06 juli 2011

De formateursnota verdeelt en heerst

ANDERS GELEZEN

Een beetje te vroeg voor een grondige analyse van de formateursnota, maar één overheersende gedachte blijft mij bij na een eerste lezing: deze nota zaait vooral verdeeldheid en is zelfs geen bijdrage tot de versterking van een gemeenschappelijk Belgisch maatschappelijk draagvlak; integendeel de expansiedrift van Franstalig Brussel wordt gelegaliseerd en bewijst meer dan ooit een gebrek aan respect voor de eigenheid van Vlaams Brabant. Voorwaar, de gereputeerde denktank van de PS heeft een doorwrocht werkstuk afgeleverd dat duidelijk bedoeld is om N-VA, CD&V gedeeltelijk en MR/FDF pijn te doen. Tot meerdere eer en glorie van het federale België dat de belangrijkste sleutels (normen) in handen houdt en (partij)politiek zelfs versterkt wordt.

Verdeeldheid binnen het Franstalig blok omdat de MR moet kiezen tussen meedoen of het FDF volgen. Meedoen en het FDF verliezen betekent alle relevantie kwijtspelen in Brussel. Het FDF volgen betekent meer dan waarschijnlijk oppositie. Tenzij er verkiezingen komen. De PS kan niet verliezen, want enkele voorstellen die zogezegd taboes zijn voor de PS worden op de lange baan geschoven. Aan Vlaamse kant moet N- VA kiezen tussen vervellen tot een rechtse volkspartij van Bart De Wever of de Vlaamsgezinde partij van Ben Weyts en Geert Bourgeois. Welke keuze men ook maakt, verliezen doet ze altijd met dit compromis. Het volstaat gewoon niet en het evenwicht waarnaar PS kopstukken verwijzen maakt duidelijk dat voor elke toegeving er een andere eis zal op tafel gelegd worden, want zo zei Paul Magnette (PS) duidelijk: deze nota is evenwichtig en er kan weinig aan veranderd worden. Daarmee doet hij al a priori de deur dicht voor fundamentele wijzigingen. Feit is dat de nota De Wever ook al toegevingen bevatte die de Vlaamsgezinden die voor N-VA stemden niet konden overtuigen. N-VA doet er in elk geval goed aan te beseffen dat meegaan in dit compromis een hypotheek zal leggen op de goede vooruitzichten in geval van verkiezingen en om in 2012 ook lokaal goed te scoren. Een bevestiging via een nieuwe succesvolle verkiezing daarentegen lijkt wel positief te worden. Volgens de nog te publiceren peiling van LLB stijgt N-VA naar meer dan 35 %. De traditionele staatsdragende partijen klimmen niet uit het dal maar kunnen hopen om met dit compromis weg te komen. Behalve voor CD&V met zijn grote groep Vlaamsgezinden die bepaalde onderdelen (BHV en Brussel) niet zullen slikken. Op het eerste zicht vallen twee zwakke punten op: de overwegend Vlaamse spaarder wordt via het socio-economisch luik gepluimd (volgens een beursanalist zouden de Vlaamse spaartegoeden goed zijn voor 80 % van het totaal) en de prijs voor de splitsing van BHV is veel te hoog. Walter Zinzen (onlangs in DS) vond de splitsing van BHV een strategische fout, zeker nu blijkt welke prijs hiervoor moet betaald worden. Onvoorstelbaar arrogant.
Wordt vervolgd.

Ondertussen lanceert de Vlaamse regering bij monde van Kris Peeters diverse initiatieven voor meer samenwerking met Nederland. Ondanks de nog hangende problemen met onder meer de IJzeren Rijn en de Zeeuwse polderdiscussie. Ook Pieter De Crem op defensie wil verder gaan in de samenwerking met Nederland, maar stoot op tegenkanting van de Franstaligen die vrezen dat het Nederlands te dominant zou worden. Een blokkering die doet terugdenken aan de voorgestelde samenwerking van SABENA met KLM die eveneens op een NON stuitte. In feite heeft de federale politiek altijd een samenwerking met Nederland tegengewerkt, ook al waren daar goede redenen voor.

In DS (2 juli) wordt de Vlaamse overheid verweten te weinig aandacht te hebben voor meer samenwerking. Het klinkt zo: De grens tussen Vlaanderen en Nederland is dun, de taal is dezelfde, vormen van samenwerking zijn legio. Toch doet zich op beleidsniveau een omgekeerde beweging voor. Een kwalijke evolutie, zo vinden enkele gezaghebbende stemmen in Vlaanderen en Nederland. We hebben aan weerszijden van de grens alleen maar te winnen bij een sterkere betrokkenheid. (…) De economische verstrengeling is zelfs sterker dan ooit, met name in de media. In de wereld van de boeken is De Bezige Bij Antwerpen vandaag een volwaardige broer van De Bezige Bij in Amsterdam. De Vlaamse uitgeverij Lannoo behoort met de overname van het Nederlandse Meulenhoff en Unieboek/Het Spectrum in één klap tot de top-drie van de Nederlandse markt. Het grote uitgeversconcern WPG wordt door een Vlaming geleid. (…) Dezelfde taal spreken, met alle verschillen die we niet willen ontkennen, blijft ontegensprekelijk de sterkste troef bij al deze concrete vormen van interactie en samenwerking. Een taal, gesproken door meer dan tweeëntwintig miljoen mensen, die wonen in twee Europese lidstaten en in het Caribisch gebied, zet je niet zomaar opzij. Juist omdat wij in noord en zuid een andere verhouding met taal hebben, kunnen we, van elkaar lerend, samen meer dan alleen. Blijft de vraag: waarom zijn de overheden nu minder actief dan enkele jaren geleden? Akkoord, er zijn geregelde contacten tussen Nederlandse en Vlaamse ambtenaren, parlementsleden, diplomatieke delegaties en ministers. Er worden plannen gemaakt voor gemeenschappelijke projecten en soms worden die zelfs uitgevoerd. Maar de overheden in Vlaanderen en Nederland zouden die samenwerking nog meer moeten opnemen en verankeren. Wat privé gebeurt, moet juist publiek worden versterkt. Cultuur wordt dan zuurstof voor economie. (…) Vlaanderen en Nederland hadden een eenheid kunnen blijven. Maar het is anders gelopen. Is dat erg? Nee. We kunnen nu bakkeleien over onze verschillen, flirten met onze clichés over elkaar: bourgondisch en calvinistisch, protestants en katholiek, precies en rekkelijk, plantrekkers en plannenmakers. We kunnen het vette en het vrome afzetten tegenover het kale en het koele, Jordaens hangen naast Mondriaan, barok laten twisten met het minimale. Als Vlaanderen en Nederland geen imagined community kunnen worden, laat ze dan tenminste proberen een intentional community te zijn. Een gemeenschap die wordt georganiseerd op grond van gedeelde belangen en overtuigingen en die bestaat uit mensen en organisaties met gemeenschappelijke intenties en doelen. Zo kunnen Vlaanderen en Nederland gezamenlijk optreden in derde landen en meer coproduceren. Zijn we niet gekend in de wereld om onze planmatigheid en onze verbeelding? Welaan dan.

Voor Rik Torfs (dS 30/06) is de BENELUX dan weer het referentiekader voor de toekomst: Vlaanderen is te groot voor België, daarom moet het de motor worden van een nieuwe Benelux, in Europa het tweede exportland na Duitsland. (…) Uiteraard fuseren wij niet met Nederland en Luxemburg. Maar wij moeten als Unie uit één mond spreken op basis van strikte, duidelijke en afdwingbare afspraken. Vlaanderen kan hierin een sleutelrol spelen. Wij leven op de rand van de Germaanse en de Latijnse cultuur. Onze regeldrift is Germaans, onze techniek om diezelfde regels te ontduiken is Latijns. Op dit ogenblik spreken wij Nederlands noch Frans, maar geen van beide talen ligt buiten ons bereik. Kunnen we de Franstalige Belgen overtuigen om mee te doen? Ze zullen kiezen voor het geld, de havens en de culturele finesse die ze aan de Benelux kunnen toevoegen. Beter dat dan een godvergeten provincie van Frankrijk te zijn. En de Luxemburgers zijn graag bankiers, maar dan zonder op Liechtenstein of Vaticaanstad te lijken.
Wij Vlamingen kunnen kiezen. Ofwel blijven we geweldig, zoals we nu al zijn: niemand merkt het behalve wijzelf. Ofwel durven we het subtiele gesprek aan te gaan met exotische mogendheden zoals Nederland, Luxemburg en Wallonië. Wij zijn het bindmiddel tussen de drie. Nadeel: we hebben niet altijd gelijk. Voordeel: we worden rijk.
Er valt iets te zeggen voor Torfs pleidooi, alleen vergist hij zich over de bereidheid van de Franstaligen om een tweederangsrol te willen spelen binnen die BENELUX. Hij vergeet dat ze nooit voor Vlaanderen kozen, enkel voor de melkkoe België. Het is duidelijk dat de formateursnota alle ingrediënten bevat om tot een leefbaar onafhankelijk Wallo-Brux te komen en niet om België te redden en nog minder om de eigenheid van Vlaanderen te respecteren.

Pjotr
Anders gelezen