MEDIA EN
POLITIEK ANDERS GELEZEN
Zijn er moeilijker onderwerpen dan leven en dood? Te duur om
verder te leven, zo schreef Rik Van Cauwelaert in De Tijd waarmee hij verwees
naar de voorzitter van de Vlaamse Kanker Liga. Hij vermeldt tevens het boekje
“Dokter, ik heb ook iets te zeggen”, met denkstukken van professionals en observatoren uit de gezondheidszorg,
samengebracht door medisch socioloog Yvo Nuyens en gezaghebbend journalist Hugo
De Ridder. Maar, zo noteert Van Cauwelaert, ondanks alle signalen dat het de
verkeerde kant uitgaat – wegens onbetaalbaar – blijft het politieke veld
afwezig. Ondertussen bakkeleien onze politici over de mogelijkheid voor
minderjarigen om zich te euthanaseren. Met veel schroom, eens anders lezen.
MONDIGE PATIËNTEN
De titel van het
boek “Dokter ik heb ook iets te zeggen”, deed het mij terugdenken aan een
recent waar gebeurd verhaal waaruit het belang blijkt van deze uitspraak. Het
verhaal: Een hartpatiënt neemt het initiatief om een controleonderzoek te laten
uitvoeren. De specialist neemt ruim zijn tijd om met de patiënt het resultaat
van het onderzoek te bespreken en besluit dat een coronarografie aangewezen is
om een eventuele vernauwing vast te stellen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd
door een collega die vaststelt dat er in dezelfde kransslagader die twintig
jaar geleden reeds dichtslibde een nieuwe vernauwing is ontstaan. In zijn
verslag, zonder dit te bespreken met de patiënt, kondigt hij een ingreep aan om
zowel de nieuwe vernauwing als het oude “total occlusion” volledig dichtgeslibd
kanaal te openen. De patiënt krijgt het verslag, dat bestemd is voor de
huisdokter, en leest daarin wat het plan is. Hij begrijpt niet waarom na
twintig jaar normaal leven inclusief veel sporten, het nodig is om die oude
verstopping nog (te proberen) te openen.
De patiënt maakt zich zorgen om het bijkomende risicio en vraagt in een
mail aan zijn cardioloog en de collega die de ingreep wil uitvoeren of dat wel
nodig is. Reeds de dag nadien ontvangt hij een mail van zijn cardioloog dat hij
zijn vraag besproken heeft met zijn collega en het oude letsel niet zal
behandeld worden. Oef, maar daarmee is de kous nog niet af. Wanneer de patiënt zich
een week later aanmeldt voor de ingreep blijkt dat de verplegers niet weten dat
de ingreep gewijzigd werd en kondigt men aan dat er een plassonde zal geplaatst
worden, want een “total occlusion”, een volledig dichtgeslibde slagader openen
is een veel zwaardere procedure die meerdere uren kan duren. Overigens zegt de
verpleegster erbij dat er gewerkt zal worden via de slagaders in de liesstreek
“aan beide kanten”. Ze kletste maar wat, die verpleegster. Dat de patiënt het
daar moeilijk mee heeft spreekt voor zich. Het duurt dan ook een tijd voordat
hij beseft dat er iets aan het mislopen is en na zelf informatie opgezocht te
hebben via internet verwittigt hij de verpleegster van dienst dat deze ingreep
werd geschrapt door de betrokken specialisten. Het is ondertussen na 18 u en de
verpleegster durft het niet aan om de dokter te consulteren. De patiënt moet
aandringen om uiteindelijk het telefoonnummer van de cardioloog te krijgen en
hem uit te leggen wat men van plan is. De cardioloog begrijpt de situatie en
zorgt ervoor dat de verpleegster de wijziging noteert. Dank u dokter, patiënten
hebben ook iets te zeggen. Einde verhaal.
Onbetaalbare geneeskunde
Dat het politiek
veld blijkbaar niet ingaat op de gestelde problemen, zoals Van Cauwelaert
opmerkte, mag ons echter niet verbazen. Daar is een eenvoudige reden voor: de
gezondheidszorg werd uitbesteed aan het middenveld; de mutualiteiten, de Orde
van Geneesheren en andere private instellingen. Het kluwen van diverse actoren,
het RIZIV, de ziekenhuizen, de mutualiteiten en andere spelers maakt het voor
de politieke overheid quasi onmogelijk om inzicht te verwerven in deze complexe
materie en om met kennis van zaken zelf een autonoom beleid te kunnen voeren.
Dat er dan nog een ideologische opsplitsing is (met de nodige partijpolitieke
bindingen) maakt het helemaal ondoorzichtig. En zoals ik reeds kon vaststellen
(en vermeldde in vorige publicaties) betalen patiënten daarvoor ook een
verschillende “ideologische gekleurde” prijs. Niet iedereen is inbegrepen en
dat zal nog minder het geval zijn in de toekomst
De
voortschrijdende medische kennis kan steeds meer mensen langer laten leven. Toch
blijft er één constante: de onafwendbare dood voorafgegaan door een laatste heel
dikwijls pijnlijke periode (een jaar, maanden) waarin de medische kosten de pan
uitswingen. Een periode waarin bij veel patiënten de levenswil verdampt. Ben ik
het alleen die zich afvraagt of veel oude mensen, na een mooi leven, niet liever
zichzelf en hun familie een lange doodstrijd willen besparen? Onethisch of des
mensen? Zou men die ouderlingen niet de kans moeten geven om op die vraag – of
ze nog langer willen leven – zelf te antwoorden? Is een lang leven een
verplichte ethische vraagstelling? Wanneer het onaanvaardbaar is dat de
medische verzorging te duur is om verder te leven, lijkt het mij even onaanvaardbaar
om buiten de patiënt om afspraken te maken met de dood. Kan de zingeving functie
zijn van de medische vooruitgang? Dat van de wereldbevolking slechts een heel klein
deeltje worstelt met dit luxeprobleem is op zich een aanwijzing van de
kortzichtigheid van elke wettelijke regelgeving die de plaats wil innemen van een
groot-menselijke omgang met de dood.
Euthanasie of doden op aanvraag
In Knack vraagt Marc Van de Voorde zich af hoe het komt dat
we onderscheid maken tussen minder- en meerderjarigheid wanneer het gaat om
banale dingen maar voor euthanasie dit onderscheid niet meer telt. “Hoe ethisch verward en hoe ideologisch
gebrainwasht moet een samenleving wel zijn dat zij het recht om, in de zotte
jaren van experimenteren met het leven, een paar pinten te drinken eigenlijk
gevaarlijker acht dan de vrijheid om, in die zelfde onzekere jaren van zoeken
naar de zin van het bestaan, te vragen om het leven te beëindigen!” Euthanasie
als doden op aanvraag.
Is “uit het leven stappen” een verlossing uit een
getormenteerd leven? Wat we in elk geval weten is dat dergelijke beslissing bij
de naasten een levenslang trauma veroorzaakt. Is dat een voldoende motivatie om
zelfdoding af te keuren als onethisch? Is euthanasie een vergelijkbare manier
om uit het leven te stappen? Ditmaal met hulp van anderen?
Op al die vragen zijn er weinig antwoorden. Eensgezindheid
is er zeker niet en daarom vraag ik mij af of juridische regels wel een goede oplossing
bieden. Of politici dit debat niet voeren om het eigen onvermogen te maskeren?
Waar is de tijd dat er geen rechtsregels aan te pas kwamen maar zuster Mathilde
met een schrikwekkende grote spuit in de hand mijn vader voorstelde “dat het
tijd was om te slapen” en hij met zijn hoofd knikte. Barmhartigheid was toen de
regel. Ik weet nog steeds niet wat er mis mee zou zijn.
