01 maart 2012

Hineininterpretierung



ANDERS GELEZEN


Zeg ook eens B van Bart

Op 28 februari schreef Bart Sturtewagen een commentaar over het “Gepasseerd station”. We beginnen bij het begin: “Ook als de federale coalitie er samen met haar groene bondgenoten in slaagt het splitsingsakkoord voor BHV tijdig uit te voeren, zullen de niet-benoemde FDF-burgemeesters hun nummertje opvoeren en Franstalige oproepingsbrieven versturen zonder dat burgers hen daar specifiek om vragen. Het ultieme gevecht over de geldigheid van de Vlaamse rondzendbrieven moet worden geleverd.”
En vervolgen met het einde van zijn bijdrage:
“Inwijkelingen moeten zich gedragen als loyale inwoners, de taal leren en de cultuur respecteren. In ruil moeten zij welkom zijn aan het loket en hun kinderen op school. De strijd om de grond is voorbij. De strijd om de harten en de hoofden begint. Die strijd is niet bij voorbaat gewonnen. Maar de kans op slagen wordt wel iets groter als we ophouden een voorbije oorlog te voeren.”
128 reacties volgden maar toch vond mijn reactie geen genade. Ik durfde namelijk online een rechtstreekse vraag stellen aan Bart Sturtewagen. Het klonk ongeveer zo: “Beste Bart, dat u als voorwaarde verwacht van de inwijkelingen dat ze zich loyaal gedragen en de taal leren is terecht. Tenminste, als ik er mag van uitgaan dat u met “leren” bedoelt dat ze niet alleen van goede wil moeten zijn, maar ook bekwaam om onze taal effectief te spreken. Daarom zou ik u willen vragen om ook eens B te zeggen en de goegemeente uit te leggen wat moet gebeuren wanneer (vooral) de Franstalige inwijkelingen weigeren om aan deze voorwaarde te voldoen? Of ben ik fout wanneer ik beweer dat ze zich dag in dag uit deloyaal gedragen en de toegekende taalfaciliteiten misbruiken om géén Nederlands te moeten leren/spreken. Zouden we dan volgens uw eigen logica niet de taalfaciliteiten moeten afschaffen, of is B zeggen een brug te ver voor de redactie van dS ? Overigens ben ik wel akkoord dat men aan de balie vriendelijk dient te zijn tegen álle inwoners, ongeacht hun taal maar ook ongeacht de talenkennis van de loketbediende. Of moet die ook Arabisch, Roemeens of god weet welke taal kunnen spreken?

Tendentieuze commentaar

Bart Brinckman, senior writer Wetstraat van dS rapporteert normaliter over de waan van de dag en  schreef mee aan een boekje waarin te lezen staat dat de berichtgeving van de eigen Wetstraatredactie ernaast zat. Onverantwoord interessant, zoals dS het zelf verwoordt. In het commentaar van woensdag 29 februari, schrijft Brinckman dat de “Vlaamse overheid flink in het vet zit”. Eens Anders lezen:
Het siert de Vlaamse regering dat ze haar budget in evenwicht houdt en daarbij welbepaalde keuzes respecteert. Maar het gemak waarmee Vlaanderen in vier jaar tijd zowat tien procent van de begroting wegsneed zonder zijn toevlucht te moeten nemen tot drastische maatregelen, bewees de aanwezigheid van overtollig vet. Overal in de administratie mochten financiële potjes ongemoeid aangroeien. Voor een regio met zowat de hoogste belastingsvoeten ter wereld blijft dit een akelige gedachte.”

Voor de aandachtige lezer is dit een prachtig voorbeeld van een tendentieuze anti-Vlaamse commentaar. Vlaanderen wordt hier opnieuw afgeschilderd als de (te) vette koe die veel te veel belastingen eist van zijn Vlaamse bevolking. Komaan, meneer Brinckman, sinds wanneer beslist Vlaanderen over de belastingen? Is het niet eerder zo dat de Franstaligen absoluut niet willen dat Vlaanderen zijn eigen belastingen mag bepalen?  En die vetpotten, meneer Brinckman, zult u inderdaad niet vinden op het federale niveau, noch in de andere gewesten en gemeenschappen, neen, want daar wordt, op kosten van de Vlaamse belastingbetaler de staatsschuld nog altijd groter. Met dergelijke populistisch of op zijn minst oppervlakkig commentaar van een redactielid meet dS zich eens te meer een Belgicistisch kleedje aan.
De lezersreacties logen er niet om. Even citeren om het niet zelf te moeten zeggen:
“Jan V., Sint-Katelijne-Waver: Voor een regio met zowat de hoogste belastingsvoeten ter wereld blijft dit een akelige gedachte. Tja, dat krijg je als je het dotatiesysteem verkiest boven eigen belastingen. Het is de logica zelve om het systeem om te draaien en de deelstaten, waar de kiezer iets te zeggen heeft, de federale overheid te laten financieren.”
Peter P., Antwerpen: “Vlaamse overheid flink in het vet'. Dit is correct en de belasting op ons loon zou met 10 procent kunnen dalen. Deze belastingen worden wel geïnd door onze federale overheid en onze federale overheid, Brusselse, Waalse en Franstalige overheid zitten nog meer in het vet want men weigert daar te snijden in al dat vet, men heeft liever Vlaams vet. Wat Vlaanderen bespaart in de ambtenarij kan uiteraard ook bij de federale. Internationale studies toonden aan dat men gemakkelijk 10% kan besparen bij die federale overheid zelf alleen wil Di Rupo dit niet en Alexander Decroo en Beke volgen hem op zoek naar dat gewillig vet bij de Vlaamse burger.”

Fantoombevoegdheden

Fantoombevoegdheden zijn zo’n hersenspinsel dat enkel kan in een surrealistisch land als België. Degene die niet bevoegd is betaalt voor een bepaalde uitgave en diegene die wel bevoegd is mag er geen controle op uitoefenen. Kan het zotter? Ondertussen konden we in de kranten lezen dat er zo’n 4,1 miljoen euro uitgegeven wordt door de gewesten voor federale bevoegdheden (stadscontracten), terwijl federaal 247 miljoen euro uitgegeven wordt aan gewest- en gemeenschapsbevoegdheden. Het gaat over hulp in de zorgverstrekking en de financiering van het asbestfonds. De grootste federale uitgave, 984 miljoen, gaat over gedeelde federale en regionale bevoegdheden, waaronder ruimtevaartprogramma's en OCMW-steun. Het moet een slimme mens met een lange baard zijn die nog weet hoe dat zo gegroeid is, maar ik vermoed sterk dat de steun op federaal niveau vooral te maken heeft het begrotingstekort van Brussel en Wallonië die zo nog eens kunnen graaien in de federale pot en waar uiteraard de Vlaamse steden al evenmin afkering van zijn. Stelt u nu even voor dat het federale niveau plots stopt met de steun en 1 miljard aan uitgaven schrapt. Wat zouden de media dan met grote trom schrijven? Dat Vlaanderen weigert de steden nog geld te geven, de bijdrage voor het asbestfonds schrapt, etc of zouden ze schrijven dat het federale niveau deze uitgaven schrapt? Een kwestie van “hineininterpretierung”.

Schotschrift
 
In een Franstalig schotschrift dat de ronde doet via e-mail las ik het volgende:

Mesdames et Messieurs les Flamand(e)s, Je respecte (et suis très attaché à) votre très riche culture et histoire . Elle est respectable et respectée. (…). Verder volgt dan het bewijs dat hij onze taal en cultuur respecteert : Et vous avez raison de vouloir préserver cette langue et cette culture. Mais de là à vouloir l'imposer aux autres .. Car s'il s'agit de langue, là, vous faites vraiment un combat d'arrière-garde !!! Il est inimaginable d'imposer vos dialectes (du Limbabwé, "d'Oelst" (Alost ou Aalst),de la "Vlaamse Kust", de Veûûûûûrne, St Nikkkklôôaââst ou d'Aâââââântwerp'n . Amaï !) Depuis Comines (Komen) jusqu'aux Fourons (Voeren), ils vous faut à peu près une quinzaine de traducteurs !!!

Volgend uittreksel is voor een goede verstaander nog altijd actueel :  “Mesdames et Messieurs les Flamand(e)s, Vous pleurez parce que votre population aurait été "décimée" à cause de l'emploi "militaire" de la langue française pendant la première guerre mondiale ??? (il y a presque 100 ans !) Parce que Vos officiers (flamands en majorité !) donnaient (soi-disant) leurs ordres en Français à de pauvres paysans-soldats néerlandophones (formés dans les deux langues) ??? Sans avoir la prétention d'être un esprit supérieur (comme certains de vos Slimste Mensen et/ou autres B.V.),. Moi, quand on me dit "Links", "Rechts", "Eten", "Pas-Op", "Bucken", "Attack",  "Terug"  ou  "Slapen". il ne me faut pas 4 ans pour l'assimiler !!! Ou bien NOS soldats BELGES d'expression néerlandaise (de l'époque) n'avaient-ils peut-être pas les capacités intellectuelles d'apprendre quelques rudiments élémentaires du langage militaire ?
Kijk eens aan, intellectueel onbekwaam. Slaat dat niet op Di Rupo die mij vijf jaar geleden schreef dat hij zijn best deed om Nederlands te leren en nu nog altijd onze taal onvoldoende machtig is?
 
Pjotr




22 februari 2012

Bedroevend machtsmisbruik

Anders gelezen

Er zijn de laatste weken nogal wat voorbeelden die het statement van Elio Di Rupo over zijn regering, die zogezegd staat voor verandering, tegenspreken. Onder meer de politieke vernieuwing lijkt verder af dan ooit. Terwijl Hendrik Bogaert (CD&V) als verantwoordelijke voor ambtenarenzaken poogt om samen met de topambtenaren de efficiëntie van het logge administratieve apparaat te verbeteren, zorgen de partijbonzen van alle regeringspartijen voor het omgekeerde. Eens Anders lezen.

Franstalige verslaafden en Vlaamse slaafjes

In dS schreef Guy Tegenbos een scherpe commentaar over de politieke benoemingen in de ambtenarij: “Over het ‘taalevenwicht’ in de federale topbenoemingen waken ze angstvallig. Dat hebben ze zelf in een wet gezet. En nog strikter waken ze over iets wat niet in een wet staat en zelfs onwettig is: het 'politiek evenwicht' bij de ambtelijke topbenoemingen en meer nog bij de benoemingen in de raden van bestuur van de federale overheidsbedrijven. (…) Onder druk van de Vlaamse publieke opinie hierover, is men daarover een aantal jaren wat beschroomd geweest. De Franstalige politieke cultuur had echter geen last van dat soort beschroomdheid. Zij verbazen zich over de Vlaamse schroom. En sinds het aantreden van de regering Di Rupo, domineert die cultuur voluit. Bij de Vlaamse politici die hun verslaving wat onderdrukt hadden, komt de verslaving ook weer volop naar boven.”

Zouden de Vlaamse partijbonzen echt niet beseffen dat ze zo hun geloofwaardigheid te grabbel gooien? Staan deze “daden” niet in schril contrast met hun “woorden” over beter bestuur? Waarom zouden we hen nog geloven als ze spreken van goed bestuur en tegelijk zelf de fundamenten ervan onderuit halen? Is het domheid of arrogantie? In elk geval moet het duidelijk zijn dat politieke inmenging in de benoemingen ten gronde een motie van wantrouwen is voor de ambtenarij. Hoe kan een minister zijn departement efficiënt inschakelen voor zijn beleid wanneer hij hen formeel én publiekelijk zijn vertrouwen ontzegt? Dat een (partijgekleurd) beleid uitvoeren  enkel kan door kritiekloze partijgetrouwen in plaats van ambtenaren. Dit bedroevend machtsmisbruik wordt eveneens toegepast in allerlei overheidsbedrijven en zelf gecreëerde eeuwigdurende “tijdelijke adviesraden” en andere lucratieve bezigheidsinstanties. Het mag verbazing wekken dat er in die omstandigheden nog ambtenaren zijn die het beste van zichzelf willen geven. Hoe kan bij voorbeeld staatssecretaris Hendrik Bogaert in deze omstandigheden taalcriteria toepassen die zelfs door de premier niet gehaald worden? Jawel, Di Rupo  deed zijn best, schreef men her en der, maar voor ambtenaren volstaat het blijkbaar niet ( en terecht) om hun best te doen. Is er een verschil tussen een  politicus die verkozen wordt en een politiek verkozen ambtenaar? Een onderscheid maken inzake taalbekwaamheid tussen zij die de opdrachten geven en zij die ze uitvoeren betekent dat men het gelijkheidsbeginsel inperkt tot een bepaalde categorie. Het is dus een terechte vraag waarom die inschikkelijkheid voor politici en onder meer ook voor de Franstalige inwoners van Vlaams Brabant - die nog liever een beschermde minderheid zijn dan volwaardige ingezetenen – mag, maar niet voor Vlamingen in Brussel die regelmatig botsen op een anti-Vlaamse ingesteldheid van de francofonie?

Ambetantenaren

Dat van de weeromstuit ambtenaren dan “ambetantenaren” worden zoals vice-premier en twitteraar Van Quickenborne (Open VLD) deze medewerkers catalogeerde zou een normaal denkend mens zelfs niet mogen verbazen. Toch mag dit misbruik geen argument zijn om op de rem te gaan staan of om met de nodige tijdrovende “zorgvuldigheid” de goede gang van zaken te belemmeren. Anderzijds zijn het de politici die de administratie bemoeilijken door een toenemende bij wet geregelde regelneverij die een soepel werkende administratie bemoeilijken. De ambtenaren verwijten dat ze die talloze regeltjes scrupuleus toepassen – ook als het de bevoegde minister niet goed uitkomt - getuigt niet van verantwoordelijkheidszin.

De politisering verhoogt het wederzijds wantrouwen en zo onstaat een vicieuze cirkel die absoluut moet doorbroken worden. Want hoe meer politisering hoe minder vertrouwen er is en hoe meer wederzijdse blokkeringen. Ik herinner mij nog dat de toenmalige minister van defensie, Karel Pinxten zeer verrast was toen hij van de generale staf correcte antwoorden kreeg op zijn vragen, want zo vertrouwde hij een kabinetsmedewerkster toe, in zijn vorig departement Landbouw kreeg hij nooit een serieus antwoord, laat staan op tijd.

Hoog tijd dat de politici beseffen dat een administratie die gerespecteerd wordt ook een loyale uitvoerder kan zijn die minder geneigd is om in het verzet te gaan tegen (partij)politieke besluiten. Daarom beste lezers, mijn oproep: wanneer u een politicus hoort spreken over efficiënt bestuur, vraag hem/haar eens wat ze gedaan hebben om aan deze verderfelijke politisering van het staatsapparaat een einde te stellen. Voor senator Rik Torfs heb ik alvast een pertinente vraag: in de hierboven aangehaalde enerzijds-anderzijds benadering zou ik van hem graag vernemen wat CD&V nu zal doen. Immers, na de clash met Torfs wil CD&V zich bewijzen onder het motto “geen woorden maar daden”.

Werd in de media decennialang over dit probleem gezwegen omdat het communautair gekleurd is? In elk geval is het ditmaal onweerlegbaar dat de traditionele Vlaamse regeringspartijen meestappen in deze in se oneerlijke personeelsbenoemingen die hen worden opgedrongen door de Franstaligen. Het ultieme bewijs van hun slaafsheid ten overstaan van de PS die, met de arrogantie eigen aan parvenu’s, meer dan ooit haar wil oplegt aan de Vlaamse regeringsslaven. Het is ronduit bedroevend dat dé Vlaamse stem in de regering, vice-premier en minister van financiën, Steven Vanackere, zich zomaar neerlegt bij de oekaze van de PS om zélf haar partijvrienden te kiezen in de raad van bestuur van DEXIA België in plaats van mensen te benoemen op basis van hun competentie. Wat zullen de Vlaamse regeringspartijen nog slikken om deze regering in stand te houden? Hoe verslaafd moet men wel zijn om de onmiskenbare onderstroom in de eigen gemeenschap te blijven negeren?

Dat Di Rupo nu een soort kadaster wil maken van de politieke postjes is de schaamte voorbij. Het toont aan dat deze scheefgegroeide situatie zo gewoon geworden is dat iedereen er zich bij neerlegt, media incluis. Tot wanneer de Vlaamse politici op een zoveelste zwarte zondag zullen beseffen dat de grondstroom in Vlaanderen dit niet langer slikt. En opdat het ook duidelijk zou zijn voor Nederlandsonkundigen:  Nous avons marre de ces parvenu’s!

Pjotr




16 februari 2012

Over passe-partouts en andere anomalieën

Anders gelezen

Een Belgisch passe-partoutje

Het is maar hoe je een bijdrage leest. Bij voorbeeld deze interessante bijdrage gelezen in dS van 13 februari:

“We zien en horen het in alle mogelijke toonaarden: de Belgen zijn boos op hun regering en op Europa. Ze betogen en staken tegen nieuwe bezuinigingen die hun koopkracht nog verder beperken, en steeds meer Belgen in de armoede storten.

Het is wel jammer dat diezelfde Belgen nooit eens protesteerden toen de ellende van vandaag geschapen werd, dat ze er nooit iets aan deden toen het nog tijd was. Hun huidige misère is immers in grote mate een kwestie van eigen schuld dikke bult. De verspilling van Europees en overheidsgeld door opeenvolgende regeringen; de corruptie en het nepotisme die van hoog tot laag de administraties verzieken; de ondoelmatigheid en overbevolking van het overheidsapparaat; de belastingontduiking die, net zoals het profiteren van overheidsgeld, een nationale sport is, waardoor de inkomsten en uitgaven van de staat onoverbrugbaar ver uit elkaar liggen; al die kwalen zijn al lang bekend.

Dachten de Franstaligen echt dat ze in luilekkerland konden blijven leven en dat anderen de rekeningen zouden betalen? (…)

Een klein alledaags voorbeeld. Wanneer ik in Brussel een paar schoenen koop, heeft het voor mij als individu absoluut geen belang in welke taal de transactie gebeurt. Het enige wat telt is of ik de schoenen graag zie en de prijs wil betalen. Echter, ik bén niet alleen een individu. Mijn identiteit telt vele lagen. Zo ben ik ook Vlaming, en Belg. Als Vlaming wil ik in mijn hoofdstad in mijn taal bediend worden. Als Belg ook, omdat ik het voortbestaan van de Belgische federatie wil, en wederzijds respect voor de officiële talen daarvoor een voorwaarde is. En dus handel ik niet louter als individu maar ook als lid van een groep.

Een dramatisch voorbeeld van het verschil tussen individuele en groepsreflexen is België. Op het persoonlijke vlak waren er uitstekende betrekkingen tussen de diverse nationaliteiten, getuige het grote aantal gemengde huwelijken tussen Walen en Vlamingen, Brusselaars en Walen. Het heeft niet verhinderd dat de groepsreflexen van diezelfde mensen het land deden uiteenvallen. En zo zijn er voorbeelden te over.

De Europese Unie verschilt daarom fundamenteel van de Verenigde Staten van Amerika. Ze heeft naar binnen toe geen gevoel van gezamenlijke verbondenheid, en naar buiten toe geen vermogen om snel en daadkrachtig te handelen waarbij het tweede een gevolg van het eerste is. De Amerikanen zijn in overgrote meerderheid, ongeacht overtuiging of huidskleur, proud to be American. Trots Europeaan te zijn, is daarentegen niet wat we dezer dagen in België, en andere lidstaten, horen. Jammer, ja, maar feiten zijn feiten.”


Neen, beste lezers, dS is geen Vlaamsgezinde krant geworden en deze tekst, geschreven door Mia Doornaert is slechts een passe-partout, want bedoeld om de Grieken de les te lezen, in plaats van het dierbaar België. In de tekst werden Griekenland en Grieken vervangen door België en Belgen, de Serviërs, Kroaten en Slovenen door Walen/Vlamingen/Brusselaars.

Opmerkelijk toch dat Mia Doornaert in verband met de Griekse toestanden een voorbeeld erbij sleurt over haar gelaagde nationaliteit, Vlaming en Belg. Waarom hebben wij haar niet gehoord en gelezen toen ze journaliste was en dit België een staatsschuld opbouwde die nu als een molensteen rond onze nek hangt? Waarom verdedigt ze het huidig federaal systeem wetende dat wat ze zelf als een absolute voorwaarde vindt - de kennis van het Nederlands in onze hoofdstad – nog maar eens geweld wordt aangedaan door het communautair compromis waar voor de splitsing van B-H-V onder meer de tweetaligheid van openbare diensten in Brussel wordt afgezwakt? Zal ze als gepensioneerde  meer durven dan als journaliste?


Het federaal systeem

Jammer, ja, maar feiten zijn feiten, schrijft Doornaert terecht. Het zou daarom goed zijn mochten de verdedigers van het huidig federaal systeem met een open geest de drie hiernavolgende bijdragen eens willen lezen:

Geschreven door Wim Van De Velden in DT: “Arm Brussel wil België wel bijspringen”.

Het genereuze aanbod van Guy Vanhengel om vanuit Brussel de federale regering bij te springen om het tekort van de nv België te beperken, veroorzaakte gisteren wat gemonkel. Want hangt Brussel financieel zelf niet aan het infuus?

Het Brussels Parlementslid Elke Roex (sp.a) reageerde alvast 'smalend' op het aanbod van de Brusselse minister van Begroting Vanhengel (Open VLD) om de federale budgetten bij te passen waar nodig. 'Alvorens Brussel dat kan, zal het eerst zelf 200 miljoen euro moeten saneren', klonk het vanop de oppositiebanken.

Roex voegde er nog aan toe dat het Brussels begrotingstekort nog steeds 81 miljoen euro hoger ligt dan afgesproken in het stabiliteitsprogramma voor België. Bovendien heeft Brussel een traject uitgestippeld, waarbij de begroting pas in 2016 weer in evenwicht zal zijn, in plaats van het afgesproken jaar 2015.

Geschreven door Isabel Albers in DT (02/02): Verandering? Rotte politisering.”

Géén politieke benoemingen. Het was de leuze waarmee toenmalig premier Yves Leterme en toenmalig minister van Financiën Didier Reynders in oktober het selectiebureau Egon Zehnder de opdracht gaven bekwame bestuurders te zoeken voor de toen pas door de overheid overgenomen Dexia Bank België.

Nu, drieënhalve maand later, kunnen we gerust spreken van een 'benoemingenschande'. De 'onafhankelijke' shortlist van het royaal betaalde selectiebureau Egon Zehnder werd door premier Di Rupo vrolijk aan de kant geschoven. Een dagenlang geruzie en gemarchandeer volgde. Tot gisteren de kat op de koord kwam. De PS haalde haar slag thuis en schrapte naar believen in de door Egon Zehnder voorgestelde bestuurders. Andere namen - die van partijvrienden uiteraard - werden eraan toegevoegd. (…)

Het is een bijzonder slecht begin voor de staatsbank. Want als de samenstelling van de raad van bestuur al het voorwerp is van zo'n politiek pokerspel, wat belooft dat dan voor andere moeilijke beslissingen? Als er een belangrijk krediet in Vlaanderen wordt toegekend, moet er dan niet automatisch ook één naar Wallonië gaan? Als er personeel moet afvloeien, zullen communautaire en partijpolitieke evenwichten meespelen in de discussie. Terwijl het moet gaan over de beste competenties op de beste plaatsen.

De oude politieke cultuur zegeviert, van Belgacom over BAC (The Brussels Airport Company) tot Dexia Bank. Een bank die in uiterst moeilijke omstandigheden opnieuw op de sporen moet worden gezet, kan dat rotte gepolitiseer missen als kiespijn.

DT: “15 kabinetten palaveren over wegenvignet.”

Een jaar geleden hebben Vlaanderen, Wallonië en Brussel de handen in elkaar geslagen om in januari 2013 een gemeenschappelijk wegenvignet in te voeren voor personenwagens en een kilometerheffing voor vrachtwagens. Maar de Waalse minister van Openbare Werken André Antoine (cdH) liet vorige week weten dat die timing weinig haalbaar lijkt. Bij het dossier zijn liefst 15 kabinetten betrokken van de verschillende regio's, die ook nog eens verschillende regionale belangen hebben. Brussels minister Brigitte Grouwels (CD&V) pleitte gisteren nog voor een kilometerheffing in de hoofdstad die de kas van de MIVB moet spekken.

Het zijn maar peilingen.

Peilingen zijn met de nodige voorzichtigheid te lezen maar ook de media doen er in hun commentaar soms een schepje op of af al naargelang het hen goed uitkomt.

In DT schrijft Bart Haeck volgende toelichting bij de peiling uitgevoerd in opdracht van  LLB/RTBF: “Mochten het nu verkiezingen zijn, dan zou de PS terrein verliezen en zouden het FDF en de N-VA terrein winnen.”

Diezelfde peiling wordt in LLB verkocht als “N-VA en PS verliezen lichtjes maar blijven de grootste”. Hoe dat verschil in interpretatie komt? In DT wordt het resultaat vergeleken met het verkiezingsresultaat van 2010 en het klopt dat N-VA er fors op vooruit gaat. LLB daarentegen vergelijkt het resultaat met de vorige peiling en stelt een lichte achteruitgang vast. Oef, zullen de Franstaligen denken. Maar gezien de foutenmarge 3,3 procent bedraagt, is elke vergelijking met de vorige peiling of de verkiezingsuitslag niet relevant en zou men beter spreken van een status quo, waarbij N-VA veruit de grootste partij blijft in Vlaanderen. Toch even de cijfers geven (DT):

NVA: van 31,7 (verkiezingsresultaat) naar 37 % in peiling LLB, maar minder goed dan vorige peiling.

CD&V van 16,2 naar 14,6 maar wel gewonnen tov vorige peiling

SPA van 15,3 naar 12,7

Open VLD van 13,3 naar 11,7

Dat deze peiling de zenuwachtigheid bij de traditionele partijen niet zal doen afnemen is een andere conclusie.

Moedige John Crombez

Soms vindt men informatie over vervelende weetjes enkel terug online. Zo las ik in Knack online volgende bijdrage van Jean Marie De Meester, voorzitter van Rood! West Vlaanderen: “En zo belandde ik uiteindelijk bij de commanditaire vennootschap JVL, voorheen gevestigd in Oostende, maar recent overgeheveld naar een kantoorgebouw in Brugge en die recent van naam is veranderd. Deze managementvennootschap werd eind 2007 opgericht en heeft als oprichters een zekere Johan Vande Lanotte uit Oostende en zijn dochter. Op 05 december 2011, een dag voordat Johan Vande Lanotte zijn eed als minister in de regering Di Rupo I aflegde nam hij ontslag als zaakvoerder van deze vennootschap. Voor zover we weten is hij nog steeds voor 99% eigenaar van de aandelen van deze vennootschap. Wat Johan Vande Lanotte aan moet met zo een vennootschap is eigenlijk zijn privézaak, maar dat geldt dus ook voor die vele anderen die een managementvennootschap bezitten, niet waar John ?

Hoe geloofwaardig ben je als politieke partij als je eigen (ex)mandatarissen, zoals Luc Vandenbossche, Chokri Mahasinne, Norbert De Batselier, Johan Vande Lanotte, … grossieren in managementvennootschappen. Hoe geloofwaardig ben je als staatssecretaris voor fraudebestrijding, als je eigen politieke peetvader, er een fiscaal voordelige vennootschap op na houdt …

Ik zou zeggen, beste John, veeg eerst voor eigen deur, reinig de eigen augiasstal, en dan zal ik je veel succes wensen en steunen in je strijd tegen de fiscale fraude !

Subtiele misleiding of gênante oppervlakkigheid?

Onze kwaliteitsmedia – de VRT en ook dS – schuwen geen subtiele methoden om de negatieve “Vlaamse” kenmerken in de verf te zetten. Zowel op VRT als in dS kon men lezen over  De arrestatie van de Vlaamse pedofiel Luc A. in Nederland.” Opeens bestaan er Vlamingen in het buitenland terwijl de eerste zeven Vlamingen op het WK veldrijden volgens diezelfde media allemaal Belgen zijn en geen Vlamingen. Toeval of een bewuste keuze?

Pjotr


07 februari 2012

Parlementaire democratie als het goed uitkomt

ANDERS GELEZEN


De kapstok voor deze Anders Gelezen leverde Bart Sturtewagen in dS van 04/02, waarin hij een commentaar wijdt aan de heersende kakofonie. Citaat: “Hoelang gaan we ons in dit land nog de luxe permitteren om de verkeerde debatten te voeren? De enige echte hoofdzaak is de vaststelling dat onze economie niet voldoende krachtig is om onze welvaart en het welzijn dat erop gebaseerd is, te garanderen. (…) We voeren liever geïsoleerde discussies over de billijkheid van de notionele intrestaftrek, over de belasting op bedrijfswagens, over de juiste prijs van de dienstencheques, over de fiscale aanwending van managementvennootschappen, over de mogelijkheid van een indexsprong, over de merites van een hogere btw-voet en over subsidies aan bedrijven die mensen ontslaan. Telkens klinken er argumenten pro en contra die elk hun verdienste hebben. Maar in welk plan passen al die maatregelen? Louter in kortetermijnoplossingen voor de begroting? Of in een strategisch plan?”

Geen of tegenstrijdige strategieën?

Inderdaad ontbreekt het dit België aan een strategisch plan en het zou dus goed zijn om – wat Sturtewagen in het bestek van zijn commentaar niet deed – zijn tekst eens Anders te lezen en zich af te vragen waarom dit zo is. Zou het alle voorgangers van Alexander De Croo, Wouter Beke en Bruno Tobback ontbroken hebben aan een visie? Of was echt staatsmanschap niet haalbaar omwille van de twee entiteiten die in méér verschillen dan ze gemeen hebben? Werden de grote visionaire verhalen, zoals onder meer de burgermanifesten van Verhofstadt, niet in de vuilnisemmer gekieperd omwille van de onvermijdelijke regeringssamenwerking met de PS? Hoe kunnen liberalen dromen van een eigen verhaal – zoals onlangs Karel De Gucht deed in dS, wanneer ze zich na de verkiezingen moeten prostitueren om samen met de PS  een regering te vormen? Dat wordt dan een internationale  vergadering met een conflicterende agenda, zoals hijzelf bekende.

Wanneer zullen ook de Nederlandstalige – in tegenstelling tot de Franstalige - hoofdredacteurs en journalisten van de Belgische media inzien dat een politiek (economisch, maatschappelijk én cultureel) verhaal niet kan gebouwd worden op compromissen tussen tegenstrijdige visies? Wanneer dringt het besef door dat de Belgische ziekte helaas het wezenskenmerk werd van een kunstmatige staat? Waarom niet enkel datgene samen doen waarover een gemeenschappelijke visie bestaat? Kan eindelijk de nefaste polarisering – de wij-zij tegenstelling werd niet veroorzaakt door de V-partijen maar door het verkwistend bestuur van de traditionele partijen – vervangen worden door een enthousiasmerende vrijheid en verantwoordelijkheidsbesef?

Tot zover de vragen, nu enkele voorbeelden

De particratie

In een opmerkelijk opiniestukje (dS 06/02) schrijft Walter Zinzen over “De staatsgreep van de partijvoorzitters”, met als openingsvraag, “Waarom mag Di Rupo niet zelf zijn ministers kiezen?”. Even meelezen: “De commotie over staatssecretaris De Block (Open VLD) herinnert ons, andermaal, aan één van de pijnlijkste uitwassen in het functioneren van onze parlementaire democratie: de macht van de partijvoorzitters.  (…) Toch heeft het haar partijvoorzitter behaagd haar te benoemen. Wat mij verbaast is dat niemand de vraag stelt: met welk recht? Partijvoorzitters kijken eerst en vooral naar hun eigen machtspositie, vervolgens naar die van hun partij en als het niet anders kan, wellicht in laatste instantie, naar het landsbelang. (…) De grondwet is nochtans overduidelijk: de federale ministers worden benoemd (en ontslagen) door de koning (die de formateur van een regering aanduidt), de regionale door de regionale parlementen.” Zinzen werpt zich aldus op tot de verdediger van de grondwet en dat is heuglijk nieuws, want nog niet zo lang geleden  - toen de grondwet werd verkracht door het parlement dat ongrondwettelijke verkiezingen valideerde – had hij heel wat minder respect voor de grondwet.

Hij hield het trouwens niet bij dat ene opmerkelijk verwijt aan de particratie. Even verder schreef hij: “Vervolgens mag ook de vraag worden gesteld waarom partijvoorzitters zich geroepen voelen om bijvoorbeeld de staat te hervormen. Wat is daarvoor hun mandaat en, vooral, hun deskundigheid? Waarom toch heeft niemand hen daaraan herinnerd tijdens de zich eindeloos voortslepende onderhandelingen? De staat hervormen is een taak van het parlement.” Opnieuw rees bij mij dezelfde vraag: Waar was hij toen de parlementaire democratie door partijleiders buitenspel werd gezet en Brussel-Halle-Vilvoorde niet mocht gestemd worden door een parlementaire meerderheid? Het zou mij interesseren mocht ik van hem vernemen waarom partijleiders via de uitvoerende macht, die zoals het woord het zegt gehouden is de wetten uit te voeren, ook de grondwettelijk gescheiden wetgevende macht, mogen kapen? Dit is geen acute opstoot maar  een sluipende dictatuur! Dat de traditionele politieke partijen hun macht gebruikten om zichzelf royaal te dienden van belastinggeld via partijdotaties is echt een brug te ver. Het zou hen sieren mochten ze in de huidige moeilijke tijden deze partijfinanciering drastisch inperken.

De vakbonden

In een lange maar wel lezenswaardige brief naar aanleiding van de algemene staking eind januari, richtte een groep studenten zich tot vakbondsleider De Leeuw (ABVV). Even enkele passages meelezen: “Iedereen beseft dus dat maatregelen niet kunnen uitblijven. (…) We zouden onszelf eens de vraag moeten stellen naar de aard van dit systeem. (…) Elke poging om het debat te openen werd steeds door u en uw collega’s beantwoord met drie woorden: “Verworven rechten. Afblijven!”. Maar wat zijn verworven rechten waard als ze onbetaalbaar dreigen te worden? En wat betekenen die verworven rechten voor degenen die ze niet genieten maar wel moeten betalen? (…) Maar we zijn wel het enige land waar er zoveel gelijkgestelde periodes meetellen voor het pensioen. We zijn ook het enige land waar je van werkloos zijn een beroep kunt maken, je leven lang. We zijn ook een land met één van de hoogste schuldgraden én dito belastingdruk.
(…)
Mogen wij u eraan herinneren dat vakbonden, mutualiteiten, werkloosheidskassen, enz. ooit begonnen zijn als vrijwillige verenigingen? In die tijden leverden ze schitterend werk in het voorzien van sociale zekerheid voor hun leden. Maar ze moesten ook moeite doen om leden te werven en dus moest hun systeem een combinatie zijn van solidariteit en duurzaamheid. Vandaag zijn de werknemers- én werkgeversorganisaties dermate geworteld in het politieke systeem dat die positieve concurrentie niet meer speelt. Want er bestaat nauwelijks een politiek beheersorgaan, vaak ook buiten de sociale zekerheid, waar de vakbonden en werkgevers niet in vertegenwoordigd zijn. (…) Uw organisatie is geen kleintje: u beheert miljarden belastinggeld, samen met de werkgevers. De vakbonden genieten bovendien van wettelijke privileges die u in andere sectoren bekritiseert. Zo pleit u tegen het bestaan van monopolistische marktspelers maar hebt u zelf wel wetgeving op zak die het oprichten van nieuwe vakbonden nagenoeg onmogelijk maakt. U beweert dat uw stakingskassen niet gespijsd worden met belastinggeld maar weigert wel elke vorm van inzicht in de financiën van de vakbonden. En dat terwijl de rekeningen van bedrijven door de overheid en door u worden uitgepluisd in een zoektocht naar de minste onregelmatigheid. (…) Ook wij kiezen voor een samenleving waarin het ‘wij’ een belangrijke plaats krijgt. Maar dat betekent niet dat bepaalde personen of instellingen het monopolie moeten krijgen om de mening van het ‘wij’ te vertolken. En dat betekent ook niet dat die instellingen hun regels mogen opleggen aan personen die er geen lid zijn, of dat die organisaties zich mogen verschuilen in de duistere hoekjes van het recht, zonder aansprakelijkheid voor hun daden of transparantie van hun werking.
(…)
Een voormalige slogan van het ABVV is het perfecte voorbeeld voor uw dubbelzinnige retoriek: “Wij kiezen voor u!”. Die dubbelzinnigheid is hier volgens ons op zijn plaats: een organisatie als de uwe, met al haar gevestigde belangen, kunnen wij niet beschouwen als een volledig onpartijdige en onbaatzuchtige entiteit, hoe vaak u dat ook herhaalt.
(…)
Of we ons nu aansluiten bij een vakbond of niet: u onderhandelt de normen die ons worden opgelegd. Indien werknemers al dan niet besluiten om te staken: de militanten zullen de poorten toch vergrendelen, ook voor de werkwilligen. Of men nu schade ondervindt door de stakingen of niet: de vakbonden kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onregelmatigheden. Het feit dat we met ons eigen geld willen investeren in onze pensioenen of eerder in onze gezondheid, het maakt allemaal niets uit: de sociale zekerheid, die u mee beheert, maakt deze keuzes ‘voor ons’. En ze maakt die keuzes soms verkeerd, zoals we nu kunnen zien.” Is dat geen interessante bijdrage?

Een bazooka tegen fiscale fraude

In dS van 6/02 wordt aandacht besteed aan de bazooka tegen fiscale fraude, dwz dat de fiscus niet meer moet bewijzen dat er gefraudeerd wordt is maar moet de belastingplichtige zijn onschuld kunnen bewijzen. John Crombez (sp.a) wil als bevoegde staatssecretaris het ganse gamma aan fiscale fraudeurs aanpakken want de staat is armlastig en meer inkomsten is voor progressieven belangrijker dan de tering naar de nering zetten. Terwijl Open VLD daar geen oren naar heeft en stelt  “dat de fiscus niet zelf mag bepalen hoeveel belastingen er moeten worden betaald. Dat behoort toe aan het parlement.” Toch bizar dat Dewael namens de Open VLD het belang van het parlement vooropstelt, tenminste als het hem goed uitkomt, terwijl zijn partijvoorzitter het parlement permanent in een verlammende houdgreep houdt. 

CD&V vice eerste minister  Steven Vanackere (CD&V) is voorzichtiger: “Fraudebestrijding is natuurlijk heel belangrijk (...), maar het gaat heel ver om de indruk te wekken dat iedereen als een fraudeur moet worden bestempeld. Daar ben ik het niet mee eens” ( in De Zevende Dag). Hij verwees daarmee naar uitspraken van Crombez over een wijdverbreide fraudementaliteit bij ondernemers en beoefenaars van vrije beroepen. Zo haalde Crombez in recente interviews het voorbeeld aan van “een dokter die zijn vakantievilla in Zuid-Europa via een managementvennootschap als beroepskost inbrengt met de smoes dat hij er wel eens patiënten behandelt”.

Nochtans laat de huidige wetgeving ook al een en ander toe. Zo blijkt dat de Bijzondere Belastinginspectie (BBI), die jaagt op grote fraudeconstructies, het voorbije jaar meer dan 1,1 miljard euro aan extra belastingen en sancties heeft opgelegd. Dat is 25 procent meer dan in 2010, toen de BBI slechts 826 miljoen euro oplegde. Reken daarbij de mogelijkheid om verdachte inkomsten uit criminele activiteiten verbeurd te verklaren  – iets wat enkel gebeurt in de gerechtelijk arrondissementen Antwerpen en Dendermonde. Misschien zou men in Brussel eens  dat voorbeeld moeten volgen. In plaats van te bedelen.

Maar ongeacht het feit dat het meestal niet om fraudeurs gaat maar om mensen die de gaten in de complexe fiscale wetgeving benutten, kan deze discussie ten gronde ook Anders Gelezen worden. Immers, in dit debat ontbreekt een essentieel gegeven waarover ik nauwelijks iets las: de oorzaak van de toenemende fiscale fraude in België is  het onredelijk hoog ervaren staatsbeslag. Wie dus deze “fraudeurs” wil aanpakken zonder de belastingen te verminderen vaart een verkeerde (belastings)koers. Het zou pas getuigen ven staatsmanschap mocht men terzelfdertijd de oorzaken van deze fraude aanpakken. Zoniet zal deze inhalige regering nog meer ingaan tegen de Vlaamse grondstroom die  verandering wilt. Een grondstroom die blijkbaar niet alleen ouderen maar ook de jeugd aanspreekt.

Pjotr