MEDIA EN POLITIEK ANDERS GELEZEN
Filosoof Philippe Van Parijs is een
gezaghebbende Brusselse stem waar we ook in Vlaanderen best naar luisteren. Maar
zijn Weense droom voor Brussel kan moeilijk de toets met de realiteit
doorstaan.
In De Morgen (3/11) kreeg
Philippe Van Parijs ruimte om zijn visie over Brussel nog eens te
verduidelijken. Dat naar aanleiding van de N-VA-keuze om Brussel niet dezelfde
bevoegdheden te geven als de deelstaten Vlaanderen en Wallonië. Dat deze
voorstellen niet in vruchtbare aarde vallen bij een Brusselse patriciër en
wereldburger, zal niemand verbazen. Hij schrijft dat N-VA “een vorm van
apartheid, gecombineerd met een condominium door de twee andere regio's” wil
opleggen aan Brussel.
Zijn argumenten zijn al langer bekend maar vooral zijn
Weense aspiratie voor de toekomst van Brussel – tegelijk hoofdstad én deelstaat
- verdient meer aandacht. Na zelf zowel in Wenen als in Brussel gewoond te
hebben vind ik zijn visie nogal ambitieus.
Geografische troeven van Wenen
Wenen is een stad die zich geografisch ontwikkelde langs de
oevers van de machtige Donau. Een stroom die het wereldrijk bediende van West
(het Duitse Zwarte Woud) naar Oost (tot voorbij de Hongaarse Oostgrens). Een
geografisch bindteken dat men niet mag onderschatten.
Terwijl Brussel gebouwd werd op en rond zeven heuvels en
geografisch eerder te vergelijken valt met Rome, ligt Wenen in de brede
Donau-vallei, scheidslijn tussen de uitlopers van de Alpen in het Westen en de
Pannonische vlakte en de Karpaten in het Oosten. De beschikbare ruimte voor een
uitdeinende stadsontwikkeling was in vergelijking met Brussel veel groter en
het bouwen van infrastructuur en verkeersassen veel gemakkelijker. Hiervan
getuigt onder meer het zeer uitgebreide Weense metronet. Zowel Rome als Brussel
moeten het met een veel bescheidener metro stellen.
Heuvels bevorderen de eenheid niet, een vallei omgeven door
heuvels wel. Terwijl het Brussels erfgoed verspreid ligt over verschillende
stadsdelen heeft Wenen een vlak aaneengesloten en gemakkelijk bereikbaar
centrum waar zich het overgrote deel van het historisch en cultureel
patrimonium bevindt. Met ruimte voor ontspanning ( het Prater) en talrijke
gezellige stadsparken. Rond dit centrum
liggen goed bereikbare kastelen, parken en een zoo. Wat kan een stad nog
meer verlangen?
Een minder bekend geografisch voordeel is dat Wenen
profiteert van de omliggende bergen waardoor de watervoorziening weinig kost.
Immers de Schneeberg (2076 m hoogte) zorgt voor een continue aanvoer van
uitstekend drinkwater dat zomer en winter aan dezelfde temperatuur uit de kraan
stroomt. Pompen zijn slechts voor een heel klein deel van Wenen noodzakelijk.
Wenen heeft daarenboven een landklimaat. Veel stabieler dan
het zeeklimaat in België. Warmer in de zomer en kouder met sneeuw in de winter.
Heerlijk voor wie er woont en de ganse zomer kan genieten van zonovergoten
parken en in de winter op nauwelijks een uur rijden kan genieten van ontspannende
sneeuwpret.
Wenen hoofdstad van een wereldrijk
Wie in Wenen komt als toerist wordt getroffen door een
schitterend en goed onderhouden architecturaal patrimonium dat nauwelijks zijns
gelijke heeft in Europa en waarmee Brussel niet te vergelijken valt al was het
maar omwille van de historische belangrijkheid van Wenen. In 1438 werd Wenen de
hoofdstad van het rijk, in 1469 werd het ook de bisschopszetel en tenslotte in
1526 hoofdstad van het Habsburgse keizerrijk. Gedurende meer dan zes eeuwen
(tot het einde van de Oostenrijks-Hongaarse monarchie op 31 oktober 1918)
profiteerde Wenen van de weldaden die het immense rijk verzamelde in Weense
schatkamers. Het zou ons veel te ver leiden om een inventaris te maken van de
kunstschatten, maar wie op Wikipedia de vergelijking maakt tussen de Brusselse
en Weense bezienswaardigheden beseft dat het cultuurpatrimonium van beide
steden in dezelfde verhouding staat tot het historisch belang van beide
hoofdsteden. Dat de Weense binnenstad behoort tot het werelderfgoed van de
UNESCO, is voor Brussel een onhaalbare ambitie. Van Parijs weet dat uiteraard
ook.
