05 februari 2015

Open brief aan de ombudsman van DS






MEDIA EN POLITIEK  ANDERS GELEZEN


 

Geachte heer Naegels,
 
Ik las met aandacht uw commentaar 'Onder professoren - of toch niet', (DS 4/02) op het eerder gepubliceerde artikel van Dominique Minten,  waarbij u tot de conclusie komt dat het beter ware geweest om de kritiek op klimatoloog Jean-Pascal van Ypersele de Strihou door zeven ondertekenaars niet zo prominent in de krant te zetten. Ik vond twee uitspraken opmerkelijk en heb er vragen bij.

Wie mag in de krant? 


 

(1) Ik ben het met Dominique Minten eens dat klimaatsceptici (af en toe) hun plaats in de krant mogen krijgen, omdat ze dan misschien geen rol spelen in het wetenschappelijke, maar wel in het politieke en maatschappelijke debat, en ook daar bericht een krant over.
Eerst het antwoord van een lezer (al even onbekend als de uwe, maar waarvan ik u kan verzekeren dat hij een top academicus is in meer dan één exact-wetenschappelijke discipline en daarenboven vertrouwd is met economische beleidsprocessen):
Zijn reactie:'Dat is het hem nu juist: ze spelen wel een rol in het wetenschappelijk en net niet in het politiek debat. Het is niet omdat een bende charlatans de goegemeente heeft wijsgemaakt dat een in wezen politiek debat wetenschap zou zijn dat het ook zo is. Maar ik weet het: postmodernisme. De dingen zijn wat wij allemaal samen zeggen dat ze zijn, en dat geldt ook voor wetenschap. Hoe infantiel!'
 
Zelf las ik de afgelopen weken heel wat over de wetenschappelijke achtergrond van dit dossier en ik kwam tot de vaststelling dat het klimaatdebat gaat over een zeer complex fenomeen dat zich uitstrekt over meerdere wetenschappelijke domeinen. Een klimatoloog, zoals van Ypersele, die respect heeft voor deze complexiteit zou op zijn minst moeten luisteren naar andere specialisten. Want ook van Ypersele is immers als klimatoloog sterk afhankelijk van die andere disciplines (mv), waarover hij zelf niet voldoende kennis in diepte heeft, om de draagwijdte van het probleem volledig te kunnen bevatten.  Daarenboven is het argument om niet te discussiëren wegens 'het wordt toch een dovemansgesprek'  een dooddoener van jewelste. Totaal onwetenschappelijk waardoor van Ypersele de Strihou terecht de kritiek krijgt om aan politiek te doen en niet aan wetenschap.
 
En wat bedoelt u juist met 'af en toe in de krant komen'? Net genoeg om de kritiek te vermijden dat DS een cordon sanitaire heeft ingesteld, maar niet zo veel dat deze (volgens u) 'sceptici', ook zouden kunnen geloofwaardig worden? Hoe weten wij (u en ik) als volslagen leken in die disciplines wat juist is en wat niet? Het zou vanwege de redactie van De Standaard onverantwoord en zelfs gevaarlijk zijn wanneer onbevoegden de macht krijgen om te beslissen over welke kennis hun lezers al of niet dienen geïnformeerd te worden. Aan dat fenomeen, waaraan ook De Standaard zich bezondigt, zou de Raad van de Journalistiek eens een debat mogen wijden.   

Recht op kennis 


 

(2) Bovendien staan veel lezers wantrouwig tegenover het pensée unique-gehalte van het klimaatverhaal. Zonder daarom onzin voor waarheid te verkopen om een vals gevoel van evenwicht te creëren, mogen hun sceptische vragen best open besproken worden in de kolommen van De Standaard.
Over die pensée unique liet Rob Lemeire, redactielid van De Bron, die actief is in deze problematiek mij volgende weten:Pensée unique zorgt nu eenmaal voor een stille massa, groepen mensen die niets meer durven zeggen. Zelf heb ik contacten met verschillende bekende Vlaamse wetenschappers die debatmoe zijn, die zich ooit negatief hebben geuit tegenover de klimaatconsensus, maar ondertussen niet meer naar buiten willen/durven komen. Dan hebben we het nog niet over de vele wetenschappers die nooit hun mond hebben durven te openen.’
 
Dat de krant open staat voor 'sceptische' (waarom een woordgebruik met een negatieve connotatie?) vragen kan ik alleen maar toejuichen. Wel zou ik graag willen weten waarom DS al niet veel vroeger aandacht schonk aan deze belangrijke vragen? Ik zou alvast niet durven suggereren, zoals u doet, dat de grote meerderheid van deze vragen en invalshoeken onzin zijn en een vals gevoel van evenwicht zouden kunnen creëren.  Om daarover te oordelen volstaat mijn kennis niet en als ik even stout mag zijn, vrees ik dat ook uw kennis en deze van Dominique Minten niet volstaan  om dergelijke onwetenschappelijke suggestie te publiceren. Misschien zou DS juist het tegenovergestelde moeten doen en het pensée unique-gehalte doorbreken door over de kennis (of het ontbreken ervan) in alle wetenschappelijke disciplines, te publiceren.
 
Mijn anonieme lezer schreef mij nog het volgende:'Het is volgens De Standaard ook helemaal verkeerd ‘twijfel te zaaien’. Welnu, de wetenschap leeft van twijfels. Het zijn de politici die nooit twijfels hebben, en we weten waar we daar mee terecht komen! De klimaatalarmisten willen niet meer discussiëren ‘omdat ze toch weten dat ze op dovemans oren stuiten’. Om een beeld uit het verleden te gebruiken: Ze willen niet meer discussiëren met iemand die niet accepteert dat de zon en de planeten rond de aarde draaien. Dat is nu toch wel langzaam zo algemeen geweten – beweren ze – dat er niet meer over gediscussieerd moet worden. Déja vu: Gallilei! 
Natuurlijk mag iedereen die dat wil aan politiek doen, proberen de realiteit een beetje op te poetsen, feiten en ideeën doodzwijgen, critici ‘excommuniceren’ en commissies manipuleren. Maar noem dat dan geen wetenschap.'

Wetenschap is geen meerderheidsaangelegenheid


 

In de kranten kunnen we regelmatig lezen ‘dat de meerderheid van de wetenschappers’ de doelstellingen van het klimaatpanel van de VS (IPCC) onderschrijft en dus, zo concluderen ook de journalisten, ‘zal het wel waar zijn’. Hiermee gaat het verzameld gild van journalisten en wetenschappers die zich hierop steunen, een gevaarlijke weg op: Het ondergeschikt maken van de wetenschappelijke methodes aan de behoefte om aan ‘maatschappelijk gewenste’ oplossingen te voldoen.
 
Opnieuw had mijn anonieme lezer hierover een duidelijke mening: Natuurlijk is dit probleem belangrijk. Je zou echter kunnen denken: dat is enkel maar weggegooid geld, en dus op lange termijn niet belangrijk. Het is echter met geld niet gedaan. Als dit model zich doorzet is het uit met wetenschap en innovatie. Iedere innovatie is tot hier toe begonnen als min of meer weggelachen minderheidsmening. Dat was recent nog zo met de baanbrekende ontdekking van Stanley Prussiner: de prionen. Als we nu het onderdrukken van politiek ‘onpassende’ ideeën in systeemvorm gieten zitten we terug in de middeleeuwen. Dwepen met de Verlichting en nu blind achter de meest dwaze religie van alle tijden lopen?’ Duidelijke taal waarbij ik mij gelukkig niet aangesproken voel.

Enkele vragen



Terwijl ik aan het lezen was over dit complex fenomeen werd het aantal vragen alsmaar groter. Gelukkig kon ik beroep doen op die anonieme wetenschapper  om mijn kennis bij te spijkeren. Een van de vragen die ik hem stelde ging over het feit dat algemeen wordt aangenomen dat CO2 de grote boosdoener is en de menselijke activiteit verantwoordelijk is voor de piekwaarden. Mijn vraag aan hem: hoe kan het dat vooral de mens verantwoordelijk is voor de CO2 uitstoot wanneer blijkt uit wetenschappelijke metingen dat er zo’n 340.000 jaar geleden ook al een piek was van een vergelijkbare hoeveelheid C02? Kent de redactie van De Standaard soms het antwoord?
Mijn vriend had ook een vraag voor mij die ik eveneens graag met u deel: Hoeveel meter zal de zeespiegel stijgen inden al het ijs op de Noordpool zou smelten?
Als laatste een vraag over het gebruik van ‘anonieme’ lezers en andere bronnen: Graag zou ik willen weten of uw anonieme lezer ook een onderlegde academicus is? Of is het een politicus of een vriend van u? Er zijn immers nogal wat mensen die niet-wetenschappelijke belangen hebben bij uw standpunt.
Tot slot zou ik u, meneer de ombudsman, een artikel willen aanbevelen dat twee dingen bewijst: (1) dat het mogelijk is om in verstaanbare bewoordingen hierover duiding te verstrekken en (2) dat het nooit te laat is om bij te leren. Dat laatste is uiteraard vooral voor mezelf bedoeld.  Het artikel is van een Nederlandse geoloog en kan u hier lezen.

Hoogachtend,

 

Pierre Pjotr Therie

Geen opmerkingen: