MEDIA EN
POLITIEK ANDERS GELEZEN
Dan is
er eens een belangrijk debat
Dat diverse mediakanalen suggereren dat N-VA haar conclusies
moet trekken en uit de regering stappen of toegeven, is evenmin verslaggeving
maar politiek nieuws maken. Deze suggestie gaat trouwens voorbij aan de al even
evidente suggestie waarom sp.a niet uit de regering moet stappen wanneer ze
mordicus blijft bij een hervorming waarop vanuit de onderwijswereld heel veel
kritiek komt? Ondertussen zit CD&V nog maar eens in een scheidsrechterrol
zonder zelf een keuze te willen/kunnen maken. Dat nu ook de christelijke
onderwijsvakbond (COC) zich uitspreekt tegen een grote hervorming, klinkt als
muziek in de oren van N-VA, maar is ongetwijfeld reden tot knarsetanden bij de
leiding van CD&V/ACW. Dat het VOKA voor is zal dan weer N-VA niet graag
lezen. Zonder ons te bezondigen aan de waan van de dag is het duidelijk dat
niet alleen de regering maar de ganse onderwijswereld verdeeld is over het
voorstel. Een roodaanlopende Mieke Van Hecke van de katholieke onderwijskoepel
versus Peter De Roover, ervaringsdeskundige TSO, illustreerden dat perfect
tijden de Terzake uitzending op maandag. Anders gelezen, dit debat lijdt onder
een oud zeer: eerst beslissen en dan een
draagvlak zoeken is een ziektesymptoom van de blijkbaar erfelijke Belgische
ziekte. Dat Pascal Smet in de lange aanloop niet voor een draagvlak kon zorgen
is op zich al een duidelijk signaal.
Mag het even
met cijfers?
De
zwakte van de Belgische compromissenpolitiek
Waar we deze tegenstelling binnen de Vlaamse regering aan te
danken hebben is het gevolg van de toepassing van de Belgische
compromissenpolitiek op Vlaams niveau. Een samengaan van partijen met een
tegengestelde maatschappijvisie moet onvermijdelijk leiden tot een regering die
enkel kan kiezen voor een kleurloos compromis en een meestal sluipende
besluitvorming. Maatschappelijke breuklijnen worden vermeden, waardoor de
problemen blijven aanmodderen. Wie zoals Pascal Smet (sp.a-minister voor
onderwijs) zijn nek uitsteekt en kiest voor een partijpolitiek gedragen project kan in die omstandigheden niet verwachten dat
een regeringspartner met een andere visie zomaar zal meestappen in zijn
verhaal. Zeker niet wanneer het regeerakkoord daarover onduidelijk is.
Daarom lijkt het mij interessant dat politiek Vlaanderen bij
de overgang naar een confederaal systeem nadenkt over een andere politieke
besluitvorming, zodat een ander verkiezingssysteem de vorming van een
eensgezinde Vlaamse regering mogelijk maakt. Dan kan de kleurloze Belgische
compromissenpolitiek gedumpt worden en zullen de politieke partijen verplicht
zijn om met een eigen maatschappijvisie
naar de kiezer te stappen. Dat zou een verademing zijn voor weldenkend
Vlaanderen dat allang het verschil niet
meer ziet in het beleid van de opeenvolgende regeringen. Er is geen verhaal
meer dat nieuw klinkt en dezelfde “vertrouwde” gezichten blijven zich nestelen
in het centrum van de macht. In die omstandigheden organiseren ze zelf hun
eigen ongeloofwaardigheid.
Maar er was voor de zwakheid van de Belgische compromissenpolitiek
een al even Belgische oplossing: de meest prangende maatschappelijke problemen werden
doorgeschoven naar niet-verkozenen. Zo verplaatste de macht zich van de
verkozenen naar de partijcenakels waar het middenveld – de machtige zuilen –
samen met een select kransje partijpolitieke tenoren de macht overnamen. Bij
wijze van boutade, niet de Zestien maar Poupehan werd het centrum van de macht.
Maar ook op dit systeem kwam sleet, toen duidelijk werd dat dit oncontroleerbaar
obscuur corporatisme opleverde dat niet noodzakelijk het algemeen belang
diende.
Ook in Vlaanderen zou het best eens kunnen dat door de
overname van dezelfde compromissenpolitiek politici mekaar steeds meer gijzelen.
In Knack klinkt het “dat N-VA Kris Peeters gijzelt” (Eddy Eerdekens). Blijkbaar
staat voor deze columnist vakminister Pascal Smet in dit debat boven de
partijpolitiek. Daarom moet Vlaanderen kiezen tussen het volgen van de Belgische
oplossing – in dit geval de onderwijswereld zelf naar eigen inzichten hun
opdracht laten invullen en organiseren – ofwel zelf verantwoordelijkheid nemen
conform hun democratische draagkracht (lees verkiezingsresultaat). In het eerste geval kunnen VOKA, UNIZO en de
vakbonden in de confederale deelstaat Vlaanderen doen wat ze nu doen op
Belgisch vlak.
