F35 - Dossier vervanging F16
In een vorig artikel zochten we naar de
redenen voor de Amerikaanse keuze voor één vliegtuigtype (herlees hier).
In deze bijdrage vragen we de Nederlandse gewezen politiek analist en adviseur Peter
Paul de Waal of dat wel een goed idee is.
Inleiding
In vorige bijdrage eindigden we met een dubbele vraag: (1) of
de Belgische Luchtmacht voor dezelfde uitdagingen staat als de VS en dus best ook
voor de JSF kiest en (2) of het toch beter is om verschillende vliegtuigtypes
te kunnen inzetten in een internationaal (NAVO-) verband. In deze bijdrage
zoeken we naar een antwoord op de laatste vraag: alleen maar de JSF of een
gevarieerd ‘fighter’ arsenaal?
Hoewel we heel wat interessante informatie ontvingen uit het
netwerk van gevechtspiloten, willen we
hier het woord geven aan iemand die niet ‘belast’ is door eigen ervaringen en
de daaraan verbonden (voor)oordelen. Ten gronde is deze keuze een strategische politieke keuze die niet enkel berust op
technische gegevens.
Interview
Meneer de Waal, blijkbaar bent u niet alleen specialist in de politieke
besluitvorming maar tevens een zeer geïnteresseerd en actieve Nederlander als
het gaat over de Nederlandse keuze voor de JSF gevechtsvliegtuig. Van waar die
interesse?
Vanaf kindsaf aan ben ik gefascineerd door de krijgsmacht en
het fenomeen oorlog. Niet op een perverse manier. Oorlog lijkt mij iets
afschuwelijks. Juist daarom moet het in mijn ogen met alle mogelijke middelen
en op alle wijzen voorkomen worden. Militaire afschrikking is daarbij maar één
middel, maar tevens het meest complexe - ook in moreel opzicht - en daarom voor
mij het meest interessante.
Ik heb het mijn zaak gemaakt, om het naadje van de kous te
weten over militair materieel, organisatie, opleidingen, trainingen, doctrine
en strategie. Omdat onze militairen het waard zijn, dat wij – burgers – zich
voor hun veiligheid inspannen.
Tijdens mijn studie bestuurskunde aan de Erasmus
Universiteit heb ik mij verder gespecialiseerd in strategische studies,
internationale betrekkingen en het Nederlandse defensiebeleid. Ik heb
knarsetandend aangezien hoe vanaf 1991 de Nederlandse krijgsmacht werd
uitgekleed, en keuzes werden gemaakt, ook op gebied van materieelbeleid, die
onverstandig zijn.
Hoe verliep het politiek besluitvormingsproces over de opvolging van de
F16 in Nederland?
Het strekt te ver, om dat tot in detail te beschrijven. Feit
is, dat de Koninklijke Luchtmacht (KLu) van meet af aan de JSF wilde hebben,
gericht als de top is op de USAF, en aanvankelijk was ik ook overtuigd van het
JSF programma. Maar naarmate de kosten steeds verder opliepen en steeds meer
terechte kritiek op het ontwerp en het programma zelf ontstond, werd de
besluitvorming ondoorzichtiger en speelde zich af in achterkamers. Vele
belangen, met name die van de Nederlandse luchtvaartindustrie – of wat daar van
resteert – speelden een belangrijke rol.
Uit niets bleek echter, dat er kritisch naar de doctrine
werd gekeken, waaruit dit toestel voortkwam. Ook de snel veranderende
strategische en geopolitieke omgeving speelde geen rol in de beraadslagingen.
Men, d.w.z. de top van de KLu, het ministerie van Defensie, opeenvolgende
kabinetten en het luchtvaartcluster voeren blind op de USAF en het Pentagon.
Tot dusver was dat altijd goed gegaan. Maar vertrouwen in de Amerikaanse visie
en wijsheid kan te ver doorschieten, zoals in dit geval. De besluitvorming werd
door tunnelvisie gedomineerd.
