02 oktober 2012

Bescheidenheid versus gewichtigdoenerij


 
ANDERS GELEZEN

Er was opnieuw heel veel aanbod in de kranten dat eens anders gelezen mag worden. Twee onderwerpen eruit gepikt: het interview in dS met de politicologen Carl Devos en Dave Sinardet en de toespraken naar aanleiding van de feestdag van de Franse gemeenschap. Verschillende zeer interessante teksten in verband met de toekomstige staatsstructuur werden netjes opgeborgen voor een latere “andere lezing”, na de verkiezingen. Wat beide onderwerpen gemeen hebben? Bescheidenheid versus stoerdoenerij.
Politicologen aan het woord
Alleen al de titel zette de toon: “De andere voorzitters laten zich afslachten”. Opnieuw een interview dat hoofdzakelijk draait rond De Wever versus de traditionele partijvoorzitters. Met zijn openingscollege zet hoogleraar Carl Devos, UGent, meer en meer de toon bij het begin van het politieke jaar. Maar de deelname van alle voorzitters (behalve Bruno Tobback die niet deelnam zonder dat de krant hiervoor enige verklaring gaf) was geen succes. “De inhoudelijke boodschap viel tegen”, aldus organisator Devos. Een introductie hoefde niet maar er was een opmerkelijke inleidende vraag over het advies dat een ratingbureau hen vroeg. De reactie van beide zegt vooral veel over hun verschillende persoonlijkheden: “Dan denk je toch twee keer na voor je iets zegt,” vertelt Dave Sinardet – bewust als hij is van zijn belangrijkheid. “Och ja, ik geloof écht niet dat ze op ons oordeel afgaan. Ik ga daar vooral naartoe omdat ik nieuwsgierig ben. En ik heb goed gegeten,” zegt Carl Devos, met een ontwapenende bescheidenheid. 
Het interview bevat enkele interessante uitspraken over de manier waarop de partijvoorzitters omgaan met de politieke realiteit en zichzelf al of niet verkopen. Maar uiteindelijk draait het om De Wever met – wat had u gedacht – een duidelijk kritischer Sinardet dan Devos. Zo liet Sinardet optekenen dat De Wever niets anders doet dan anderen beschuldigen van intentieprocessen: “De Wever verwijt anderen dat ze zich aan intentieprocessen bezondigen, maar hij doet zelf niets anders. Wie hem kritisch aanpakt, is links of belgicistisch.” Dan denk ik zo bij mezelf: hier verdedigt hij zichzelf, want inderdaad, Sinardet heeft terecht de naam belgicist te zijn. Als lid van de PAVIA groep liet hij geen kans onbenut om te pleiten voor een federale kieskring op maat van de Franstaligen.  Hijzelf blijft dat mordicus ontkennen, bezorgd als hij is om zijn academische geloofwaardigheid. Maar laten we even stilstaan bij die intentieprocessen waarover hij het in het interview heeft. “De Wever is een goede voorzitter en een goede polemist, maar zijn bestuurskwaliteiten heeft hij nog niet kunnen tonen. Ik denk ook niet dat besturen iets is dat hem het meeste interesseert.” Anders gelezen lijkt dat toch heel sterk op een intentieproces. Waarop baseert Sinardet zich om te veronderstellen dat De Wever niet geïnteresseerd is in besturen als hij net daarvoor toegeeft dat hij nog de kans daartoe niet had? Nogal vooringenomen voor een academicus.
Over de journalist van Knack, Stijn Tormans, vond hij wel dat het interview zonder antwoorden niet had moeten gepubliceerd worden – want er worden zoveel interviews geweigerd – maar Tormans een slechte journalist noemen wegens vooringenomenheid, zoals De Wever deed, vind hij onbetamelijk. Is het niet juist een bewijs van moed om journalisten te durven tegenspreken en hun fouten aan de kaak te stellen? Overigens vind ik zelf ook wel dat De Wever er goed aan deed om achteraf op die vragen te antwoorden. Waarom zou kritiek op een journalist onbetamelijk zijn? Zijn de vragen - volgens beide politicologen “pertinente, sterke vragen” - niet evenzeer vatbaar voor een andere lezing? 
Devos wijt het overwicht van De Wever ook aan de zwakte van zijn tegenstanders. Ongetwijfeld klopt dat maar ik had liever gehad dat de interviewer hier dieper op inging. Waarom zijn ze zwak? Is het een persoonlijke tekortkoming of is het gewoon omdat de traditionele partijen geen verhaal meer hebben? Omdat ze zich decennialang – met steun van de onkritische media – te buiten zijn gegaan aan machtsdenken en het voorrang geven aan de eigen partijbelangen? Zij hebben onder druk van de Franstaligen België uitgekleed maar verzuimden het om Vlaanderen als volwaardig alternatief gestalte geven.
Professor Devos heeft het over links-rechts als dé universele ideologische tegenstelling en ik kan daar inkomen. Maar vooraleer in een democratisch proces sprake kan zijn van een strijd tussen ideologieën moet er eerst opnieuw een democratie zijn waarin deze kunnen gedijen zonder inmenging van buitenaf. Hier te lezen als “Di Rupo die terecht ervaren wordt  als de onverkozen buitenstaander/buitenlander.”
Misschien getuigt het van naïviteit maar ik zou het alvast toejuichen mochten beide politicologen eens hun volle aandacht richten op het slecht functioneren van dit België. En jawel, de Vlaamse politici zijn in hetzelfde bedje ziek, want ze hebben het nooit anders geleerd. En ze zijn met handen en voeten gebonden aan hun Belgische partijhoofdkwartieren die slechts node de macht zien verschuiven naar Vlaanderen.
De opmerking van Devos over het veranderend gedrag van De Wever (naar analogie met illustere voorgangers) begrijp ik wel. “Er is iets aan het gebeuren met De Wever. Hij weet dat hoogmoed altijd voor de val komt. En toch kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat er iets aan het mislopen is.” Anders gelezen: Een gouden raad van tante Kaat.
 
Vlaanderen, boeman voor la Belgique francophone
dS:  Terwijl Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) de feestdag van zijn gemeenschap op 11 juli aangreep om de Vlamingen aan te zetten tot meer belangstelling voor Wallonië, gebruikten de Franstalige kopstukken hun feestdag vooral om de Vlamingen te kapittelen. (…) De minister-president van de Franse Gemeenschap, Rudy Demotte (PS), was scherper. Vlaanderen heeft nog altijd niet begrepen dat Brussel een volwaardig derde gewest is, zei hij. Ook hierop reageerde Peumans laconiek. Hij spoorde Demotte aan “de grondwet te lezen.” Demotte haalde uit naar de Vlaamse regering omdat die beroep aantekent telkens de Brusselse regering wil investeren in scholen, kinderopvang en sport. Het Grondwettelijk Hof geeft de Vlamingen gelijk, onder meer nog op 24 mei 2012.
Meteen is alles gezegd: wanneer de Vlamingen hun inspraakrecht in Brussel willen uitoefenen (om misbruiken tegen te gaan) zijn het tegenstanders. “Vlaanderen ondermijnt Brussels beleid” aldus Demotte. Noch gewone wetten noch de grondwet zijn in de ogen van de officiële Waals-Brusselse gezagsdragers een referentie als het hen niet goed uitkomt. Waarom zouden ook de Vlamingen deze intellectuele soepelheid niet opbrengen en wat kordater zijn in plaats van telkens opnieuw te hengelen naar een woordje van sympathie?
Niet alleen de francofone Brusselaars zijn kwaad, ook Guy Van Hengel (Open VLD) volgt de redenering van Demotte en bewijst daarmee de gespletenheid van Open VLD. “N-VA wil een oorlogje voeren met Brussel”, zo klinkt het uit zijn mond. Bij Brussels minister Brigitte Grouwels (CD&V) klinkt het enigszins anders (citaat blog): Maar ook de Franse Gemeenschap moet dringend een versnelling hoger schakelen ten voordele van de Franstalige Brusselaars. Dit blijkt ook uit de begrotingscijfers. Nu al moet het Brussels Hoofdstedelijk Gewest jaarlijks met zo’n 250 miljoen euro bijspringen om de begroting van de Cocof, de Franse Gemeenschapscommissie, te doen kloppen. Het gaat hier om gewestgeld dat oneigenlijk wordt gebruikt voor gemeenschapsbevoegdheden. Geld dus dat niet gebruikt kan worden voor echte gewestbevoegdheden, zoals mobiliteit, werkgelegenheid of woonbeleid. Daarom doe ik een warme oproep aan de Franse Gemeenschap om Brussel op zijn beurt te herfinancieren. De Franstalige Brusselaars hebben immers recht op meer steun vanuit de Franse Gemeenschap. Om de demografische uitdaging met succes te doorstaan, heeft Brussel de steun van de beide grote gemeenschappen in ons land meer dan nodig! Anders gelezen: Waarde mevrouw de minister, denkt u echt dat de Franstaligen rekening zullen houden met uw verzoenende taal? Ongeloofwaardig sinds uw partij zomaar een half miljard euro schonk aan de Brusselse francofonie, waardoor ze nog meer geld zullen gebruiken naar eigen believen. Bent u echt zo naïef om te geloven dat ze de huidige misbruiken zullen stopzetten wanneer ze nog meer geld hebben terwijl de Vlaamse inspraak door het compromis dat ook uw partij goedkeurde, nog kleiner wordt?
Diverse kranten: De Vlamingen hebben een verkeerd beeld van Wallonië en dat is de fout van de Vlaamse media. “Er moet een cel komen die waakt over het beeld dat de Vlaamse media schetsen van Wallonië. Dat vindt Jean-Charles Luperto, voorzitter van het parlement van de Franse Gemeenschap. Het voorstel van N-VA om na de gemeenteraadsverkiezingen institutionele onderhandelingen op te zetten noemde de parlementsvoorzitter in zijn toespraak op het Brusselse stadhuis een "valstrik".
Een vraag: zijn deze uitlatingen een bewijs van het dalend respect van de Franstaligen voor Vlaanderen of is het uit frustratie? Gewichtigdoenerij als camouflage voor de onmacht?
Uitspraak van de week
Sinardet: “Een ding is zeker: het Vlaamse politieke landschap zou er helemaal anders uitzien mocht Karel De Gucht voorzitter worden van Open VLD en Herman Van Rompuy van CD&V. Dat zijn toch staatsmannen naar wie geluisterd wordt.”
Devos: “En op wie gevloekt wordt. Vergeet niet dat De Gucht vroeger ook slaag heeft gekregen van de kiezer.” (nvdr: en dat Van Rompuy nooit veel stemmen haalde).
Pjotr
Anders Gelezen

Geen opmerkingen: