MEDIA EN POLITIEK ANDERS GELEZEN
Het rommelde van alle kanten. Bij buitenlandse zaken, in de
“rode burcht” en vooral bij de zuilen. De uitspraken van zowel politici als journalisten
over het al of niet financieel gesjoemel door ACW (de affaire met de
winstbewijzen van DEXIA) zijn blijkbaar vatbaar voor veel lezingen. De typisch straffe
oppositietaal van N-VA was meteen een (welkome) reden voor de hautaine ACW-top om
de kritiek af te doen als ACW-bashing (het woord alleen al!). Maar zou het niet
passen om dit debat in zijn Belgische context te lezen? Een omgeving waar
machtsdenken de overhand kon nemen op ethische en democratische spelregels.
Waar iedereen dergelijk in essentie asociaal gedrag accepteert, meer zelfs, beoefent
als een nationale sport en pronkt met de verworven macht. Anders Gelezen: er was deze week heel wat werk aan de winkel.
De arrogantie van de macht: Francofiele Didier Reynders
Na de affaire met ambassadeur De Bruyne te Congo Brazzaville
en de quasi ééntalig Franse uiteenzetting van Reynders tijdens de diplomatieke
dagen, blijkt nu dat de jaarlijkse “beweging” (de politieke aanduiding van
ambassadeurs) een perfect voorbeeld is van de conclusies uit mijn onderzoek
naar het diplomatiek incident in Congo Brazzaville: alle belangrijke posten worden
gegeven aan ambassadeurs met een partijkaart van een van de traditionele
partijen. Hiermee begint pas de arrogantie van de macht want daar bovenop blijkt
een overwicht van de Franstaligen voor de belangrijkste posten. MR slaagt er
zelfs in om 5 ambassadeurs voor de
belangrijkste hoofdsteden te mogen
leveren. Minister Reynders deed de vragen van de Vlaamse pers minachtend af, zeggende dat het de volgende
keer anders kan zijn. En de Vlaamse regeringspartners? De hulpelozen van de
macht legden zich hierbij neer, gevangen als ze zijn door hun eigen
betrokkenheid.
De arrogantie van de macht: de rode burcht
De ACW-discussie
kreeg in het zondagse VRT-programma “De Zevende Dag” een bijzonder gekleurde
afwikkeling.
Ivan Devadder slaagde
erin om Crombez (sp.a) een gouden voorzet te geven: hij vroeg hem of het probleem van het ACW niet deed denken aan
de werkwijze van Arnaud (de rijke Fransman die volgens Crombez Belg wil worden
omwille van wettelijke fiscale ontwijkingmechanismen). Waarmee Crombez met een
monkel om de mond de bal mocht binnenkoppen en verklaarde dat hij blij was met
de bocht van N-VA die Arnaud wel welkom heette maar nu meer moeite had met het
ACW. Crombez – De Decker (N-VA): 1-0; met dank aan de arbiter. De laatste
spreker was CD&V’er Terwingen waarop Yvan Devadder afsloot met een bedankje
gevolgd door beleefd applaus van het publiek.
De manipulatie kwam
er evenwel tijdens de nieuwsuitzendingen van 18 en 19 uur op Een. Men
selecteerde één uitspraak van elke deelnemer maar knipte een stuk weg zodat
Crombez het laatste woord kreeg en zowel Terwingens uitspraak als Devadders
bedankje verdwenen en het applaus volgde op de uitspraak van Crombez. Net zoals
velen (die De Zevende Dag niet gezien hadden) dacht ik dat het applaus bedoeld
was voor Crombez zijn mening. Pas nadat ik ’s avonds het programma zag besefte
ik dat er sprake was van een bewuste beeldmanipulatie met het oog op het
versterken van de uitspraak van “rode vriend” Crombez. Benieuwd welk antwoord
ik zal krijgen van Luc Van den Brande, voorzitter van de Raad van Bestuur van
de VRT, over deze in mijn ogen zware, want doelbewuste, deontologische fout. De
macht van een politiek geïnspireerde zender.
Geïnstitutionaliseerde
macht versus
verontwaardigde beeldenstormers
Dat het parlement op zijn honger is blijven zitten door de weigering van
de regeringspartijen om een onderzoekscommissie met voldoende bevoegdheden op
te richten naar aanleiding van het DEXIA schandaal, was op zich reeds een goede
reden voor de oppositie om opnieuw op de barricaden te gaan staan. We vergeten
best ook niet dat het ACW de “vijandelijkheden” opende door voor de
verkiezingen van 2010 publiekelijk (in dS) een stemadvies te geven en zijn
leden op te roepen niet voor N-VA te stemmen. Ik vraag mij nog altijd af met
welk recht een organisatie die via zijn deelorganisaties (tegen betaling) mee de
publieke dienstverlening organiseert zich zoiets mag permitteren?
De essentie waar men dreigt aan voorbij te gaan, werd perfect samengevat
door Bart Sturtewagen die in zijn Commentaar (15/02) schreef: “Dit is geen fiscale of juridische kwestie.
De N-VA, die gisteren dit dossier uitbracht, legt op te veel slakken zout.
Sommige onderdelen van de gehanteerde constructies zijn voor verschillende
uitleg vatbaar en de specialisten spreken elkaar tegen (nvdr dat zal niet
anders zijn nadat het BBI uitspraak heeft gedaan). Maar de kern van de
aantijgingen kan niet worden weggewuifd. Dit is een eerloos verhaal. Misdrijven
moeten voor de rechtbank worden aangetoond. Maar dit is een moreel
faillissement.”
In een onrechtvaardig
land als België wordt elk maatschappelijk probleem door de machthebbers herleid
tot een communicatieprobleem – eerst beslissen ze en pas daarna proberen ze via
gespin een draagvlak te creëren – ofwel wordt het een louter juridische kwestie
– zodoende de waarheid herleidend tot interpretaties van snuggere advocaten. Geen
sprake meer van moraliteit en eerlijkheid. Gelukkig is er in deze affaire over
de winstbewijzen van het ACW één waarheid die overeind blijft zonder juridisch
gevecht, namelijk dat het ACW op een totaal van meer dan 100 miljoen euro aan
dividenden en een winst van meer dan 20 miljoen euro nog geen 60.000 euro
belastingen betaalde. Of dat nu juridisch correct is of niet, moreel is dat voor
een sociale organisatie verwerpelijk. Om misverstanden te voorkomen: dat was de
conclusie van Johan van Overtveldt in Trends, nog voor N-VA ten strijde trok.
Maar de
dieperliggende aspecten, waarover we al te weinig lezen in de kranten en waar zelfs
de oppositie onvoldoende aandacht aan besteedt, zijn veel belangrijker voor de toekomst. Dan
hebben we het over drie vormen van oneerlijkheid: economische, intellectuele en
politieke oneerlijkheid.
Economische oneerlijkheid
Door al het belastinggeld
dat vloeit naar het ACW en zijn deelorganisaties is deze zuil uitgegroeid tot
een ware monopolist waartegen geen enkele andere organisatie nog weerwerk kan
bieden. Dat ze zoveel macht konden verwerven zonder de verplichting om een morele,
democratische en materiële verantwoording af te leggen aan de gemeenschap die het
ACW betaalt, is een typisch Belgische constructiefout waarvoor de traditionele
politieke partijen verantwoordelijk zijn.
Concurrentie is nochtans een noodzakelijke voorwaarde voor de goede
marktwerking, zoals Vande Lanotte bewees met zijn actie tegen monopolist
Electrabel. Alleen, als het over de zuilen gaat dan meten de traditionele
partijen met twee maten en twee gewichten. Fiscale optimalisatie mag maar
concurrentie niet? Dan zijn (partijgebonden) monopolies blijkbaar wel goed. Voor
alle duidelijkheid, deelorganisaties zoals een vakbond (ACV) en een mutualiteit
(CM) zijn en blijven onontbeerlijk; het ACW niet. Maar dat deze zuil, dank zij het
vele geld waar geen controle op mogelijk is, een netwerk kon uitbouwen dat elke concurrentie fnuikt, is een stap te ver.
Dat is ook de reden waarom de actuele oproep om te veranderen van ziekenfonds weinig
kans op slagen heeft. Om het in eenvoudige bewoordingen te stellen: veranderen
van elektriciteitsmaatschappij leverde voordeel op voor de klant. In het geval
van de Christelijke Mutualiteit met zijn uitgebreid netwerk van kantoren en de
thuiszorgwinkels voor de ondersteuning van
zieken en gehandicapten betekent veranderen onvermijdelijk kwaliteitsverlies.
Hier dient de politiek tussen te komen om deze monopolistische scheeftrekking
recht te zetten.
Intellectuele oneerlijkheid
Niemand kan
ontkennen dat sommige middenveldorganisaties over uitgebreide studiediensten
beschikken en dus heel goed geïnformeerd zijn. Dat is zonder twijfel het geval
voor de christelijke vakbond en ziekenbond. Wie daarvoor betaalt is hier niet
aan de orde, maar zorgt er wel voor dat hun “eigen” verkozenen over de meest
adequate informatie beschikken terwijl andere volksvertegenwoordigers hiervan
verstoken blijven. Dat organisaties zoals het ACW via hun vakbond en ziekenkas
deelnemen aan de publieke dienstverlening betekent ook dat ze met de verworven
kennis deze dienstverlening beter dan wie ook kunnen sturen naar eigen
goeddunken. Voor een lobbygroep – dat zijn alle middenveldgroepen, ook de
vakbonden – betekent dit een betere kennis die bijzonder belangrijk is voor de
politieke besluitvorming. Want tenslotte is politiek het organiseren van het
meningsverschil en de plaats bij uitstek om dit debat te voeren is het
parlement. Zou het dan niet intellectueel eerlijker zijn mochten alle
vertegenwoordigers toegang hebben tot de beste informatie? Waarom heeft het
parlement geen eigen apolitieke studiedienst waar álle beschikbare informatie
verzameld wordt, ook deze van de middenveldorganisaties en andere economische
en financiële lobbyisten? Zou dat het debat niet op een hoger niveau tillen? Eerlijker
zijn?
De huidige
situatie werd reeds decennia geleden door de Coudenberggroep aan de kaak
gesteld: de intense verstrengeling van politiek en lobbygroepen; één van de
ziektebeelden van dit België. Dat bij de
geleverde informatie door lobbygroepen enige achterdocht geboden is, spreekt
voor zich en ook daarom is een evaluatie door een ongebonden studiedienst nuttig
voor iedereen. Zelfs voor eerbiedwaardige instellingen geldt enige achterdocht
want het zal niet iedereen ontgaan zijn dat in een recent verleden bij
voorbeeld de Nationale Bank zich “vergiste” in haar prognoses. Toevallig kwam
het telkens goed uit voor de regering. Geïnstitutionaliseerde intellectuele
oneerlijkheid?
Democratische oneerlijkheid
Tenslotte is er
een derde onrechtvaardigheid door de partijgebonden verzuiling: de verstrengeling
van maatschappelijke doelstellingen en politieke macht. Geen enkele van de
machthebbers van deze middenveldorganisaties wordt verkozen door zij die – via
belastinggeld – bijdragen. De democratische regel dat wie betaalt voor iets ook
recht heeft op vertegenwoordiging gaat niet op voor de middenveldorganisaties.
Was dat in het verleden aanvaardbaar omdat er nauwelijks belastinggelden werden
doorgesluisd, dan is het gezien de evolutie vandaag oneerlijk om deze afwijking
te bestendigen. Deze democratische ongelijkheid creëerde ook een tweede
aberratie, namelijk de verstrengeling van de politieke partijen met “hun”
zuilen. Er is niets mis met ministers en
parlementsleden die zich bekennen tot een welbepaalde maatschappijvisie en doelgroep,
maar er is wel een probleem wanneer de zuilen dicteren welke koers een
politieke partij mag varen. Ook al zal men dat vanuit de partijhoofdkwartieren ten
stelligste ontkennen, goed geïnformeerden weten dat bij CD&V de ACW
mandatarissen telkens op de rem gingen staan wanneer andere mandatarissen de
staatsstructuur grondig wilden verbouwen. De “koterijen” die we dank zij het oplapwerk
nu ervaren zijn daar het beste bewijs voor. Dat deze ACW-mandatarissen de
maatschappijvisie van het ACW blijven aanhangen is begrijpelijk. Het zou erg
zijn dat men de sterke lokale basis zou in de steek laten. Vooral na het
vertrek van de talrijke Vlaamsgezinde kiezers en de ontgoochelde ARCO-spaarders
die nooit een dividend cash uitbetaald kregen en nu riskeren alles te verliezen,
dreigt de complete leegloop.
Verontwaardigde
beeldenstormers
De
verontwaardigde beeldenstormers hebben dus nog een heel eind te gaan. Daarom
zou het verstandig zijn om in plaats van straffe taal te spreken – met de quasi
zekerheid dat dit op een welles-nietes zal uitdraaien – volop te gaan voor een parlementair
onderzoek dat georiënteerd is op de toekomst van een moderne pluralistische
publieke dienstverlening. Het wordt alvast heel moeilijk voor de traditionele
partijen om, na de zware beleidsfouten van deze organisaties, dit debat te
weigeren. Anderzijds zijn de belangen zo groot (en zo machtig) dat het een ware
uitdaging wordt voor het staatsmanschap van alle partijen. De bestendiging van
de huidige oneerlijke economische, intellectuele en democratische situatie kan
zelfs door de beste spindokter niet goedgepraat worden.
Dat professor emeritus
Huyse in dS een parlementaire afhandeling verwerpt, mist elke academische grond en getuigt van
vooringenomenheid. Met zijn voorstel om een waarheidscommissie op te richten
wil hij enkel de huidige situatie bestendigen in plaats van de oneerlijke
situatie ten gronde aan te pakken. Opnieuw loodgieterwerk in plaats van een streven
naar transparante constructies die de partijgrenzen overstijgen en waar
iedereen zich kan in vinden. Is dat teveel gevraagd?
Citaten van de week
Wouter Beke (dS): “Je
kan een schorpioen niet verwijten dat hij bijt. N-VA is een partij die een
sterke Vlaamse staat wil en aan de andere kant een sterke markt die zo weinig
mogelijk gereguleerd wordt. Het is hun keuze om meer te kiezen voor polarisatie
dan voor dialoog.” Anders Gelezen, N-VA
is niet langer gevaarlijk, maar dodelijk. Als deze uitspraak staat voor het
pacificatiemodel van CD&V, waarvoor staat dan het polarisatiemodel van N-VA?
Bart Beirlant (dS): “De uitdaging om belastingsystemen zo aan
te passen dat ze opgewassen zijn tegen de fiscale spitstechnologie die de
globalisering biedt, is aartsmoeilijk. Maar met hun intentieverklaring in
Moskou hebben de G20 een eerste, belangrijke stap ondernomen. De kans dat ze
doorzetten, is groter dan ooit omdat de meeste regeringen geld nodig hebben om
hun begrotingstekorten te verkleinen. Het
komt er nu op aan dat media en ngo's uitwassen aan de kaak blijven stellen en
druk blijven uitoefenen, zodat ook multinationals hun ‘fair share' gaan
betalen.” Anders Gelezen, waarom
deed en doet dS dat niet met de Belgische uitwassen?
Steven Samyn (DM): Iedereen die de Belgische politiek de
voorbije decennia van ver of dicht heeft gevolgd, weet echter ook dat de brute
macht van het ACW op de Wetstraat moeilijk overschat kan worden. Het maken en
kraken van regeringen, het al dan niet devalueren van de Belgische frank..., de
christelijke arbeidersbeweging voerde mee de regie. (…) De christelijke vakbond
vraagt het ACW niet alleen om tekst en uitleg. Hij spreekt over "laakbare
praktijken". Dat onderdelen van het ACW afstand nemen van de top, is
ongezien. De enige manier waarop de christelijke arbeidersbeweging de meubelen
nog enigszins kan proberen te redden, is door open kaart te spelen. Zijn de
aantijgingen van fiscale fraude onterecht? Wel, leg dan de boekhouding en de
belastingaangiften op tafel. Hetzelfde geldt voor minister van Financiën Steven
Vanackere. De CD&V'er met een uitgesproken ACW-etiket mag zich naar eigen
zeggen 'bedrogen' voelen. Maar vragen in het parlement over transacties tussen
een volledig genationaliseerde bank en delen van het ACW blijven onbeantwoord.”
Rik Van Cauwelaert in De Tijd: De federale meerderheid wil
de zesde staatshervorming tegen begin 2014 afronden. Maar het kan ook zijn dat
de moeizaam bevochten staatshervorming pas in 2015 uitvoerbaar is, wordt er
voorzichtig aan toegevoegd. En zelfs dat is overmoedig. (…) Neem nu de
Bijzondere Financieringswet, het sluitstuk van de zesde staatshervorming. Die
Bijzondere Financieringswet is, in goed 20 jaar en nadat ze telkens enthousiast
werd gesteund in het parlement, aan haar derde versie toe. (…) Die toenemende schuld - met onvermijdelijk
stijgende intrestlasten als gevolg - en de vergrijzing remmen de economische
groei af. Voeg daarbij de zo goed als onvoorspelbare evoluties en
verschuivingen op de arbeidsmarkt, en het is nu al zo goed als zeker dat de
nieuwe financieringswet lang voor de afloop van de overgangsfase aan een
grondige verbouwing toe zal zijn. In die omstandigheden valt het voorstel van
sommigen om de zesde staatshervorming in de lade te houden en meteen de
zevende, definitieve staatshervorming aan te pakken, te overwegen.
Jean Claude Marcourt (LLB): "Malgré notre
position pourtant très claire, M. Reynders a décidé de poursuivre son projet
seul, toujours sans aucune concertation avec les Régions. Le ministre wallon du
Commerce extérieur, Jean-Claude Marcourt, est prêt à introduire un recours
devant le Conseil d'Etat pour obtenir l'annulation d'un arrêté royal qui
concrétise l'intention du ministre des Affaires étrangères, Didier Reynders, de
créer un réseau de conseillers en diplomatie économique au sein des ambassades
de Belgique, a-t-il indiqué mardi en réponse à une question d'Alfred Gadenne
(cdH).
Pjotr
Anders Gelezen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten