MEDIA EN POLITIEK - ANDERS GELEZEN
Het tot in detail becijferd verkiezingsprogramma van N-VA
was nauwelijks voorgesteld of sommige kranten lieten critici al volop met
scherp schieten. Zeldzaam waren de uitzonderingen die verder keken dan de
cijfers.
De gretigheid waarmee politieke opponenten het N-VA
verkiezingsprogramma afschoten, is wellicht goed nieuws voor N-VA. Vooral
links, met sp.a, PVDA en Groen, vindt in het N‑VA programma heel wat munitie.
Zonder dat ze het zelf beseffen gaan ze zodoende mee in de politieke keuze die
Bart De Wever voorstelt: kiezen tussen een N-VA model of het PS model.
Polarisatie tussen het nieuwe met duidelijke keuzes op basis van transparante
cijfers, versus het aloude ‘veel beloven en weinig geven doet de zotten in
vrede leven’. Zouden de Vlamingen rijp zijn voor zoveel transparante
verandering?
Ter rechterzijde valt Open VLD over de bijkomende
belastingen en negeert de voorstellen die ze zo zouden kunnen goedkeuren. Vanuit
het midden van het politieke bed vond CD&V niets over het Vlaams beleid.
Het deed ook lacherig over het ontbreken van de Vlaamse communautaire eisen.
Alles wat N-VA voorstelt kan ook zonder confederalisme, dixit CD&V.
Gelijk hebben ze allemaal, of wat dacht u.
België is een confederale staat …
Tijdens het VRT-programma ‘Reyers Politiek’ mogen alle
partijvoorzitters uitleggen waar hun partij voor staat. Gevraagd naar
wijzigingen aan de Grondwet stelde N-VA voorzitter Bart De Wever voor om Art. 1
te wijzigen. België is een confederale in plaats van een federale staat. Alle
bevoegdheden gaan naar de deelstaten Vlaanderen en Wallonië en twee regio’s,
Brussel hoofdstad en de Duitstalige regio. Enkel wat de twee deelstaten op
vrijwillige basis willen samendoen blijft op het confederale niveau.
Even terzijde, deze opdeling (twee plus twee) hoorden we
heel lang geleden al uit de mond van gewezen minister-president Luc Van den
Brande (CD&V).
Het zal er bij heel wat flaminganten als zoete koek binnen
gaan. Eindelijk nog eens een duidelijke communautaire uitspraak van de
voorzitter. Een welgekomen geruststelling na uitschuivers van de witte konijnen
die duidelijk meer moeite hebben met flaminganten uit ‘Vlaamse nesten’.
De Wever heeft volgens anderen als een geniaal strateeg
afscheid genomen van vaandelzwaaiend Vlaanderen en met zijn keuze voor een
sociaaleconomisch programma de romantische vlaggen vervangen door ‘facts and
figures’. De welvaart van Vlaanderen staat voorop en dat kan (als de
Franstaligen politiek solidair zijn) ook zonder onafhankelijkheid. Kan het
transparanter: Art 1 van de grondwet begint voor De Wever met ‘België’ en niet
zoals art 1 van het partijprogramma ‘met een onafhankelijk Vlaanderen’.
De bedenking van CD&V dat voor de uitvoering van het
sociaaleconomisch programma van N-VA helemaal geen confederale opdeling van
België nodig is, klopt.
Immers, artikel 35[1]
van de grondwet biedt nu reeds de mogelijkheid om alle federale bevoegdheden
over te hevelen naar de gewesten en gemeenschappen. Het voorstel van De Wever
om Art 1 te wijzigen is vooral belangrijk omdat hij ook een duidelijke keuze
maakt voor een indeling in enerzijds deelstaten (Vlaanderen en Wallonië) en
regio’s (Duitstalige en Hoofdstedelijke regio).
Toch is de kritiek van CD&V een zoveelste voorbeeld van
de typische ‘tsjevenpraat’ waarvoor de partij bekend staat. Dat men nu schamper
doet over het confederalisme van N-VA is nogal ongeloofwaardig vermits ze nog
niet zo lang geleden dezelfde opdeling van België voorstonden. Vraag het maar
aan Luc Van den Brande, Stefaan De Clerck en Yves Leterme. Ze zijn ook nogal
‘kort van memorie’ want het communautair programma van N-VA werd nog maar eind
vorig jaar bekend gemaakt. De Wever bevestigde dus slechts wat reeds geweten
is. Maar goed, nu ze het vergeten zijn kunnen ze ook niet meer schieten op het
separatisme van N-VA, zonder zichzelf tegen te spreken.
Toen Dehaene artikel 35 liet opnemen in de grondwet wist hij
dat het slechts lippendienst was. Een zoethouder voor de VU (Hugo Schiltz) en de flaminganten binnen de
eigen partij, want volgens hemzelf onuitvoerbaar. Inderdaad pure
volksverlakkerij vermits sinds 1970 de grondwet een ‘grendelgrondwet’[2]
geworden is. Daardoor is geen enkele aanpassing van de grondwet mogelijk zonder
de toestemming van de Franstalige minderheid. Dat N-VA met zijn confederalisme
die grendels overbodig maakt, is alvast een duidelijk verschil met de CD&V
en de andere traditionele partijen. Verwonderlijk dat CD&V vandaag nog
altijd die grendels accepteert en nooit, ook vandaag niet, de intentie had en
heeft om de mogelijkheden geboden door art 35 te gebruiken.
Even terzijde, zelfs voor de splitsing van het
kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, waarvoor een eenvoudige meerderheid
(zonder Franstalige meerderheid) in de Kamer volstond, had CD&V niet de
moed om het tot een stemming te laten komen in de plenaire zitting. Hoewel in
verkiezingstijd enkele CD&V politici hun borst nat maakten en met luide
stem een splitsing beloofden ‘zonder er een prijs voor te betalen’. Ook toen
ontbrak de spreekwoordelijke vijf minuten politiek moed. Hopelijk zijn voor de
partij de kiezers even vergeetachtig als de partijleiding.
Visie belangrijker dan cijfers
Maar wie enkel de cijfers leest – dat is alvast de bedoeling van de bestelde studie door De Standaard, De Tijd en de VRT – zonder de achterliggende maatschappelijke visie doet aan volksverlakkerij.
Hoofdredacteur van DS, Bart Sturtewagen, was voor zover ik
kon lezen de grote uitzondering die door de cijfers heen keek en aandacht
besteedde aan de visie van N-VA (DS 12/04):
‘De boodschap dat de overheid er
niet is om alle problemen op te lossen, is de kern.’
Sturtewagen
voegt daar nog enkele interessante bedenkingen aan toe: “Maar wat ze voorstelt,
is een complete cultuuromslag inzake de plaats van de overheid en de sociale
zekerheid in de samenleving. Voor de N-VA is iedereen eerst verantwoordelijk
voor zijn eigen lot. Wie hulp behoeft, kan die krijgen. Maar niet langer dan
nodig. Alleen wie echt niet mee kan, en daarop wordt streng toegezien, krijgt
blijvende steun. Zelfs wie het met de principes eens is, hapt naar adem bij de
voorgenomen driestheid. (…) De stroomstoot die de N-VA door de economie
jaagt met lastenverlagingen, indexsprong, forse besparingen in de werkloosheid
en strenge rem op de overheidsuitgaven, is de wervende belofte”.
De keuze voor ‘minder staat’ zal vooral in Wallonië op zwaar
verzet stuiten. Immers, zowel inzake het aantal politici als de partijgelieerde
tewerkstelling is Wallonië absolute koploper. We denken daarbij aan het
relatief veel groter aantal ambtenaren maar evenzeer aan het hoog aantal
beschutte werkplaatsen in allerlei intercommunales en ander regionale en lokale
organisaties.
Maar ook in Vlaanderen zijn er heel wat mensen die nu
profiteren van staatsteun die eigenlijk niet nodig is. Mooi meegenomen en
zolang de inkomsten voldoende groot waren hoefde men daar niet van wakker te
liggen. Maar wanneer men ziet welke achterstand ook Vlaanderen opgelopen heeft
in cruciale domeinen zoals de gehandicapten- en ouderenzorg, het ontoereikend
en sterk verouderd scholenpatrimonium, de toestand van het wegennet en de
verkeersopstoppingen, is het duidelijk dat ook Vlaanderen niet het geld meer
heeft om nog cadeautjes uit te geven die in het beste geval ‘nice to have’
zijn.
Daarenboven worden voor de
nieuwe bevoegdheden slechts een deel van de bijhorende financiële middelen
overgeheveld. Wie dus denkt hetzelfde te kunnen doen zoals voorheen, zonder dat
de mensen het zullen voelen, zal de eerste zijn om na de verkiezingen opnieuw
hun woord te breken. Visie, daar komt het vooral op aan.
Zijn de cijfers dan helemaal niet belangrijk? Neen, ook dat
is kort door de bocht maar ze worden pas relevant nadat het regeerakkoord
geschreven is. Een voorbeeld: N-VA stelt voor om de werkloosheidsuitkering in
de tijd te beperken tot twee jaar. Stel nu even dat ondanks de zware tegenstand
van andere partijen (en hun zuilen) er een akkoord mogelijk is om de beperking
vast te leggen op drie jaar in plaats van twee. Voor N-VA zou dat zeer
waarschijnlijk een aanvaardbare toegeving zijn want het
principe blijft overeind. Alleen klopt daardoor het becijferde programma niet
meer en zullen nog ander aanpassingen nodig zijn. Daarom zijn al die
goedbedoelde inspanningen om de kiezers een houvast te geven via cijfers vooral
goed voor de verkoopscijfers van de kranten.
No guts, no glory
Dat Bart De Wever met een ingrijpende verandering kiest voor
een ‘alles of niets’, zoals enkele commentatoren schrijven, is overdreven. Wat
is er roekeloos aan een voorstel voor de beperking van de
werkloosheidsuitkering in de tijd, wetende dat dit al in alle omliggende landen
van toepassing is? Wat is er opmerkelijk aan een indexsprong, wanneer we op 23
juni 2012 konden lezen in alle kranten dat zelfs JL Dehaene pleitte voor meer
besparingen én een indexsprong?
Sturtewagen wijst op het gevaar van een duidelijk programma
waarin ook harde maatregelen vervat zijn. Hij herinnert aan het verlies dat
Verhofstadt leed in 1995 en CD&V in 2003, toen ze naar de verkiezingen
gingen met de boodschap dat we de broeksriem zouden moeten aanhalen.
Met dat verlies van CD&V in 2003 viel het nogal mee: 870.749
stemmen voor de kamer tegenover 875.967 in 1999.
Maar inderdaad, het is een gok om te denken dat minstens 30
% van de kiezers voldoende begrip hebben voor noodzakelijke ingrijpende
veranderingen. Het paradoxale aan deze verkiezingsstrijd is dat de
tegenstanders van N-VA, de traditionele partijen, misschien wel kritiek kunnen
hebben op de ingrijpende maatregelen, maar tegelijk beseffen dat ze na de
verkiezingen ook zullen gedwongen worden om zware maatregelen te nemen. Dan
zouden de cijfers van hun verkiezingsbeloftes (voor de zoveelste keer) aantonen
dat ze onbetrouwbaar zijn.
Maar het blijft wel opmerkelijk dat een partij met zo’n
programma durft naar de kiezer trekken. We zijn het eerder gewoon dat
ingrijpende maatregelen genomen worden in achterafkamertjes en aansluitend door
de partijslaven worden goedgekeurd in het parlement.
Dat de Schotse nationalisten nek aan nek liggen in de
peilingen met de Britsgezinde Schotten is een aanwijzing voor het reveil van
regio’s, zoals we ook in België vaststellen. En net zoals de N-VA hebben ook de
Schotse nationalisten de vaandels opgeborgen en wordt gehamerd op goed bestuur
dat volgens hen enkel mogelijk is door autonomie.
Professor en N-VA kandidaat Hendrik Vuye, had voor de
PS een aangename boodschap (in Knack online): wees blij, zo liet hij de PS
weten, want dank zij het confederalisme zal de PS haar eigen programma
onverkort kunnen ten uitvoer brengen in Wallonië en Brussel. Dan hoeven ze
eindelijk geen rekening meer te houden met dwarsliggende Vlamingen.
Misschien is dat wel de cruciale vraag die Bart Sturtewagen
in samenwerking met de vrienden van Le Soir aan hun lezers kunnen voorleggen:
Denkt u dat Vlaanderen en Wallonië beter zelf voor de belangen van hun
bevolking kunnen zorgen in plaats van een federaal Vlaams/Waals/Brussels beleid
dat voor iedereen hetzelfde is?
Zeker en vast –
waarschijnlijk wel – waarschijnlijk niet – helemaal niet – geen mening
(schrappen wat niet past)
Citaten van de week
DS, kritiek opgetekend door Maarten Goethals: CD&V
van haar kant kan schieten op het ‘gebrekkig Vlaams karakter van het
N-VA-plan’. Hoezo? Het rept volgens christen-democratische tegenstanders met
geen woord over een mogelijk Vlaams beleid. De plannen die de N-VA voorstelt
kunnen perfect gerealiseerd worden in de huidige bestuursstructuur. De grote
institutionele omwenteling lijkt dus niet eens meer nodig om hun eigen ideeën
in de praktijk te brengen. Waarvan akte.
DM online: "Ik
kijk echt uit naar wat ze gaan vertellen", zegt econoom Paul
De Grauwe (London School of Economics). "Andere partijen hebben
grosso modo aangegeven waar ze zullen geven, maar niet in detail waar ze zullen
halen. Behalve bij miljonairs. Maar niemand durft zeggen dat ze pakweg een
btw-verhoging gaan doorvoeren."
Politicologen Nicolas
Bouteca (UGent) en Pascal Delwit (ULB) delen die
mening. Transparantie is alleen maar toe te juichen, en hoe meer hoe beter, menen
zij. "Dat hoort bij de democratie", zegt Delwit. "Soms kunnen de
partijen niet op alles antwoorden, zoals we al gemerkt hebben tijdens
verschillende debatten, maar ze moeten toch zoveel mogelijk trachten prijs te
geven." Maar is het ook verstandig vanuit politiek strategisch oogpunt?
Wie zichzelf zo blootgeeft, loopt op zijn minst het risico serieus kou te
vatten. Kan een kiezer zoveel informatie wel plaatsen en zal hij niet weglopen
van een partij die precies aangeeft in welk stukje van de portemonnee zij zal
tasten?
Pjotr
[1]
Art 35: De federale overheid is
slechts bevoegd voor de aangelegenheden die de Grondwet en de wetten, krachtens
de Grondwet zelf uitgevaardigd, haar uitdrukkelijk toekennen.
De gemeenschappen of de gewesten zijn, ieder wat hem betreft, bevoegd voor de overige aangelegenheden onder de voorwaarden en op de wijze bepaald door de wet. Deze wet moet worden aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid.
Overgangsbepaling
De wet bedoeld in het tweede lid bepaalt de dag waarop dit artikel in werking treedt. Deze dag kan niet voorafgaan aan de dag waarop het nieuw in titel III van de Grondwet in te voegen artikel in werking treedt dat de exclusieve bevoegdheden van de federale overheid bepaalt.
De gemeenschappen of de gewesten zijn, ieder wat hem betreft, bevoegd voor de overige aangelegenheden onder de voorwaarden en op de wijze bepaald door de wet. Deze wet moet worden aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid.
Overgangsbepaling
De wet bedoeld in het tweede lid bepaalt de dag waarop dit artikel in werking treedt. Deze dag kan niet voorafgaan aan de dag waarop het nieuw in titel III van de Grondwet in te voegen artikel in werking treedt dat de exclusieve bevoegdheden van de federale overheid bepaalt.
[2]
De grendelgrondwet is een
begrip uit de Belgische politiek. Het houdt in dat de Belgische
grondwet slechts kan
gewijzigd worden met een tweederdemeerderheid in het parlement en eveneens
een meerderheid in elke taalgroep. Het doel van deze grendel is slechts
grondwetswijzigingen toe te staan die door beide Gemeenschappen worden onderschreven. Dit betekent dat de
Vlaamse
Gemeenschap, die ongeveer
60% van de Belgische bevolking uitmaakt, en de Franse
gemeenschap, die ongeveer
40% van de bevolking uitmaakt, niet in staat zijn om eigenhandig de grondwet
aan te passen. De grendelgrondwet werd ingevoerd in 1970.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten