ANDERS GELEZEN
Er was opnieuw heel veel aanbod in de kranten dat eens
anders gelezen mag worden. Twee onderwerpen eruit gepikt: het interview in dS
met de politicologen Carl Devos en Dave Sinardet en de toespraken naar
aanleiding van de feestdag van de Franse gemeenschap. Verschillende zeer
interessante teksten in verband met de toekomstige staatsstructuur werden
netjes opgeborgen voor een latere “andere lezing”, na de verkiezingen. Wat
beide onderwerpen gemeen hebben? Bescheidenheid versus stoerdoenerij.
Politicologen aan het
woord
Alleen al de titel zette de toon: “De andere voorzitters
laten zich afslachten”. Opnieuw een interview dat hoofdzakelijk draait rond De
Wever versus de traditionele partijvoorzitters. Met zijn openingscollege zet hoogleraar
Carl Devos, UGent, meer en meer de toon bij het begin van het politieke jaar.
Maar de deelname van alle voorzitters (behalve Bruno Tobback die niet deelnam
zonder dat de krant hiervoor enige verklaring gaf) was geen succes. “De
inhoudelijke boodschap viel tegen”, aldus organisator Devos. Een introductie
hoefde niet maar er was een opmerkelijke inleidende vraag over het advies dat een
ratingbureau hen vroeg. De reactie van beide zegt vooral veel over hun verschillende
persoonlijkheden: “Dan denk je
toch twee keer na voor je iets zegt,” vertelt Dave Sinardet – bewust als hij is
van zijn belangrijkheid. “Och ja, ik geloof écht niet dat ze op ons oordeel
afgaan. Ik ga daar vooral naartoe omdat ik nieuwsgierig ben. En ik heb goed
gegeten,” zegt Carl Devos, met een ontwapenende bescheidenheid.
Het interview bevat enkele interessante uitspraken over de
manier waarop de partijvoorzitters omgaan met de politieke realiteit en
zichzelf al of niet verkopen. Maar uiteindelijk draait het om De Wever met –
wat had u gedacht – een duidelijk kritischer Sinardet dan Devos. Zo liet
Sinardet optekenen dat De Wever niets anders doet dan anderen beschuldigen van
intentieprocessen: “De Wever verwijt
anderen dat ze zich aan intentieprocessen bezondigen, maar hij doet zelf niets
anders. Wie hem kritisch aanpakt, is links of belgicistisch.” Dan denk ik zo
bij mezelf: hier verdedigt hij zichzelf, want inderdaad, Sinardet heeft terecht
de naam belgicist te zijn. Als lid van de PAVIA groep liet hij geen kans
onbenut om te pleiten voor een federale kieskring op maat van de Franstaligen. Hijzelf blijft dat mordicus ontkennen, bezorgd
als hij is om zijn academische geloofwaardigheid. Maar laten we even stilstaan
bij die intentieprocessen waarover hij het in het interview heeft. “De Wever is
een goede voorzitter en een goede polemist, maar zijn bestuurskwaliteiten heeft
hij nog niet kunnen tonen. Ik denk ook niet dat besturen iets is dat hem het
meeste interesseert.” Anders gelezen lijkt dat toch heel sterk op een
intentieproces. Waarop baseert Sinardet zich om te veronderstellen dat De Wever
niet geïnteresseerd is in besturen als hij net daarvoor toegeeft dat hij nog de
kans daartoe niet had? Nogal vooringenomen voor een academicus.
Over de
journalist van Knack, Stijn Tormans, vond hij wel dat het interview zonder
antwoorden niet had moeten gepubliceerd worden – want er worden zoveel
interviews geweigerd – maar Tormans een slechte journalist noemen wegens
vooringenomenheid, zoals De Wever deed, vind hij onbetamelijk. Is het niet
juist een bewijs van moed om journalisten te durven tegenspreken en hun fouten
aan de kaak te stellen? Overigens vind ik zelf ook wel dat De Wever er goed aan
deed om achteraf op die vragen te antwoorden. Waarom zou kritiek op een
journalist onbetamelijk zijn? Zijn de vragen - volgens beide politicologen
“pertinente, sterke vragen” - niet evenzeer vatbaar voor een andere
lezing?
Devos wijt het
overwicht van De Wever ook aan de zwakte van zijn tegenstanders. Ongetwijfeld
klopt dat maar ik had liever gehad dat de interviewer hier dieper op inging.
Waarom zijn ze zwak? Is het een persoonlijke tekortkoming of is het gewoon
omdat de traditionele partijen geen verhaal meer hebben? Omdat ze zich
decennialang – met steun van de onkritische media – te buiten zijn gegaan aan
machtsdenken en het voorrang geven aan de eigen partijbelangen? Zij hebben onder
druk van de Franstaligen België uitgekleed maar verzuimden het om Vlaanderen
als volwaardig alternatief gestalte geven.
Professor Devos
heeft het over links-rechts als dé universele ideologische tegenstelling en ik
kan daar inkomen. Maar vooraleer in een democratisch proces sprake kan zijn van
een strijd tussen ideologieën moet er eerst opnieuw een democratie zijn waarin
deze kunnen gedijen zonder inmenging van buitenaf. Hier te lezen als “Di Rupo die
terecht ervaren wordt als de onverkozen
buitenstaander/buitenlander.”
