Media en politiek anders gelezen
Deze bijdrage werd gepubliceerd op De Bron (met foto's) en is binnenkort op aanvraag ook beschikbaar in het Engels.
PIERRE THERIE – De gedoodverfde kandidaat als opvolger voor
de F16 is de Joint Strike Fighter (JSF) of F35 van Lockheed Martin. Een exclusief
gesprek met Yung A. Le, Director Business Development
– Northern Europe, over de
kostprijs en nog veel meer.
Ter inleiding
Onlangs besliste de Belgische regering om de F16 te
vervangen door een nieuw gevechtsvliegtuig. De grootste kanshebber (hoewel dat
formeel ontkend wordt) is de JSF of F35 Lightning II. In de traditionele media hoorden
en lazen we vooral politiek-geïnspireerde kritiek, wegens ‘niet nodig’ of ‘te
duur’. Op diverse fora regende het kritische technische bemerkingen, meestal
geschreven door gewezen piloten. En vooral heel veel vragen. Tijd voor enkele
antwoorden. Daarom hadden we een drie uur durend exclusief onderhoud met Yung
A. Le en Danny Van de Ven (BRIDAN consultancy) op de zetel van Lockheed Martin
aan de Louizalaan te Brussel.
Op die andere cruciale politieke vraag, of België al dan niet
moet kiezen voor de JSF/F35A, wordt hier niet ingegaan. Maar geen nood, ook
daaraan zullen we de nodige aandacht besteden. Want het gaat om veel geld, maar
niet alleen om geld.
Voorbeschouwingen
Een strategische visie
Alleen grote staten, zoals de VS, slagen erin om een
strategische visie op lange termijn te ontwikkelen en daarvoor ook nog de
nodige financiële middelen te voorzien. Voor de strijdkrachten van een land dat
de ambitie heeft om wereldleider te zijn en te blijven, is de opdracht eenvoudig
en tegelijk uiterst uitdagend: steeds beschikken over meer en betere
operationele capaciteiten dan de potentiële tegenstanders.
In deze evolutionaire militaire visie is de F35 één van de cruciale
wapensystemen. Daarenboven is dit vliegtuig een overgangsoplossing, in
afwachting dat onbemande vliegtuigen de hoofdrol overnemen van bemande. Wat
niet belet dat er, weliswaar in mindere mate, altijd bemande vliegtuigen nodig zullen
blijven.
Met de toenemende militaire capaciteiten van de potentiële
tegenstanders is de Amerikaanse regering blijkbaar tot de conclusie gekomen dat
de bestaande vliegtuigen van de vierde generatie, zoals de Amerikaanse F18 Super
Hornet (in gebruik sinds 2007) en de F22 Raptor (in gebruik sinds 2005) niet meer voldeden. Ook de andere kandidaten
voor de opvolging van de F16 zijn van
dezelfde (voorbijgestreefde?) generatie: de geciteerde F18 (US), de Eurofighter
(GE/UK), de Rafale (FR) en de Zweedse JAS39 Gripen.
Daarom dus de F35, ‘The Centerpiece for 21st Century Global
Security’, een nieuwe generatie die ontworpen werd om wel een antwoord te bieden
op de nieuwe bedreigingen.
Dat deze ‘never-ending’ wapenwedloop voor grote
vliegtuigbouwers zoals Lockheed Martin noodzakelijk is voor hun overleven, is wellicht
een argument dat meespeelde. Maar dat is ook het geval voor de concurrenten.
Belangrijke keuzes
De VS hebben een traditie om permanent aanpassingen aan het
bestaand materieel te ontwikkelen. Maar slechts wanneer er een ‘window of
opportunity’ is (lees als er vraag naar is) worden deze verbeteringen ook
effectief op de markt gebracht. Het is zelfs een vanzelfsprekend gegeven
geworden dat dure gevechtsvliegtuigen permanent geüpgraded worden. In militair
jargon heet dat een ‘block’. Wie op Wikipedia zoekt naar de upgrades
voor de F16 zal verbaasd staan over de talrijke verbeteringen die dit
vliegtuig onderging in de loop van zijn operationeel leven.
Met de F35 gaat men een nieuwe weg op. In plaats van te
kiezen voor upgrades koos men voor een totaal nieuw concept. Dat verklaart
wellicht de (te) lange ontwikkelingsperiode. Daarenboven werden twee cruciale beslissingen
genomen.
- Voor het eerst wordt slechts één vliegtuigtype gebouwd dat moet voldoen aan de specifieke eisen van drie verschillende gebruikers: de Air Force, de Mariniers en de Navy. Daarom werden drie varianten voorzien: de klassieke F35A voor de Luchtmacht. De F35B (verticale landing) voor de Mariniers (Special Forces) en de F35C (Navy versie voor vliegdekschepen)
- De tweede beslissing was om het vliegtuig samen met partners te ontwikkelen en te bouwen. De naam ‘Joint Strike Fighter’ staat dus voor zowel de gemeenschappelijke ontwikkeling als voor het gemeenschappelijk gebruik van de F35.
Kennismaking met de JFS / F35 Lightning II
Onderstaande informatie is de
neerslag van het onderhoud met Mr Yung Le, Business Devellopment Lockheed Martin.
De ontwikkeling
Het gedeelte "concept and study” van het programma werd
opgestart in het begin van de jaren 90 met het programma JAST tussen de US en
de UK. De winnaar van het JSF programma werd aangekondigd in 2001 met de
onmiddellijke start van de fase ‘System Development and Demonstration’ (SDD)
nadat Lockheed Martin werd geselecteerd. De USA heeft daarna andere partners
uitgenodigd om deel te nemen aan het programma. Deze landen, naast de USA en
UK, zijn: Canada, Denemarken, Nederland, Noorwegen, Italië, Turkije en als
laatste Australië. Door deelname aan de ontwikkeling, waarvoor ze betalen maar
ook inbreng hebben, zijn deze landen verzekerd van deelname aan de industriële
productie. Elk land produceert een onderdeel van het vliegtuig. Voor Nederland
is dat de firma Fokker Aerostructures dat onderdelen van de structuur (deuren,
…) bouwt en de ganse bekabeling levert. Landen die niet deelnamen aan deze
ontwikkeling (en investering) kunnen dus nog enkel deelnemen als subcontractant.
Voor België levert Barco de schermen in de cockpit. Zopas heeft Barco echter
zijn militaire divisie verkocht aan een Amerikaans bedrijf. In totaal zijn er
momenteel bijna 1500 bedrijven betrokken
bij de productie.
Volgens Yung Le ligt de ontwikkeling op schema, ondanks de
diverse moeilijkheden die onvermijdelijk zijn bij dergelijk vernieuwend
project. Gevraagd naar de belangrijkste actuele uitdaging verwees hij naar de
fusie van de enorme hoeveelheid informatie (via de sensoren) die de piloot moet
‘managen’.
Volgens zijn informatie zal in 2017 de ontwikkeling afgerond
zijn en is de definitieve versie van de F35 klaar voor productie. Wat nadien
volgt wordt opgenomen in upgrades (de fameuze blocks).
De vijfde generatie
Wat is het verschil tussen de vierde en vijfde generatie?
Wat de F35 onderscheidt van de bestaande vliegtuigen is
hoofdzakelijk zijn eigen beschermingscapaciteit. Daardoor kan het dieper in
vijandig gebied opereren. Deze capaciteit is te danken aan een combinatie van lage zichtbaarheid (stealth), performante sensoren
die in een breed spectrum ver vooruit kunnen waarnemen, de mogelijkheden om
radarinstallaties (ook punctueel) te storen (Electronic Warfare - jamming) en
tenslotte de hoge graad van informatiedeling.
Enkele voorbeelden om deze capaciteiten te illustreren:
Voor een vliegtuig geldt het principe: als eerste kunnen zien
en als eerste kunnen schieten. Welnu de vliegtuigen van de vierde generatie
zijn ongeveer in balans met de capaciteiten van de potentiële tegenstanders,
terwijl de F35 veel vroeger de tegenstreven kan zien en aanvallen (in geval van
radars, vernielen of ontwijken).
Door de zeer lage zichtbaarheid (volledige onzichtbaarheid
bestaat niet) wordt de effectieve radius waarin radars het vliegtuig kunnen
ontdekken veel kleiner terwijl de piloot zelf door de sensoren zelf meer radarlocaties
kan ontdekken en dus vermijden.
Door de automatische real-time gegevensuitwisseling over de
omgeving kan sneller ingespeeld worden op bedreigingen.
Maar precies deze toegenomen mogelijkheden vergen van de
piloot andere capaciteiten dan actueel het geval is. Waar een piloot in de
vroege jaren dank zij zijn behendigheid als ‘vliegenier’ een oorlogsheld kon
worden, is dat nu nauwelijks nog het geval. De F35 piloot zal veel minder
vliegenier zijn en veel meer een manager van informatie. Ook dat is een
aanwijzing dat de F35 een stap is op weg naar onbemande vliegtuigen.
De F35 is ontworpen voor de uitvoering van volgende
opdrachten:
Air-to-Air
(fighter);
Air-to-Ground
(bomber);
Intelligence, Surveillance and Reconnaissance (Inlichtingen
verzamelen, bewakingsopdrachten en verkenningsopdrachten);
Electronic attack (aanvallen van electronica)
Command and Control (Commandocentrum voor operaties).
Op de vraag of de F35 het enige vliegtuig is dat in de toekomst
gebruikt kan worden voor nucleaire opdrachten kreeg ik volgend antwoord: “Dat
is een vraag die enkel kan beantwoord worden door de Amerikaanse regering. Maar
zo voegde hij er aan toe: de F35 zal binnen afzienbare tijd wel nog het enige
gevechtsvliegtuig zijn waarover de US Air Force zal beschikken.
Wanneer enkel nog NAVO partners die beschikken over de F35 zouden
belast kunnen worden met nucleaire opdrachten, roept dat een interessante vraag
op: wat met de NAVO-landen die geen F35 hebben?
De prijs
Zowat iedereen verwijt Lockheed Martin (en de Amerikaanse
regering) om geen klare wijn te schenken. Wij deden de moeite om het te vragen
en kregen wel een duidelijk antwoord.
Vooreerst maakte Yung Le duidelijk dat Lockheed Martin wegens
de veiligheidsvoorschriften enkel mag verkopen aan de Amerikaanse regering. Daarom
wordt alleen onderhandeld met de VS-regering over de prijs (ook voor vliegtuigen
van andere landen). Dus ook wanneer België beslist om de F35 te kopen zal het
de Amerikaanse regering zijn die over de prijs zal onderhandelen met Lockheed.
Er bestaan heel wat misverstanden en de bedragen die
aangehaald worden variëren van 100 tot 150 miljoen euro per vliegtuig. Deze
misverstanden hebben vooral te maken met twee verschillende prijzen: de kostprijs
voor één vliegtuig (URF, Unit Recurring
Flyaway per aircraft) en de systeemprijs (of programmaprijs). Deze laatste
omvat naast het vliegtuig alles wat nodig is om het vliegtuig operationeel te
maken: een initiële stock wisselstukken, initiële fabriekssteun, uitrusting
voor het onderhoud, simulatoren, opleiding piloten en technisch personeel,
wapens en IT ondersteuning. Dit complete pakket verschilt van land tot land en wordt
expliciet vermeld in de overeenkomst die elk land sluit (LOA – Letter of Offer
and Acceptance) met de Amerikaanse regering. Deze LOA heeft een af te spreken looptijd
van meerdere jaren.
De URF prijs (de naakte
stuksprijs)
Voor het eerste vliegtuig werd in 2007 ongeveer 250 miljoen dollar
betaald. In 2013 bestelde het Amerikaanse ministerie van defensie 29
vliegtuigen en budgetteerde daarvoor (per stuk) ongeveer 125 miljoen dollar. De
werkelijke prijs lag daar iets onder, aldus Yung. In 2014 werden 29 F35 besteld
en momenteel zijn de onderhandelingen over de prijs nog niet afgerond. Naarmate
de aantallen toenemen zal de prijs per stuk gevoelig dalen en zal na het
beëindigen van de ontwikkeling (2017) een exemplaar (bestelling in 2018) nog hooguit
85 miljoen dollar of zo’n 70 miljoen euro kosten. Dat zijn ten
minste de vooruitzichten.
Die 85 miljoen dollar is de prijs die de US (en de
partnerlanden) betalen. Voor België is de prijs dezelfde maar dient een
‘kleine’ (dixit Yung) meerprijs betaald te worden als aandeel in de
ontwikkelingskosten. Hoeveel dat supplement zal bedragen is onderwerp van de onderhandelingen
met de Amerikaanse regering.
De systeemprijs
Vermits deze voor elk land verschillend is en voor een deel
buiten de competentie van Lockheed Martin valt, baseren we ons op één concreet geval.
Namelijk Zuid Korea dat binnenkort een LOA voor 40 vliegtuigen zal afsluiten en
daarvoor een budget van 7,1 miljard dollar of ongeveer 5,7 miljard euro
voorzag. De systeemprijs bedraagt dus zowat 142,5 miljoen euro per
vliegtuig. Voor de berekening van de systeemprijs die België zal moeten betalen
is het dus nog te vroeg, maar nog niet te laat om alvast alle kandidaten te
beoordelen op basis van hun systeemprijs.
Deze informatie maakt duidelijk dat
wie alleen spreekt over een vliegtuigprijs aan misleiding doet.
Over de exploitatiekosten voegde Yung Le nog een opmerking
toe: namelijk dat een vliegtuig waarvan meer dan drieduizend exemplaren worden
geproduceerd veel goedkoper is inzake exploitatiekosten dan een vliegtuig dat
slechts in ‘honderdtallen’ wordt gebouwd. Zijn bewering lijkt echter niet in overeenstemming
met de bevindingen van het US Government Accountability Office (USGAO) waar men
de ‘Operating & Support cost’ voor de F35 berekende voor het fiscaal jaar
2010, maar voor het maximum voorzien aantal vliegtuigen dat pas in 2040 zal
bereikt worden. Volgens deze officiële bron bedraagt de jaarlijkse O&S kost
19,9 miljard dollar. Vermits volgens de gegevens van Lockheed de VS voorziet om
1763 F35A, 420 F35B en 260 F35C (samen 2.443 vliegtuigen) te kopen, komt deze
jaarlijkse O&S kost op meer dan 8 miljoen dollar of ongeveer 6,7 miljoen
euro per vliegtuig.
Hiermee geconfronteerd verwees Yung Le naar een reactie van
het ‘F35 Joint Program Office’. Daarin
verwijzen ze naar de continue verbeteringen die in het ‘life cycle’ programma
gerealiseerd werden sinds het gebruikte referentiejaar 2010. Alleen al in 2013
werden 200 verbeteringen aangebracht in de onderhoudsactiviteiten, inclusief
technische vernieuwingen waardoor de maintenance sneller en goedkoper wordt. Ter afsluiting schrijft men dat verdere
inspanningen zullen zorgen voor een verdere daling van de ‘life cycle cost’: “Finding
efficiencies and improving processes in a program as complex as F-35 is a
constant challenge that requires tremendous vigilance and oversight - the F-35
Joint Program Office will remain engaged and continue to leverage progress that
supports affordable sustainment solutions for the U.S. services and our partner
nations."
Deze reactie is ongetwijfeld een positief signaal maar het
blijft wel een grote uitdaging om de exploitatiekosten op een aanvaardbaar
niveau te krijgen.
Compensaties
Vermits de US en de partnerlanden de productie onder mekaar
verdeelden blijft er voor firma’s van andere landen (waaronder België) enkel de
mogelijkheid over om voor een van de gecontracteerde firma’s een opdracht als
toeleverancier in de wacht te slepen. Maar hierover was Yung Le zeer duidelijk:
dat is geen kwestie van compensatie (waarover kan onderhandeld worden). De
keuze gebeurt louter op basis van commerciële en technische voorstellen. Hij
verwees hierbij naar Barco dat zo’n contract in de wacht sleepte. (nvdr: Barco
verkocht zopas zijn militaire divisie aan een Amerikaans bedrijf).
Problemen? Welke problemen?
De waslijst met technische vragen zoals die te vinden is op
diverse websites (zoals deze)
is lang. Het was niet mogelijk om Yung daarmee te confronteren maar toch enkele
vragen die we in volgende bijdragen ongetwijfeld nog verder zullen uitdiepen.
Vooraleer in te gaan op de vragen maakte Yung
Le duidelijk dat er voor de VS en zijn firma heel veel op het spel
staat. Wat er ook gezegd wordt, de VS zullen hun ontwikkelingspartners niet in
de steek laten en het project omwille van welke problemen dan ook stopzetten,
zoals sommige
critici graag zouden hebben. Trouwens, zo stelde hij de retorische vraag:
wat is het alternatief?
Daarenboven merkte hij op dat de ontwikkeling van een
project waarin zo veel spitstechnologie verwerkt zit, onvermijdelijk
geconfronteerd wordt met onvoorziene uitdagingen. Dat was ook in het verleden telkens
het geval.
Een belangrijke vraag waarop ik geen duidelijk antwoord
kreeg is of de ‘window of opportunity’ (of het nu het juiste moment is om de
F35 in gebruik te nemen) wel erg smal geworden is. Enerzijds zijn de
tegenstanders in de meeste conflicten helemaal niet uitgerust om het hoofd te
kunnen bieden aan de huidige generatie gevechtsvliegtuigen (volgens een bron
waren er geen verliezen meer sinds de Vietnam-oorlog en dus is de F35 nog niet noodzakelijk).
Anderzijds komt de F35 door zijn lange ontwikkelingsperiode (nu al meer dan twintig
jaar) wellicht te laat. Vooral de belangrijkste eigenschap, de onzichtbaarheid
(stealth), zou wel eens relatief snel kunnen gecounterd worden door de evolutie
in de radartechnologie (passieve radars). En laat het nu net de ‘stealth’ capaciteit
zijn die zorgt voor beperkingen inzake nuttige lading (bewapening) en
actieradius.
Dat leidt tot een nogal opmerkelijke conclusie, namelijk dat
de F35 hoofdzakelijk bedoeld is voor een eventuele toekomstige oorlog met
Rusland en/of China als tegenstanders. Immers enkel deze twee landen zullen
binnen afzienbare tijd in staat zijn om de huidige vierde generatie
gevechtsvliegtuigen te overklassen. Zouden er dan toch (Amerikaanse) generaals
zijn die de komende in plaats van de voorbije oorlog voorbereiden? Of deze
ontwikkeling ook zal zorgen voor de nodige afschrikking, dan wel drempelverlagend
werkt ‘om ten strijde te trekken’ is een andere niet onbelangrijke
overweging.
Op de vraag in hoeverre de ontwikkeling van de software
problemen stelt, antwoordde hij dat de vliegtuigen in gebruik geen problemen
hebben en dat software zoals bij elk project altijd mee evolueert en dat ook
hier het geval zal zijn.
Waarom werd ‘een stap achteruit’ gezet en gekozen voor éénenkele
motor, daar waar de recentste vliegtuigen allemaal meer dan één motor
hebben? Deze keuze is volgens Yung Le gerechtvaardigd omdat de
bedrijfszekerheid en de kracht van de
motor toegenomen is. Een academisch onderlegde bron heeft daar echter grote
twijfels bij. En het was alvast heel vervelend dat er tijdens de testen een
motor in brand vloog en er sindsdien strenge gebruiksbeperkingen zijn. Trouwens,
door dit incident miste de F35 deze zomer zijn ‘entree’ op de belangrijkste
vliegtuigshow in Farnborough, Engeland. Daarover verscheen reeds een
artikel op De Bron.
Nabeschouwingen
Zoals aangegeven in het begin van het artikel was de vraag
of België beter kiest voor de F35 of voor een bestaand vliegtuigtype, niet aan
de orde. Maar na deze kennismaking met de JSF/F35 zijn er wel een paar vragen
bij gekomen.
Zo lijkt het erop dat de keuze van de opvolger voor de F16 niet
enkel een kwestie van militaire prioriteiten of centen is, maar voor alles een
politieke keuze. In feite is het een zaak van (al of niet) vertrouwen in de
technologische keuzes van deze vliegtuigbouwer en zijn partners, en een blijk
van solidariteit met de Amerikaanse politieke keuze.
Die roep om solidariteit kan door de Europese NAVO-leden niet
zomaar genegeerd worden. Opvallend in dit dossier is opnieuw de vaststelling
dat de EU een militaire dwerg is die bij gebrek aan ‘politieke aandacht’ blijft
achterop hinken. Bizar dat juist zij die weigeren om een sterker
defensiecapaciteit uit te bouwen en liever schuilen onder de VS paraplu nu de
grootste tegenstanders zijn van de inspanning die de VS doen om ons ook in de
toekomst beschutting te kunnen bieden.
Anderzijds is de keuze voor de F35 tegelijk een afwijzing
van de andere West-Europese kandidaten. Het is, net zoals in het verleden met de
keuze voor de F16, altijd een beetje kiezen tussen solidariteit met de VS (NAVO)
of met de EU.
Daarenboven is er de vraag naar samenwerking met Nederland (die
koos voor de F35A) die bij de uiteindelijke politieke keuze ongetwijfeld ook
een rol zal spelen. Hoewel België daarom niet noodzakelijk dezelfde keuze moet
maken, is de synergie wellicht het groots wanneer ook wij kiezen voor de F35A.
Hoe dan ook, de keuze van een opvolger voor de F16 zal niet
eenvoudig zijn. De grote budgettaire impact over een lange periode van deze
‘aankoop van de eeuw’ verplicht de regering om een duidelijke en coherente
politieke visie op lange termijn te bepalen. Daarbij mag een publiek debat geen
vrijblijvende democratische oefening zijn. Aan dit debat zal De Bron/Anders Nieuws in elk geval actief
deelnemen.
Kiezen voor de F35 is kiezen voor
de hegemonie van de VS. Maar hebben we als geostrategische militaire profiteurs
wel een andere keuze?
Pjotr
Geen opmerkingen:
Een reactie posten