MEDIA EN POLITIEK ANDERS
GELEZEN
Ditmaal een Anders Gelezen in twee delen. Een korte eigen
bijdrage gevolgd door een zeer interessante bijdrage over intellectueel taalgebruik,
naar aanleiding van een debat tussen academici Etienne Vermeersch en Jan
Blommaert over de Islam. Met dank aan Eddy Daniels. De citaten van de week
volgen als toetje voor wie er niet genoeg kan van krijgen. Vraagje: Zou de
globale opwarming oorzaak zijn van de aanslepende winter?
Geen parlementaire onderzoekscommissie
Gwendolyn Rutten (voorzitter Open VLD) heeft in Terzake op
CANVAS gesproken en daarbij twee belangrijke zaken gezegd. Eerst heeft ze
luidop bevestigd wat iedereen reeds wist, namelijk dat de Vlaamse
regeringspartij de regering niet in moeilijkheden kunnen brengen zonder er zelf
het slachtoffer van te worden. Volgens Karel De Gucht – die jarenlang
bestuurder was bij DEXIA en gezien zijn erkende intellectuele capaciteiten medeplichtig
is aan het slecht beleid - zou het ACW via haar CD&V mandatarissen, Etienne
Schouppe en Steven Vanackere, de regering gechanteerd hebben (om de ARCO-deal
te aanvaarden). Maar ook deze uitspraak is slechts ruis op het machtige
raderwerk dat ondertussen al zoveel
persoonlijke reputaties naar de verdommenis hielp en zich niet bekommert om zelfs
maar een schijn van geloofwaardigheid op te houden. Conclusie: Er komt geen
parlementaire onderzoekscommissie en daarmee is het onmiddellijk gevaar voor de
regering Di Rupo I geweken.
Maar Gwendolyn zei ook iets nieuws, tenminste voor mij, namelijk
dat er een (politieke?) afspraak is om het ACW in de mate van het mogelijke
zelf te laten opdraaien voor de terugbetaling van de gedupeerde kleine
ARCO-spaarders/aandeelhouders. Voor CD&V zou dat een godsgeschenk zijn,
want zonder deze ARCO-spaarders smelt haar electorale basis nog sneller dan het
poolijs en komt haar overleven in het gedrang. Dat vermijden mag al iets
kosten.
Raad van State
De zaak aangespannen voor de Raad van State door een
beleggersclub, in verband met de ongelijke behandeling van de aandeelhouders van
ARCO en de anderen, heropent een oude episode van de DEXIA/BELFIUS-saga. Voor
een goed begrip en voor zover ik het zelf goed las, gaat het hier niet om een
zaak ten gronde maar om de vraag of de regering Leterme (in lopende zaken) wel
gemachtigd was om deze regeling in wetgevende teksten te verankeren.
Voor CD&V (en de andere regeringspartners) is deze
rechtszaak uitermate belangrijk want ditmaal gaat het om een juridisch oordeel
over de al of niet wettelijkheid van een
politieke (regerings)keuze. Er wordt met heel veel spanning uitgekeken naar het
verdict. Een, voor de regering, negatieve uitspraak draait immers de klok terug
en betekent dat zoals aanvankelijk nu opnieuw zowel de oppositie als
vooraanstaande politieke commentatoren een parlementaire onderzoekscommissie
met volle bevoegdheid zullen vragen. Ditmaal zal de regering zich niet kunnen
verbergen achter het ACW want, ook al schreef deze zuil de wetteksten, het is
een minister die deze besluiten ondertekende en waarvoor de ganse regering, met
op kop de premier, politiek verantwoordelijk is.
Of de uitspraak negatief zal zijn is koffiedik kijken. Een
positieve uitspraak zou in elk geval voor de regering en in het bijzonder
CD&V een welkome politieke overwinning zijn. Al zal er zelfs in dit geval
een schaduw blijven hangen over deze eerloze zaak. Om het met de woorden van
Johan van Overtveldt (in Knack online) te zeggen: De komende weken en maanden
zal moeten blijken of België een rechtsstaat is dan wel op de eerste plaats de
belangen van machtige groepen dient. Deze politieke vraag kan alleen op een bevredigende manier beantwoord
worden door een parlementaire onderzoekscommissie.
Deel II
Een kwestie van taalkundige structuur
door Eddy
Daniels (selfmade man, gewezen journalist en zoveel meer)
In
de webkrant De Wereld Morgen verscheen een interview met een islamitische
feministe Zamira Azabar, sociologe en vormingwerkster van vzw Motief, die
verdedigt dat in de islam mannen en vrouwen als gelijk worden gezien
(06/03/13). Daarop reageerde Etienne Vermeersch, emeritus van de UGent. Hij
werd beantwoord door Jan Blommaert, antropoloog/sociolinguist van dezelfde
universiteit, docerend te Utrecht (08/03/13). Opvallend is de respectvolle
manier van discussiëren van Vermeersch, in contrast met de beledigende toon van
Blommaert.
Kern
van de redenering van Samira Azabar luidde dat de islam
die zij in haar opvoeding had leren kennen anders was dan de voorstelling in de
media. ‘De islam die ik had leren kennen
was intrinsiek democratisch, en zelfs feministisch. Mijn zoektocht leidde me
naar emancipatorische elementen binnen de islam, omdat deze nooit aan bod komen
in het dominante discours in deze samenleving’. Een bezwarend element was
dat zij katholiek onderwijs genoot, wat inhield dat zij - in eigen ogen - een
deel van haar identiteit diende prijs te geven. Zij ging daarom op zoek naar de
wortels van haar eigen geloof. Merkwaardig genoeg las zij daarvoor de Koran
niet, maar legendes over het ontstaan van de islam. Zelfs niet de
oorspronkelijke Hadith, maar verhalen voortbordurend op de Hadith. Gewijde
Geschiedenis, zeg maar.
Dat leidt haar tot de volgende
verklaring: ‘De islam was een
vernieuwende reactie tegen een onrechtvaardige maatschappij op het Arabisch
schiereiland. De vrouwen van de profeet hadden bijvoorbeeld onderwijs genoten,
speelden prominente rollen in het politieke en economische leven, en dit alles
binnen een islamitisch kader in de zevende eeuw.’ Dit is een merkwaardige
mengeling van waarheid en verzinsel. De eerste vrouw van Mohammed, Khadijah,
was ongetwijfeld een geëmancipeerde én rijke vrouw, die zelfstandig handel
bedreef met een eigen kapitaal. Maar zij deed dit voordat Mohammed met de
openbaring was begonnen, meer nog: Mohammed had de tijd tot mediteren omdat zij
voor de kost zorgde. Zodra zij zich echter aan het nieuwe geloof van haar man
onderwierp, ging het met haar zaken achteruit en zij eindigde straatarm. De
andere vrouwen van de profeet waren de gevangenen van een harem maar sommigen
onder hen - Umm Salamah, Aïshah - konden later een rol spelen in de
opvolgingsstrijd, omdat zij uitpakten met uitspraken van de profeet op het
moment dat één van de partijen die nodig hadden. Vooral Aïshah werd vermaard
voor deze herinneringen maar uitgerekend zij had geen enkel onderwijs genoten,
zij was al getrouwd toen ze negen was.
Het is dus duidelijk dat de
emancipatie waar Samira Azabar het over heeft, reeds bestond voor de islam en
zich daarna diende te beperken tot het aanreiken van munitie voor de mannen,
vanuit een harembestaan. Azabar heeft helemaal geen zoektocht ondernomen in de
bronnen, maar een islam geconstrueerd naar eigen beeld en gelijkenis, sterk
beïnvloed door elementen uit haar atypische gezinssituatie (haar ouders vonden
het belangrijk dat zij studeerde) en haar katholieke opvoeding. Op zich is daar
niets op tegen, vermits zij zich als persoon daar beter bij voelt. ‘Haar’ islam
is ook sympathiek maar volkomen in strijd met deze die wordt uitgedragen door
de officiële islaminstanties. Daarbij zet ze zich af tegen de katholieke
invloeden, die waarschijnlijk dieper op haar hebben ingewerkt dan zij zichzelf
graag toegeeft, op een manier die feitelijk unfair is.
Zo zegt ze bijvoorbeeld: ‘De islam stelt ook dat man en vrouw gelijk
zijn, dat ze uit dezelfde elementen geschapen zijn. Dit stond lijnrecht
tegenover het katholieke scheppingsverhaal dat ik op school leerde, waarbij Eva
de verleidster en de mindere was. Dat zie je niet in de islam, dat de vrouw als
zondig wordt bestempeld. Ook niet in andere bevrijdende lezingen van de Bijbel
en Thora’; Vermeersch, die er niet van kan verdacht worden het katholicisme
in zijn hart te dragen, toont vakkundig aan - met liefst acht voorbeelden uit
Koran en Hadith - dat deze bewering haaks staat op de islamitische
geloofsbronnen.
Door de ontkenning van de waarheid
omtrent haar geloofsbronnen komt Azabar echter ook tot verwrongen opvattingen
omtrent de actualiteit. Zo verdedigt zij het dragen van de hoofddoek, als een
voortdurend zichzelf herinneren aan de verheven emanciperende doelstellingen
van de islam. Zij verklaart niet waarom de vrouwen zulk een herinnering dienen
te dragen, en mannen niet, en hoe dit strookt met haar bewering van gelijkheid
tussen de geslachten. Zij amalgamiseert ook het dragen van de hoofddoek met dat
van de burka, en stelt vrouwen die dit laatste doen voor als moedige wezens die
zich tegen mediadruk verzetten. Dat het land waar deze burka als het ware
‘uitgevonden’ werd - het Afghanistan van de Taliban - niet slechts elk
vrouwenrecht ontkent, maar van het verdrukken van de vrouw een principe heeft
gemaakt, laat haar onverschillig, zodat zij blind is voor de agressieve
vrouwvijandigheid die van dit symbool uitgaat. Voor haar volstaat het dat die
vrouwen zich daarbij goed voelen, maar als sociologe vergeet zij wel dat het
een antropologisch gegeven is dat vrouwen zich vaak als behoedsters opwerpen
van de patriarchale traditie die hen onderdrukt. En dat deze patriarchale
traditie op zijn minst steun vindt in de Koran die zij blijkbaar niet gelezen
heeft, of niet wenst te citeren.
Vermeersch
haalt haar gefantaseerde islam onderuit met citaten uit de werkelijke traditie.
Hij doet dat echter op een zeer respectvolle wijzen en brengt in zijn antwoord
ruim begrip op voor de cognitieve dissonantie die zich voordoet bij moslims en
moslima’s die de weg van de emancipatie willen bewandelen. Hij bepleit evenwel
dat ware emancipatie onmogelijk is zonder respect voor de waarheid. In een
redactionele inleiding maakt DWM daarvan dat Vermeersch beweert dat emancipatie
en geloof niet te verzoenen zijn. Dat zegt hij evenwel niet, wel dat men in
naam van het geloof evidente feiten niet mag ontkennen. Hij kan zich
bijvoorbeeld verzoenen, zegt hij, met een islam die vooral de nadruk legt op de
Mekkaanse openbaring (voordat Mohammed een krijgsheer was geworden) en deze uit
Medina als tijdsgebonden relativeert. Om dit respectvol onderscheid te
begrijpen, moet je natuurlijk een minimaal inzicht hebben in de geschiedenis
van de islam. Dat heeft Jan Blommaert - huissocioloog van DWM - duidelijk niet.
Toch acht hij zich geroepen om Vermeersch meteen te weerleggen -
Blommaert
gaat op geen enkel inhoudelijk argument van Vermeersch in, maar pakt hem ad
hominem. Zijn centrale verwijt: het betoog van Vermeersch zou scholastiek zijn.
Daardoor zou hij de waarheid verwarren met een betoog met een bepaalde
taalkundige structuur (hij legt niet uit wat hij daarmee bedoelt -
waarschijnlijk de regels van de aristotelische logica die in de scholastiek
inderdaad hoog aangeschreven stonden).
Daarmee zou Vermeersch mensen plat slaan. Blommaert haalt twee concrete
dossiers aan waarin hij dit zou gedaan hebben: het ontzeggen van stemrecht aan
migranten; en het verdedigen van de Eerste Golfoorlog tegen Sadam Hoessein. In
beide gevallen maakt hij een karikatuur van de visie die Vermeersch verdedigde.
In
het stemrecht voor migranten zou Vermeersch gezegd hebben dat dit tot een
absolute meerderheid voor het Vlaams Belang zou leiden. Mogelijk heeft hij iets
dergelijks beweerd in het vuur van zijn betoog - ik beschik niet over een
bloemlezing van alles wat Vermeersch ooit heeft gezegd en onderschat het
temperament van de gevierde professor niet. Maar dit zal zeker nooit zijn
centrale betoog zijn geweest, want dan zou hij iets gedaan hebben wat hij als
ethicus zichzelf nooit zou toestaan, namelijk een algemene regel ophangen aan
een punctueel probleem. Veel waarschijnlijker is dat hij erop zal gewezen
hebben dat dit stemrecht al een gegeven was voor vreemdelingen die zich tot
Belg lieten naturaliseren (met de dubbele nationaliteit), en dat een weigering
om dit te doen neerkwam op een weigering tot de Belgische gemeenschap te
behoren. Zodat men vrijwillig afstand deed van het stemrecht.
Grover
is Blommaert in de kwestie van de Golfoorlog. Hij beweert dat Vermeersch ‘er zeker van
(was) - waarheid! - dat Saddam Hussein verdelgingswapens aanmaakte en dus een
nieuwe Hitler dreigde te worden.’ Nu ben ik er
wel zeker van dat Vermeersch dit nooit gezegd heeft. In de aanloop van de Eerste
Golfoorlog van 1991 was er geen discussie over die wapens maar over een aanval
op Koeweit, die door de voltallige Veiligheidsraad veroordeeld werd, met een
mandaat om dit land te bevrijden als gevolg. Vermeersch stond daar inderdaad
achter. Pas in de Tweede Golfoorlog uit 2003 stond de discussie over
massavernietingswapens wél centraal. Bush en Blair beweerden met zekerheid te
weten dat die er waren, de UNO ging niet akkoord en zij vielen het land dus aan
zonder mandaat. Vermeersch keerde zich radicaal tegen die tweede oorlog.
Blommaert legt Vermeersch dus precies het omgekeerde in de mond dan hij
uitgesproken had.
Dat is dus de manier waarop Jan
Blommaert zijn taalkundige structuur opbouwt: eerst legt hij iemand woorden in
de mond die hij niet gesproken heeft; en daarna veroordeelt hij die persoon
omdat hij met de woorden die hij wel spreekt een coherenter betoog opbouwt dan
degenen met wie hij het niet eens is. Dat Blommaert daarbij pleitbezorger wordt
van een taalkundige structuur die de islam totaal andere bedoelingen
toeschrijft dan in het heilige boek van de islam worden geformuleerd, is
daarbij meer dan opmerkelijk. http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2013/03/06/ en http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2013/03/08/
Citaten Van de week
Karel De Gucht
(DM): "Het was vier uur 's nachts en er was een bank die op de rand van
het faillissement stond. Je kon niet zeggen: laten we daar nog even rustig over
nadenken. De regeling werd in die nacht afgedwongen door CD&V. Dat gebeurde
in een beweging die moeilijk anders omschreven kan worden dan als chantage. (…)
Niet door toenmalig premier Yves Leterme (CD&V) maar door zijn
partijgenoten Etienne Schouppe en later Steven Vanackere. (…) Toen Steven
Vanackere in de regering kwam, was hij daar ook een uitgesproken verdediger van.
Hij beklemtoonde altijd dat de belofte uit 2008 moest worden ingelost. Hij was
daar echt van overtuigd, maar hij was dan ook een overtuigde ACW'er."
Kris Peeters (DT): Bij de redding van de banken is een politiek deal
gesloten om het ACW en Ethias te helpen. Is daar niet de voedingsbodem gelegd
voor het ongenoegen van de belastingbetaler? Peeters:
“Die analyse klopt niet. Er zijn geen politieke deals gemaakt. Er is niet onder
tafel geritseld. Het was geen donnant-donnant. Nee, dat denk ik niet. Als
het zo zou zijn, moet alles boven komen. De mensen zijn daar terecht zeer
gevoelig voor.” Anders gelezen, na
de onthullingen van Karel De Gucht heeft nu ook Kris Peeters een
geloofwaardigheidsprobleem.
Reactie Wouter Beke op
uitspraak De Gucht (DM): CD&V-voorzitter Wouter Beke vindt het niet
collegiaal dat Europees commissaris Karel De Gucht de garantieregeling voor de
Arco-coöperanten in de pers aanvalt. “Als je in de regering zit, moet je je
verantwoordelijkheid nemen en niet een dag of een jaar later daar op
terugkomen",
Pieter De Crem
(dS): “Maar laat ons nu eindelijk
eens ophouden met voortdurend etiketten te plakken op iedereen die zich bij
CD&V engageert. Intern is dat al lang niet meer het geval. Sinds het
congres van Kortrijk uit 2001 hebben we aanzienlijk afstand genomen van de traditionele
standen.” Anders gelezen, sinds het
congres van Kortrijk heeft CD&V haar eigen programma – confederalisme - verloochend,
dankzij het afstandelijker ACW?
Ivo Belet twittert
naar aanleiding van De Wever zijn positieve woorden voor Steven Vanackere: “Dat
roept het beeld op van nazi’s die de joden op weg naar de gasovens nog snel ‘n
opmonterend schouderklopje gaven.”
Rik Torfs (dS): “erkent de kwaliteiten van Kris Peeters
als leider van de partij, maar hij is niet de man die CD&V opnieuw op de
rails zal zetten. We moeten onze politieke partijen heruitvinden.” (…) Torfs
juicht het toe dat het individu zich meer en meer laat gelden, maar ziet daarin
ook één van de redenen van het succes van Bart De Wever. (…) De kracht van De
Wever is om hardop te zeggen waar het op staat en de gebreken van het Belgische
politieke systeem bloot te leggen. Maar hij is in elk geval niet de oplossing.
(…) Over de pausverkiezingen zegt Torfs dat kardinalen vergelijkbaar zijn met
politici. Ze zeggen dat ze een aantal ideeën vertegenwoordigen, maar ze denken
meestal slechts aan zichzelf.” Anders
gelezen, senator Rik Torfs zoekt een éénmanspartij, zonder Peeters en zonder
De Wever (en zonder kiezers).
Pjotr
Anders Gelezen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten