05 juli 2015

Solidariteit geen medicijn tegen wanbeleid

MEDIA EN POLITIEK ANDERS GELEZEN
Sta ik alleen met de vaststelling dat de meningsverschillen tussen de EU-instellingen en de lidstaten stilaan onbeheersbaar worden? Een van de oorzaken is dat de echte bazen wel aan de knoppen draaien maar niet aan de tafel zitten.

Europese competitie verenigt niet



Dat de Europese droom bedoeld was om een interne oorlog onmogelijk te maken zal na WOII wel een wervende boodschap geweest zijn, maar in werkelijkheid ging het om economisch projecten. Dat moest zorgen voor welvaart maar ook voor competitie waarvan alleen de financiers en de ‘captains of industry’ profiteren.

Het begon met de EGKS (economische gemeenschap voor kolen en staal opgericht in 1952), die de economische heropbouw van Europa na de tweede wereldoorlog moest ondersteunen. Dan volgden andere organisaties. In 1958 werden EURATOM (Europese gemeenschap voor atoomenergie) en de EEG (Europese economische gemeenschap) opgericht. Deze laatste zou dan vervellen tot de EG (Europese gemeenschap en uiteindelijk in 2009 tot de huidige ‘Europese Unie’.

Uit deze feitelijke ontwikkeling blijkt duidelijk dat de breedgedragen vredesgedachte niets meer was dan een dekmantel voor de economische spelers. Zij die de echte macht bezitten. En hoewel dat helemaal niet tegenstrijdig hoefde te zijn, werd de Europese sociale dimensie veronachtzaamd. Meer zelfs, toen het nodig bleek om hun financiële belangen veilig te stellen verplichtten ze hun zetbazen (de Europese mandarijnen) om de sociale programma’s van de Natiestaten af te bouwen. Sommige lidstaten deden dat, anderen verhoogden enkel hun staatsschuld of vervalsten zoals Griekenland de boeken. Tot ook dat niet langer houdbaar was. Het schisma tussen de Europese macht en de democratie was een feit.

Dat had ook een ander gevolg: de lidstaten zagen in de EU instellingen een indringer die de eigen macht fnuikte. Zo werd het gemakkelijk voor de ‘machteloze’ lidstaten om de schuld op ‘Brussel’ te steken. Erger, de nationale sport in sommige landen om  zo weinig mogelijk belastingen te betalen en zo veel mogelijk te profiteren van de ‘anderen’ werd een Europese sport. En de Brusselse Sinterklazen deden niet liever dan geld rondstrooien. Zo ontstond de waanzinnige overtuiging dat schulden niet belangrijk zijn. Solidariteit werd de medicijn voor slecht bestuur. Tenslotte, mochten er ooit problemen zijn, was er nog altijd de EU om de problemen op te lossen. Zoals de aanpak van de actuele problemen maar al te duidelijk illustreren

Megalomane verblinding



De uitbreiding van de EU is een voorbeeld van hoe het niet moet. Europa zou één grote economische ruimte worden. Opnieuw dus enkel economie. Maar dat liep anders. De megalomane dromen van plattelandspolitici die zonder zich te bezondigen aan enige inzichten in de socio-economische verschillen binnen ons continent droomden van een Verenigde Staten van Europa. Een wereldmacht die aan de touwtjes van de wereldpolitiek zit en zich kon meten met andere grootmachten.

Daarom wilde men ook één munt. Als symbool van hun (politieke) macht en vooral het bewijs dat ze weigerden te zien hoe verschillend het economisch, fiscaal en sociaal weefsel was in de landen die ze tot de eurozone toelieten. Dat mocht allemaal geen probleem zijn voor hun droom. En ook vandaag  nog negeert men deze verschillen.

In hun zog creëerden de mandarijnen een zwaar betaalde Europese nomenclatura – politieke structuren – die zorgden dat ook politici en hun administraties gulzig konden mee profiteren van de ‘weldaden’ van de Europese instellingen. Al deze instellingen zorgen ervoor dat Europa, net zoals sommige lidstaten, een graaiton werd voor politici. Hiermee was de cirkel rond, want wanneer Europa zoveel politici aantrekt die op de terugweg zij en nog gauw gauw even willen grabbelen in de ton, zijn zelfs verkiezingen een maat voor niets. En het zijn niet de grote spelers die daarvoor betalen maar de belastingbetalers in de uitgeklede natiestaten.

Economie zonder solidariteit kan Europa niet redden



De EU-instellingen waren onmachtig toen de financiële crisis toesloeg. Maar hoe onvoorstelbaar het ook klinkt, deze crisis veroorzaakt door de geldhonger van de ‘haute finance’, heeft hen niet verzwakt, integendeel. De grootste slachtoffers zijn de gewone burgers, die via publieke gelden de putten moeten dempen. Is er een mooier bewijs voor wie ‘de broek’ draagt in deze wereld? Een regelmatig weerkerende vraag is of Griekenland niet kunstmatig in leven wordt gehouden door de Europese Central Bank omwille van de vele miljarden die EU banken zouden verliezen bij een crash.

De manier waarop de EU – commissievoorzitter Junckers op kop – de Griekse regering als kop van Jut bestempelen, zou kunnen gezien worden als een beschadigingsoperatie van al wie de wensen van de financiële wereld niet genegen is. Trouwens welke geloofwaardigheid heeft een commissievoorzitter die als voormalig premier van een land onder vuur ligt wegens onoorbare fiscale beslissingen? Getuigt het niet van enig misprijzen dat de premier van een land  dat zijn welvaart  voor een belangrijk deel te danken heeft aan fiscale fraude en een totaal gebrek aan solidariteit, door zijn partij aangeduid en verkozen werd tot commissievoorzitter? Wie kan hij en bij uitbreiding zijn partij de les spellen wanneer het gaat om burgerzin en maatschappelijk verantwoord beheer?

Maar de economie kan evenmin Griekenland redden. Daarvoor is de schuld van de Griekse bevolking zelf te groot. Decennialang hebben de Griekse regeringen hun verkiezingen gewonnen door geld uit te delen dat er niet was. Waarom zouden we nu moeten vergeten dat de Griekse bevolking daardoor zelf een grote schuld op zich geladen heeft. Het mag dan zijn dat Griekenland failliet is, er zijn ook heel veel Grieken die een aardig potje hebben opzij gezet en nu luidkeels Europa als hardvochtig bestempelen en een gebrek aan solidariteit verwijten. Je moet maar durven.

Elke vergelijking met België wordt bij deze gelogenstraft.

Pjotr

Geen opmerkingen: