MEDIA EN POLITIEK ANDERS GELEZEN
‘Ik
kook van woede’. Met deze slogan ging de jaarlijkse 11.11.11 actie van
start. Maar voor de hulp aan de Filippijnse bevolking volstaat het Belgisch kookpotje
niet. De mening van een specialist terzake.
Generaal-Majoor op rust Karel Vervoort was commandant van
de 15 Wing Transport én een onbetwiste ervaringsdeskundige inzake humanitaire
hulp. Hij stelt dat de Belgische humanitaire hulp, zowel de officiële als de
niet-gouvernementele hulp, veel beter kan. Een scherpe analyse maar tegelijk
aandacht voor de mogelijkheden waarover België kan beschikken als daar de
politieke wil voor is.
Bij een natuurramp van deze omvang is in een eerste fase
de noodhulp van cruciaal belang voor het overleven van de bevolking. Deze
dringende hulp bestaat uit medische hulp, de bevoorrading met drinkbaar water
en het ter beschikking stellen van gebruiksklare voedselpakketten. Hoewel de
Belgische organisatie voor dringende noodhulp ‘B-Fast’ (Belgian First Aid & Support Team ) heel
veel know how in huis heeft, zorgt de verdeling van drinkbaar water en voedsel
telkens opnieuw voor problemen. De oorzaak dient gezocht in een gebrek aan
vooruitziendheid en een gebrek aan politieke wil.
“Reeds jaren hebben Belgische firma’s unieke middelen en
methoden voor een efficiënte hulpverlening. Om onbegrijpelijke redenen worden
de middelen niet op tijd aangekocht en worden de bestaande niet ingezet in
rampen zoals nu in de Filippijnen”, aldus Vervoort.
Telkens opnieuw horen we op radio en TV de overheden en de
NGO’s melden dat ze de vluchtelingen of noodlijdenden niet kunnen bereiken.
Dagen en soms weken gaan voorbij zonder dat drinkbaar water effectief tot bij
de bevolking geraakt. Hetzelfde voor voedsel. België beschikt nochtans over de
geëigende middelen om zelfs in onbereikbaar gebied noodhulp aan t bieden.
Waterbevoorrading
Voor de waterbevoorrading stelt zich het probleem dat men
wel over waterzuiveringsinstallaties met een grote capaciteit beschikt, maar
niet over een bottelarij of verpakkingsmachine voor het drinkbare water. Dit
klinkt heel amateuristisch en is het ook.
Het gevolg is dat de bevolking met allerlei recipiënten
die meestal niet hygiënisch zijn en daarmee dan urenlang zeulen totdat het
water nauwelijks nog hygiënisch genoeg is om zich mee te wassen. Het reddende
water wordt dan een bron van besmettingen waardoor de medische hulplijn nog
meer overbelast wordt.
Nochtans beschikt de Vlaamse firma CONTENO over een unieke
technologie om water te zuiveren én te verpakken.
Wanneer de toegang tot het verwoeste gebied via de weg
niet kan – wat heel dikwijls het geval is – dan zijn de C130 vliegtuigen van de
Belgische Luchtmacht de meest geschikte middelen voor de aanvoer. Dergelijke
complete installatie kan met één C130 overal ter wereld geleverd worden. Waarom de regering géén geld heeft om
dergelijke combinatie van waterzuivering en verpakkingscapaciteit aan te kopen
voor haar eigen B-Fast organisatie, maar wel een veelvoud ervan weggeeft aan
allerlei NGO’s is een raadsel. Nochtans kreeg de firma reeds talrijke federale
en Vlaamse excellenties en hoge militairen over de vloer, maar behalve een
beleefde dank u voor de ontvangst en gelukwensen voor de verwezenlijking, kon
de firma nog geen bestelling noteren. Het bestrijden van natuurrampen in het
verre buitenland zijn duidelijk geen prioriteit voor de Belgische politieke
wereld.
Voedselbevoorrading
Ook hier mangelt het de officiële en niet-gouvernementele
hulporganisaties te velde aan luchttransport voor het verdelen van
voedselpakketten. Nochtans beschikt de Belgische Luchtmacht over de transportmiddelen
(C130) als de techniek (VLAGES, Very Low Altitude Gravity Extraction System) om
voedsel te droppen zonder dure valschermen. Hiermee kan men voedsel in grotere
verpakkingen (25-50 kg) droppen op de plaats waar ze nodig zijn. Een andere
techniek ‘Snowdrop’ laat toe om individuele noodrantsoenen te droppen. Snowdrop
wil zeggen dat men kleine verpakkingen, zoals individuele overlevingsrantsoenen
of waterzuiveringstabletten of medicamenten als sneeuw laten neerdwarrelen van
op grotere hoogte (18.000 voet).
Dit systeem werd reeds in 2001 door minister Flahaut operationeel
verklaard, maar ‘believe it or not’, het werd nooit gebruikt.
Volgens Vervoort is de reden dat met deze methode de inzet
van NGO’s overbodig werd. “De NGO’s en nog het meest het WFP
(Wereldvoedselprogramma van de VN) dat eerst getracht heeft de IPR
(intellectual property rights) te stelen, terecht gewezen werd en nu als wraak nooit beroep doen hierop alhoewel ze zéér goed weten en
toegegeven hebben dat dit het énige werkende systeem is in de wereld. Ook de
USA hebben na Cathrina toegegeven dat de Belgen de énigen waren in de wereld
die een werkbaar systeem hadden dat een oplossing kon bieden voor de écht
dringende hulpverlening met voedsel”.
Helaas ontbreekt in België een politieke visie voor
internationale hulpverlening. B-Fast zou met bovenstaande middelen nog veel
effectiever en sneller kunnen optreden. Hoeveel uren hebben ze nu verloren
omdat ze geen C130 meegenomen hebben om zich te laten transporteren naar het
binnenland? Er bestaat trouwens ook een parachuteerbaar veldhospitaal. Waarom wordt
dat niet ingezet?”
Geen geld
De minimale vereiste voor de eventuele inzet van deze
beschikbare middelen is dat er permanent een werkingsstock voorradig is voor
‘on call’ operaties. Daarvoor is er blijkbaar geen geld. Maar herinner u dat
wij, met een regering in lopende zaken, wel geld hadden voor een oorlog in Libië
, waar een 500-tal ‘smart bombs’ gebruikt werden. Voor de prijs van één van die
bommen zou
dergelijke stock inzetbaar zijn voor de missie in de Filippijnen. Nu waren de
wapenproducenten tevreden, in het ander geval zouden dat maar arme sloebers
zijn in een verafgelegen land. Ook hier dus een kwestie van politieke
prioriteiten.
Pjotr
Geen opmerkingen:
Een reactie posten