MEDIA EN POLITIEK ANDERS GELEZEN
Naar monumenten kijkt men op.
Historicus Lode Wils is zo’n monument
en wanneer een uitgebreid interview met hem gepubliceerd wordt in dS dan is een
andere lezing altijd welkom. Al was het
maar om de beate bewondering van kritiekloze lezers een beetje te temperen. Dat
de oudjes Dehaene en Tobback nog eens uitgebreid aan bod komen in Knack zegt
meer over Knack dan over de nieuwswaarde van de geïnterviewden. Verkoopt Knack niet
goed meer? Geen nood voortaan kan je die ook gratis krijgen bij de bakker en hoeft AG daar geen tijd meer aan te verspillen. Eens de taalgrens
oversteken loont wel de moeite.
Cultuurflamingant Lode Wils
Voor een beetje duiding bij
mijn boek “dS anders gelezen”, vroeg ik een verklaring voor de begrippen
Belgicist, Flamingant, Vlaamsgezind aan de professoren Carl Devos en Bart
Maddens, en citeerde ik Lode Wils die het volgende schreef in Knack (juni
2008): “een Flamingant is Vlaamsgezind en een Walligant is Waalsgezind. Dat
zijn neutrale termen, anders dan Vlaams-nationalist, die stemmen op een
politiek partij die zeker niet Belgischgezind is.” In het interview in dS (8
dec) lezen we dat volgens Wils het Vlaams-nationalisme een product blijft van
de collaboratie. Betekent deze stelling dat er zonder de collaboratie geen
Vlaams-nationalisme zou bestaan? Zou een niet-historicus hieraan mogen
twijfelen? Eens Anders Lezen.
Zijn argumentatie is dat de
Duitsers de Vlamingen wilden geven wat ze niet van de Belgische autoriteiten kregen (o.a. Nederlandstalige universiteiten) en
een actieve “Flamenpolitik” voerden. Zo werd het anti-Belgisch gevoel bij de
Vlaamsgezinden aangewakkerd. Dit argument lijkt mij correct maar verklaart niet
waarom later zelfs de Belgischgezinde unitaire politieke partijen, socialisten,
liberalen en christendemocraten, opgesplitst werden in afzonderlijke Vlaamse en
Franstalige partijen. Het verklaart al evenmin de totaal verschillende
socio-economische ontwikkelingen in Vlaanderen en Wallonië. Men kan de
collaborateurs van veel de schuld geven, maar toch niet van de partijpolitieke
en economische ontwikkelingen in de periode vanaf 1960? Ik heb de stellige
indruk dat Wils als historicus weinig rekening houdt met de recenter ontwikkelingen
en het hem blijkbaar ontgaat dat de uiteenrafeling van België niet het werk is
van Vlaams-nationalisten maar van een toegenomen zelfbewustzijn van de
traditionele Vlaamse politici die sinds de jaren zeventig in de praktijk
vaststelden dat “wat goed was voor België” steeds meer overeenstemde met “wat
goed was voor de Franstaligen” en steeds minder met “wat goed was voor
Vlaanderen.” Wanneer men meer dan 500 dagen nodig heeft om tot een federaal
compromis te komen dat door zowel linkse als rechtse Vlaamsgezinden wordt
afgeschoten, lijkt er mij meer aan de hand dan een achterhaald verhaal over de
collaboratie. (Dit deel stuurde ik als lezersbrief naar dS. Het is wachten op
publicatie J).
Op de vraag van de journalist of er voor WOI dan geen
anti-Belgische sentimenten waren, antwoordt Wils: “Die sentimenten bestonden
wel, bij individuele mensen. Maar een anti-Belgische beweging, met een eigen
tijdschrift of maandblad, bestond er niet.” Waarop een lezer reageerde: “Hoe
komt het toch dat de eerbiedwaardige professor steevast vergeet dat er in 1914
een tijdschrift “De Bestuurlijke Scheiding” met mensen als Marcel Minnaert en
Leo Picard bestond?” Nogal vervelend wanneer een monument feiten negeert wegens
niet passend in zijn lezing van de geschiedenis.
In een andere passage maakt hij ook duidelijk dat het
cultuurflamingantisme van de conservatieven en klerikalen (waartoe hij
behoorde) altijd in de clinch gingen met de liberalen en de intellectuelen. Die
laatsten kozen voor de grote talen, zoals Duits in Slovenië en Frans in
Vlaanderen. “Oude volkstalen in leven
houden, daarin waren ze niet geïnteresseerd. Ze vonden dat de Vlaamse Beweging
de mensen bekrompen en achterlijk hield. Terwijl het hén te doen was om
intellectuele en politieke vooruitgang.” Blijkbaar bestaat de kloof tussen de
intellectuele elite en de gewone stervelingen al zeer lang en is ze niet kleiner
geworden als we Luc Van Doorslaer mogen geloven (in dS): “Thuistaal aanvaarden op school, het is toch iets wat
vooral door de academische wereld wordt verdedigd. Wie dagelijks in de praktijk
staat denkt er doorgaans anders over.”
Di Rupo II, onaantrekkelijk
voor Vlaamse regeringspartners?
Van de Woestijne pleegde in
LLB een editoriaal met als titel: “Het vooruitzicht op Di Rupo II verdeelt reeds
de meerderheid”. Na één jaar Di Rupo stelt hij vast dat er bij de vice-premiers
weinig steun is voor de premier. Ook Luc Van der Kelen, hoofdredacteur HLN, in
LLB, vindt dat de Vlaamse vice-eersteministers
onvoldoende Di Rupo steunen. Steven Vanackere liet alvast weten (VT4) dat hij niet
zit te wachten op een tweede Di Rupo. Hij
herinnert eraan dat de huidige regering in Vlaanderen geen meerderheid
heeft. Anders gelezen: Het is zelfs erger dan Vanackere aangeeft, want
laten we eens de cijfers spreken van Vlaamse en Franstalige regeringspartijen(Kamer
2010): Aantal kiezers:
7.767.552 Aantal kiezers voor regeringspartijen: 3.735.327 of 48%. De enige
reden waarom ze meer zetels dan de oppositie hebben is dat een stem in Wallonie
meer waard is dan die in Vlaanderen. Een lezer concludeerde daaruit: een land
waar een minderheid regeert, vooral met een programma dat ingaat tegen de wens
van de meerderheid, noemt men een dictatuur, geen democratie.
Ondertussen
verdenken de Franstaligen CD&V ervan
om in 2014 samen met NV-A de onderhandelingen te voeren voor een confederaal
België, meer bepaald om art 35 in te vullen. Van de Woestijne schrijft het zo: "Tous les signaux qui nous viennent du
CD&V le confirment : il y a ou il y aura un accord entre le CD&V et la
N-VA pour venir ensemble à la négociation fédérale avec un programme commun :
la création d’un Etat confédéral. C’est-à-dire : on définit d’abord clairement
les compétences des Régions et des Communautés, comme le prévoit l’Article 35
de la Constitution. Le fédéral hérite du reste, c’est-à-dire pas
grand-chose." Welke Vlaamse hoofdredacteur zou
dit durven schrijven? Nochtans een scenario die veel weldenkende Vlamingen
graag hadden gelezen in hun krant.
VDW sluit zijn editoriaal af met volgende zin:
Alles wijst erop dat 2014 een jaar wordt met een regering in ademnood. « Tout le
confirme : 2014 sera une année que le gouvernement vivra en apnée.»
Economie sputtert, sociaal vangnet
blijft ?
Hopelijk laat de
economie het niet afweten want de staatsschuld wil maar niet dalen en de kans
is zeer groot dat de voorlopig behaalde begrotingsnorm voor 2012 toch niet zal gehaald
worden wegens de verplichte kapitaalsverhoging van DEXIA. Terwijl België die
buiten de begroting wil houden (dus enkel verhoging staatsschuld en dat is in
België geen relevant gegeven) heeft Frankrijk deze steun wel ingeschreven in de
begroting. De kans is dus klein dat België gelijk zal krijgen. Men zou dan
denken dat de besparing in 2013 groter zal moeten zijn, maar dat is volgens DT niet
het geval: “Het gaat om een “eenmalige
tegenvaller” (ik wou dat het waar was!) voor de begroting 2012 die geen impact
heeft op de begroting van 2013. De beoogde doelstelling om het tekort volgend
jaar te beperken tot 2,15 procent kan dus behouden blijven. De Europese
Commissie kijkt naar het structureel tekort, en niet naar de nominale cijfers,
is te horen. Stel u voor dat de bedrijven dit voorbeeld zouden volgen.
Dat het economisch
weefsel onder druk staat weten we ondertussen allemaal. Maar ook hier zijn er
regionale verschillen die het probleem scherper stellen (Trends): “Meer dan
veertig procent van de fiscale en sociale schulden staat op naam van Waalse
bedrijven, terwijl die maar goed zijn voor acht procent van de winst in België.”
Verder lezen we dat sommige grote bedrijven nauwelijks belastingen betalen. “De bedrijven die 2011 met een positief
resultaat afsloten, maakten een gezamenlijke winst van 76 miljard euro. Dat is
maar liefst 19 miljard euro meer dan in 2010. Trends Top wijst er op dat het
leeuwendeel van het verschil toe te wijzen is aan AB InBev. De Leuvense
bierbrouwer boekte een uitzonderlijke winst van 15 miljard, zonder daar
belastingen op te betalen. ArcelorMittal betaalt 109 miljoen euro, maar dankzij
een doorgedreven gebruik van de notionele-interestaftrek, draagt de staalreus
zo een belasting op zijn winst van nauwelijks 2 procent af aan België.”
Uit een studie van de Nationale Bank (meerdere kranten):
Nergens in Europa zijn zo weinig immigranten aan het werk als in België. De
werkgelegenheidsgraad van inwoners die buiten de Europese Unie geboren zijn,
bedroeg vorig jaar 45,8 procent. Ook wordt vastgesteld dat immigranten
systematisch ondervertegenwoordigd zijn bij de overheid en in het onderwijs, wat te wijten is aan juridische
obstakels en bijzondere scholingsvereisten. Voorts zijn immigranten vaker
laaggeschoold, vaker actief in kwetsbare sectoren als de horeca, en hebben ze
vaker een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Uit de analyse blijkt dat de
ongelijkheden zich jaar na jaar en generatie na generatie herhalen, terwijl
werkgelegenheid het krachtigste instrument is om sociale integratie te
bevorderen en armoede te bestrijden, aldus de auteurs. Anders Gelezen: het
signaal is duidelijk: wij zijn fout en het zal allicht meespelen dat
allochtonen (die de taal niet kennen) onvoldoende geapprecieerd worden. Gezien
het Nederlands geen wereldtaal is, zullen er altijd meer taalonkundigen zijn in
Vlaanderen dan in een land met een wereldtaal. Het zou daarom goed zijn om te
weten waarom Franstalige allochtonen in Brussel en Wallonië evenmin aan de bak
komen? Misschien heeft dat te maken met een andere werkethiek en zou het
relevant zijn om te onderzoeken of de werkwilligheid niet beïnvloed wordt door
het – zeker volgens hun normen - rijkelijk sociaal vangnet? Immers,
ervaringsdeskundigen wijzen erop dat wie zich aanbiedt niet altijd een
werkwillige is, integendeel. Heeft men nagegaan hoeveel vreemdelingen werken in
de parallelle economie of deel uitmaken van lucratieve criminele circuits?
Hoeveel vrouwen mogen om religieuze redenen niet uit werken gaan? Veel vragen waarop
deze studie geen antwoord geeft en dat is jammer. Waar ik nog steeds niets over
lees: hoe het komt dat Franstalig België en vooral Brussel in vergelijking met
andere grote Europese steden een bovengemiddeld aantal inwijkelingen aantrekt
zonder tewerkstellingscompetenties? Indien we het antwoord zouden kennen op al deze
vragen zou een genuanceerd resultaat allicht afwijken van de “slechte cijfers”
uit dit oppervlakkig rapport, dat blijkbaar vooral politiek correct wil zijn.
Citaten van de week
Lode Wils: Hoe
lang houdt België het nog vol? Vijftien jaar geleden zei ik op een toespraak
tegen assistenten: België zal mijn tijd wel duren, maar ik ben niet zeker of
het de uwe zal duren. Een jaar of vijf geleden heb ik tegen een soortgelijk
publiek gezegd: België zal zeker uw tijd niet meer duren, en ik ben niet eens
meer zeker of het mijn tijd nog zal duren. Hoewel ik dus al 83 jaar oud ben. Ik
denk dat België eraan kan gaan.
Erik Defoort (historicus, in een reactie op het interview van
Lode Wils (dS 10 dec): Geachte Lode Wils, dan mag ik u nu vragen wat u dan wel
leert uit het feit dat ik opgroeide in een ‘wit nest', waarin door de Duitse
bezetter heel aangrijpend en blijvend leed werd veroorzaakt, met name in het
leven van mijn vader en in dat van een deel van zijn kinderen. Maar ook ik werd
later ‘actief in tal van Vlaamse verenigingen' en in politieke partijen als de
Volksunie en de N-VA. Dus? Terwijl Lode
naar een antwoord zoekt, profiteer ik ervan om hem bijkomend te vragen wat hij
leert uit het feit dat een niet onaardig deel van de joodse gemeenschap in
Antwerpen recentelijk voor de N-VA stemde en dat een goede joodse vriend van
Bart De Wever en van mijzelf enthousiast kandideerde op de N-VA-lijst en er ook
verkozen werd?
Luc Van der Kelen
Antwoord op volgende vraag in LLB (vertaling) : Binnen 8 maand bent
u met pensioen. Een genuanceerde pen verlaat de krant. Elke dag lazen
honderdduizenden uw editoriaal …? Ja, normaal ben ik binnen 7 of 8 maand met
pensioen maar mijn bedoeling is om de krant niet volledig te verlaten en nog
regelmatig tussen te komen wellicht in een andere functie, zonder elke dag een
editoriaal te schrijven. Anders gelezen:
een genuanceerde pen verlaat ons?
Louis Verbeke (Vlerick school): Het
echte probleem van dit land is de ongehoorde inefficiëntie waarmee met het
staatsbeslag wordt omgegaan, vooral in Wallonië. Tussen 2006 en 2010 lees ik
bij het CERPE (economisch onderzoekscentrum in Namen) dat het primaire
overschot van België (vóór intresten) 24,43 miljard euro was. De bijdrage van
Wallonië was 21,19 miljard euro negatief, die van Vlaanderen 41 miljard
positief. Na aanrekening van intresten wordt het nog veel erger, vermits de
schuld door Wallonië is veroorzaakt. Het CERPE stelt ook dat de schuld van alle
Franstalige entiteiten zal blijven toenemen. Het Rekenhof stelt in zijn laatste
auditverslag over de Waalse rekeningen dat de Waalse regering nooit de
wettelijke auditregels is nagekomen. Maar de feiten doen er niet toe, nietwaar?
Het PS-beleid in Wallonië heeft in de Belgische boot een reusachtig lek
geslagen. Zolang dat niet wordt gedicht, zullen de Vlaamse hozers uitstel
kopen. De boot wordt er niet opnieuw zeewaardig door.
Pjotr
Anders Gelezen
1 opmerking:
Beste Pjotr,
Ik had graag gehad dat je de economische cijfers van Trends eens anders gelezen had. De journalist van dienst, ongetwijfeld niet gehinderd door enige kennis ter zake, had iets eerlijker moeten zijn in plaats van zomaar te kiezen voor populisme. In de rapportering van de belasting op winst, moet een onderscheid gemaakt worden volgens het type vennootschap. Voor multinationals is het niet ongewoon dat zij werken met holdings en dochterbedrijven. De dochterbedrijven produceren iets (zoals Electrabel dat elektriciteit produceert) en de holding er boven die de cijfers van de winsten en dividenden groepeert van de dochters. Mogelijk hebben de dochters dus reeds de belasting betaald en kan het zijn dat de holding zelf weinig tot geen belastingen betaalt. Een onderscheid is nodig en voorbeelden dienen duidelijk aangehaald te worden voor er van conclusies sprake kan zijn. Wat niet wegneemt dat de conclusie globaal genomen juist is maar dat had deftig onderbouwd moeten worden. Een voorbeeld is GDF Suez dat voor de stroom producerende vennootschap in Belgie met schulden schuift om bv in Belgie weinig of geen belastingen te betalen. De vraag is hoe het bv in Frankrijk zit, waardoor bijvoorbeeld de belastingen die normaal in Belgie betaald zouden moeten worden in Frankrijk betaald worden door het schuiven met activa en passiva.
Een reactie posten