracht? Magritte, Simenon, Arno, Adamo, Hugo Claus, Hooverphonic, James Ensor, Jacques Brel (uiteraard), Hergé, Axelle Red, Roger Raveel, Léon Spilliaert... dat zijn zo'n beetje de eerste namen die bij mij opkomen. Velen onder ons zouden daar een even indrukwekkende rij Vlaamse kunstenaars kunnen aan toevoegen, maar het illustreert wel perfect met welke oogkleppen (progressieve) DDC rondloopt. Ziet u ergens één vaandeldrager van de Vlaamse zaak? Ik niet. Dit is een rijkdom die vast niet te becijferen is in geldsommen en "transferts". Dit heet culturele rijkdom, een rijkdom die ergens samenhangt met het absurdisme van België. En ja, sorry, ik hou daar van. Dat is ook ergens een identiteit, zij het dan een zeer uitgesproken anti-nationalistische identiteit. Onze natie is een onnatie, en daarom houden we ervan. Enfin, daarom hou ik ervan. En met mij veel méér mensen dan u vermoedt. Het is dat communautaire discussies ons zo'n tijdsverspilling lijken, ons zo vermoeien, zo buitengewoon futiel lijken, dat we onze stem doorgaans niet laten horen. Omdat we pakweg vergrijzing en het klimaat boeiender onderwerpen vinden. Dat wil niet zeggen dat we geen mening hebben.
Hoe ontstaan oorlogen? Religie en nationalisme. En ook wel honger, natuurlijk, maar die factor speelt in ons geval niet echt. Ik heb een hekel aan religie en ik heb een nog grondiger hekel aan nationalisme omdat ze grootschalige menselijke catastrofes aanrichten. Daarom ben ik gehecht aan België, aan deze mooie staatskundige grap. Te bedenken dat de Belgische identiteit in zijn 178 jarig bestaan voor het grootste deel van deze periode samenviel met een (katholieke) religieuze identiteit en dat er NOOIT sprake geweest is van enig nationalisme waarmee de Franstalige wereld alleen pronkt als het hen goed uitkomt. Begrijpelijk ook, omdat het gaat om twee gemeenschappen waarvan een belangrijk deel de taal van de andere gemeenschap niet kent.
Ik word stilaan moe van de vergelijkingen met steden en situaties, elders in de wereld. Het is nog steeds wachten op een briefschrijver die appelen met appelen durft vergelijken. Voor de zoveelste keer: face the facts, Brussel is een meer dan overwegend Franstalige stad. Steden groeien en dus verstedelijkt/verfranst de rand. U hoort mij niet pleiten voor wetswijzigingen of annexaties. Ik vind dit ook allemaal zeer complex. Maar je vindt geen remedie zonder correcte diagnose. De enige mogelijke diagnose is: Brussel is een leuke, aantrekkelijke en dus groeiende stad. Hij negeert hier straal de vaststelling dat Brussel van binnenuit onaantrekkelijker wordt en hij las zeker niet de studie die ik hem aanbeviel. Hij lijkt sterk op het prototype van de Dansaert Vlaming die bij de gratie van het vele Vlaamse gemeenschapsgeld kan genieten van Brel, Arno, …. Dus verstedelijkt en verfranst de rand. Niks aan te doen. Ik kan me niet voorstellen dat er geen creatievere oplossingen bestaan dan het overloze gedram over de rondzendbrief-Peeters en de faciliteiten. Op termijn komt die annexatie er onvermijdelijk toch. Je kunt niet eindeloos blijven ingaan tegen 75 procent en straks 90 procent (als de verhoudingen zich genormaliseerd hebben in de rand) van de bevolking. Is er een betere reden dan deze stelling om BHV zo snel mogelijk te splitsen zodat de Franstalige politici géén stemmen meer kunnen ronselen in Vlaanderen? Dan zal hun interesse en gestook rap voorbij zijn. En vermits de jongeren in de scholen ook Nederlands leren zullen ze toch geen behoefte meer hebben aan taalfaciliteiten?
Ik respecteer uw opinie waar u zegt dat u het multiculturele Brussel onaantrekkelijk vindt. Dat heeft hij nergens gelezen in mijn reactie maar het is wel zijn bedoeling om mij in het ‘verkeerde’ hoekje te plaatsen. Stigmatiseer uw tegenstander zodat je er zelf groter uit komt! Ik hoop dat u ook de mijne wil respecteren. Ik woon hier dolgraag. Ik ben een paar jaar geleden (even) in Vlaanderen gaan wonen. Ik heb er nog steeds een trauma van: de extreme bekrompenheid, de lelijkheid, de kilheid van de mensen. Doe mij maar Brussel, de mix, de warmte, de drukte, de humor, de laissez-faire. Wist u dat de beste (overigens Vlaamse) poelier van het land gevestigd is hartje Molenbeek, in een wijk waar u ongetwijfeld nooit een stap zou durven zetten. Bent u al eens gaan rondneuzen in de Vlaamse bibliotheek daar?
Ik weet dat dat persoonlijk en zeer subjectief is, maar ik val nog liever dood dan ooit terug in Vlaanderen te gaan wonen. Maar schrijven voor een tot nader order Vlaamse krant, De Morgen, stelt vanzelfsprekend geen probleem. En die Franstaligen die het "racistische" Vlaanderen zouden verkiezen, komaan: die mensen volgen gewoon hun budget. Ze hebben kids en zoeken een huisje met wat groen. Waarom dan niet in Waals Brabant? Denkt u echt dat die mensen vooraf zitten te piekeren over faciliteiten? De meesten die ik zag vertrekken, mijn Marokkaanse loodgieter o.a. (rijhuisje gekocht in Vilvoorde), zitten aanvankelijk echt wel vol goede voornemens over Nederlands leren en aanpassen. Bon, het werkt kennelijk niet. Die mensen voelen zich vanaf dag 1 met de nek aangekeken (en het begint doorgaans met de inschrijving aan het gemeentelijk loket: hier spreekt men Vlaams). Ik vrees dat het Vlaams-nationalistische project niet echt wervend werkt. Zie de cijfers.
Brussel arm en slecht bestuurd? Zeker, maar als je de rand artificieel amputeert, zoals voor Brussel het geval is, is geen enkele berekening nog objectief. De economische activiteit in Zaventem, Diegem, Zellik, Machelen... dat komt door de internationale uitstraling van Vlaanderen of wat? I don't think so. Eindelijk komt de aap uit de mouw! Als Vlaamse Brusselaar beseft hij dat het zonder Vlaanderen niet gaat en dus moet Vlaanderen maar Brussel worden. Tja, er is ook zoiets als de Parisiens.
Wat zeer slecht bestuurd wordt in Brussel is onderwijs. Absoluut. Al wie een minimale dosis hersenen in z'n hoofd heeft weet: er is nood aan een aangepast (liefst twee- of drietalig) onderwijssysteem in Brussel. Helaas: kan niet want gemeenschapsmaterie, en dus alweer een staatskundig taboe. Het klopt, er worden hier aan de lopende band diploma's afgeleverd na een opleiding amper die naam waardig. Het is zonder meer een ramp, een maatschappelijk isoleren van hele generaties omdat ze toevallig Mohammed of Abdel heten. Ik ken ook de mirakeloplossing niet, ik weet wel dat doen alsof het maar zo simpel is dat "zij zich moeten aanpassen" ons nog geen stap verder heeft gebracht, tenzij een paar achteruit. Hier heeft hij ongetwijfeld een punt en er is ook een verklaring voor: een van de hoogste gerechtelijke Brusselse autoriteiten vertelde mij dat Brussel vooral aantrekkelijk blijkt voor buitenlanders met een zeer lage scholingsgraad. Deze aantrekkingskracht houdt verband met het sociale vangnet en de steun van de PS (de socialistische vakbond) die via deze ‘nieuwe Belgen’ zijn electoraat wil op peil houden/uitbreiden. Naast de grote kostprijs (zie de studie die ik meestuurde) zorgt dat voor veel armoede en heel wat ongemak.
Mijn vriendin speelt zaalvoetbal. Ze hebben een clubje, één van de twee vrouwelijke Brusselse zaalvoetbalploegen. Ze zouden graag in competitie spelen. Vrouwenzaalvoetbal is niet echt wat je noemt een massagebeuren. Naast het hare is er nog 1 Vlaams clubje. Ze kunnen moeilijk met z'n tweeën een competitie beginnen. Dus kwamen ze vorig jaar terecht in de Vlaams-Brabantse federatie. Moesten die meisje op zaterdagavond naar Diest en Lovenjoel. Heb je een auto voor nodig. Meisjes in Brussel hebben niet altijd auto's (krijg 'm om te beginnen maar eens ergens geparkeerd, en waarom een auto als er overal trams, bussen en metro's zijn?). Soit, heel gedoe om daar te geraken. Bleek dat er in Brussel ook 8 Franstalige clubjes bestaan. Ook wat weinig voor een competitie. En die 8 werden van hun kant verplicht om zich te verplaatsen naar Nijvel, Waver en Wauthier-Braine. Met 10, dat zou toch al iets zijn. Konden ze achteraf, zoals dat gaat, samen een pint gaan drinken en verzusteren en zo. Ze hebben wat vergaderd en vriendschappelijke matchen gespeeld, het klikte. Brieven geschreven, politici gecontacteerd, hemel en aarde bewogen kortom. Nee, het kan en het mag niet. Gemeenschapsmaterie, en dat moet gescheiden blijven. Geen recht op een sportzaal, geen recht op een scheidsrechter, want gemeenschapsmaterie. Dat is jammer, maar waarom volstaat het zo gekoesterd ‘Brusselgevoel’ niet om deze samenwerking op Brussels niveau te organiseren? Met al het geld dat ze buiten ramen en deuren gooien zouden die baronieën toch wel enkele sportzalen kunnen hebben in eigen beheer. En aan ‘arbiters’ zal het ook wel niet ontbreken!
Dit hele systeem verdeelt mensen in plaats van ze dichter bij elkaar te brengen. Juist en duidelijk niet alleen tussen Walen en Vlamingen!
Dus nee, sorry. U overtuigt me van niks. Grtz Douglas Het was ook nooit mijn bedoeling, maar dat zal hem wel ontgaan zijn!
De reacties liegen er niet om. Zijn uitspraken zetten blijkbaar heel wat kwaad bloed.
Dat was het … stof voor een volgend boek met als thema “Het belang van een maatschappelijk draagvlak voor een harmonieuze samenleving”
Pjotr
Douglas De Coninck, redacteur van DM schreef op 4 december een artikel waarin hij het normaal vindt dat Franstaligen uit het overvolle Brussel de grens oversteken en Vlaanderen inpalmen. Zijn logica: Brussel wordt groter dus ook het Franstalig gebied want 90 % van de Brusselaars zijn nu eenmaal (ééntalig) Franstalig.
Vooraleer u verder leest even Anders bij stilstaan?
Het denigrerend én anti-Vlaams discours van journalisten zoals DDC, die zichzelf progressief vindt, is vooral heel nefast voor al wie beweert dat links progressief ook Vlaams kan zijn; denk aan de Gravensteengroep! In diverse pluralistische Vlaamse verenigingen betreurt men dat links progressief onvol-doende present is. Maar als journalisten zoals DDC, die NIET geacht worden opiniestukjes te schrijven enkel om hun eigen groot gelijk te verkondigen, de tolk zijn van dit op zich eerbiedwaardig Links Progressief geloof, zal hun Vlaamse verhaal altijd ongeloofwaardig blijven. Niet Peter De Roover (VVB) had moeten reageren in DM maar de Gravensteengroep en politici van VL.Pro. Een ding is zeker, dergelijke ondermaatse bijdragen doen de polarisatie enkel toe-nemen. DCC is het prototype van de Vlaamse calimero die schrik heeft van zijn eigen Vlaamse identiteit en zich geen andere kan aanmeten omdat die (sinds 1830) nog altijd niet bestaat.
Ziehier een bloemlezing:
Pierre, verbijsterend wat die mijnheer De Coninck daar allemaal poneert. Dit getuigt van een ontzettend ondermaats intellectueel niveau om nog maar te zwijgen van stijl. Als men zijn redenering (?) zou volgen wordt Vlaanderen een te veroveren wingewest voor eender wie die zich bij ons komt vestigen en zijn wil wil opleggen aan de daar wonende bevolking. Ongehoord. LH
Beste Mr De Coninck,
Om U de ware bedoelingen van de franstaligen in de rand rond Brussel duidelijk te maken, zend ik u copie van een tekst, die nota bene Didier Reynders in 2006 onder-tekend heeft, en die besluit met ik citeer :
« S'il y a une patrie à donner aux francophones, s'il y a une patrie à leur faire aimer, c'est une patrie francophone, une Belgique francophone ».
einde citaat.
Dat is toch duidelijke taal? Hieruit blijkt toch duidelijk dat het FDF en de MR heel België willen verfransen uit misprijzen voor de Vlamingen?
Als U zich veilig voelt als nederlandstalige in België, Ik niet!
LDV
Hierop reageerde DDC met volgende mail:
Beste
Ver van mij om Franstalige extremisten te willen verdedigen. De realiteit is gewoon wat ze is: Brussel is een stad, steden groeien. En Brussel, sorry, is voor 90 procent niet-Nederlandstalig. De Brusselse rand wordt bijgevolg anderstalig. Da's geen mening, da's een realiteit. Als u een beetje bekommerd bent om onze economie en de generaties na ons, dan zou u dat toejuichen.
Ik zeg niet dat Vlaanderen (wat een belachelijk woord, voor wat toen ik op school was nog twee provincies waren) "gebied" moet afstaan. Ik zeg enkel dat pesterijen als de omzendbrief-Peeters de boel verzieken en elke constructieve oplossing in de weg staan.
Ik vind dit trouwens een geweldig land. Mag ik?
Grtz Douglas
Dan volgt een tweede mail van LDV met het commentaar van DDC in cursief per alinea:
Hallo,
Dank voor uw reactie.
Uw antwoord ontgoochelt mij wel wat, in die zin dat U niet reageert op de tekst van Reynders,die ik U toestuurde.
Ik ben het daar niet mee eens. Tevreden? Zoals ik ook de kriebels krijg van het bord "spreek Vlaams in Brussel" op het gemeenteplein van Zemst.
Ja U mag België een geweldig land vinden. Alleen vind ik het minnetjes dat U 'Vlaanderen' een belachelijk woord vindt.
"Vlaanderen" is historisch gezien een puur fictieve notie. Antwerpen en Brabant zijn nooit "Vlaanderen" geweest, tot een paar heethoofden bedachten dat Nederlandstalig België zijn eigen nationalistische symbolen, zoals geel-zwarte verkeerspalen, moest krijgen.
Er zou in dit land geen probleem zijn als de Franstaligen, die de taalgrens oversteken, zich zouden aanpassen en in het openbare leven Nederlands zouden spreken. Zoals de Vlamingen wél doen, die naar Wallonië verhuizen.
De vergelijking slaat nergens op. Ze zou dat doen als Antwerpen omringd was door Franstalig landelijk gebied. Dan zou dat Franstalig gebied net zo goed zien verstedelijken en, in casu, vernederlandsen.
Voor die aanpassing zijn er faciliteiten uitgewerkt. Die gebruiken de Franstaligen nu om die gemeenten rond Brussel te verfransen, wat toch nooit de bedoeling was.
Taal is iets persoonlijks, zoals liefde en vriendschap. Men kan net zo goed een wet stemmen die tracht te voorkomen dat blonde vrouwen wat beginnen met mannen met bruin haar. Dat gaat nooit werken, je kan het taalgebruik van mensen niet regelen per wet.
Weet U dat een Franse professor (Olivier Roy) de toekomst van de Nederlandse taal voorspelt en daar alleen een 'tribale' taal in ziet?
Vanuit hun standpunt, Frans is wel iets meer wereldtaal dan Nederlands, zou het bijna verbazen als dat soort (extremistische) standpunten niet hier of daar terug te vinden zijn. Ik zou er niet van wakker liggen.
Om dergelijke dingen maak ik me zorgen.
Dat de Brusselse rand anderstalig wordt kan niet toegejuicht worden vanuit economische of toekomstgerichte (de generaties na ons) redenen.
Juist economische redenen pleiten ervoor om met de taalproblemen komaf te maken (en dus zich aan te passen als men de taalgrens oversteekt). Die problemen kosten dit land handenvol geld.
De transfers kent U wel.
Ik denk dat u het over andere Franstaligen hebt, als u begint over de PS-particratie. Weinig Nederlandstalige journalisten hebben overigens zo intens over de schandalen in Charleroi bericht als ik. Ik huiver ervan, hoe sommigen de hele Franstalige gemeenschap over één kam te scheren.
Welnu als Vlaanderen met de Franstaligen financieel solidair is, lijkt het mij normaal dat Vlaanderen inspraak krijgt in het beleid van Brussel en Wallonië. Dat is nu onvoldoende het geval.
Onvoldoende het geval? Al eens gekeken naar de verhouding kiezers - parlementsleden/ministers in het Brussels gewest? Dit is absolute waanzin. Nergens ter wereld heeft een zo kleine minderheid (amper 1 op 10) zoveel rechten en zoveel ondemocratische macht als de Nederlandstaligen in Brussel.
Waarom moeten er in dit land 6 regeringen en meer dan vijftig ministers zijn?
Er is dan toch 1 punt waarmee ik het met u eens ben :)
Waarom wordt Brussel niet anders bestuurd? De inefficiëntie in de 19 gemeenten is alom aanvaard, zelfs door bv. Prof Van Parijs, maar er gebeurt niets. De Vlamingen blijven toch betalen.
Correctie: de Brusselaars betalen voor de Vlamingen. Denk u dat dat allemaal gratis is, de metro waarmee dagelijks zoveel Vlaamse pendelaars Brussel binnen komen? Het opruimen van de rotzooi die ze achterlaten? De medische kosten door hoe ze met hun auto's deze stad komen vervuilen? Al dat extra personeel omdat alle openbare diensten tweetalig "moéten" zijn... etcetera etcetera. Een simpel voorstel: laat mensen belastingen betalen op de plaats waar ze werken, ipv daar waar ze wonen.
De communautaire compromissen en pakten hebben geleid tot een zeer inefficient bestuur vol ongelijkheid en blokkeringen.
Ja, Vlaanderen doet het geweldig: de Lange Wapper, Argex, de (in de doofpot gestopte) schandalen bij de sociale huisvestingsmaatschappijen (veel erger dan in Charleroi)... af en toe eens in de spiegel kijken kan geen kwaad.
Beste Pierre,
Mijn complimenten voor je reactie, inclusief je verwijzingen naar de OvdP
Het is werkelijk ongelofelijk en zeldzaam arrogant wat types zoals deze Deconinck zich menen te kunnen veroorloven in een reactie op een zeer gefundeerde brief van een respectabel lezer.
Misschien tekent dit wel de arrogantie van de redacteuren van De Morgen, en zijn ze het eigenlijk niet meer waard om gelezen te worden. Anderzijds blijkt temeer hoe moeilijk het is om redacteuren die het niet zo nauw nemen met historische feiten of een correcte weergave daarvan, te corrigeren. En ze MOETEN gecorrigeerd worden, via links of via rechts.
Eens te meer voor mij een reden om je vooral aan te moedigen om verder te gaan met je rol als totaal onafhankelijke commentator, een echte “luis in de pels”. Ik begin me toch ook af te vragen op welke manier deze Deconick op één of andere manier financieel gewin (zoals je vriend G.G. reeds suggereert in zijn werkelijk uitstekende reactie) –of ander sociaal (?) gewin, zoals bijv een standbeeld in Charleroi- heeft bij de ongenuanceerde en anti-vlamingen standpunten die hij luid verkondigt. Zit hij eigenljjk niet bij een verkeerde krant? Schrijft hij misschien in zijn vrije tijd ook rubrieken voor de verkiezingskranten van het racistische FDF?
Met amicale groeten
PVS
Lezer ES deed de moeite om eens in de antecedenten te gaan speuren van D De Coninck; toen hij nog als journalist werkte voor HUMO:
“ Beslissing van de Raad voor de Journalistiek over de klacht van mevrouw Marie-Claire Hamelrijck, mevrouw Vera Demoor en de heer Kris Demoor tegen Humo en Douglas De Coninck, journalist.
Met een brief van 11 augustus 2006 dient mevrouw Marie-Claire Hamelrijck klacht in tegen het weekblad Humo en tegen journalist Douglas De Coninck. Aanleiding is het artikel dat in Humo van 18 juli 2006 is verschenen onder de titel ‘Het lichaam van Guido Demoor (nvdr de vermoorde buschauffeur) toonde nauwelijks sporen van geweld: twee blauwe plekken en een gescheurde vingernagel’.
De ombudsman van de Raad voor de Journalistiek heeft de inhoud van de klachtbrief
meegedeeld aan de hoofdredacteur van Humo en journalist Douglas De Coninck, die erop
geantwoord hebben met een nota van 16 oktober 2006. Mevrouw Hamelrijck heeft hierop
gerepliceerd met een brief van 9 november 2006, die mee ondertekend is door haar dochter Vera. De rapporteringscommissie van de Raad voor de Journalistiek heeft een hoorzitting gehouden op 11 januari 2007. Mevrouw Hamelrijck is persoonlijk haar standpunt komen toelichten, vergezeld door haar zoon Kris. Zij bevestigt dat haar klacht door haar kinderen Vera en Kris mee wordt onderschreven. Journalist Douglas De Coninck is in persoon verschenen.
DE FEITEN
Eerste klaagster is de weduwe van Guido Demoor, die op 24 juni 2006 is overleden na een incident met een groep jongeren in een Antwerpse bus. Over het incident en het overlijden van Guido Demoor is door alle media uitvoerig verslag uitgebracht. In zijn nummer van 18 juli 2006 publiceert Humo een artikel van vier bladzijden over de zaak van de hand van Douglas De Coninck.
BESLISSING
Zoals Humo en journalist De Coninck aangeven, kan het artikel van 18 juli 2006 be-schouwd worden als een aanvulling op de eerdere mediaberichtgeving over de zaak, waarbij Humo de bedoeling had om de versie van de verdachte jongeren en hun advocaten naar voren te brengen. Dergelijke berichtgeving kan bijdragen tot een volledigere kijk op de gebeurtenissen. Het probleem is echter dat de versie van de verdachten in het artikel wordt voorgesteld als de uiteindelijke waarheid over de zaak. De ondertitel (‘De reconstructie: wat er echt gebeurde op bus 23’) en de aanhef van het artikel (‘Maar wat gebeurde er die middag écht op bus 23?’, en iets verder: ‘Wat nu volgt, is de grootste gemene deler uit het gerechtelijke dossier zoals dat er bij het ter perse gaan van deze Humo voorstond’) wekken minstens die suggestie. In een dergelijke gevoelige zaak was het aangewezen om te wijzen op de eenzijdige aard van de berichtgeving en op het feit – dat in het artikel onvermeld is gebleven – dat de familie van het slachtoffer en hun advocaat in die periode geen mededeling wilden doen aan de media. Dat had de lezers beter in staat gesteld om zich een mening te geven over de verstrekte informatie.
In de klacht wordt ook gewezen op een aantal feitelijke gegevens uit het artikel die fout
zouden zijn. Omdat die feiten nog door de rechtbank moeten uitgewezen worden, kan de Raad voor de Journalistiek zich er niet over uitspreken. De Raad stelt wel vast dat de verklaring van eerste klaagster voor de politie in het artikel verkeerd is weergegeven, waardoor de suggestie gewekt wordt dat het slachtoffer er racistische ideeën zou op nahouden. Vanwege de zeer gevoelige aard van de gebeurtenissen, zowel voor de nabestaanden als voor de publieke opinie, was letterlijk citeren hier aangewezen geweest. Om die redenen is de raad voor de Journalistiek van oordeel: De klacht is gegrond. Brussel, 8 februari 2007”.
… en dan is er zijn “onderzoek” naar de Amsterdamse moskeebrand – hier beschuldigde hij een zekere Ben van der Kooi van het in brand steken van zijn eigen wagen voor een moskee om moslims hiervan de schuld te geven. Pikant detail dat over het hoofd gezien werd door onze “journalist” : Ben van der Kooi heeft geen auto, nooit gehad ook, zelfs geen rijbewijs. Nooit geen rechtzetting verschenen in De Morgen, de kwaliteitskrant voor pseudo-interloctuelen …
Een reactie van P De Roover (VVB) die in DM verscheen de dag nadien (5/12):
LEVE HET IMPERIALSME
Douglas De Coninck houdt er als redacteur van een zichzelf progressief noemende krant behoorlijk reactionaire opvattingen op na. Als Franstaligen zich weigeren aan te passen, dan moet die imperialistische houding beloond worden. De Sovjets voerden via de russificatie ook zo’n politiek via georganiseerde volksverhuizingen. Idem de fascisten in Zuid-Tirol. In Vlaams-Brabant gebeurt dat weliswaar niet georganiseerd, maar de opvatting dat er rechten ontstaan wanneer men halsstarrig weigert de taaleigenheid van een nieuw woongebied te respecteren, komt wel heel dicht in de buurt van de ideologie van de meest totalitaire staten.
Wie wil weten wat de Raad van Europa daarover denkt, poetst best de kennis van zijn/haar Engels of Frans wat op, want die instelling hanteert alleen die talen. Op internet stelt de Raad van Europa zich summier voor in het Nederlands, maar verdere informatie is slechts beschikbaar in de supertalen van Europa, zijnde naast Engels en Frans het Russisch, Duits en Italiaans.
De beruchte uitspraak over de drie kandidaat-burgemeesters is dus niet eens in het Nederlands raadpleegbaar. Van discriminatie gesproken. Een zaak van demografie, zal Douglas De Coninck ter verdediging aanvoeren. Ik voel me als Nederlandstalige in elk geval een tweederangseuropeaan. Misschien kan zich daar eens een commissie van die Raad van Europa over buigen.
Kern van de uitspraak van het Congrès des Pouvoirs Locaux et Régionaux is dat burgemeesters rechtstreeks dienen verkozen te worden. Een politiek standpunt als een ander. Eerbaar zelfs. Maar wie daar een andere opvatting over heeft is andersdenkend, niet ondemocratisch.
Dat Vlaanderen nu internationaal te kakken wordt gezet, klinkt heel erg overtrokken. Deze uitspraak is een non-gebeurtenis zonder enige serieuze betekenis, die zelfs geen rimpel veroorzaakte buiten het biotoop van de Vlaamse en Waalse pers. Ze leert alleen dat deze instelling van de Raad van Europa zich koloniale pretenties aanmeet en dat we blij mogen zijn dat ze over geen echte bevoegdheid beschikt.
De drie kandidaat-burgemeesters hebben natuurlijk slechts een symbolische betekenis. Benoemd of niet, zij delen de lakens uit in hun gemeente. Hoofdzaak is het mechanisme dat achter deze zaak schuil gaat.
Vorige zomer werd wat komkommerruimte in sommige kranten (ook in deze) opgevuld met verhalen over Vlamingen die in Wallonië wonen. Volgens tellingen zouden liefst één miljoen ‘Walen’ van Vlaamse oorsprong zijn. Wat bleek uit die reportages? Alle Vlaamse inwijkelingen doen wat van fatsoenlijke nieuwkomers mag verwacht worden: zij spreken in de publieke ruimte Frans. Gevolg: in niet één Waalse gemeente bestaan er commu-nautaire problemen. Kinderen van Vlaamse inwijkelingen zijn vandaag actief als volbloed Franstalige politici. Waren de Vlaamse migranten naar Wallonië met dezelfde gebiedsuitbreidingsijver behept als de francofonen in Vlaams-Brabant, dan kenden we in België echt Joegoslavische toestanden. (En stond Laurette Onkelinx nu aan het hoofd van een actiegroep die Vlaamse faciliteiten opeist in Luik.) Met dank aan het Vlaamse aanpassingsvermogen, dat een echt Europees model moet genoemd worden. Hoog tijd dat de Raad van Europa daar eens wat aandacht aan besteedt. Tot dan mag de Vlaamse overheid wat meer energie steken in het internationaal promoten van de ‘Vlaamse’ vorm van emigratie.
Toen stuurde ik hem volgende mail met mijn bedenkingen over zijn reacties:
Mail aan Douglas De Coninck (De Morgen)
Beste,
Ik nam de tijd om uw reacties op verschillende brieven te lezen die u kreeg van mensen uit mijn netwerk.
Dat ik een probleem heb met uw reactie op een van die briefschrijvers heb ik u reeds medegedeeld. Met deze mail wil ik ingaan op uw argumentatie. Ik las zaken waar ik mee akkoord ga of ten minste begrip voor heb. Bij sommige antwoorden heb ik echter bedenkingen:
Ik citeer: Ik vind dit trouwens een geweldig land. Mag ik?
Uiteraard is uw vraag retorisch bedoeld. Maar als u dit een geweldig land vindt en tegelijk in uw reacties laat opmerken dat u akkoord gaat met de vaststelling dat er veel te veel regeringen, parlementsleden … zijn, dan heeft u het wellicht niet over DIT België maar een België met minder regeringen … met beter bestuur.
Ik vind overigens uw natie-gevoel voor België prima. Het gebeurt te weinig dat mensen hun patriottisme laten blijken. Daar is niets mis mee zolang het niet leidt tot enig chauvinisme, wat helaas in veel landen het geval is.
U zult het hopelijk ook met mij eens zijn dat dit ‘natie’ gevoel niet noodzakelijk MOET samenvallen met een STAATSTRUCTUUR of MET FORMELE GRENZEN. Dat met andere woorden Vlamingen die zich thuis voelen in hun gemeenschap eenzelfde ‘natie’ gevoel kunnen en mogen hebben. Ik kan mij bij voorbeeld zowel Vlaming voelen als Belg zijn. U zult de Koerden die in Turkije, Irak of Syrië leven toch niet weigeren om zich Koerden te voelen en hun samenhorigheid tot uiting te brengen?
Indien u dit recht aanvaardt, hoe rijmt u dit dan met uw hiernavolgende denigrerende uitspraken:
“Ik zeg niet dat Vlaanderen (wat een belachelijk woord, voor wat toen ik op school was nog twee provincies waren) "gebied" moet afstaan.
‘Vlaanderen’ is historisch gezien een puur fictieve notie. Antwerpen en Brabant zijn nooit "Vlaanderen" geweest, tot een paar heethoofden bedachten dat Nederlandstalig België zijn eigen nationalistische symbolen, zoals geel-zwarte verkeerspalen, moest krijgen”.
Die laatste uitspraak is verkeerd omdat u het begrip Vlaanderen – zoals het vandaag gebruikt wordt om de Vlaamse provincies van België aan te duiden – bewust of onbewust verwart met de situatie voor het ontstaan van België. Toen sprak men inderdaad van het Hertogdom Brabant, Frans Vlaanderen … maar evenmin sprak men van Wallonië maar van personele entiteiten zoals het Graafschap Henegouwen, Graafschap Namen, Graafschap Artesië en in Nederland van de Heerlijkheid Utrecht, …
Ik neem aan dat u onze contreien ook niet zal bestempelen als een deel van de bezetters als daar waren Frankrijk, Spanje, de Habsburgers, Duitsland, … Blijft dan nog België dat, zoals ik reed opmerkte toen niet eens bestond.
Over dat Vlaanderen is er nog iets belangrijks te zeggen, het heeft namelijk in akkoord met de andere gemeenschap taalafspraken gemaakt. Officieel is Vlaanderen daarmee een ééntalig gewest geworden dat het vrije gebruik van de talen door de gelijkheidswet van 1898 inperkte naargelang de regio waar men woonde/werkte. Of u dat goed vindt of niet, elke nieuwe bewoner moet hiermee rekening houden. Deze regel is niet uitzonderlijk want van toepassing in alle ééntalige landen, maar ook in landen met meerdere talen, zoals Canada waar voor Quebec de taaleisen veel strenger zijn (u zal waarschijnlijk spreken van pesterijen) dan in Vlaanderen. Mag ik opmerken dat in Gatineau, het stadje net naast Ottawa – waar ik verbleef – uitsluitend Frans wordt gesproken en niet tolereert dat men Engels zou spreken in een winkel, ook al zijn ze Ottawa ontvlucht wegens te klein of minder aangenaam. Een winkelier zou er trouwens niet aan denken om Engels te spreken. In Zwitserland – waar ik geaccrediteerd was, is het vanzelfsprekend dat men in Lausanne enkel het Frans gebruikt voor de officiële communicatie, terwijl dat het (Zwitsers) Duits is in Zurich en het Italiaans in Bellinzona om het ‘Arromanch’ even buiten beschouwing te laten.
Vindt u het ook niet opmerkelijk dat de Franstaligen toch zo graag in het ‘racistische’ Vlaanderen willen wonen en het multiculturele Brussel ONTVLUCHTEN? Niet de stad groeit maar de stad bloedt dood omdat ze steeds minder aantrekkelijk wordt. Terwijl in andere wereldsteden de ‘bidonville’s’ zich bevinden in de rand wordt Brussel van binnenuit onaantrekkelijk. U al eens afgevraagd hoe dat zou komen?
Dacht u al eens aan het ongemak van de Vlamingen in de Rand die zich in één generatie tijd niet meer thuis voelen in hun gemeente? Moeten zij dan ook verfransen? En NEEN het is niet onvermijdelijk. Andere landen met meertaligheid bewijzen dat. Het zou wel helpen mochten journalisten ook deze kant van de zaak eens duidelijk maken.
Over Brussel heeft u wel een zeer eigenzinnige kijk:
“Al eens gekeken naar de verhouding kiezers - parlementsleden/ministers in het Brussels gewest? Dit is absolute waanzin. Nergens ter wereld heeft een zo kleine minderheid (amper 1 op 10) zoveel rechten en zoveel ondemocratische macht als de Nederlandstaligen in Brussel”.
Dat Brussel slecht bestuurd wordt en veel te veel ministers telt is volkomen juist. De eerste en dwingende opdracht is om te zorgen dat Brussel een goed bestuur krijgt. Ik ga hier niet uit de doeken doen wie daaraan schuld heeft maar de verantwoordelijkheid van de hoofdzakelijk Franstalige Brusselse politici is in deze zeer groot. Door een tweetalig statuut te aanvaarden heeft het zichzelf verplicht tot de uitvoering van de taalwetten en allerhande akkoorden zoals het taalhoffelijkheidsakkoord. Probleem is echter dat deze in de praktijk nog altijd niet worden toegepast, hoewel er een verbetering merkbaar is. Maar o wee, als men in Vlaanderen schermt met taalvoorwaarden voor de Franstaligen.
Over de ondemocratische macht van de Vlaamse minderheid in Brussel valt veel te zeggen. Maar over de ondemocratische macht van de federale minderheid waar zelfs in de regering een pariteit voorzien is hoewel het verschil in inwoners meer dan twee miljoen bedraagt, meer dus dan de 800.000 Franstaligen van Belgische oorsprong in Brussel, zegt u dan weer niets. Persoonlijk vind ik dat in Brussel de regering eveneens paritair zou moeten samengesteld zijn door tweetalige politici van beide gemeenschappen die zich bij de verkiezingen op tweetalige lijsten aanbieden. Eéntaligen zouden geen uitvoerend mandaat mogen krijgen. Wellicht zou deze stimulans leiden tot tweetaligheid op zeer korte termijn, denkt u niet?
U schreef ook : Een simpel voorstel: laat mensen belastingen betalen op de plaats waar ze werken, ipv daar waar ze wonen.
Dit voorstel is niet nieuw en is van toepassing in verschillende regio’s waar er veel grensoverschrijdende arbeid is. Een bilateraal akkoord voorziet dan in wie wat int, in functie van de ‘lasten dat het wonen en werken met zich mee brengt’.
Zo zal men naast de inkomsten uit arbeid ook de uitgaven moeten in aanmerking nemen zoals daar zijn, de medische verzorging voor de ganse familie, het pensioen, de werkloosheidsuitkering, … Ik zie geen enkel probleem om uw simpel voorstel te aanvaarden. Uit studies blijkt immers dan ongeveer 80 % van de lasten gedragen worden in de woonplaats en 20 % in de plaats waar men werkt. Laat Brussel dan maar die 20 % hebben in plaats van subsidies die ze ontvangt van de federale staat. Maar besef dat uit studies (ook Franstalige) blijkt dat Brussel niet leefbaar is, omwille van de eigen arme bevolking. Hoe stoer men hierover ook doet, bekijk maar even de studie op http://www.briobrussel.be/. En nu ook het financieel centrum verkocht werd aan Parijs zal binnenkort blijken dat Brussel nog minder aantrekkelijk wordt. Tenzij voor Europese ambtenaren die in België geen belastingen betalen.
Uw geargumenteerde reactie is bijzonder welkom.
Groeten,
Pierre Therie
En hij reageerde … (tekst integraal en zonder correcties overgenomen; in cursief mijn bedenkingen).
Beste
Ik weet niet hoe ik nu weer met u aan de mail geraak, maar geen erg. (voelt u het respect?)
Het mooie aan België, vind ik, is nu juist het artificiële van de hele constructie. Ik ben geen historicus, maar volgens wat ik ervan begrijp gaan we terug op een uitspraak van Julius Caesar, die doelde op één of andere dappers Gallische stam die ooit in deze contreien moet hebben geresideerd. Het was een vergissing van de geschiedenis, een ontbrekend stuk op het Europese schaakbord, en dus werd ergens in 1830 in Parijs en Londen beslist dat die lap grond een natie moest gaan vormen, en dat die België zou gaan heten. Dat die lap grond een STAAT moest gaan vormen; Natie-vorming kan men niet opleggen; zeker niet in een land waar de arme bevolking (ja ook de Walen, door een Franstalige bovenlaag werd tekort gedaan).
Wie of wat heeft dat landje voortgebracht? Magritte, Simenon, Arno, Adamo, Hugo Claus, Hooverphonic, James Ensor, Jacques Brel (uiteraard), Hergé, Axelle Red, Roger Raveel, Léon Spilliaert... dat zijn zo'n beetje de eerste namen die bij mij opkomen. Velen onder ons zouden daar een even indrukwekkende rij Vlaamse kunstenaars kunnen aan toevoegen, maar het illustreert wel perfect met welke oogkleppen (progressieve) DDC rondloopt. Ziet u ergens één vaandeldrager van de Vlaamse zaak? Ik niet. Dit is een rijkdom die vast niet te becijferen is in geldsommen en "transferts". Dit heet culturele rijkdom, een rijkdom die ergens samenhangt met het absurdisme van België. En ja, sorry, ik hou daar van. Dat is ook ergens een identiteit, zij het dan een zeer uitgesproken anti-nationalistische identiteit. Onze natie is een onnatie, en daarom houden we ervan. Enfin, daarom hou ik ervan. En met mij veel méér mensen dan u vermoedt. Het is dat communautaire discussies ons zo'n tijdsverspilling lijken, ons zo vermoeien, zo buitengewoon futiel lijken, dat we onze stem doorgaans niet laten horen. Omdat we pakweg vergrijzing en het klimaat boeiender onderwerpen vinden. Dat wil niet zeggen dat we geen mening hebben.
Hoe ontstaan oorlogen? Religie en nationalisme. En ook wel honger, natuurlijk, maar die factor speelt in ons geval niet echt. Ik heb een hekel aan religie en ik heb een nog grondiger hekel aan nationalisme omdat ze grootschalige menselijke catastrofes aanrichten. Daarom ben ik gehecht aan België, aan deze mooie staatskundige grap. Te bedenken dat de Belgische identiteit in zijn 178 jarig bestaan voor het grootste deel van deze periode samenviel met een (katholieke) religieuze identiteit en dat er NOOIT sprake geweest is van enig nationalisme waarmee de Franstalige wereld alleen pronkt als het hen goed uitkomt. Begrijpelijk ook, omdat het gaat om twee gemeenschappen waarvan een belangrijk deel de taal van de andere gemeenschap niet kent.
Ik word stilaan moe van de vergelijkingen met steden en situaties, elders in de wereld. Het is nog steeds wachten op een briefschrijver die appelen met appelen durft vergelijken. Voor de zoveelste keer: face the facts, Brussel is een meer dan overwegend Franstalige stad. Steden groeien en dus verstedelijkt/verfranst de rand. U hoort mij niet pleiten voor wetswijzigingen of annexaties. Ik vind dit ook allemaal zeer complex. Maar je vindt geen remedie zonder correcte diagnose. De enige mogelijke diagnose is: Brussel is een leuke, aantrekkelijke en dus groeiende stad. Hij negeert hier straal de vaststelling dat Brussel van binnenuit onaantrekkelijker wordt en hij las zeker niet de studie die ik hem aanbeviel. Hij lijkt sterk op het prototype van de Dansaert Vlaming die bij de gratie van het vele Vlaamse gemeenschapsgeld kan genieten van Brel, Arno, …. Dus verstedelijkt en verfranst de rand. Niks aan te doen. Ik kan me niet voorstellen dat er geen creatievere oplossingen bestaan dan het overloze gedram over de rondzendbrief-Peeters en de faciliteiten. Op termijn komt die annexatie er onvermijdelijk toch. Je kunt niet eindeloos blijven ingaan tegen 75 procent en straks 90 procent (als de verhoudingen zich genormaliseerd hebben in de rand) van de bevolking. Is er een betere reden dan deze stelling om BHV zo snel mogelijk te splitsen zodat de Franstalige politici géén stemmen meer kunnen ronselen in Vlaanderen? Dan zal hun interesse en gestook rap voorbij zijn. En vermits de jongeren in de scholen ook Nederlands leren zullen ze toch geen behoefte meer hebben aan taalfaciliteiten?
Ik respecteer uw opinie waar u zegt dat u het multiculturele Brussel onaantrekkelijk vindt. Dat heeft hij nergens gelezen in mijn reactie maar het is wel zijn bedoeling om mij in het ‘verkeerde’ hoekje te plaatsen. Stigmatiseer uw tegenstander zodat je er zelf groter uit komt! Ik hoop dat u ook de mijne wil respecteren. Ik woon hier dolgraag. Ik ben een paar jaar geleden (even) in Vlaanderen gaan wonen. Ik heb er nog steeds een trauma van: de extreme bekrompenheid, de lelijkheid, de kilheid van de mensen. Doe mij maar Brussel, de mix, de warmte, de drukte, de humor, de laissez-faire. Wist u dat de beste (overigens Vlaamse) poelier van het land gevestigd is hartje Molenbeek, in een wijk waar u ongetwijfeld nooit een stap zou durven zetten. Bent u al eens gaan rondneuzen in de Vlaamse bibliotheek daar?
Ik weet dat dat persoonlijk en zeer subjectief is, maar ik val nog liever dood dan ooit terug in Vlaanderen te gaan wonen. Maar schrijven voor een tot nader order Vlaamse krant, De Morgen, stelt vanzelfsprekend geen probleem. En die Franstaligen die het "racistische" Vlaanderen zouden verkiezen, komaan: die mensen volgen gewoon hun budget. Ze hebben kids en zoeken een huisje met wat groen. Waarom dan niet in Waals Brabant? Denkt u echt dat die mensen vooraf zitten te piekeren over faciliteiten? De meesten die ik zag vertrekken, mijn Marokkaanse loodgieter o.a. (rijhuisje gekocht in Vilvoorde), zitten aanvankelijk echt wel vol goede voornemens over Nederlands leren en aanpassen. Bon, het werkt kennelijk niet. Die mensen voelen zich vanaf dag 1 met de nek aangekeken (en het begint doorgaans met de inschrijving aan het gemeentelijk loket: hier spreekt men Vlaams). Ik vrees dat het Vlaams-nationalistische project niet echt wervend werkt. Zie de cijfers.
Brussel arm en slecht bestuurd? Zeker, maar als je de rand artificieel amputeert, zoals voor Brussel het geval is, is geen enkele berekening nog objectief. De economische activiteit in Zaventem, Diegem, Zellik, Machelen... dat komt door de internationale uitstraling van Vlaanderen of wat? I don't think so. Eindelijk komt de aap uit de mouw! Als Vlaamse Brusselaar beseft hij dat het zonder Vlaanderen niet gaat en dus moet Vlaanderen maar Brussel worden. Tja, er is ook zoiets als de Parisiens.
Wat zeer slecht bestuurd wordt in Brussel is onderwijs. Absoluut. Al wie een minimale dosis hersenen in z'n hoofd heeft weet: er is nood aan een aangepast (liefst twee- of drietalig) onderwijssysteem in Brussel. Helaas: kan niet want gemeenschapsmaterie, en dus alweer een staatskundig taboe. Het klopt, er worden hier aan de lopende band diploma's afgeleverd na een opleiding amper die naam waardig. Het is zonder meer een ramp, een maatschappelijk isoleren van hele generaties omdat ze toevallig Mohammed of Abdel heten. Ik ken ook de mirakeloplossing niet, ik weet wel dat doen alsof het maar zo simpel is dat "zij zich moeten aanpassen" ons nog geen stap verder heeft gebracht, tenzij een paar achteruit. Hier heeft hij ongetwijfeld een punt en er is ook een verklaring voor: een van de hoogste gerechtelijke Brusselse autoriteiten vertelde mij dat Brussel vooral aantrekkelijk blijkt voor buitenlanders met een zeer lage scholingsgraad. Deze aantrekkingskracht houdt verband met het sociale vangnet en de steun van de PS (de socialistische vakbond) die via deze ‘nieuwe Belgen’ zijn electoraat wil op peil houden/uitbreiden. Naast de grote kostprijs (zie de studie die ik meestuurde) zorgt dat voor veel armoede en heel wat ongemak.
Mijn vriendin speelt zaalvoetbal. Ze hebben een clubje, één van de twee vrouwelijke Brusselse zaalvoetbalploegen. Ze zouden graag in competitie spelen. Vrouwenzaalvoetbal is niet echt wat je noemt een massagebeuren. Naast het hare is er nog 1 Vlaams clubje. Ze kunnen moeilijk met z'n tweeën een competitie beginnen. Dus kwamen ze vorig jaar terecht in de Vlaams-Brabantse federatie. Moesten die meisje op zaterdagavond naar Diest en Lovenjoel. Heb je een auto voor nodig. Meisjes in Brussel hebben niet altijd auto's (krijg 'm om te beginnen maar eens ergens geparkeerd, en waarom een auto als er overal trams, bussen en metro's zijn?). Soit, heel gedoe om daar te geraken. Bleek dat er in Brussel ook 8 Franstalige clubjes bestaan. Ook wat weinig voor een competitie. En die 8 werden van hun kant verplicht om zich te verplaatsen naar Nijvel, Waver en Wauthier-Braine. Met 10, dat zou toch al iets zijn. Konden ze achteraf, zoals dat gaat, samen een pint gaan drinken en verzusteren en zo. Ze hebben wat vergaderd en vriendschappelijke matchen gespeeld, het klikte. Brieven geschreven, politici gecontacteerd, hemel en aarde bewogen kortom. Nee, het kan en het mag niet. Gemeenschapsmaterie, en dat moet gescheiden blijven. Geen recht op een sportzaal, geen recht op een scheidsrechter, want gemeenschapsmaterie. Dat is jammer, maar waarom volstaat het zo gekoesterd ‘Brusselgevoel’ niet om deze samenwerking op Brussels niveau te organiseren? Met al het geld dat ze buiten ramen en deuren gooien zouden die baronieën toch wel enkele sportzalen kunnen hebben in eigen beheer. En aan ‘arbiters’ zal het ook wel niet ontbreken!
Dit hele systeem verdeelt mensen in plaats van ze dichter bij elkaar te brengen. Juist en duidelijk niet alleen tussen Walen en Vlamingen!
Dus nee, sorry. U overtuigt me van niks. Grtz Douglas Het was ook nooit mijn bedoeling, maar dat zal hem wel ontgaan zijn!
De reacties liegen er niet om. Zijn uitspraken zetten blijkbaar heel wat kwaad bloed.
Dat was het … stof voor een volgend boek met als thema “Het belang van een maatschappelijk draagvlak voor een harmonieuze samenleving”
Pjotr
Abonneren op:
Posts (Atom)