Wenen kunststad
Wenen is een uiterst conservatieve stad gebleven ondanks het praktisch onafgebroken socialistisch beleid sinds 1955. Dat mocht onder meer Gerard Mortier ondervinden toen hij als leider van de Salzburger Festspiele in de clinch ging met de Weense autoriteiten. Maar Wenen was wel de woon- en werkplaats van veel kunstenaars met wereldfaam. Denk maar aan beroemde componisten zoals Wolfgang Amadeus Mozart, Joseph Haydn, Ludwig van Beethoven, Franz Schubert, Johannes Brahms, Anton Bruckner, Johann Strauss sr., Johann Strauss jr., Gustav Mahler, ... Een Nieuwjaarsconcert dat door meer dan een miljard mensen wereldwijd beluisterd en bekeken wordt, zal ook voor Van Parijs wel een droom blijven.
Het hedendaagse Wenen gebruikt zijn vele podia om eigentijdse
kunst te brengen. Wie tijdens een bezoek aan Wenen alleen barok zag en klassiek
hoorde heeft een deel van Wenen gemist. Het volledig hernieuwde ‘Museumkwartier’
hartje centrum, is hiervan een prachtige getuigenis.
Dat Brussel eveneens een boeiende culturele scene ontwikkelde
kan men alleen maar toejuichen. Maar er blijft een lange weg te gaan vooraleer
Brussel massaal kunstverbruikers van buiten België zal kunnen aantrekken. Iets
waar echte kunststeden zoals Wenen en Salzburg moeiteloos in slagen.
Internationale troeven
Met een van de drie zetels van de Europese Unie, naast
Straatsburg en Luxemburg, heeft Brussel een belangrijke internationale troef.
Ook het hoofdkwartier van de NAVO draagt bij tot de internationale uitstraling
van de stad. Maar voor deze uitstraling betalen zowel de inwoners als de andere
regio’s een grote prijs.
Vooral de inplanting van de EU-hoofdkwartieren in het
centrum van Brussel zorgt voor veel overlast. Brussel heeft gewoon onvoldoende
ruimte om omvangrijke internationale organisaties te herbergen zonder dat de
eigen bevolking verdrongen wordt.
Wenen is één van de drie VN-zetels. Het huisvest een
indrukwekkend aantal internationale organisaties, waar onder het UNIDO (United
Nations Industrial Development Organization), het IAEA (International Atomic
Energy Agency, een VN organisatie), het OPEC (Organization of the Petroleum
Exporting Countries) en het CIOFF (International Council of Organizations of
Folklore Festivals and Folk Arts; gerelateerd aan de UNESCO). De volledige
lijst (hier) telt een vijftigtal organisaties.
Deze internationale organisaties zorgen echter voor weinig
overlast voor de Weners. Ze zijn gehuisvest ver buiten het centrum en voor de belangrijkste vestiging, de VN-zetel, werd aan
de overzijde van de Donau een totaal nieuw internationaal centrum gebouwd dat niet
enkel ruimte biedt aan de VN-instellingen maar ook plaats biedt aan duizenden
deelnemers aan internationale conferenties. Er is slechts één belangrijke internationale
organisatie die haar zetel heeft in het centrum van Wenen (de Hofburg): de Organisatie
voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Heel praktisch voor de
deelnemers van de ambassades die ook dicht bij het centrum liggen.
Hoeft het te verbazen dat Wenen met zijn historische en
toeristische troeven een gegeerde conferentiestad is? Ook dat blijft een
moeilijke oefening voor Brussel. Nochtans zou men wel veel meer kunnen bieden
dan nu mogelijk is.
Het uitgestrekte koninklijk domein te Laken zou een perfecte
plaats kunnen zijn voor het inplanten van internationale organisaties en voor
congressen. Wanneer Van Parijs het N-VA-voorstel afdoet als ‘voorbijgestreefd’,
dan zou hij toch geen moeite mogen hebben om dergelijke kostbare ruimten te
onttrekken aan het privé-gebruik van een even ‘voorbijgestreefde’ want op
erfrecht gestoelde instelling.
Of is het nog van deze tijd dat één familie, hoe belangrijk
ook, een sta-in-de-weg-is voor een stad die beweert uit haar voegen te barsten
en daarom almaar blijft aanspraken maken op het grondgebied van Vlaanderen?
Wenen eigentijdse hoofdstad
Hoe anders te verklaren dat ook vandaag nog Nederlandstalige
inwijkelingen ingeschreven worden als Franstaligen? Hoe anders te verklaren dat
het Franstalig onderwijs nog steeds weigert het Nederlands als verplichte
tweede taal op te leggen? Dat Van Parijs nu pleit voor tweetalig onderwijs is
al te doorzichtig. Waar het Frans gecombineerd wordt met het Nederlands duurt
het niet lang vooraleer enkel het Frans overblijft. Brussel zelf met zijn
maatschappelijk opgedrongen verfransing is daar het beste voorbeeld van. Dat
een verstandig man als Van Parijs zoiets voorstelt doet mij twijfelen aan zijn
goede bedoelingen.
De politieke beleidsstructuur van Wenen is veel eenvoudiger
dan de Brusselse versnipperde macht. Eén burgmeester in Wenen in plaats van negentien en een overdaad
aan versnipperde politieke mandaten in Brussel zorgen voor een gefragmenteerd
beleid.
Hoewel Van Parijs schrijft dat men hierover nadenkt – na
zovele jaren zou het er nog aan mankeren – blijkt uit niets dat de politieke
partijen, PS op kop, van plan zijn om veel postjes te schrappen. Behalve dan
voor Nederlandstaligen. De Weense ‘Bezirken’ (districten) hebben duidelijk
afgebakende bevoegdheden en dat leidt tot nabij bestuur met
inspraakmogelijkheden. Kortom wanneer Van Parijs Wenen als voorbeeld stelt dan
kan hij alvast voor dit aspect de Brusselse politici aanporren. Daar hoeft hij
dus geen aansporingen voor te krijgen vanuit de ander regio’s.
Wenen heeft net zoals alle grote steden te maken met immigratie
en mulitculturele problemen. In 2008 had Wenen 32 procent inwoners met een
andere culturele achtergrond, vooral Joegoslaven, Turken en Chinezen. Brussel
telde eind 2008 zo’n 35 procent inwoners van niet-Europese afkomst. Maar ondanks
de grote toevloed heeft Wenen zijn eigen karakter weten te bewaren, wat niet
het geval is voor grote delen van Brussel.
Daarvoor is een eenvoudige verklaring. Toen na de val van de
Berlijnse Muur – het ‘eerste gat’ kwam er via de Oostenrijks-Hongaarse grens - ,
Oostenrijk en vooral Wenen overspoeld werden met vluchtelingen uit het
Oostblok, dreigde de lakse politiek van de socialistische bestuurders uit te
draaien op een teloorgang van het traditionele Wenen. Daarop kwam de bevolking echter
in opstand en koos in oktober 1999 duidelijk voor de rechts-populistische FPÖ
(Freiheitliche Partei Österreich) van Jorg Haider.
Opgeschrikt door dit resultaat en dank zij een moedige ÖVP
(Oostenrijkse Volkspartij; christendemocraten van kanselier Schüssel) werd het
FPÖ betrokken in het regeringswerk. Dat gaf aanleiding tot een kordater optreden
tegen overlast, criminaliteit en de uitwassen van sociale misbruiken.
Zo voorkwam men erger en het resultaat is zichtbaar een
succes geworden want vandaag is het in Wenen beduidend rustiger en veiliger –
ondanks een blijvend groot aantal immigranten – dan in Brussel. Daar voert de
PS, bij gebrek aan een tegenkracht, nog steeds een hangmatbeleid dat vooral
kansarme buitenlanders aantrekt. Toen ik Van Parijs ooit persoonlijk confronteerde
met de informatie die ik van een procureur-generaal kreeg, namelijk dat Brussel
in vergelijking met andere Europese hoofdsteden veel meer kansarmen aantrekt, bleef
hij het antwoord schuldig. Hij zou het onderzoeken en blijkbaar was dat niet zo
eenvoudig. Of was het een onwelkome waarheid?
Voor levenskwaliteit is ‘levensruimte’ - ondanks de nare klank van dat woord - belangrijk
en voor dit criterium zijn de verschillen enorm. In Brussel leven meer dan
zevenduizend inwoners per km² terwijl Wenen slechts vierduizend inwoners telt
per km².
Werken doe je in Wenen net zoals overal. Maar de
Oostenrijkse (Duitse) efficiëntie van de openbare diensten is voor Belgen die
er wonen alvast een verademing. Veiligheid is een topprioriteit en men is erin
geslaagd om de drugsscene onder controle te brengen. Géén eenvoudige opdracht
en het werk is nooit af.
Het dagelijks leven is er comfortabel dank zij een aanbod
van zowel buurtwinkels als kleine supermarkten; Aldi heet daar Hofer. De
verschillende markten in het centrum zijn heel populair. Het cultureel aanbod, voldoende
sportaccomodaties en uitgebreide ontspanningsmogelijkheden, zijn troeven
waarover weinig andere steden in dezelfde mate beschikken. Vergeten we niet dat
het hinterland op zich één enorm groot recreatiegebied is, zowel in de zomer
als in de winter. Het Wienerwald zorgt in de zomer voor afkoeling en voorkomt
dat regenwolken uit het Westen de stad bereiken. Wenen geniet daardoor van een
uitzonderlijk micro-klimaat.
Het Prater, met zijn permanente kermis, kent iedereen die
ooit in Wenen was, maar het vijftien kilometerlange Donauinsel weten toeristen
gelukkig niet liggen. Het biedt zowel ruimte voor familie-etentjes als een naturistenstrand.
Met de fiets kun je er in alle rust rondtoeren. Overigens is Wenen dank zij
zijn vlak profiel uiterst geschikt voor fietsuitstappen. Iets waar men in Brussel
met zijn nijdige hellingen en zonder fietspaden nauwelijks van kan dromen.
Culinair stellen Wenen en heel Oostenrijk een beetje teleur.
Van daar dat veel van de betere Weense restaurants Italiaans zijn. Maar de
wijnen zijn absoluut drinkbaar. Een avondje in een typische Weinstube (buiten
het toeristisch circuit) staat garant voor gezelligheid. Maar glaasje op, laat
je rijden, is in Oostenrijk wel een kostenbesparend advies.
Wenen deelstaat van Oostenrijk
Van Parijs wil dat Brussel net zoals Wenen naast hoofdstad
ook een volwaardige deelstaat wordt. Ambitieus voor een stad waarvan hij zelf
toegeeft dat ze altijd financieel afhankelijk zal blijven van de andere
deelstaten. Maar er zijn ook verschillen waar hij geen rekening mee houdt.
Wenen wordt door de hele Oostenrijkse bevolking erkend als
hoofdstad. Terwijl dat met Brussel niet het geval is. Wallonië koos immers voor
een eigen hoofdstad, Namen.
Wenen weegt ten aanzien van de andere deelstaten veel
zwaarder door dan Brussel. Wenen telt ongeveer twintig procent van de totale
bevolking terwijl Brussel nauwelijks meer dan de tien procent telt. Slechts de
helft van het Weense aandeel in Oostenrijk.
Hoewel ik over geen vergelijkbare cijfers beschik vermoed ik
sterk dat de enorme toeristische inkomsten die Wenen genereert – naast de
internationale organisaties en activiteiten – beduidend hoger liggen dan die
van Brussel. Wenen is wellicht ook ‘rijker’ dan Brussel waar de
belastinginkomsten sterk verschillen van het gepresteerde aandeel in het BBP
(tien procent belastingen voor vijfentwintig (?) procent aandeel in het BBP).
Er speelt nog een andere factor mee. De
bevoegdheidsverdeling tussen de deelstaten en de federale overheid zijn in
Oostenrijk veel duidelijker gescheiden dan in België. Daar heeft Brussel net
als Vlaanderen en Wallonië geen schuld aan. Maar het maakt het wel moeilijker
voor iedereen.
De Brusselse werkelijkheid
Tussen droom en werkelijkheid staan nogal wat obstakels die
niet zomaar kunnen opgeruimd worden. Van Parijs stelt in DM dat Brussel nooit
zelfbedruipend kan zijn omwille van de talrijke kansarme immigranten, de vele
arme buitenlandse studenten en zeer veel internationale ambtenaren die geen
belastingen betalen.
Maar zoals reeds vermeld, weet hij dus ook niet waarom er
zoveel kansarmen naar Brussel komen. Zou het niet kunnen zijn omwille van het
lakse immigratiebeleid en de mogelijkheden om zich door de sociale hangmat te
laten verwennen?
Zijn tweede reden, veel arme studenten, is onbegrijpelijk.
Zijn er dan zoveel meer arme studenten in Brussel dan in Leuven of
Louvain-la-Neuve? Deze studenten worden nergens in de armoedecijfers vermeld.
Over de internationale ambtenaren heeft hij ongetwijfeld een
punt. Ze betalen geen belastingen maar brengen wel onrechtstreeks geld in het
laatje. Cijfers hierover kon ik niet vinden. De vraag is of de balans wel zo
negatief is, want Brussel is immers een sterk merk, zegt hij zelf, dank zij die
internationale organisaties. Overigens vraag ik mij af of hierover geen betere afspraken
met de EU mogelijk zijn.
Tenslotte zijn het weinig efficiënte bestuur van Brussel,
het slechte Franstalig onderwijs, de beperkte dienstverlening, een gebrek aan
tweetaligheid, enzovoort, niet iets wat hij een Vlaamse politieke partij kan
verwijten.
In plaats van te fulmineren tegen een Vlaamse partij zou Van
Parijs zich beter zorgen maken over de in gebreke blijvende Franstalige politieke
partijen die niet naar hem willen luisteren. Mochten zij dat wel doen, dan zou
het voor de Vlamingen een stuk gemakkelijker zijn om hem te geloven.
Dit artikel verschijnt binnenkort eveneens bij De Bron
Dit artikel verschijnt binnenkort eveneens bij De Bron
Pjotr
Geen opmerkingen:
Een reactie posten