Media en politiek anders gelezen
Op de bijdrage ‘Waarvoor
Vlaanderen een zware prijs zal betalen’, kwamen heel wat positieve
reacties. Zou het mogelijk zijn dat bij steeds meer mensen de ogen open gaan en
ze zich afkeren van de politiek-correcte indoctrinatie door de nieuwe media-profeten?
Lezer D.A. liet mij het volgende weten: “Wat De Standaard
betreft gaat het van kwaad naar erger. Voor de schijn publiceren ze af en toe
nog wel eens een andere mening, maar er wordt over gewaakt dat het ofwel
verdronken wordt tussen de ‘correcte’ meningen, het wordt achteraan geplaatst,
belachelijk gemaakt, en de auteurs zijn vanzelfsprekend extreem rechts of
erger nog conservatief. en reeds gezien in gezelschap van een notoire
Amerikaanse Republikein" Enfin, ook voor mij is de maat nu vol.
Deze reactie deed mij terugdenken aan het artikel van de
ombudsman (op zijn blog) die beweerde dat ook de lezers grenzen stellen aan de
extreme meningen. Het zou dus wel eens kunnen dat ze daardoor vooral lezers
verliezen. Hun geloofwaardigheid zijn ze bij weldenkende Vlamingen al langer
kwijt. En dat DS redactie eveneens in de greep zit van het ‘bange blanke man’ syndroom, wordt door deze
uitspraak van de ombudsman alleen maar bevestigd.
Het
profiel van De Standaard lezer
Blijkbaar is de redactie van DS (waarvan we gemakshalve
aannemen dat ze nog autonomie heeft inzake de bladvulling) overtuigd, dat de
doorsnee DS lezer behoort tot de oppervlakkige politiek correcte soort. En als
er dan een ‘buitenbeentje’ de kans krijgt om zijn gedacht kond te doen, volgt
daarop een lawine van gekwetste zieltjes. Een zelfverklaarde kwaliteitskrant
die alleen nog mikt op gelijkgestemden behoeft zelfs geen kwaliteit. Een
bandbreedte voor anorexiapatiënten volstaat.
Abou
Jahjah valt binnen de bandbreedte van De Standaard
“http://www.standaard.be/cnt/dmf20150625_01748822 (26 juni maar nog steeds
prominent online): Abou Jahjah 'Samen als het kan, apart als het moet' (over
zijn debat met de Zwitserse intellectueel en islamoloog Tariq Ramadan in
Rotterdam)citaat: “Ramadan was tegen islamitische scholen, ik was voor
noch tegen, maar zei dat gezien de discriminatie die er heerst het normaal
is dat die zouden ontstaan. Ramadan was tegen een eigen moslimpartij, ik
was voor noch tegen want zich organiseren is een recht, en gezien de manier
waarop bestaande politieke partijen omgaan met moslims was het een kwestie
van tijd voor alternatieven zouden ontstaan. Ramadan veroordeelde de
opstand van de jongeren in de banlieues vanuit zijn islamitische insteek als
moreel verwerpelijk, ik onthaalde die opstand als een daad van verzet in
de beste traditie van de Franse Revolutie.”
Zijn boodschap die
dus door DS gepropageerd wordt is duidelijk: Samen, als jullie onze regels
aanvaarden, apart wanneer jullie de islam en de sharia niet omarmen.
Verzonnen racisme valt buiten de bandbreedte van DS
Eddy Daniëls,
kernredactie De Bron onderzocht de bewering van Meyrem Alamaci (Groen!) inzake
‘bewezen racisme bij aanwervingen’ die gretig werd overgenomen door diverse progressieve
poco media. Daniëls: “Dat 'bewezen' racisme bij aanwervingen, zou gebleken zijn
uit een SERV-studie (vooral Meyrem Almaci pakt daar mee uit). Ik heb toen de
SERV gecontacteerd. Er bleek nooit een SERV-studie in die zin te zijn
uitgevoerd, maar wel een vermelding over de mogelijkheid van racisme in een
soort bezweringsformule. Zij verwezen wel, via de Koning Boudewijn Stichting,
naar een Gentse masterthesis met mystery calls. Ik heb die auteur dan
gecontacteerd. Toen bleek dat zijn steekproef zo laag was, en zijn resultaten
zo diffuus dat je er niets mee kon aanvangen. Het is verbazend dat zulk een
paper door een universiteit zelfs maar geaccepteerd wordt, maar hij kreeg wel
de nodige complimenten in de pers. Ook daar zwaait Almaci mee rond.”
Wat we hier opnieuw
meemaken is de negatie van het weten. Onderzoek is niet meer nodig om de
Vlamingen van racisme te beschuldigen. Staat er dan geen straf op valse
beschuldigingen? Wie De Bron leest zal vaststellen dat er aandacht is voor het bestaande racisme,
maar men er ook kan lezen dat er heel terechte bezorgdheden zijn bij het
aanwerven van allochtonen. Een standpunt dat vloekt met de geloofsleer van de
progressieve kerk en dus nooit de ‘kwaliteitskrant’ zal halen.
Over
vluchtelingen en asielzoekers
DS 1 sep: “De directrice van Vluchtelingenwerk Vlaanderen beaamt wel
dat het belangrijk is hen aan werk te helpen. ‘Waar ik wel mee akkoord ga: hoe
vroeger ze een échte job hebben, hoe beter. Uit een onderzoek blijkt dat 1 op
de 4 asielzoekers al tijdens de asielaanvraag aan het werk gaat. Dat stijgt tot
55 procent in de vier jaar na de erkenning als vluchteling. Amper 25 procent
van de erkende vluchtelingen hangt na 4 jaar nog af van een leefloon. Het beeld
dat sommigen geven van de asielzoekers klopt dus niet. Sommige politici hebben
een probleem gemaakt van iets wat geen probleem was.”
Het dooreenhaspelen van de begrippen ‘vluchteling’ en ‘asielzoeker’
getuigt niet van een wetenschappelijke zorgzaamheid. Er zijn (meestal
economische) migranten en er zijn vluchtelingen. Alleen vluchtelingen hebben
volgens de Conventie van Geneve recht op asiel.
In het
rapport (Samenvatting pag. 5) vinden we een tabel waaruit blijkt dat er
108.856 asielzoekers waren tussen 2001 en 2010. Daarvan waren er 71.768 in de
leeftijdsgroep van werkzoekenden en 4.869 vluchtelingen (maar enkel in de
periode 2003 - 2006). Hoe men voor verschillende periodes toch conclusies kan
trekken is niet duidelijk.
Maar blijkbaar volstaat het voor Vluchtelingenwerk Vlaanderen om het
beleid van staatsecretaris Theo Francken niet alleen op een democratische
manier (via het parlement) aan te vallen, neen, meteen stappen ze naar de Raad
van State. Blijkbaar is België het land geworden waar alles en iedereen ter
discussie staat en enkel nog rechters bekwaam zijn om aan politiek te doen.
De
doordenkers van Knack
In
Knack online verscheen in de reeks ‘Doordenkers van Knack.be’ een artikel van
Olivier Pintelon (actief
bij de denktanks Poliargus en Tripalium)
waarin hij aan de hand van twee concrete voorbeelden bewijst dat de
herverdeling niet ten goede komt aan de lagere middenklasse maar wel de happy
few.
Een van die
concrete voorbeelden gaat over de grote transfer in de vastgoedsector. Lees
rijken betalen minder voor huisvesting dan armen. Daarom pleit hij voor meer
staatsinterventie: “Ook hier kijken de meeste commentatoren in richting
van meer herverdeling door staat - denk maar aan huursubsidies voor de lage
inkomens. We kunnen echter structureel meer doen. We kunnen opteren voor het
uitbreiden van de publieke huurmarkt om ze zo ook toegankelijk te maken voor de
brede middenklasse. Steden als Amsterdam en Wenen wijzen daarbij de weg. Ongeveer
de helft van het stedelijk patrimonium is er in publieke handen. Dat weegt op
het herverdelende vermogen van de markt, aangezien het toegenomen aanbod van
betaalbare woningen de positie van de huurder structureel versterkt.”
Dat Pintelon Wenen als voorbeeld neemt, bewijst alvast dat
hij weinig vertrouwd is met de lokale geplogenheden en de ware politieke reden
waarom Wenen inderdaad een groot aantal woningen (meestal appartementsblokken)
bezit. De werkelijkheid is dat deze woningen vooral de macht van de regerende politieke
partijen diende te bestendigen. In de goede traditie van het Westeuropese
communisme dat de Oostenrijkse politiek sinds zijn onafhankelijkheid in 1958
kenmerkte, zorgde de politiek niet enkel voor werk (elke ambtenaar moet een
partijkaart hebben) maar ook voor onderdak; de regerende partijen verdeelden
die woningen in openbaar bezit onder de partijsoldaten. Dat gebeurde volgens een
proportioneel verdelingsmechanisme: de grootste partij kreeg een evenredig groot
aantal jobs (ambtenaren) en beschikbare woningen toegewezen. Werk, brood en onderdak,
alles in handen van de twee partijen die sinds 1958 tot 2000 de koek onder
elkaar verdeelden: socialisten en christendemocraten. En toen kwam Jorg Haider
en zijn Freiheitliche Partij Österreich (FPÖ)mee aan de macht.
Het resultaat was niet enkel goed bemande overheidsdiensten,
maar ook een groot overtal aan ‘hoge ambtenaren’, kwestie van velen goede promotiekansen
te geven. Het resultaat mocht er zijn: bij defensie meer dan tweehonderd
generaals (meestal met een christendemocratische partijkaart) en nog iets meer
hogere ambtenaren (met een socialistische partijkaart) bij binnenlandse zaken
(en de politie). Is dat het systeem
dat Pintelon wil voor België?
Pjotr
Geen opmerkingen:
Een reactie posten