Wat wil Vlaanderen? Onverkozen bestuurders of verkozenen die
hun programma mogen uitvoeren? Het zou goed zijn om in dit debat te beseffen dat
het Belgisch model voordelen biedt maar in de praktijk overeenkomsten enkel
mogelijk waren wanneer vadertje staat met bijkomend geld over de brug kwam.
Want pijnlijke keuzes kon ook het middenveld nooit maken. Daar dienden de
sterke politici à la Dehaene voor. Willen we een Vlaanderen dat geregeerd wordt
door een schimmig middenveld en waarin politici enkel de rol van scheidsrechter
en sponsor spelen of willen we een eensgezinde (afwisselende) regering die de
“klassenstrijd” (want dat is waarvoor het middenveld staat) overstijgt?
Citaten
van de week
Peter De Roover
in dS: Is de op stapel
staande onderwijshervorming een goede zaak?
“Absoluut
niet. En dat zegt dus niet een misnoegde elitaire ASO-leraar, maar iemand die
al dertig jaar gepokt en gemazeld is in het TSO. Ik ben ervan overtuigd dat de
schotten tussen ASO, TSO en BSO moeten blijven bestaan. De meeste leerlingen
kunnen op hun twaalfde perfect inschatten welke richting ze uit willen. Een
brede eerste graad is voor die kinderen twee jaar tijdverlies. Leerlingen die
in het TSO thuishoren, zijn er helemaal niet bij gebaat nog twee jaar langer
samen te zitten met ASO-leerlingen. Ze hebben nood aan een andere manier van
lesgeven. Door de schotten weg te nemen straf je dus de kinderen die op hun
twaalfde de juiste keuze maken, en dat is nog altijd het gros van de
leerlingen. (…) De achterstand en de uitval zijn in hoofdzaak een
probleem van migrantenkinderen, en dus van taal. Het is een regelrechte schande
dat we die kinderen daarmee aan hun lot overlaten, ze worden levenslang
gestraft. Laat ze één jaar verliezen door ze in een taalbad onder te dompelen,
en dan zijn hun problemen van de baan, dat geef ik u op een briefje. (…) Wel,
ik kan u vertellen dat driekwart van het lerarenkorps tegen deze hervorming is
- dat is geen aanvoelen, het blijkt uit onderzoek - en het niet pikt dat alles
over hun hoofd heen wordt beslist. Er is bijzonder veel misnoegdheid. Als deze
hervorming er komt, dan weet ik wat volgend jaar de allermakkelijkste job
wordt: de verkiezingscampagne van de N-VA voeren.” Wie niet akkoord is met de grote hervorming
kan intekenen op een petitie: www.petitietegenhervormingsplanso.be
Bart Eeckhout in DM: “Zelfs wie de minister inhoudelijk volgt, moet toegeven dat al die tijd verzuimd is om op het terrein, bij ouders en leerkrachten, een draagvlak voor deze hervorming te creëren. Pascal Smet heeft de karakteriële neiging om met zijn eigengereide strategie alle noodzakelijke medestanders van zich af te keren. Het overkwam hem in Brussel, het overkomt hem nu opnieuw. Zijn partij moet beseffen dat dit stilaan een ernstig politiek probleem wordt.”
Isabel Albers in DT:“Een brede eerste graad is, hoe je het ook draait
of keert, of je er nu wat differentiatie aan toevoegt of niet, de poort
openzetten voor niveauverlaging. De verschillen tussen twaalfjarigen in kennis
en competenties zijn al zeer groot. Leerlingen langer samenhouden zal het
niveau niet opdrijven. En langer moeten meedraaien in een groep waar ze toch
altijd aan het staartje hangen, is een vergiftigd geschenk voor leerlingen die
in het lager onderwijs al moeite hebben. Mag het nog even dat kinderen wél verschillen,
wél mogen en moeten excelleren? (…) Pak de specifieke problemen
aan, werk op taal- of sociale achterstand, investeer veel meer in technisch
onderwijs en herwaardeer als samenleving de ‘stielkennis’. Hervorm dingen die
specifieke problemen aanpakken. En voer alleen grote veranderingen door die
gefocust zijn op meer kwaliteit. Maar voor de rest: bespaar ons een pure
structuurhervorming omwille van de structuurhervorming.” Anders
gelezen: Isabel Albers, een goede reden om dS in te wisselen voor DT.
Di Rupo boos op
De Wever, dS: “Als we 531 dagen
onderhandelingen nodig hebben gehad, is het omdat de N-VA gedurende een jaar
geweigerd heeft haar verantwoordelijkheid te nemen. Gedurende één jaar was het
onmogelijk om met mijnheer De Wever over de begroting te spreken. Dat is de
waarheid.” Anders gelezen, en ik die dacht dat het CD&V was die eerst
de splitsing van BHV eiste vooraleer over de rest te onderhandelen. Is hij
vergeten dat, toen hij wel regeerde, zijn minister van financiën, Steven
Vanackere, vroeg om de begrotingscontrole voor de zomer 2012 te houden maar Di
Rupo verkoos om een half jaar te verliezen wegens de gemeenteraadsverkiezingen?
Pjotr
Geen opmerkingen:
Een reactie posten