Is er bij de bevolking interesse voor dit dossier of is het een dossier
dat enkel de politieke wereld en defensie interesseert?
De bevolking vindt iedere cent die aan defensie gespendeerd
wordt teveel, dus daar maak ik mij geen illusies over. En ik heb menig
politicus zulke aperte nonsens over dit onderwerp horen uitkramen, dat ik mij
afvraag of de politiek wel voldoende belangstelling heeft voor defensie. Ook
zij kijken alleen naar de financiën.
Wat zijn uw voornaamste bezwaren tegen éénenkel type vliegtuig voor de
NAVO-bondgenoten?
Men moet nooit op één paard wedden, tenzij
het een uitmuntend paard is dat zichzelf keer op keer heeft bewezen.
De F-35 is ontworpen rond aannames, die nog nooit in een
oorlog tegen zogeheten “near peer” tegenstanders – dat wil zeggen, landen met
een grote en moderne krijgsmacht – zijn beproefd of bewezen. Zelfs het
testprogramma van de F-35 is nog lang niet zover, dat men het toestel in
complexe scenario’s tegen de meest geavanceerde technologie van eigen bodem
heeft getest. Maar inmiddels is het programma zo duur geworden, dat men niet
meer wil omkeren. Dat betekent effectief, dat de VS en veel van hun bondgenoten
zich nu al afhankelijk hebben gemaakt van één toestel, dat op geen enkele wijze
heeft aangetoond dat het kan doen, wat het moet kunnen doen. Dat is niet alleen
curieus, het is levensgevaarlijk.
Ten tweede bezit het toestel geen enkele aerodynamische
eigenschap waarmee het zich uit precaire situaties zou kunnen redden, mochten
de twee technologische pijlers waarop het ontwerp is gebaseerd – stealth en
superieur situationeel overzicht – ontoereikend blijken te zijn of door
storingen niet functioneren. Om een vergelijking te maken: als een
autofabrikant zo op airbags vertrouwt, dat hij deze niet meer beproeft met
crash test dummies, zou geen overheid toestaan dat het model op de markt kwam.
Bij de F-35 neemt men voetstoots aan dat alles zal functioneren zoals de
fabrikant op basis van onbewezen aannames belooft. Ik ben een gelovig mens,
maar in militaire aangelegenheden zeg ik: vertrouwen is goed, controle is
beter.
Over welke troeven beschikt de JFS?
De F-35 beschikt over een behoorlijke radar, de APG-81 en
een heel vernieuwend en interessant systeem van Northrop Grumman, dat het AN/AAQ-37 Distributed Aperture
System wordt genoemd. Voorts is er geen enkel compromis gedaan aan de
lage radar reflectie van het toestel. Men zou de F-35 het best kunnen
omschrijven als een doorontwikkeling van de F-117 Nighthawk en een broekzak
formaat verkennings- en doelopsporingstoestel tegelijk. De vlieger zal ook over
ongekend hoog omgevingsbewustzijn kunnen beschikken. Dat maakt het een
waardevolle “force mulitplier” – een systeem dat veel toevoegt aan de eigen
slagorde.
Welke zijn de voornaamste zwaktes van dit revolutionair concept?
Het is geen jachttoestel. Daarvoor is het niet snel en
wendbaar genoeg. De wendbaarheid is te vergelijken met dat van een
vrachttoestel als de Hercules. http://www.flightglobal.com/news/articles/reduced-f-35-performance-specifications-may-have-significant-operational-381683/
En dat is zorgwekkend. Want de laatste generaties Russische en Chinese
toestellen, die naar potentiële tegenstanders worden geëxporteerd, zijn dat
wel. Bovendien beschikken die ook over zeer geavanceerde sensoren en
uitstekende wapens. De kans is groot, dat de superieure eigenschappen van de
F-35, stealth en situationeel bewustzijn? door technologie sneller worden
achterhaal dan wordt verwacht.
Vergeet niet, dat het toestel al meer dan tien jaar in
ontwikkeling is en dat stealth geen noviteit meer is. Als die eigenschappen
niet meer doorslaggevende factoren zijn, hou je een slecht gevechtstoestel
over.
Komt bij dat het toestel ontzettend duur is, zowel in
aanschaf als onderhoud. Een woordvoerder van de USN, NAVAIR-Command stelde
enige tijd geleden, dat de F-35C zo’n 40% duurder in onderhoud is, dan de
F-18E/F Super Hornet. En dat is, met zijn twee motoren al een duurder toestel om
te onderhouden dan de huidige F-16.
Als de technologie die de F-35 levensvatbaar maakt, eerder wordt
achterhaald dan verwacht, heeft iedere F-35 gebruiker dus een heel duur toestel
aangeschaft dat door zijn concept juist kwetsbaarder is in plaats van veiliger.
Daar wil ik geen Nederlandse vliegers in laten vechten.
Tenslotte, Nederland koos voor de JSF F35 Lighning II. Zou u deze keuze
ook aanbevelen voor België?
Nee, absoluut niet. De F-35 is in financieel opzicht een koekoeksjong.
Voor landen als Nederland en België, die toch al geen riant defensiebudget
hebben, zal dit kostbare toestel ten koste gaan van andere posten op de
begroting. Denk aan materieel voor de landmacht, zeemacht en andere onderdelen
van de luchtmacht. Maar denk ook en vooral aan training, opleiding, onderhoud
en logistiek.
Als ik de Belgische regering zou mogen adviseren, dan zou ik
ervoor pleiten om eerst maar eens te zien hoe de Nederlandse ervaringen zullen
zijn over enkele jaren. In tussentijd zou het Belgische luchtwapen interim
toestellen kunnen leasen van bijvoorbeeld de USAF. Door de bezuinigingen in de
VS, staan momenteel enkele smaldelen F-16’s aan de grond. Zo kan de Belgische
regering tijd kopen, om een gedegen keuze te maken.
Nu moet ik eerlijk zeggen, dat de alternatieven beperkt
zijn. Gezien de potentiële toekomstige tegenpolen van Russische of Chinese
makelij, superwendbare toestellen zijn, met steeds betere sensoren en wapens.
Ook hun luchtverdedigingsraketten zijn bijzonder gevaarlijk. Als die
geëxporteerd worden en wij tegen een land met zulke wapens moeten gaan vechten,
is het de vraag of toestellen als de Rafale, Gripen NG, Typhoon of andere 4de
generatie jachtvliegtuigen daar tegen opgewassen zijn. Maar er zit gelukkig nog veel groeipotentieel in deze toestellen.
Iets dat de F-35 eigenlijk alleen op gebied van sensoren en software kan
bieden, niet qua vliegprestaties.
Vanzelfsprekend is de vervanging van de gevechtsvliegtuigen
slechts een van de vele uitdagingen inzake veiligheid (denk maar aan het
terrorisme). In dat licht lijkt de keuze voor een gevechtsvliegtuig van
ondergeschikt belang. Echter, als het erop of eronder is, kan juist dat ene
besluit van doorslaggevend belang zijn. Ik wens de Belgische Luchtmacht en het
Belgisch kabinet van Defensie alvast veel wijsheid toe.
Alle eieren in één mand
Zonder vooruit te lopen op de vraag of België ook moet
kiezen voor hetzelfde vliegtuig, is er nog een belangrijke dubbelreden waarom
we deze keuze moeten in vraag stellen: (1) één van de opdrachten waarvoor de
JSF duidelijk niet ontworpen werd, en veel te duur voor is, is de steun aan
grondtroepen, ‘Close Air Support’. Terwijl (2) de meest voor de hand liggende
opdrachten voor onze luchtmacht zich zullen afspelen in conflictgebieden waar
deze opdracht heel belangrijk zal blijven. Kosovo, Libië, Irak, Afghanistan,
Syrië, … allemaal opdrachten waar naargelang de noodzaak, eerst de
luchtverdediging werd opgerold door de VS en pas nadien beroep gedaan werd op
versterking van NAVO-partners. Daar is zelfs een zeer goede reden voor: de JSF
F35A voor de Amerikaanse Luchtmacht (USAF) is niet dezelfde als deze die te koop
zijn voor andere landen waaronder België.
Voorts wijzen gewezen gevechtspiloten erop dat het voor een
tegenstander moeilijker is om geconfronteerd te worden met verscheiden types,
elk met hun verschillende mogelijkheden. Ook de ontwikkeling van
verdedigingssystemen is gemakkelijker wanneer men slechts met één vliegtuigtype
te maken heeft.
Over de besluitvorming
Luitenant-generaal Claude Van de Voorde, kabinetchef
Defensie, liet mij weten dat de minister elk contact met vertegenwoordigers van
de industrie weigert om de procedure zijn normale gang te laten gaan.
Dat belet niet dat er tot en
met december verschillende vergaderingen plaatsvonden met vertegenwoordigers
van Defensie, van de aanbieders waaronder Lockheed Martin, van de
vertegenwoordigers van de Belgische defensie-industrie en bedrijven, en het
federaal Ministerie van Economie. Uit berichten van de FLAG (Flemish Aerospace
Group vzw), Skywin (Waalse tegenhanger) en BSDI (Belgische defensie-industrie)
kunnen we afleiden dat deze samenkomsten geleid hebben tot minstens één
vergadering in december van een werkgroep die het juridisch kader voor de
industriële en andere economische
return, moet vastleggen zonder dat de aankoop zelf in het gedrang komt. Deze
bekommernis is ingegeven door de nieuwe Europese wetgeving terzake. Maar ook
deze nieuwe wetgeving, laat wel degelijk ruimte toe, gezien het gaat om een
contract “van regering tot regering”, in casu de Amerikaanse en Belgische
regering, en niet de firma Lockheed Martin.
Hoewel de minister (en zijn kabinet?) hier niet direct bij
betrokken zijn, mag men dergelijk discrete tussenstappen in de besluitvorming
niet bagatelliseren. Het is via dit sluipend proces dat de Belgische bedrijven,
net als de Nederlandse overigens, grote druk kunnen uitoefenen op officiële
instanties en personen.
Wat het ook wordt, dit is een complex dossier vol wolfijzers
en schietgeweren waar de regering wel eens haar tanden op kan stukbijten.
Hopelijk heeft men geleerd van grote dossiers zoals het Oosterweel debacle, dat
transparantie op termijn veel meer voor- dan nadelen biedt en men de
‘ondergeschikte’ beleidsniveaus en drukkingsgroepen geen vrije hand mag laten. Laat
staan dat - zoals in het Oosterweel dossier waar men eerst koos voor een brug -
de keuze voor de JSF al gemaakt is (door de Defensiestaf) en het volstaat om
enkel nog ‘een politiek draagvlak’ te vinden. Het klopt zelfs niet dat alle
luchtmachtgeneraals het hiermee eens zijn, maar 'criticasters' worden vriendelijk
verzocht zich gedeisd te houden.
Met ‘Anders Gelezen' willen wij alvast dit dossier blijvend kritisch
opvolgen.
In een volgende bijdrage zullen we ons buigen over die
andere vraag, of de Belgische Luchtmacht voor dezelfde uitdagingen staat als de
VS en of de keuze voor een andere kandidaat een gebrek is aan transatlantische
solidariteit.
Pjotr, alias voor Pierre Rherie, kolonel stafbrevethouder o.r., gewezen defensieattaché
Geen opmerkingen:
Een reactie posten