MEDIA EN POLITIEK ANDERS GELEZEN
Sta ik alleen met de vaststelling dat de meningsverschillen
tussen de EU-instellingen en de lidstaten stilaan onbeheersbaar worden? Een van
de oorzaken is dat de echte bazen wel aan de knoppen draaien maar niet aan de tafel
zitten.
Europese competitie verenigt niet
Dat de Europese droom bedoeld was om een interne oorlog
onmogelijk te maken zal na WOII wel een wervende boodschap geweest zijn, maar in
werkelijkheid ging het om economisch projecten. Dat moest zorgen voor welvaart
maar ook voor competitie waarvan alleen de financiers en de ‘captains of
industry’ profiteren.
Het begon met de EGKS (economische gemeenschap voor kolen en
staal opgericht in 1952), die de economische heropbouw van Europa na de tweede
wereldoorlog moest ondersteunen. Dan volgden andere organisaties. In 1958 werden
EURATOM (Europese gemeenschap voor atoomenergie) en de EEG (Europese
economische gemeenschap) opgericht. Deze laatste zou dan vervellen tot de EG
(Europese gemeenschap en uiteindelijk in 2009 tot de huidige ‘Europese Unie’.
Uit deze feitelijke ontwikkeling blijkt duidelijk dat de breedgedragen
vredesgedachte niets meer was dan een dekmantel voor de economische spelers.
Zij die de echte macht bezitten. En hoewel dat helemaal niet tegenstrijdig
hoefde te zijn, werd de Europese sociale dimensie veronachtzaamd. Meer zelfs,
toen het nodig bleek om hun financiële belangen veilig te stellen verplichtten
ze hun zetbazen (de Europese mandarijnen) om de sociale programma’s van de Natiestaten
af te bouwen. Sommige lidstaten deden dat, anderen verhoogden enkel hun
staatsschuld of vervalsten zoals Griekenland de boeken. Tot ook dat niet langer
houdbaar was. Het schisma tussen de Europese macht en de democratie was een
feit.
Dat had ook een ander gevolg: de lidstaten zagen in de EU instellingen
een indringer die de eigen macht fnuikte. Zo werd het gemakkelijk voor de
‘machteloze’ lidstaten om de schuld op ‘Brussel’ te steken. Erger, de nationale
sport in sommige landen om zo weinig
mogelijk belastingen te betalen en zo veel mogelijk te profiteren van de
‘anderen’ werd een Europese sport. En de Brusselse Sinterklazen deden niet
liever dan geld rondstrooien. Zo ontstond de waanzinnige overtuiging dat
schulden niet belangrijk zijn. Solidariteit werd de medicijn voor slecht bestuur.
Tenslotte, mochten er ooit problemen zijn, was er nog altijd de EU om de
problemen op te lossen. Zoals de aanpak van de actuele problemen maar al te
duidelijk illustreren.
Megalomane verblinding
De uitbreiding van de EU is een voorbeeld van hoe het niet
moet. Europa zou één grote economische ruimte worden. Opnieuw dus enkel
economie. Maar dat liep anders. De megalomane dromen van plattelandspolitici
die zonder zich te bezondigen aan enige inzichten in de socio-economische
verschillen binnen ons continent droomden van een Verenigde Staten van Europa.
Een wereldmacht die aan de touwtjes van de wereldpolitiek zit en zich kon meten
met andere grootmachten.
Daarom wilde men ook één munt. Als symbool van hun
(politieke) macht en vooral het bewijs dat ze weigerden te zien hoe
verschillend het economisch, fiscaal en sociaal weefsel was in de landen die ze
tot de eurozone toelieten. Dat mocht allemaal geen probleem zijn voor hun droom.
En ook vandaag nog negeert men deze
verschillen.
In hun zog creëerden de mandarijnen een zwaar betaalde Europese
nomenclatura – politieke structuren – die zorgden dat ook politici en hun
administraties gulzig konden mee profiteren van de ‘weldaden’ van de Europese
instellingen. Al deze instellingen zorgen ervoor dat Europa, net zoals sommige
lidstaten, een graaiton werd voor politici. Hiermee was de cirkel rond, want wanneer Europa zoveel politici aantrekt die op
de terugweg zij en nog gauw gauw even willen grabbelen in de ton, zijn zelfs
verkiezingen een maat voor niets. En het zijn niet de grote spelers die
daarvoor betalen maar de
belastingbetalers in de uitgeklede natiestaten.
Economie zonder solidariteit kan Europa niet redden
De EU-instellingen waren onmachtig toen de financiële crisis
toesloeg. Maar hoe onvoorstelbaar het ook klinkt, deze crisis veroorzaakt door
de geldhonger van de ‘haute finance’, heeft hen niet verzwakt, integendeel. De
grootste slachtoffers zijn de gewone burgers, die via publieke gelden de putten
moeten dempen. Is er een mooier bewijs voor wie ‘de broek’ draagt in deze
wereld? Een regelmatig weerkerende vraag is of Griekenland niet kunstmatig in
leven wordt gehouden door de Europese Central Bank omwille van de vele
miljarden die EU banken zouden verliezen bij een crash.
De manier waarop de EU – commissievoorzitter Junckers op kop
– de Griekse regering als kop van Jut bestempelen, zou kunnen gezien worden als
een beschadigingsoperatie van al wie de wensen van de financiële wereld niet
genegen is. Trouwens welke geloofwaardigheid heeft een commissievoorzitter die
als voormalig premier van een land onder vuur ligt wegens onoorbare fiscale
beslissingen? Getuigt het niet van enig misprijzen dat de premier van een land dat zijn welvaart voor een belangrijk deel te danken heeft aan
fiscale fraude en een totaal gebrek aan solidariteit, door zijn partij
aangeduid en verkozen werd tot commissievoorzitter? Wie kan hij en bij
uitbreiding zijn partij de les spellen wanneer het gaat om burgerzin en
maatschappelijk verantwoord beheer?
Maar de economie kan evenmin Griekenland redden. Daarvoor is
de schuld van de Griekse bevolking zelf te groot. Decennialang hebben de
Griekse regeringen hun verkiezingen gewonnen door geld uit te delen dat er niet
was. Waarom zouden we nu moeten vergeten dat de Griekse bevolking daardoor zelf
een grote schuld op zich geladen heeft. Het mag dan zijn dat Griekenland
failliet is, er zijn ook heel veel Grieken die een aardig potje hebben opzij
gezet en nu luidkeels Europa als hardvochtig bestempelen en een gebrek aan
solidariteit verwijten. Je moet maar durven.
Elke vergelijking met België wordt bij deze gelogenstraft.
Pjotr
Geen opmerkingen:
Een reactie posten