MEDIA EN POLITIEK ANDERS GELEZEN
Deze provocatieve titel - vooral wanneer het
gaat over de senior writer van Le Soir, Béatrice Delvaux - zal nooit te
lezen zijn in een Vlaamse krant, laat staan in De Standaard.
Le Soir en intentieprocessen tegen alles wat Vlaams is: het
is ‘un mariage d’amour-propre’. Daarbij speelt Béatrice Delvaux de rol van
Pasionaria (è un appellativo
riferito solitamente a personaggi di sesso femminile particolarmente impegnati
in attività politiche o ideologiche). De ideologe van het Brusselse politieke
establishhement.
De Standaard, een krant zonder ballen
Herinnert u zich nog Peter Vandermeersch als
hoofdredacteur van de krant DS? Hij zette in volle verkiezingstijd (voorjaar
2007) een samenwerking op met de krant Le Soir. Hun doelstelling publiceerden
ze samen in hun kranten: ‘Tegenover de fictie van de televisiereportage van de
RTBF (Bye Bye Belgium) plaatsen De Standaard en Le Soir de volgende weken de
realiteit. En die realiteit is dat we samen willen verder gaan en een scheiding
niet aan de orde is.’ Maar uit de bijdragen blijkt, weliswaar omfloerst, dat
het er bij de Franstalige ‘zusterkrant’ wel heel anders aan toe gaat. Op het
einde van de reeks schreef Vandermeersch dat het niet echt een succes was, dat
de verschillen toch wel groter waren dan gedacht.
Na onderzoek[1]
bleek vroeger al dat DS informatie selectief vergaart en publiceert. Dat
anti-Vlaamse opiniestukjes van ‘vooraanstaande stemmen’ de bovenhand halen, gaf
ook de ombudsman Tom Naegels toe. Maar er is meer mis met de bijdragen van
derden die DS publiceert. Daar waar we van een krant met ballen mogen
verwachten dat de journalisten zelf kritische analyses brengen op basis van
eigen onderzoek, wordt in DS elk gevoelig onderwerp uitbesteed aan een beperkte
schare ‘gelijkgestemde’ bekenden. Zo ondersteunt de krant bepaalde maatschappelijke
visies (en negeren ze andere, zoals rechtse en Vlaamsgezinde, zoveel mogelijk).
Ze vergeten daarbij dat een selectief toegepaste vrije meningsuiting, geen
vrije meningsuiting meer is maar manipulatie.
Sinds de periode van Peter Vandermeersch mogen wij regelmatig
columns lezen van Franstalige ‘vooraanstaande stemmen’, waar op zich niets mis
mee is. Onder deze invloedrijke personages, ook Béatrice Delvaux. Een
Pasionaria waar haar Vlaamse muizekes bij De Standaard, duidelijk heel onderdanig
naar opkijken. Toch zijn haar opiniestukjes zoals de laatste (4/10) in DS, niet
ongevaarlijk. Ze leert ons immers hoe wij net zoals zij - de Franstalige
Brusselaars en hun Vlaams-Brusselse spruitjes - moeten denken over de plaats en
rol van Brussel.
Dikke nekken van Le Soir
In Le Soir krijgt het editoriaal van Delvaux de
titel mee: ‘C’est Bruxelles qu’ils assasinent’. Wie die ‘ils’ zijn wordt al
snel duidelijk. Verder in de tekst heeft ze het over ‘l’assassinat de
Bruxelles’. Geen twijfel mogelijk, er is een moordenaar aan het werk. En die
moordenaar is de minister voor de Vlaamse Rand, Ben Weyts. Voor alle
duidelijkheid, een editoriaal weerspiegelt niet de mening van de auteur maar
van de redactie.
Dat men in Le Soir geen last heeft van bombastische
taal weten we al langer. Dat de krant, net als Brussel zelf, wat graag een
externe vijand opvoert is een aloude truuk om de eigen tekortkomingen te
verdoezelen. Het is de schuld van de Vlamingen dat België niet goed werkt, maar
dat wist u al. Het is de schuld van de Vlamingen dat Brussel geen geld genoeg
heeft, maar dat wist u ook al. En nu is het ook de schuld van de Vlamingen dat
de Vlaamse culturele aantrekkingskracht alleen bestaansrecht heeft wanneer het
Brussel ten goede komt.
De kern van haar oprisping gaat niet over het
onderwerp van haar woede – dat ik daarom nog niet eens vermeldde. Het gaat erom
dat de Brusselse francofiele dikke nekken vinden dat de hoofdstad niet ten dienste moet staan van de gemeenschappen maar
net andersom. Dat Vlaanderen en zeker het randgebied er is om Brussel te
dienen.
Filosoof en professor Philippe Van Parijs verwacht zelfs nog meer van ons. Het
probleem van Brussel is volgens hem te wijten aan twee belangrijke oorzaken. Te
weinig ruimte en een gebrek aan liefde. Zo schreef hij mij: ‘Brussel heeft zoals alle steden en dorpen
in de wereld een vorm van liefde nodig, van empathie, van tederheid.’
Ook Beatrice Delvaux zit op die golflengte en wil liefde
voor een Brussel XXL. Waar Dilbeek, haar woonplaats, uiteraard ook bij hoort.
Zij schrijft het zo: ‘Stel
u het schitterende aanbod voor – met ruime middelen, een diversiteit van zalen
en van inhoud – dat het Belgische, multiculturele, internationale publiek zou
krijgen als we de infrastructuur en het talent van de metropool zouden
coördineren in een Brussel XXL.’ Of hoe een ‘Brusselse Pasionaria’ denkt als
een klein muizeke:
Vrienden,
als ge van ze leive ne zatlap ziet,
respecteit em en beziet em mee tact
want ge kunt nooit nie weten voor wie em z’en eigen pakt.
respecteit em en beziet em mee tact
want ge kunt nooit nie weten voor wie em z’en eigen pakt.
Toren van Ruisbroek werpt schaduw over Brussel
Wat is nu de aanleiding voor deze ‘matraquage’ door Delvaux?
Ben Weyts heeft het plan opgevat om een cultuurtoren te bouwen in Ruisbroek,
inclusief podia en tentoonstellingszalen. Een plan dat reeds maanden gekend is
en opgenomen in het GRUP (het Gewestelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan). Voor
de tijd dat Weyts minister was maar door dergelijk pietluttig detail laat een
Brussels madammeke zich niet tegenhouden. Moord en geen gewone concurrentie met
de Brusselse tempels die in permanente geldnood verkeren wegens te weinig
Franstalige inbreng. Moord, want het opzet van Weyts kan alleen maar
ideologisch zijn. Een grotesk intentieproces en het is opletten geblazen, want wie
haar niet gelooft (zoals CD&V en Open VLD) is of dom of medeplichtig. Zo blijkt het bij lezing van haar column in
DS: ‘Waarom zegt de N-VA, die in de stuurcabine van de Vlaamse
regering zit en binnenkort ook federale sleutelposities zal innemen, niet
eerlijk wat haar plannen en intenties zijn? En waarom doen de partijen die de
macht met haar delen, CD&V en Open VLD, alsof zij niets zien en niets
horen? Zijn ze dom of zijn ze medeplichtig?’ Beste mevrouw Beatrijs, soms is
het goed om eens in de spiegel te kijken. Daar staat soms de waarheid
levensgroot te lezen.
De keuze van de titel in DS vind ik wel geslaagd. ‘De pot op met
Brussel!’ Immers, wie het in zijn broek doet
van schrik weet maar al te best dat een ‘pot’ een heel bruikbaar gerief is. Brussel
op de pot en zelfs al zou het ‘van de pot gerukt’ zijn, dan nog blijft het een
omschrijving die bewijst dat het Nederlands veel fijnzinniger is dan een Franstalige
ordinaire passionele moord.
Het ergerlijke aan dit opiniestukje is wel dat argeloze
lezers een verkeerd beeld opgedrongen krijgen. Wanneer Delvaux duidelijkheid
eist van N-VA over haar bedoelingen, dan zouden zij en de francofiele
Brusselaars eens duidelijkheid mogen verschaffen over hun bedoelingen met de ‘Communauté métropolitaine de Bruxelles’. Een cadeau
die de Franstaligen bij de zesde staathervorming kregen en aan hun achterban
uitleggen als een manier om Brussel op termijn te kunnen uitbreiden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten