MEDIA EN POLITIEK – ANDERS
GELEZEN
In Oekraïne leidde het volkse protest tot de verwijdering van
president Viktor Janukovych en ook de oude kaste politici valt niet langer in
de smaak. Oekraïne, een land op de tweesprong.
In
een citaat (DS 24/02) zegt de Oekraïense zangeres Ruslana, woordvoerster van de
protesterende bevolking, dat er ditmaal politici zullen gekozen worden die de
wensen van de burgers willen volgen. Een bevolking die zich niet langer de les
laat spellen door onbetrouwbare politici: het zou België eens mogen/moeten overkomen.
Daarom
zou ik graag aan Herman Van Rompuy volgende vraag stellen: De kans is groot dat
het verschil in toekomstvisie tussen West- en Oost-Oekraïne resulteert in een vreedzame
splitsing van het land. Zou u als voorzitter van de Raad van Europa, West-Oekraïne
verwelkomen als kandidaat EU-lid, of zou u deze kandidatuur weigeren wegens een
onaanvaardbaar nationalisme?
Achterhoede
gevechten
Terwijl
het in Kiev bang afwachten is of ook daar een politieke lente in aantocht is,
lezen we in DM weekendkrant (21/02) dat ‘onze oude kaste’ nog steeds bezig is
met verklaringen te zoeken voor het succes van N-VA. Dat was onder meer het
geval in een inleiding tot een interview met twee CD&V kopstukken, Jean Luc
Dehaene en Herman Van Rompuy.
Het
artikel begint met de vraag of Yves Leterme een fatale vergissing beging door
een kartel te maken met N-VA? Waarop Van Rompuy (met ijzige blik) reageert met
een retorische vraag “Wilt u echt dat we op die vraag antwoorden?” Dehaene doet
er nog een schepje bovenop en verwijst naar zijn memoires waarin hij eveneens
zijn ongenoegen uitspreekt over het kartel: “De kartelvoorstanders hebben de
partij te lang gedomineerd”.
Beide
hoogaangeschreven politici zijn duidelijk bang voor een andere lezing van de
stembusslag. Even het geheugen opfrissen is niet overbodig.
In
2003, dus voor de vorming het verguisde kartel,
haalde CD&V nog maar 13,25 % van de stemmen voor de Kamer. Ook N-VA –
na al de interne perikelen - was toen een heel klein broertje met slechts 3,06
%. In 2007, samen in een kartel behaalden
ze 18,51 % van de stemmen en dat leverde 30 zetels op. Daardoor werd het kartel
de grootste fractie in het halfrond. Enkel daardoor kon CD&V aanspraak
maken op de Zestien. Voor machtspolitici als Dehaene en Van Rompuy is het
premierschap de bekroning van een geslaagde verkiezingcampagne, maar toch was
het kartel een slechte zaak? Ik heb ze in elk geval niet horen klagen toen
Leterme zijn intrek nam in de Zestien. Integendeel, ze waren wat blij dat
Leterme zijn Vlaamse eisen liet vallen. Maar het steekt wellicht dat Leterme 796.521
voorkeurstemmen kreeg en daarmee bewees goed te hebben geluisterd naar wat leefde
en nog altijd leeft bij de Vlaamse bevolking. Inderdaad nog steeds leeft want
in 2010 zakte CD&V (met een Belgischgezinde en uitdrukkelijk door de eigen
zuil gepromote campagne) naar 10,85 % van de stemmen voor de Kamer. Hieruit kan
men toch afleiden dat niet BHV het resultaat bepaalde, maar wel de koerswending van de CD&V top.
Het is CD&V zuur opgebroken en mochten de peilingen bevestigd worden dan
zal het ook op 25 mei geen feestdag worden.
Voor
het Vlaams parlement waren de resultaten genuanceerder, want daar spelen de
communautaire problemen minder mee in de keuze: in 2004 behaalde het kartel
CD&V/N-VA 26,09 % en in 2009 kreeg CD&V nog 22,86 % van de stemmen. N-VA
steeg naar 13,06 % in 2009. Volgens de peilingen schommelt CD&V momenteel
rond 17,5 % en hoopt sterke man en minister-president Kris Peeters dat zijn
partij meer dan 20 % haalt en N-VA onder de 30 % blijft. Pas dan heeft hij een
kans om zichzelf op te volgen. Het vel van de beer …
Leterme
was zijn tijd vooruit
In
een democratie wint hij/zij die echt luistert naar de wensen van de kiezers. De
bundeling van de Vlaamsgezinde krachten in een kartel was ontegensprekelijk de basis voor het electoraal succes van beide
partijen. Deze Vlaamse logica was en is voor de Belgischgezinde kaste nog
altijd een ongewenste waarheid die met vereende krachten moet bestreden worden.
Wat
zowel Dehaene als Van Rompuy Leterme verwijten, is dat hij te goed had
geluisterd naar wat in Vlaanderen leefde en nog steeds leeft. Het
kartelprogramma in 2007 was nochtans niet zo ingrijpend, maar werd gekelderd
door een eensgezinde NON van de Franstaligen. Zij hadden alvast niet begrepen
hoe diep het Vlaamse ongenoegen met dit België zat en nog steeds zit. Tegenover
de eensgezinde Franstaligen, stonden helaas verkrampte Vlaamse partijen die
mekaar het licht in de ogen niet gunden.
Sommige
opiniemakers, waaronder Dave Sinardet en Marc Reynebeau slaagden er zelfs in om
te ontkennen dat de verkiezingsoverwinning van Leterme te danken was aan zijn
communautair getint programma. Hun persoonlijke geloofwaardigheid werd er niet
door gediend. Maar hun ondermaats verweer werkte contraproductief en sterkte de
weldenkende Vlamingen in hun ‘Vlaamse’ overtuiging. Toen Leterme uiteindelijk
als afscheidnemend premier verklaarde dat het federale model op zijn grenzen
was gebotst, vertolkte hij opnieuw wat de doorsnee Vlaming al lang besefte.
Maar
niet de onderlinge partijstrijd was de voornaamste oorzaak van het mislukken
van de communautaire onderhandelingen in 2007. Veel erger was en is ook vandaag
de overtuiging dat een Franstalig NON niet kan beantwoord worden met een Vlaamse
NEEN. Hoe anders te verklaren dat de Vlaamse onderhandelaars als puntje bij
paaltje kwam telkens hun eisen inslikten of bereid waren om er een te hoge prijs
voor te betalen. Ze beseften niet dat die toegevingen hun eigen democratisch
draagvlak uitholden en de Franstaligen sterkte in hun overtuiging dat het
volstond om NON te zeggen. Erger, in elk communautair akkoord werden de blokkeringsmogelijkheden
van de Franstalige minderheid versterkt. Het resultaat is dramatisch voor de
hele Belgische samenleving. De grondwet,
die in elke staat, die naam waardig, de emanatie is van de Natie, is verworden
tot de ultieme toetssteen voor het beslechten van de geschillen tussen twee
gemeenschappen. Is er een beter bewijs voor de teloorgang van het ‘federale’
België?
Leterme
koos voor het Belgisch bord linzen
In
zijn antwoord op een brief[1]
die ik Leterme stuurde op 27 april 2007 schreef hij (4 mei) onder meer het
volgende “Deelnemen en hervormen staan op gelijke voet, en het is dus niet zo
dat deelnemen (aan de regering) belangrijker zal zijn dan hervormen. (…) Indien
het kartel mee kan onderhandelen over het programma van de volgende federale
regering, zal het uiteraard zijn standpunten met hand en tand verdedigen.”
In
het najaar van 2007 – toen er twijfel was of Leterme het kartelprogramma trouw
zou blijven of niet - schreef ik hem opnieuw een brief[2]
waarin onder meer volgende stond: “In feite kan u kiezen voor het premierschap
of voor het leiderschap van de Vlaamse gemeenschap. (…) Indien u beslist om
volop te gaan voor het premierschap dan zal u de eerste minister zijn van een
amechtige regering die weliswaar enkele liberale klemtonen zal realiseren maar
ten gronde niets zal veranderen aan de polarisatie tussen de gemeenschappen,
noch aan de roep om goed bestuur. U zal de perceptie tegen hebben en ‘plat op
de buik gegaan zijn’. (…) Misschien houdt u het twee jaar vol en dan is het definitief
voorbij.” Zijn antwoord was alvast zeer kort: “Geachte heer, ik heb uw mail
ontvangen en gelezen. Yves
In het Laatste Nieuws (15
juli 2008), na het ontslag van Leterme als premier, lazen we het volgende: “Dat
Leterme er niet in geslaagd is om tot een communautair akkoord te komen, is
volgens Thyssen een bewijs dat men gebotst is op de grenzen van wat federaal
mogelijk is". Sommige CD&V'ers, onder wie Servais Verherstraeten en
Tony Van Parys, pleiten openlijk voor een confederaal kader waarbij de deelstaten
het zwaartepunt van de besluitvorming worden. "Binnen het huidige federale
model kan het niet meer. Men moet uitgaan van de sterkte van de
deelstaten", verduidelijkte Tony Van Parys.
Blijkbaar was (een deel van) CD&V in 2008 opnieuw klaar
voor een confederaal model. Helaas, de kiezers waren in 2010 nog niet vergeten
dat Leterme, ondanks alle beloften, zich had laten overhalen door de
Belgischgezinde vleugel binnen zijn partij om het premierschap te aanvaarden. Het
was ondertussen duidelijk dat Leterme’s ‘Vlaamse opstoot’ zowel binnen zijn eigen
partij als het Belgisch establishment niet werd geapprecieerd. Een nieuwe vooraanstaande federale rol werd hem
niet meer gegund en wellicht zou zijn ‘woordbreuk’ hem toch niet geholpen
hebben om het tij voor CD&V te doen keren. Maar ook de Belgischgezinde
vleugel binnen CD&V slaagde er in 2010 niet in om CD&V terug te laten
aanknopen met succes. Integendeel, terwijl de partij in 2003 (zonder N-VA) nog
13,25 % haalde in de Kamer, moest het vrede nemen met een schamele 10,85 % in
2010. Maar ook dat verlies zette de partij niet aan om de voor de hand liggende
conclusie te trekken. Opnieuw stapte de partij ondanks alle ferme verklaringen
in een regering zonder Vlaamse meerderheid en zonder de overwinnaar N-VA. Het
zou wel eens kunnen dat de kiezer dat nog zal weten op 25 mei. Begrijpelijk dat
recente verklaringen van onder meer voorzitter Wouter Beke, dat men niet
opnieuw zonder Vlaamse meerderheid in een federale regering zal stappen, weinig
geloofwaardig klinken.
Uit alle recente verklaringen lijkt het ook duidelijk dat de
traditionele politieke partijen vooral de N-VA willen bekampen. Dat de
prestaties van de regering Di Rupo – die nochtans heel veel maatregelen nam
maar de Belgische ziekte liet voortwoekeren - niet direct veel enthousiasme losweken
is een understatement. Maar of ze beter zullen scoren door zelf te kiezen voor N-VA
als de te kloppen tegenstander is nog maar zeer de vraag. Ook binnen CD&V
is niet iedereen gelukkig met de huidige aanpak.
CITATEN VAN DE WEEK
Zangeres Ruslana als woordvoerder van het
Oekraïense protest: Wie zijn de nieuwe politieke leiders die de bezetters van Maidan willen?
“De studenten zijn een lijst aan het maken met wensen die ze aan de politici
voor de verkiezingen zullen overhandigen en de mensen zullen kiezen voor die
politici die de eisen van Maidan ernstig nemen. De nieuwe politici zullen
mensen moeten zijn die de wensen van de burgers zullen volgen, vroeger was het
omgekeerd.”
Kaaiman, alias Koen Meulenare
in DT: “Er hangt de mensen in Kiev, behalve de nakende inval van het Russische
leger, nog één grotere catastrofe boven het hoofd: het Joenk. Het intrekken van
visa voor Oekraïense diplomaten, de wel zeer drastische ingreep van de
EU-leiders tegen de regering-Janoekovitsj, gaat de Aldi-fractieleider
natuurlijk weer niet ver genoeg. Nu hij de rebellen in Syrië in het zadel heeft
geholpen, zal hij militair interveniëren aan de Dnjepr. Heeft de stafkaarten al
bestudeerd en plant zijn zegetocht aan te vatten in Tsjernobyl. Les 1 van het
revolutionaire handboek: bezet de kerncentrales. Kaaimans tip aan de wanhopige
Oekraïeners: confederalisme. Oost-Oekraïne en West-Oekraïne krijgen de volheid
van bevoegdheden en overleggen welke taken ze nog samen uitvoeren. De inwoners
van Kiev kunnen zelf beslissen tot welke groep ze willen behoren.”
Rik
Van Cauwelaert in DT (over de duurste ziekenhuizen): De
hele top 10 van de ziekenhuizen met de hoogste ereloonsupplementen in
eenpersoonskamers voor klassieke opnames, wordt ingenomen door Brusselse en
Waalse ziekenhuizen. De top-10 met de laagste ereloonsupplementen is volledig
Vlaams. Dat zou tot nadenken horen te stemmen en de federale overheid ertoe
moeten aanzetten de financiering van de ziekenhuizen grondig onder de loep te
nemen en de financiële uitwassen, veelal als gevolg van overconsumptie, kordaat
weg te wieden. Maar blijkbaar willen ze bij de PS de vinger in de pap houden,
want de financiering van de werking van de ziekenhuizen blijft met de zesde
staatshervorming - door Annemans bestempeld als 'niet de meest fraaie' - een
federale bevoegdheid. Terwijl de bouwkosten van de ziekenhuizen, hun
investeringen in zwaar materieel en het vastleggen en opvolgen van
erkenningsnormen voortaan de gemeenschappen toekomen.
Eddy
Daniels op De Bron (over de herdenking van 50 jaar immigratie): Ondertussen zijn er natuurlijk wel
onderzoeken die discriminatie aantonen. De vraag is of zij de conclusie
rechtvaardigen dat die haar oorsprong vindt in racisme. Zo is er de
huizenmarkt. Mensen met een allochtone naam maken aantoonbaar minder kans.
Indien het CGKR ook maar enige interesse zou hebben voor de autochtonen, dat
had het al lang kunnen constateren dat ook huiseigenaren die aanvankelijk wél
aan vreemdelingen verhuurden dat nu niet meer doen omdat nogal wat van die
mensen er andere leefnormen op nahouden. In sommige gevallen laten zij de
woning als een puinhoop achter. Hier speelt geen racisme, maar bescherming van
de eigen vaak zuurverdiende spaarcent voor de oude dag. De klaagzangen van het
CGKR ter zake zijn in die zin dan ook discriminerend tegenover Vlaamse
huiseigenaren.”
LLB edito de Francis Van de Woestyne, (21/02 ; in vrije vertaling): La
question demeure: Hoe komt het dat N-VA in Vlaanderen zo succesvol is? Omdat
het zijn bedoeling om het land te splitsen verbergt. Omdat ze doet geloven dat
de helft van de Belgen door Vlaanderen onderhouden wordt (vit au crochet).
Tenslotte is er onvoldoende tegenstand (on entend les mouches voler). Enkel
uitzonderingen zoals Daniël Termonde
(met e) roepen de intellectuelen, de media en de politici op om te vechten
tegen de nationalisten. De anderen vragen de Franstaligen om vooral niets te
zeggen. Maar zo wordt het nog erger.
Een lezer uit Schaarbeek
reageerde: Hoe zou het nationalisme verborgen kunnen blijven wanneer alle
Vlaamse partijen constant hierop hameren. Dit argument is typisch ‘belgicain’
waarbij communautaire problemen enkel leven bij de politici. Neen, de realiteit
is dat de helft van Vlaanderen niet verder wil met België en dat tonen ze zoals
het hoort via de stembus. Het is tijd dat de Franstalige pers de ware vragen
stelt.
Pjotr
Geen opmerkingen:
Een reactie posten