24 april 2010

Lopen de zaken of lopende zaken?

ANDERS GELEZEN

Le Soir (23/04) Heeft dit land nog zin?

De Tijd (24/04) Dat de kloof tussen Vlamingen en Franstaligen in ons land steeds groter wordt, is niet het gevolg van onbekwame of onverantwoordelijke politici. Het is het gevolg van maatschappelijke en sociologische ontwikkelingen die de politieke structuren onder druk zetten.
Politicoloog Samuel Huntington: De scheidslijn tussen volkeren is niet langer ideologisch, politiek of economisch, maar cultureel. En cultuur, dat heeft te maken met afstamming, taal, gemeenschappelijke normen en waarden.
Socioloog Luc Huyse: Er is maar één breuklijn overgebleven: de communautaire. En die is scherper geworden. De communautaire breuklijn is moeilijker weg te werken omdat ze gebaseerd is op taal en cultuur. ‘Samenwerking berust op vertrouwen’, schrijft Huntington, en dat onstaat het gemakkelijkst als er een gezamenlijke cultuur en waarden zijn.’ In België ontbreken die. Zal België verdwijnen? Er is geen reden waarom België daaraan zou ontsnappen.
Politicoloog Bart Maddens: Vandaag krijgen we te horen dat het vroeger zoveel beter was met echte staatslieden die het algemeen belang voor ogen hadden en nog in staat waren ‘eerbare’ communautaire compromissen te sluiten. Het gaat zelfs zover dat de politici van weleer een nauwelijks verholen dedain tentoonspreiden voor de huidige politieke generatie. In de plaats daarvan zouden juist die ‘staatslieden’ in de grond moeten zinken van schaamte. Want wie heeft ons anders met die institutionele vuilnisbelt opgezadeld?
Yves Leterme (14/07/2008): Het overlegmodel op louter federaal niveau heeft zijn limieten bereikt.’

Socioloog Luc Huyse schrijft in dS (23/04) over consensusdemocratie een artikel waarin hij een stemming ‘meerderheid tegen minderheid’ afdoet als ondemocratisch. Zijn voornaamste argument is: In een consensusdemocratie zoals de onze ontstaat een parlementaire meerderheid via onderhandelingen tussen de verschillende kampen. Er wordt gewerkt met technieken die tot een consensus en een 'regeren met wederzijdse toestemming' moeten leiden. Ruime toegang van de minderheid tot parlement en regering is een van die procédés. Als het moet, komen er alarmbellen en zelfs vetorechten, zoals in ons land.
Even ANDERS lezen: Is aan de regels van een consensusdemocratie getornd voor en tijdens het huidig besluitvormingsproces inzake BHV? Neen. De minderheid neemt altijd deel aan de regering en is in België zelfs oververtegenwoordigd in de regering. Na de stemming in de commissie werden de beschermende procedures allemaal gerespecteerd, zelfs al waren ze soms betwistbaar. Immers, welk belang de Duitstalige gemeenschap heeft om een belangenconflict in te roepen bij een aanpassing van de kieswetgeving in Vlaams Brabant, is op zijn minst onduidelijk. Maar wanneer in situaties zoals het BHV dossier, het volstaat voor de minderheid om gewoon NON te zeggen zolang de meerderheid haar eisen niet inwilligt, komt men met de consensustheorie van Huyse in de omgekeerd situatie terecht: de consensusdemocratie verwordt dan tot de dictatuur van het status quo of van een minderheid in dit geval. Feitelijk zou men in dit geval – zoals Johan Vande Lanotte reeds lang geleden voorstelde – beter niets doen en wachten tot de Franstaligen in het vooruitzicht van ongrondwettelijke verkiezingen komen vragen om een oplossing. Maddens en Vande Lanotte, bien étonnés de se trouver ensemble.

Blijft de vraag van 1 miljoen: kan in een normaal functionerende parlementaire democratie de uitvoerende macht weigeren gestemde wetten ten uitvoer te brengen? Of met andere woorden, is de scheiding der machten toepasbaar in een consensusdemocratie? Zoals ik in een vorige column schreef kan een oplossing gevonden door voortaan de bevoegdheid voor het ondertekenen van de wetten toe te kennen aan de wetgevende macht, meer bepaald de voorzitter van de Kamer en Senaat. Of de Koning dan ook nog zijn handtekening moet plaatsen is een ander debat.

Lopen de zaken of lopende zaken?

Het lijkt er sterk op dat elk compromis slechts een tussenstap kan zijn naar een eindbestemming waarin efficiënt bestuur berust op een maatschappelijk draagvlak in plaats van een toenemende polarisatie tussen twee gemeenschappen die nog weinig gemeen hebben.

Daarom moet het compromis van JLD getoetst worden aan de eindbestemming die goed bestuur mogelijk maakt en de enorme geldverspilling van de Belgische ziekte stopzet.
Wie voor een efficiënt unitair bestuur is dient na te gaan of dit compromis de centrumzoekende krachten versterkt (onder meer door herfederalisering van bevoegdheden en een grotere politieke en culturele verstrengeling van Franstaligen en Nederlandstaligen in gans België, vooral in Brabant).
Wie voor een efficiënt confederaal systeem is, dient na te gaan of dit compromis zorgt voor meer decentralisatie en minder overlapping en inzake BHV een duidelijker scheiding van de culturele materies en een duidelijker afgebakend grondgebied.
Iedereen wordt verliezer als het compromis allebei tracht te verzoenen en dus slechts het huidig geldverslindend en polariserend institutioneel systeem bestendigt.

Maar in eerste instantie moeten de politici ervoor zorgen dat het compromis duidelijk is. Daarom mijn oproep aan de beleidsverantwoordelijken en vooral ook de media: Zodra het compromis gekend is moet u de bevolking op een correcte, volledige en ondubbelzinnige manier informeren.

Vanuit een Vlaamse invalshoek lijkt het ongemeen belangrijk om op volgende vragen een duidelijk antwoord te krijgen:
1. Wordt op lange termijn de pacificatie tussen beide taalgemeenschappen bevorderd of bevat het compromis reeds de kiemen voor een nieuwe polarisatie tussen de gemeen-schappen?
2. Wordt een einde gemaakt aan het electoraal opbod op basis van taalaanhorigheid?
3. Wordt door het compromis Brussel als federale hoofdstad een warmere ‘terre d’accueil’ voor alle Nederlandstalige inwoners én pendelaars of wordt de dienstverlening verder gemarginaliseerd?
4. Worden de kansen op een versterking van het Vlaams karakter van Vlaams Brabant verbeterd of verder uitgehold?
5. Maar vooral is het een stap in de richting van het einddoel, waarbij men nog slechts datgene samen doet waarvoor er een gemeenschappelijke visie én draagvlak bestaat?

Wanneer de media ook ditmaal de volksverlakkerij steunen, dan vervullen ze hun belangrijkste opdracht niet; dat is schuldig verzuim. Helaas, komt dat vooral de regerende krachten goed uit, want het institutionele loodgieterswerk is niet gediend met een goed geïnformeerde bevolking.

Pjotr
ANDERS GELEZEN verschijnt op maandag/dinsdag of als het de moeite loont.

21 april 2010

Het ideale compromis is pure volksverlakkerij

ANDERS GELEZEN

Op Canvas bij Phara, dinsdag: Alain De Gerlache, RTBF journalist, hoopt op een ideaal want dubbelzinnig compromis over BHV. Dat de Vlamingen zich op de borst mogen kloppen omdat BHV eindelijk gesplitst is. Dat de Franstaligen zich op de borst mogen kloppen omdat de grond Vlaams gebleven is maar alle Franstaligen in de Vlaams Brabant (meer) aansluiten bij het tweetalig Brussel. Hoezee, het territorialiteitsprincipe verzoend met het personaliteitsprincipe: de Vlamingen de grond, de Franstaligen de mensen.

Dat is België op zijn mooist: volksverlakkerij als sublieme uitkomst van het traditionele loodgieterswerk waar België zo fier op is.

Waarop baseert hij zich? De apparentering zoals uitgelegd in dS (20/04): “Apparentering is een systeem voor het toekennen van de restzetels na verkiezingen. Elke partij krijgt evenveel zetels als het aantal keer dat de kiesdeler in haar stemcijfer gaat. Dan blijven er nog reststemmen over, die niet voldoende zijn om de overgebleven zetels rechtstreeks binnen te halen. De apparentering maakt het mogelijk dat een partij een zetel haalt in een kieskring waar ze bijna geen stemmen kreeg, dankzij de overschotten van andere kieskringen. Franstalige partijen worden dus aangemoedigd om campagne te voeren in heel Vlaams-Brabant, daar waar ze dit tot nu toe alleen in BHV doen. Ze moeten bovendien geen eenheidslijst meer gebruiken, zoals de Union des Francophones (UF) vandaag, maar kunnen aparte lijsten indienen. Het resultaat wordt vaak als onrechtvaardig aangevoeld”. Hoeft het een betoog dat dit onderdeel van het JLD voorstel volledig haaks staat op wat de Vlamingen willen, namelijk dat door de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde partijen in de andere taalgemeenschap géén stemmen meer kunnen ronselen, zoals de Franstalige partijen nu wel kunnen in de kieskring BHV. Overigens opnieuw strijdig met het gelijkheidsbeginsel want enkel geldig in Vlaams en Waals Brabant en niet in de andere provincies.

Staatsmannen schelden niet
Kanaal Z, de zender van Knack laat regelmatig gezaghebbende én interessante stemmen aan bod komen. Een aanbevolen zender maar het lukt ze niet altijd. Maandag 19/04, keek ik naar een interview van Guy Polspoel met Marc Eyskens. Zijn commentaar op de BHV saga is zo voorspelbaar dat weinigen er nog iets aan hebben. Het klassieke argument, als men stemt in het parlement valt de regering en wordt BHV niet gesplitst, vormde begin en eindpunt van zijn belgicistische redenering. Maar nu kwam er nog een toetje bovenop, ook al heel klassiek, doemdenkerij die moet bang maken: als de regering nu valt zal de kredietwaardigheid van België zakken en zitten we met Griekse toestanden. Zucht. Tot zover Eyskens zelve, de lichtjes schizofrene professor die jarenlang studenten aanzette om zelf na te denken maar nu liefst heeft dat men slaafs zijn belgicistische opinie volgt. Bij gebrek aan valabele argumenten toverde hij daarbij een paar scheldwoorden vanonder zijn borstelige wenkbrauwen, die hem duidelijk niet alleen het zicht belemmeren maar ook het inzicht doen verliezen: “al wie denkt dat men BHV moet splitsen via een stemming zijn idioten en/of hypochriete mensen”. Vooral die laatste kwalificatie klinkt uit de mond van een gepatenteerde tsjeef - die ooit een briljant diplomaat opofferde om zijn hachje als buitenlandminister te redden - heel indruk-wekkend.

Et vogue la galère : Jean-Luc Dehaene, de Vlaming.
In La Libre Belgique klonk het zo (21/04): « Didier Reynders (MR), Elio Di Rupo (PS), Jean-Michel Javaux (Ecolo) et Joëlle Milquet (CDH) s’étaient concertés avant de faire face à Dehaene et Leterme. Un francophone: On en a ras-le-bol de Jean-Luc Dehaene. Il nous mène en bateau, ce qu’il nous offre est ridicule, et ce cirque ne va plus durer longtemps". Verder in het artikel staat volgende : "Jean-Luc Dehaene était comme une locomitive: il n’écoute personne, il fonce, il fonce et il va se retrouver dans le mur".

In zijn editoriaal schrijft Francis Van de Woestyne (een mooie Vlaamse naam) : « Mais il faut se réjouir du sursaut francophone et du choix, posé par les présidents du MR, du PS, du CDH et d’Ecolo de réaffirmer fermement leurs positions. Car sans appeler à une logique de front contre front, les francophones n’ont d’autre choix, face à la détermination flamande, que de s’opposer, unis, à ce qui est inacceptable ou indigne. Chacun devra sortir la tête haute de la négociation. Pas à genoux ».

Bij dit alles vergeet men dat Vande Lanotte (SP.A) ooit zei dat de spltising van BHV een probleem was voor de Franstaligen. Jammer dat de Vlaamse regeringspartijen zo kort van geheugen zijn. Louis van Leuven, die eveneens bij Phara, maar bovenstaande editoriaal in LLB nog niet gelezen had, geeft het compromis 75 % kans op slagen. Gelukkig zei hij er niet bij wanneer dat zou zijn. Hij ziet wel twee kleine hindernissen: De MR met het FDF en het congres van CD&V. Wanneer CD&V dit compromis, of een nog ergere versie, zou aanvaarden, verliest de Vlaamsgezinde vleugel elke geloofwaardigheid.

En hoe zit het met de Vlaamse regering? Open VLD liet alvast weten (LLB) dat ze Kris Peeters niet willen depanneren, mocht N-VA de stekker eruit trekken. Ik gok dan toch liever op die 25 % dat het niet lukt. De volgende opportuniteit lijkt begin 2011, na het Europese voorzitterschap. Ondertussen kan de federale regering in rustige vastheid verder slapen en de problemen voor zich uitschuiven. De afbraak van het sociaal stelsel is maar een detail. Of om het op zijn Van Cauwelaert’s te zeggen: Het federale huis is nu helemaal uitgewoond, de Belgische politiek heeft haar laatste greintje waardigheid verloren.

Wordt vervolgd.

Pjotr
ANDERS GELEZEN verschijnt op maandag/dinsdag of telkens het de moeite loont.