Citaten
van de week
Karel
Anthonissen (BBI inspecteur) in DT: Een reactie op Open VLD-voorzitster Gwendolyn
Rutten die vorige week zwaar uithaalde naar de 'heksenjacht. “Ik denk dat mevrouw Rutten twee dingen
verwart: de ondraaglijke zwaarte van de belastingdruk in ons land en de
vermeende onverdraagzaamheid van de belastingcontroleur. Open VLD zit al 14
jaar in de regering en in die periode is de belastingdruk nog verder gestegen
van 46 naar bijna 50 procent. Weet u wat dat concreet betekent? Als een
boekhouder van zijn klant een factuur van 100 euro uitbetaald krijgt, gaat 20
euro naar de btw, 20 euro naar de sociale zekerheid, 20 euro naar de
belastingen. Dan heeft hij nog 40 euro. En als hij daarmee naar de kapper gaat,
gaat van die 40 euro nog eens 8 euro naar de btw, 8 euro naar de sociale
zekerheid en 8 euro naar de belastingen. Dan houdt hij nog 16 euro over en is
er 84 euro voor de schatkist. Daar ben ík niet voor verantwoordelijk, wel
mevrouw Rutten. Maar als belastinginspecteur moet ik de wet laten respecteren:
ik ben aangesteld om die 84 euro binnen te halen. En als Rutten dat een
heksenjacht noemt... Schiet dan niet op de pianist. De objectieve cijfers tonen
trouwens aan dat er zeer weinig controles zijn. Dat bedrijven misschien maar
één keer in twintig jaar controle krijgen.”
Paul Magnette in dS over het confederalisme van N-VA): “Ik weet nog altijd niet wat ze daar precies
mee bedoelen, ik ben benieuwd. Zij willen het einde van België, en om te
beginnen alvast de splitsing van de sociale zekerheid. Maar dat is het cement
van de staat. Een België zonder sociale zekerheid interesseert ons niet. Als er
geen interpersoonlijke solidariteit meer is, waarom zouden we dan nog
samenblijven? Wij hebben tijdens de laatste communautaire ronde al veel
toegevingen gedaan. Maar wat voor ons te veel was, was voor de N-VA nog altijd
te weinig. Die partij leefde nog in de wereld van de politieke fantasmen, niet
in de realiteit.”
Over armoede: “Er is
in Wallonië niet veel meer armoede dan in Vlaanderen. Eigenlijk is dat toch
verrassend: voor zo’n rijke regio is er behoorlijk wat armoede in Vlaanderen.
Er is wel meer werkloosheid in Wallonië. Maar vergeet niet dat Wallonië tot
1968 veel rijker was. Daarna begonnen de moeilijkheden, omdat er geen geld meer
was. Sinds 1995, bij het aantreden van de eerste Waalse regering met eigen
middelen, gaat het weer veel beter. De groei is nu zelfs iets beter dan in
Vlaanderen.”
Christophe Lacroix namens minister Labille (in een toespraak
voor prominenten uit de Belgische zakenwereld) genoteerd door JV
Overtveldt in Trends: “De
uitlating van Christophe Lacroix dat we voor een degelijk anti-crisisbeleid
méér overheid nodig hebben, sloeg in als een bom. De weigering van de heer
Lacroix om deel te nemen aan het daaropvolgende debat maakte de consternatie en
de onvrede enkel maar groter. De stilte in de zaal was even indrukwekkend als
de lichaamstaal van de aanwezigen. Toen baron Paul Buysse, de voorzitter van
Bekaert, de tweedaagse Trends Summer University afsloot, vertolkte hij de
mening van nagenoeg alle aanwezigen wanneer hij stelde dat de oproep van
minister Labille tot méér overheid als noodzakelijk onderdeel van een
anti-crisisbeleid hem alvast met verstomming had geslagen. De grootste Waalse
partij gaat er duidelijk voor om de visie en het beleid waarmede men de
voorbije decennia de Waalse economie de nek heeft omgewrongen te verheffen tot
het na te streven ideaal op Belgisch niveau. Gegeven het relatief hoge
welvaartsniveau in Vlaanderen valt er hier nog veel in te pikken voor een
roofbouwbeleid zoals de PS dat voorstaat. (…) Het wordt hoog tijd dat de
Vlaamse coalitiegenoten van de PS van Magnette en Labille en Onkelinx deze
mensen eens recht in de ogen gaan kijken.”
Wim Distelmans Prof palliatieve geneeskunde in dS: “De tijd dat artsen en ziekenhuizen
eenzijdig een medische behandeling bepaalden voor elke patiënt, is voorbij.
De internetgeneratie eist dat ze na een ernstige diagnose goed geïnformeerd
wordt, om zelf mee een keuze te kunnen maken.” Anders gelezen, het
voorbeeld bewijst dat de praktijk iets moeilijker ligt dan uitspraken van
autoriteiten.
Pjotr
1 opmerking:
Voor volkse barmhartigheid zoals zuster Mathilde moet je het boek lezen van Michele Murgia "de Accabadora".
Een reactie posten