MEDIA EN POLITIEK
ANDER GELEZEN
De politieke
besluitvorming getuigt soms van te weinig leiderschap en een gebrek aan
respect. Oorzaken zijn een paternalistische visie op de besluitvorming en een
gebrek aan standvastigheid.
Het Oosterweel dossier
Een
overleden succesvol Vlaams industrieel leerde zijn erfgename één regel: eenmaal
een beslissing genomen is, blijf er bij. Precies omdat die gulden regel niet gevolgd werd,
draaide het Oosterweeldossier hopeloos in de soep, met als gevolg een
aanslepend verkeersinfarct rond Antwerpen, een oplopend prijsplaatje voor de
Vlaamse Gemeenschap, en grote milieuschade.
Wanneer we
alle gekende elementen op een rij zetten, dan komen we tot de vaststelling dat er in het Oosterweeldossier drie
opeenvolgende blunders werden begaan. (1) Zonder een degelijke voorafgaande
studie of inbreng van onderuit, werd gekozen voor een ‘monumentale’ brug. (2) De integratie van een voor de hand liggende deeloplossing – de
verbinding van de Liefkeshoektunnel met de E17 richting Gent - werd gekelderd
om irrationele (lees: electorale) redenen. (3) Het gebrek aan politieke
standvastigheid heeft tenslotte ervoor gezorgd dat er geen goede kant meer zit
aan dit dossier, ongeacht de keuze die men ooit zal moeten maken.
Vlaanderen
met zijn talrijke kleine en middelgrote ondernemingen is gepokt en gemazeld om
snel op de bal te spelen. Zelfs in Nederland stelt men deze ‘voortvarendheid’ op
prijs (dixit een Vlaamse CEO in Nederlandse dienst). Dit dynamisch
ondernemerschap bracht Vlaanderen welvaart en wie niet de juiste beslissing nam
draaide zelf op voor het fiasco. Megalomane
projecten – waarvan de impact vooraf nooit volledig kan voorzien worden – zijn
verschillend, want meestal het idee van één man/vrouw die steun zoekt bij een
select kransje gelijkgestemden of financiers. Het leverde prachtige
monumenten op maar evenzeer groteske miskleunen.
Wanneer de
beslissingen echter niet door ondernemers maar door politieke tenoren worden
genomen, spelen twee andere factoren een doorslaggevende rol. Een politicus
riskeert niet zijn eigen geld. Megalomane politieke projecten houden daarom
minder risico’s in voor de bedenkers. Daarnaast is er de impact van een project
op het kiesgedrag, waardoor niet enkel objectieve criteria een rol spelen.
In het
Oosterweeldossier is dat alvast het geval geweest. De monumentale brug was naar
verluidt het idee van de liberale provinciegouverneur Camille Paulus, die de
brug zag als een cadeau aan de stad. Hij was, volgens een naaste medewerker,
overtuigd dat een brug de goedkoopste oplossing was en een ‘landmark’ het imago
van een mooie stad zou versterken.
Hadden niet alle grote steden aan een stroom een schitterende brug? Maar zonder
degelijke studie werd het een brug te ver.
Een tweede
beslissing was om géén verbinding te realiseren tussen de Liefkenshoektunnel en
de E17 richting Gent, alhoewel dat voor de hand lag. Dat was de ‘verdienste’
van de burgemeester van Sint-Niklaas, Freddy Willockx, die ‘zijn’ stad van de overlast wilde
vrijwaren. Hij werd gesteund door burgemeester Antoine Denert van Kruibeke die reeds alle kleuren van de regenboog omarmde. Het Nimby syndroom
in plaats van leiderschap.
De
doodsteek voor het initiële project kwam er toen de socialistische partij, die
vanaf het begin het brugproject steunde, een bocht nam van 180°. Toenmalig burgemeester van
Antwerpen, Patrick Janssens, besefte dat het lokale verzet zijn toekomst als
burgemeester dreigde te hypothekeren en dat was voldoende reden voor de SP.A om haar gegeven
woord in de Vlaamse regering op te zeggen. Eigenbelang
in plaats van verantwoordelijkheid. Het heeft Janssens niet geholpen om
zijn blazoen voldoende op te poetsen.
Deze drie
cruciale beslissingen – een keuze voor de brug zonder studie, het veto van Sint-Niklaas en de bocht van SP.A – hebben dit
dossier vakkundig in de soep gedraaid. De kosten zijn
voor later en (vooral) voor anderen. Waar
zouden we vandaag staan mocht de ene burgemeester wat meer oog gehad hebben
voor het dagelijkse fileleed van tienduizenden weggebruikers rondom een andere
stad dan de zijne, en de andere leiderschap en standvastigheid getoond had in
een dossier dat voor zijn stad zo belangrijk was en is? Zonder enige twijfel
zaten we nu met een project in uitvoering en tijd betekent ook in
dit dossier zeer veel geld.
Dit artikel verscheen eveneens in BRON: http://de-bron.org/content/iedere-haan-wil-zijn-eigen-oosterweel
Het
militaire Airbus dossier
Heel wat commentatoren vinden dat het Europa
mangelt aan een democratische besluitvorming. Minder bekend is dat sommige
Europese ‘paradepaardjes’, zoals het Europese luchtvaartproject met onder meer
het militaire Airbus-programma, A400M, een voorbeeld zijn van heel veel paternalistisch
nationalisme.
Terwijl de Europese commissie streng toekijkt of
firma’s zich wel houden aan de concurrentieregels wordt op het hoogste niveau –
dat van de regeringsleiders – beslist om een mastodontproject, de Airbus 400
Militaire versie (A400M), zonder concurrentie toe te kennen aan de grote landen,
Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië. Frankrijk is hoofdondernemer voor de
cockpit, Duitsland voor het rompgedeelte en Groot-Brittannië voor de vleugels.
Samen vormen ze dan nog een ‘Europees’ consortium voor het motorgedeelte. Voor
de andere landen die vanaf de aanvang meededen, waaronder België en Spanje en
dus dezelfde risico’s namen, bleef er nauwelijks iets over. Spanje eiste en
kreeg economische compensaties (een productielijn in Sevilla) maar, hoe onbegrijpelijk
het ook klinkt, België eiste geen industriële return, een vorm van
rechtstreekse compensatie en kreeg dus beduidend minder dan mocht verhoopt
worden en, toevallig of niet, vooral Vlaamse bedrijven benadeelde. De
defensieminister belast met dit dossier, André Flahaut, was reeds tevreden met enkele subcontracten
die allemaal gingen naar ondernemingen van de groep Belairbus (Sonaca, Sabca, Asco
en Barco). Zij kregen kleinere contracten toegeworpen van de hoofdaannemers, behalve
de Barco, dat geen contract kreeg van de Franse hoofdaannemer voor de cockpit.
Volgens een ingewijde hadden ze in een competitie ongetwijfeld het contract
gewonnen maar ze verloren om ‘politieke
redenen’ van de Franse Thales-groep (dat ook in Tubize, Herstal, Charleroi en
Brussel vestigingen heeft). De ‘Board of Directors’ van Thales leest zeer
Frans: Jean-Bernard Lévy, Chairman and Chief Executive
Officer of Thales; David Azéma, General Manager of the French Government
Shareholding Agency (APE); Charles Edelstenne, Chief Executive Officer of
Groupe Industriel Marcel Dassault; Yannick d'Escatha, Advisor to the Chairman
of EDF (Electricité de France).
Voor de ‘Belgische’ defensieminister Flahaut was deze
slechte deal voor Vlaamse bedrijven duidelijk geen probleem. Maar er was meer: Deze
deal was helemaal niet naar de zin van de Vlaamse regering en minister voor economie, Fientje Moerman, Open
VLD, drong destijds aan om meer Vlaamse firma’s kansen te geven. Het verhaal wordt
helemaal vreemd toen bleek dat partijgenoot en eerste minister Guy Verhofstadt
(die het dossier doorgaf aan Flahaut) deze Vlaamse verzuchting negeerde
(saboteerden volgens een ingewijde). Werd gehengeld naar een andere
‘compensatie’? Niemand die dat hardop durft te zeggen, maar wat we wel met
zekerheid weten is dat in dezelfde periode, eerste minister Guy Verhofstadt
zich aan het warm lopen was om voorzitter te worden van de Europese Commissie.
Het dossier is ondertussen een ‘oude koe’ geworden
maar wordt binnenkort opnieuw geserveerd, nu andere landen hun oorspronkelijke
bestelling willen doorverkopen aan derden. Daar zal België, zonder de
rechtmatige economische return, weinig aan verdienen waardoor het van alle deelnemende
landen, de duurste prijs zal betalen. Voor een vliegtuig waar zelfs militaire
piloten met een lange ervaring ook technische vragen bij stellen. Reeds enige
tijd geleden verklaarde toenmalig generaal-majoor vlieger en FLAG Managing
Director, Karel Vervoort, het volgend: “Vlaanderen betaalt grotendeels de factuur, en heeft in dit programma
minder dan 30% van de totale economische return. Ook België in zijn geheel
kreeg niet toegewezen waar het recht op had. Als FLAG Managing Director heb ik
dan ook altijd openlijk verkondigd dat dit het slechtst beheerde militaire
programma is van die afmetingen dat België ooit aangegaan is”.
Een ander militair dossier, de vervanging van de gevechtsvliegtuigen
F16 door de Amerikaanse JSF/ F35, dreigt zelfs onbetaalbaar te worden. Ook hier
gonst het binnenskamers van keuzes die niets met leiderschap te maken hebben
maar eerder met persoonlijke voorkeuren. Wordt
ongetwijfeld vervolgd.
Dit artikel verscheen ook
in BRON : http://de-bron.org/content/airbus-400m-als-een-politieke-koehandel
Het Brussels
migrantendossier
Getuigt het immigratiebeleid van enig leiderschap? Dat Maggie De Block, federaal minister,
zonder al te veel tegenwind het beleid kon ombuigen bewijst hoe wankel de basis
was voor het gevoerde beleid van haar voorgangers. Partijpolitieke (electorale)
berekeningen hebben de aanpak van dit dossier van in het begin – de periode van
Paars met Open VLD en de socialisten in de regering – totaal verziekt. De
verhalen van sociale fraude die ondertussen via het web de ronde doen zijn even
zovele getuigenissen van dit lakse beleid. Een beleid dat als onrechtvaardig
ervaren wordt en zorgt voor frustraties bij een groeiend deel van de bevolking,
terwijl de progressieve politieke en culturele elite doofstom bleef voor de misbruiken. Het is
onvoorstelbaar dat niemand, ook niet van de rechtse meerderheid, hier kordaat
durfde tegenin te gaan. Vooral de situatie in Brussel vraagt om een andere
aanpak. Al was het maar omdat de spillover naar gans Vlaams Brabant zorgt voor
diepsnijdende maatschappelijke breuklijnen. Maar in Brussel zijn van oudsher de
Franstalige socialisten aan de macht en immigranten betekende in de eerste
plaats nieuw bloed voor de partij. Ondertussen is de situatie echter ook voor
het trouwe socialistische electoraat een doorn in het oog en dat was voldoende
om Maggie De Block enige beleidsruimte te geven.
Aan het migrantendossier in Brussel is er nog een
ander aspect. Nadat de Franstalige bourgeoisie erin slaagde om de stad te
verfransen, dreigen ze de stad nu te verliezen door het binnenhalen van een paard
van Troje: een omvangrijke groep ongeschoolde allochtonen die in grote
meerderheid slechts een beetje Frans spreken en hun eigen moedertaal koesteren.
Ongeschoold en taalonkundig heeft deze groep zich helemaal niet geïntegreerd en
ze zijn helemaal geen ‘Brusselaars’ geworden. Zo werd Brussel een multiculturele
stad zonder huistaal en zonder identiteit. Dit leidde tot een maatschappelijke
verbrokkeling waar velen naast blijven kijken. Niet zo, de scherpe observatoren, zoals de fervente
Brusselaar en filosoof-econoom Philippe Van Parijs. Hij wil Brussel doen herrijzen
via een nieuwe (kunstmatige) Brusselse
identiteit. Deze denkpiste – waarbij de identiteit van een nationale hoofdstad
wordt begraven ten voordele van een nieuwe nationaliteit, zonder
bevoogding van de nationale gemeenschappen maar wel met hun geldelijke steun,
is nogal hoog gegrepen en niet gespeend van enige hoogmoed, maar ook dat is
wellicht onderdeel van de Brusselse identiteit.
Ondertussen staan we nog altijd zonder een kordaat federaal
beleid dat rekening houdt met de eigen taaldiversiteit. OM Belg te worden
volstaat het één landstaal te kennen, ook als men wil gaan wonen in het
landsgedeelte met een andere (niet-gekende) officiële taal. Zo hopen de Franstaligen ongetwijfeld om de
invloed van het Frans in Vlaanderen te versterken. Het
wordt nog erger nu de Europese Unie besliste dat immigranten slechts één landstaal
moeten kennen. Deze beslissing is voor een land als België niet enkel een
negatie van de grondwettelijke gelijkheid van de twee landstalen, maar
benadeelt vooral Vlaanderen vermits de overgrote meerderheid van de immigranten
geen Nederlands kennen. Zouden de Europese wettenmakers misschien vergeten zijn
dat Europa altijd de (taal)diversiteit in Europa wil koesteren? Of willen ze misschien
met deze maatregel een steuntje geven aan zij die willen dat Vlaanderen een
eigen land wordt?
Voor de Vlaamse regeringspartijen die al
decennialang de macht monopoliseren, blijkt uit dit dossier vooral laksheid in
plaats van leiderschap en respect voor de eigen cultuur. Een volk zonder
leiders, schreef Joost Ballegeer ooit. Mag ik daar aan toevoegen, ‘een elite
zonder taal en cultuur’.
Citaten van de week
Rudy Demotte, PS, in DH: “Si le nationalisme wallon est l'expression d'une
réalité, celle d'un "peuple uni", il ne se construirait
pas par opposition à l'autre et ne serait dès lors pas un terme péjoratif.
"Cet esprit est un esprit d’une brique dans un mur. C’est une pièce qui
consolide finalement l’ensemble", poursuit-il.
La version wallonne contraste avec son pendant
flamand. Ce dernier est l'expression du "repli", caractérisé
par "le rejet de l''autre" et "est
devenu une espèce de venin pour la Belgique", analyse Rudy Demotte ».
Anders gelezen, is het nogal wiedes dat het Waals nationalisme België
niet weg wil. Benieuwd wat hij zou zeggen de dag dat Wallonië Vlaanderen zou
moeten helpen. Ik denk dat we binnen de korste keren allemaal Frans moeten
spreken; his masters voice.
Prof Hendrik Vuye in dS: “In aanloop naar verkiezingszondag zal
men de Vlaamse kiezer de stuipen op het lijf jagen. De financiële markten –
lees: de geniale topbankiers die aan de basis liggen van de crisis – willen
geen avonturen. We kunnen ‘dit land’ niet ‘opnieuw’ gedurende ‘541 dagen
blokkeren’. Helaas, dit land is permanent geblokkeerd. Wie geen nieuwe
staatshervorming wil in 2014, wil deze blokkering bestendigen. Dit is een
waarheid die men aan de kiezer verzwijgt.” Het volledig artikel vindt u op http://www.standaard.be/plus/ochtend/35
Johan Vande Lanotte in De Tijd: “‘De NMBS mag voor mij geleid
worden door iemand die geen enkele binding heeft met onze partij, op voorwaarde
dat het een bekwame kandidaat is met een visie die aanleunt bij de onze. En dat
mag een liberaal zijn.” Anders gelezen,ook
liberalen kunnen goede socialisten zijn. Maak er dan één partij van dan kunnen
ze misschien minder met een gespleten tong spreken.
dS zaterdagkrant gesprek
met psycholoog Wouter Duyck : De
opiniepagina’s staan toch open voor wetenschappers? “Wel, ook
daar valt iets over te zeggen. Er verschijnen te veel stukken van academici die
niet gebaseerd zijn op onderzoek dat is gepubliceerd in een vaktijdschrift. Het
is geen goede zaak dat wetenschappers zomaar iets beweren in opiniestukken,
zonder zich te baseren op degelijk onderzoek.’
Nee, laat dat maar
aan journalisten over. “Die mogen dat van mij. Maar voor wetenschappers
ligt de lat hoger. Op den duur denken politici en lezers: “Och, voor elke
wetenschapper die A beweert, vind je er wel een die B zegt.” En dan houdt men
op den duur géén rekening meer met wetenschappers. Terwijl het beleid zich net
veel vaker en beter zou moeten laten adviseren door academici.’
Rik Van Cauwelaert in De Tijd (over vriendjeskapitalisme):
“Het is sinds Montesquieu bekend dat een slechte wet de
wetgever verplicht tot het maken van tal van andere, vaak even slechte wetten
om de kwalijke gevolgen van de slechte wet weg te werken, in de hoop alsnog het
beoogde doel te bereiken. De schuldenberg van ruim 100 procent van het bbp
illustreert de natuurlijke aanleg van Belgische regeringen tot het maken van
slechte wetten.” Volledig artikel ter lezen via de link http://krant.tijd.be/#detail/9389513
Pjotr
Pjotr
Geen opmerkingen:
Een reactie posten