Misschien getuigt het van naïviteit maar ik zou het alvast toejuichen
mochten beide politicologen eens hun volle aandacht richten op het slecht
functioneren van dit België. En jawel, de Vlaamse politici zijn in hetzelfde
bedje ziek, want ze hebben het nooit anders geleerd. En ze zijn met handen en
voeten gebonden aan hun Belgische partijhoofdkwartieren die slechts node de
macht zien verschuiven naar Vlaanderen.
De opmerking van Devos over het veranderend gedrag van De
Wever (naar analogie met illustere voorgangers) begrijp ik wel. “Er is iets aan het gebeuren met De Wever. Hij weet
dat hoogmoed altijd voor de val komt. En toch kan ik mij niet van de indruk
ontdoen dat er iets aan het mislopen is.” Anders gelezen: Een gouden raad van
tante Kaat.
Vlaanderen, boeman voor la Belgique francophone
dS: Terwijl Vlaams
parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) de feestdag van zijn gemeenschap op 11
juli aangreep om de Vlamingen aan te zetten tot meer belangstelling voor
Wallonië, gebruikten de Franstalige kopstukken hun feestdag vooral om de
Vlamingen te kapittelen. (…) De minister-president van de Franse Gemeenschap,
Rudy Demotte (PS), was scherper. Vlaanderen heeft nog altijd niet begrepen dat
Brussel een volwaardig derde gewest is, zei hij. Ook hierop reageerde Peumans
laconiek. Hij spoorde Demotte aan “de grondwet te lezen.” Demotte haalde uit
naar de Vlaamse regering omdat die beroep aantekent telkens de Brusselse
regering wil investeren in scholen, kinderopvang en sport. Het Grondwettelijk
Hof geeft de Vlamingen gelijk, onder meer nog op 24 mei 2012.
Meteen is alles gezegd: wanneer de Vlamingen hun inspraakrecht
in Brussel willen uitoefenen (om misbruiken tegen te gaan) zijn het
tegenstanders. “Vlaanderen ondermijnt Brussels beleid” aldus Demotte. Noch
gewone wetten noch de grondwet zijn in de ogen van de officiële Waals-Brusselse
gezagsdragers een referentie als het hen niet goed uitkomt. Waarom zouden ook
de Vlamingen deze intellectuele soepelheid niet opbrengen en wat kordater zijn
in plaats van telkens opnieuw te hengelen naar een woordje van sympathie?
Niet alleen de francofone Brusselaars zijn kwaad, ook Guy
Van Hengel (Open VLD) volgt de redenering van Demotte en bewijst daarmee de
gespletenheid van Open VLD. “N-VA wil een oorlogje voeren met Brussel”, zo
klinkt het uit zijn mond. Bij Brussels minister Brigitte Grouwels (CD&V)
klinkt het enigszins anders (citaat blog): “Maar ook de Franse
Gemeenschap moet dringend een versnelling hoger schakelen ten voordele van de
Franstalige Brusselaars. Dit blijkt ook uit de begrotingscijfers. Nu al moet
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest jaarlijks met zo’n 250 miljoen euro
bijspringen om de begroting van de Cocof, de Franse Gemeenschapscommissie, te
doen kloppen. Het gaat hier om gewestgeld dat oneigenlijk wordt gebruikt voor
gemeenschapsbevoegdheden. Geld dus dat niet gebruikt kan worden voor echte
gewestbevoegdheden, zoals mobiliteit, werkgelegenheid of woonbeleid. Daarom doe
ik een warme oproep aan de Franse Gemeenschap om Brussel op zijn beurt te
herfinancieren. De Franstalige Brusselaars hebben immers recht op meer steun
vanuit de Franse Gemeenschap. Om de demografische uitdaging met succes te
doorstaan, heeft Brussel de steun van de beide grote gemeenschappen in ons land
meer dan nodig! Anders gelezen: Waarde mevrouw de minister, denkt u echt dat
de Franstaligen rekening zullen houden met uw verzoenende taal? Ongeloofwaardig
sinds uw partij zomaar een half miljard euro schonk aan de Brusselse
francofonie, waardoor ze nog meer geld zullen gebruiken naar eigen believen. Bent
u echt zo naïef om te geloven dat ze de huidige misbruiken zullen stopzetten
wanneer ze nog meer geld hebben terwijl de Vlaamse inspraak door het compromis
dat ook uw partij goedkeurde, nog kleiner wordt?
Diverse kranten: De
Vlamingen hebben een verkeerd beeld van Wallonië en dat is de fout van de
Vlaamse media. “Er moet een cel komen die waakt over het beeld dat de Vlaamse media
schetsen van Wallonië. Dat vindt Jean-Charles Luperto, voorzitter van het
parlement van de Franse Gemeenschap. Het voorstel van N-VA om na de
gemeenteraadsverkiezingen institutionele onderhandelingen op te zetten noemde
de parlementsvoorzitter in zijn toespraak op het Brusselse stadhuis een
"valstrik".
Een vraag: zijn deze uitlatingen een bewijs van het dalend respect van
de Franstaligen voor Vlaanderen of is het uit frustratie? Gewichtigdoenerij als
camouflage voor de onmacht?
Uitspraak van de week
Sinardet: “Een
ding is zeker: het Vlaamse politieke landschap zou er helemaal anders uitzien
mocht Karel De Gucht voorzitter worden van Open VLD en Herman Van Rompuy van
CD&V. Dat zijn toch staatsmannen naar wie geluisterd wordt.”
Devos: “En op
wie gevloekt wordt. Vergeet niet dat De Gucht vroeger ook slaag heeft gekregen
van de kiezer.” (nvdr: en dat Van Rompuy nooit veel stemmen haalde).
Pjotr
Anders Gelezen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten