20 februari 2009

Als de grondvesten van een rechtsstaat symbolisch worden

Toen de gemeenteraad van Lennik besliste om de komende verkiezingen niet te organiseren wegens ongrondwettelijk en hierin gevolgd werden door de gemeente Affligem, werd deze actie door enkele collega’s schamper afgedaan als een vorm van spektakel, een symbolische actie zonder belang.

Deze actie burgerzin werd, met dank aan onze lieve Franstalige landgenoten, opgemerkt door de EU instanties die zich ‘zorgen maken’ over deze gang van zaken. Immers, stelt u zich even voor dat Europeanen die in de kieskring BHV wonen niet zouden kunnen stemmen voor hun vertegenwoordiger in het Europese parlement.

Tot op vandaag loopt alles lekker op zijn Belgisch: de Vlaamse minister Marino Keulen mag publiek verklaren dat hij de burgemeesters die van hem afhangen en weigeren deze verkiezingen te organiseren niet zal vervolgen, wegens geen juridische argumenten om hen te kunnen verplichten ongrondwettelijk te handelen en de federale minister van Binnenlandse Zaken die er geen graten in ziet om desgevallend de gouverneur te laten opdraven als organisator in plaats van de burgmeesters. In een land waar de bevoegdheden nogal door mekaar lopen is dat geen enkel probleem.

Er zijn echter wel enkele zwakke puntjes in deze surrealistische situatie.
In de eerste plaats is het duidelijk dat de uitvoerende macht de grondwet niet respecteert, of om het met de woorden van een rechter in functie te zeggen: “het is onvoorstelbaar dat politici een uitspraak van het hoogste rechtscollege dat duidelijk stelt dat het gelijkheidsbeginsel geschonden is door de vigerende kieswet, naast zich neerleggen”. Ze schenden daarmee niet enkel het heilig principe van de scheiding der machten, erger de federale regering stelt zich gewoon in de plaats van de rechterlijke macht door deze uitspraak te negeren. Dat de wetgeving eigenlijk het privilege is van de wetgevende macht doet in ons land al lang niet meer terzake.

Dat de burgemeesters die deze actie steunen het voorpaginanieuws halen betekent nog niet dat hun beslissing vooral mediatiek of symbolisch is, integendeel! Het is gewoon het begin van een bijna onvermijdelijke besluitvorming die zal uitdraaien op een juridisch gevecht waardoor DIT België – tot daar aan toe – maar helaas opnieuw en vooral Vlaanderen imagoschade dreigt op te lopen.

In plaats van de ‘recalcitrante’ burgemeesters zal de gouverneur van Vlaams Brabant desnoods in opdracht van de minister van Binnenlandse zaken deze verkiezingen moeten organiseren. Alleen blijkt men te vergeten dat de gouverneur een ambtenaar is die voor de koning volgende eed heeft afgelegd: “Ik zweer getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de grondwet en de wetten van het Belgische volk”. Met andere woorden: als de uitvoerende macht hem die opdracht geeft wordt hij verplicht om meineed te plegen. Ik kan mij indenken dat dit voor een integer ambtenaar een gewetensprobleem is dat niet zomaar kan onder de mat geschoven worden. Maar het wordt ook heel persoonlijk: kan om het even welke burger uit de kieskring BHV de gouverneur (en elke burgemeester die de verkiezingen wel organiseert) niet aanklagen wegens het nemen van maatregelen waardoor het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden, en dus indruisen tegen de grondwet?
Tweede vraag: moet de gewestelijke (Vlaamse) overheid die vooraf erkent dat deze verkiezingen ongrondwettelijk zijn de gouverneur/burgemeesters niet aanklagen wegens meineed als ze deze wél organiseren? Nul n’est censé ignorer la loi!

Ik ken het antwoord niet op deze vragen en heb daarom het advies gevraagd aan iemand die het zou moeten weten: Gouverneur De Witte van Vlaams Brabant.

In afwachting van zijn antwoord lijkt het er sterk op dat deze actie afdoen als symboliek een gigantische crisis van de ‘rechtsstaat’ België moet verdoezelen.

Pjotr