12 juli 2010

Opiniemakers en de media

ANDERS GELEZEN

Terwijl de Franstalige media sinds 2007 tot na de verkiezingen van 2010 resoluut de Franstalige politici steunden in hun communautaire NON, kon van de Vlaamse media niet hetzelfde gezegd worden. Zij verketterden al evenzeer elk Vlaamsgezind standpunt en waren zo de facto medestanders in het anti-Vlaams discours van Le Soir & Co dat resulteerde in een absoluut immobilisme. Waar zelfs premier Herman Van Rompuy bij in slaap viel, dixit Rik Van Cauwelaert.

Na de verkiezingen, met forse winst voor N-VA, kwamen in Brussel en Wallonië eindelijk kritische stemmen aan bod (ze waren er voordien ook maar werden gecensureerd) die het niet eens waren met de hardnekkige NON gedurende de drie voorbije jaar. Wie echter hoopt dat daardoor de Franstalige politici enigszins toegeeflijker zouden worden is naïef. Integendeel, de kans is zeer groot dat de Franstalige pers zich opnieuw keert tégen De Wever indien de onderhandelingen niet verlopen zoals zij willen. En ook nu zullen de Nederlandstalige kranten onder druk van het Belgicistische establishment meegaan in dat discours. Niet Di Rupo of de Franstalige politici samen, maar de N-VA achterban - De Wever zal persoonlijk verschoond blijven wegens té populair -, die gaat voor het programma, zal het moeten ontgelden.

Wij Vlamingen zijn zo gewoon om te betalen voor een communautair compromis dat elke standvastige NEEN steevast beschouwd wordt als een blijk van bekrompenheid, van het onvermogen om compromissen te sluiten terwijl de Franstalige landgenoten drie jaar lang verschoond bleven van een volgehouden kritische reactie in de ‘Vlaamse’ media. Het was wachten tot na de verkiezingen om te horen uit de mond van Mia Doornaert dat de solidariteit met de Franstaligen niets had veranderd en dat ze medeplichtig waren aan het succes van N-VA. Waarom kon dat in de maanden en jaren voordien niet geschreven en herhaald worden?

In dS gaf Bart Sturtwagen enkele weken terug reeds de voorzet en zodra zal blijken dat het water te diep is tussen PS en N-VA zal men niet de halsstarrigheid van de Franstaligen viseren maar de onbuigzaamheid van de flaminganten. Een onderhandelingsspecialist kwam donderdagmorgen (8/07) op de radio alvast vertellen dat de moeilijkste onderhandelingen voor De Wever deze met eigen harde achterban zijn. Di Rupo daarentegen een zacht gekookt eitje? Diezelfde onderhandelingsspecialist vond dat De Wever in elk geval moet zorgen voor een compromis, want behalve die harde kern (die hij schat op 10 %) willen de andere 20 % N-VA kiezers die overkomen van andere partijen dat de communautaire problemen opgelost worden; ze willen er vanaf zijn. Dat die nieuwe kiezers elk compromis zouden aanvaarden is een gratuite uitspraak die op niets gebaseerd is.

Mark Grammens in zijn journaal (nr 579) denkt zelfs dat CD&V kiezers nog eerder zullen overstappen naar het Vlaams Belang mocht De Wever onder de lat doorgaan, dan terug te keren naar de schaapsstal, CD&V. Verder wijst hij op de aanhoudende negatieve Franstalige pers ten aanzien van De Wever, ‘als de stroper tot boswachter (informateur) wordt aangesteld, liggen de verwachtingen van de kasteelheer zeer hoog’. Terwijl in de Vlaamse media geen onvertogen woord over Di Rupo te lezen valt, integendeel. Hij refereert tevens naar Elsevier (19/06) waarin op een bondige manier de Belgische contradictie wordt samengevat: ‘De Vlamingen kozen massaal voor rechts en voor meer macht naar Vlaanderen en zouden nu een Waalse socialistische premier krijgen die nauwelijks Nederland spreekt en alles bij het oude wil laten”. Onnavolgbaar, ook in schaamteloosheid. Zoiets zal men in een estblishmlent-getrouwe Vlaamse krant nooit kunnen lezen. Waarom niet?

De mediageile staatsmannen van weleer zorgen dan weer voor enige afleiding door als ware deus ex machina een oplossing uit hun hoed te toveren. Zo Mark Eyskens die in De Tijd (07/07) de gelegenheid kreeg om zijn visie in de verf te zetten. Zijn initiële vaststelling klinkt goed: de Franstaligen hebben verlatingsangst en de Vlamingen lijden aan blokkeringsvrees. Geen nood, hij heeft een remedie om deze verlammings-verschijnselen weg te nemen. Ernst of gewoon een beetje intellectuele tovenarij? Een korte analyse van zijn voorstel.

De verlatingsangst van de Franstaligen moeten de Vlamingen wegnemen door het separatisme als optie af te zweren. Daarenboven moeten ze een federale kieskring aanvaarden zodat er geen communautair geladen verkiezingscampagnes meer mogelijk zijn en Franstaligen en Nederlandstaligen overal kunnen stemmen voor hun kandidaten.

De blokkeringsvrees van de Vlamingen lost hij op zoals het een Belgicist pur sang past: helemaal niet of in een terminologie die hem als gegoten zit: een tsjevenoplossing. De blokkering ten gevolge van de monddood gemaakte parlementaire meerderheid wordt niet opgeheven maar herbevestigd én zelfs uitgebreid. ‘Het Confederaal Congres is belast met de federale wetgeving. Daarnaast is dat congres ook bevoegd voor het arbitreren van belangenconflicten tussen de verschillende beleidsniveaus in België, en dat met een gekwalificeerde tweederdemeerderheid en een meerderheid in elke taalgroep. Met andere woorden de Franstalige minderheid behoudt niet enkel zijn vetorecht, in zijn voorstel wordt het nog versterkt: De taalgrens en gewestgrenzen en de huidige taalfaciliteiten kunnen door het Confederaal Congres maar worden gewijzigd met een gekwalificeerde meerderheid: twee derden van de leden en de helft in elke taalgroep. De gehele of gedeeltelijke opsplitsing van de sociale zekerheid valt onder dezelfde regel’. De grendels op onze schijndemocratie blijven intakt.

Het is weinig waarschijnlijk dat zijn intellectuele en vooral theoretische oefening de weldenkende Vlamingen zal overtuigen. Resten de traditionele zoethoudertjes en hocus pocus waarmee hij enkel zichzelf zoet kan houden: een ‘confederaal congres’ door de samenvoeging van kamer en senaat, maar dat bij nader toezien niets anders is dan een federale kamer. Afschaffing van de federale verkiezingen maar wel verkiezingen in een federale kieskring (daar wil zelfs zijn eigen partij niet van weten) waarbij de zitjes niet vooraf per gemeenschap zijn vastgelegd (wat de Walen nooit zullen accepteren). De subsidiariteitsregel toepassen en zelf autonoom beslissen wat we met anderen samen doen, precies of het volstaat om aan de Franstaligen mede te delen wat we alleen willen doen en hupsakee het is geregeld. Hoezo? Eyskens heeft zelfs geen haar op zijn borst laat staan op zijn tanden!

Oh ja hij heeft nog een uitsmijtertje voor de blijgezinde lezers: Het Confederaal Congres keurt de rijksbegroting goed: dat is de samenvoeging van de begrotingen van het federale niveau en van de gewesten en gemeenschappen. Met andere woorden de Vlaamse, Waalse en Brusselse begroting moeten goedgekeurd worden door een federale kamer die uit vertegenwoordigers van de regio’s bestaat. Het zou toch goed zijn mocht hij eens uitleggen wat dat in de praktijk van ons landje zal betekenen.

Kortom, een bijdrage die een gerespecteerde krant als De Tijd onwaardig is. Hopelijk ben ik verkeerd en was het maar om te lachen, een divertimento van een podiumgeile solist?

Pjotr
ANDERS GELEZEN

Geen opmerkingen: