13 september 2010

Cruciale stilte

ANDERS GELEZEN


Het schandaal over seksueel misbruik in de kerk overschaduwt vanzelfsprekend de communautaire onderhandelingen en juist die stilte biedt kansen om vooruit te gaan, om fysiek afstand te nemen van elkaar zodat de geesten kunnen evolueren.

De verkiezingsoverwinning van N-VA in Vlaanderen heeft duidelijk gemaakt dat de geesten geëvolueerd zijn. Energie verliezen aan achterhoedegevechten is tijdsverlies én riskeert ook economische schade te veroorzaken. Wie zich rekenschap geeft van de diepte van de kloof als het gaat over de staatsstructuren – en dat is iets anders dan samenleven en -werken met de andere gemeenschappen – kan niet anders dan tot de vaststelling komen dat het federaal kader totaal afgedaan heeft. Wanneer zelfs Jean Luc Dehaene recentelijk tot dat besef kwam, mag men hopen dat ook de felste aanhangers van dit federaal België hun intellectuele capaciteiten gebruiken om naar de toekomst te kijken in plaats van onvruchtbare achterhoedegevechten te voeren.

Over de meerwaarde van en de gehechtheid aan België
Marc Buelens schreef in Trends (begin september; De toegevoegde waarde van België) een gevalstudie over het gebrek aan toegevoegde waarde van België. Citaat, Bij mijn eerste lidmaatschap van een Belgische wetenschappelijke jury, heb ik mede een prijs toegekend aan een werk dat uitblonk door wetenschappelijke nonsens. Om te besluiten met ik kwam tot één grote intellectuele conclusie: als Belgische academici het nog niet eens raken over wetenschappelijke documenten, hoe kunnen we het dan ooit nog eens geraken over zeer waardegeladen elementen zoals activeren van werkloosheid, de rol van innovatie, herverdeling van rijkdom, solidariteit. Als conflicten uit de hand dreigen te lopen, moet je zo snel mogelijk de wederzijdse afhankelijkheid verminderen. De partijen moeten op eigen benen verder kunnen. Pas dan kunnen ze proberen zich weer afhankelijk van elkaar op te stellen.

In dS (11/09) verklaart Jeroen van der Kris (na 5 jaar België als correspondent van NCR Handelsblad) onder de titel ‘De Vlaming in mij’ dat hij begrip gekregen heeft voor het Vlaamse nationalisme. Het stoort hem dat een deel van de Franstaligen het vanzelfsprekend vindt dat ze overal in het Frans moeten bediend worden. Maar volgende passage zegt nog meer: ‘Goeiendag bonjour' klonk het ook op het gemeentehuis, toen ik vorig jaar een nieuwe identiteitskaart kwam halen. Eenmaal buiten gekomen, stelde ik vast dat ik deze keer geen nieuwe naam had gekregen, zoals eerder bij de spoorwegen. Ik heette nog steeds Jeroen. Maar tot m'n verrassing had ik wel een Franstalig exemplaar gekregen. Voilà, zo wordt een Nederlander geteld als Franstalige inwoner van brussel. Op basis van dergelijk systematisch boerenbedrog – een voortzetting van wat reeds gebeurde bij de talentelling in Komen, nu Comines - is het begrijpelijk dat academische studies door Franstalige universiteiten tot de vaststelling kwamen dat het aantal Vlamingen in Brussel slinkt. Maar wie gelooft dergelijke studies nog, behalve zij die ze bestelden én betaalden? Dit laatste ook met publieke fondsen, uw en mijn geld.

Maar soms gaan zowel academici als journalisten in de fout. Wanneer de media, niet toevallig allemaal in dezelfde richting, de conclusie van een studie verkeerdelijk publiceren is het hek helemaal van de dam. Zo konden we lezen in alle kranten (DM, dS, HLN en HNB) dat een meerderheid gehecht blijft aan België, volgens een universitaire studie gebaseerd op een internetbevraging (!). Maar wie de studie zelf leest ziet dat de conclusie is dat een meerderheid van de ondervraagde personen gehecht is aan België. Blijkt dat de ondervraagden voor 70 % behoren tot links progressief en dus helemaal niet representatief zijn.

In DM (11/09) verscheen een artikel van journalist Douglas De Coninck die kritiek heeft op de ‘onafhankelijke economische denktank VIVES’, die volgens hem niet onafhankelijk is (dat hebben ze ook nooit gezegd of geschreven) maar volgens hem de lobbymachine is van N-VA en Vlaams Belang. Wie echter het artikel leest zal vaststellen dat de belangrijkste leden ervan géén N-VA en noch minder VB aanhangers zijn maar Vlaamsgezinde CD&V’ers, waaronder één van de prominentste professoren economie dr Dirk Heremans, Herman Daems gewezen bankier, Werner Niemegeers (LDD) en kijk eens aan, volgens deze journalist is Rik Van Cauwelaert, direkteur Knack, blijkbaar eveneens een sympathisant van het Vlaams Belang. Maar hoe geloofwaardig is de boodschapper, Douglas De Coninck, zelf, als blijkt uit e mail correspondentie dat hij een bijzonder gefrustreerde kijk heeft op Vlaanderen; een citaat uit een mail in mijn bezit: Ik ben een paar jaar geleden (even) in Vlaanderen gaan wonen. Ik heb er nog steeds een trauma van: de extreme bekrompenheid, de lelijkheid, de kilheid van de mensen. Doe mij maar Brussel, de mix, de warmte, de drukte, de humor, de laissez-faire. (…) Grtz Douglas. Tja.

De afgelopen week bleek alvast hoe snel de geesten kunnen evolueren. Het taboe – de scheiding van België – was prominent aanwezig en de kranten hadden zowaar aandacht voor de voor- en de nadelen. Op zich al nieuws!

Terwijl de Belgischgezinden nog eens de kans kregen om hun laatste pijlen te richten op Vlaamsgezinden waarvoor een scheiding wel bespreekbaar is, worden de barsten in de verdediging van het systeem alsmaar duidelijker, zelfs voor de gewone mensen zoals blijkt uit de laatste peiling van Het Nieuwsblad waarbij het aantal Vlaamse tegenstanders van een scheiding gedaald is tot 59,3 % en dat 25 % ondubbelzinnig pleit voor onafhankelijkheid. Het is nog niet zo lang geleden dat dS blokletterde dat er slechts 9 % separatisten waren en er een wekenlange pro Belgische campagne gevoerd werd - in volle verkiezingstijd - in de hoop hun lezers te overtuigen van de grote meerwaarde van België.

Bij de bespreking van het Plan B (B van boedelscheiding) in de kranten werd de interne tegenstelling opnieuw in beeld gebracht. Maar waar we vroeger enkel de onmogelijkheid of de nadelen van een scheiding konden lezen, slaagde De Tijd (DT) erin om tot de conclusie te komen dat Vlaanderen een scheiding wel degelijk aankan, het klonk net niet als een aanbeveling. In dS blijft het bij de bedenking dat het kan in theorie, maar niet in de praktijk. Een vergetelheid dat bij dit stukje de naam van de auteur niet vermeld wordt? Vanzelfsprekend blijft het theorie zolang men het niet probeert. Maar beweging is er en er werden enkele waarheden doorgeprikt. Een overzicht.

Vlaanderen economisch leefbaar, zelfs zonder Brussel
In een zeer uitgebreid artikel (DT 11 september) weerlegt Ine Renson de argumenten die aangehaald worden om de aspiraties voor een onafhankelijk Vlaanderen gauw op te bergen.
Zo toont ze aan dat de Vlaamse economie het structureel voldoende goed doet om op eigen benen te kunnen staan. Géén reus op lemen voeten zoals Le Vif schreef.

Brussel draagt slechts 9,2 % bij tot de primaire inkomsten van de huishoudens
Dat Brussel zo belangrijk is als Rudy Aernoudt (docent economie aan de hogeschool van Brussel en Gent) de dag ervoor schreef blijkt evenmin juist. Van de 18,7 % van het bruto binnenlands product (BBP) dat Brussel genereert schiet al heel wat minder over als men de inkomsten van de pendelaars aftrekt en het wordt nog minder als men rekening houdt met de vaststelling dat 37 % van het Brusselse BBP voortkomt uit prestaties voor de overheid (die de staat uiteraard meer kosten dan ze fiscaal opbrengen). Het resultaat is dat Brussel met 10 % van de bevolking slechts een aandeel van 9,2 % heeft in het primaire inkomen; dat zijn de inkomsten uit arbeid, verhuring van onroerend goed, rente op kapitaal en winst van ondernemingen. Daarom kan Brussel niet zonder steun vanuit het federale niveau of rechtstreeks vanuit Vlaanderen.

Een ander punt waar de tegenstanders van een plan B zedig over zwijgen zijn de baten van de pendelaars en het blijft eveneens wachten op een antwoord op de vraag wat er nog zou overblijven van de Brusselse vennootschapsbelasting (momenteel geraamd op 33 %) in een concurrentiële omgeving? Wanneer KBC en andere maatschappelijke zetels waarvan het cliënteel hoofdzakelijk werkt en woont in Wallonië of Vlaanderen ook verhuizen naar een van deze gewesten? Is het een onveranderlijk gegeven dat de talrijke vennootschappen hun zetel in Brussel houden als blijkt dat Wallonië en Vlaanderen (zowel in een confederaal model als onafhankelijk) betere economische vooruitzichten hebben en, verlost van hun communautair gekrakeel, eindelijk in staat zijn om een op maat gesneden dynamischer beleid te voeren?
De waarheid lijkt mij te zijn dat de Brusselse rijkdom overroepen wordt om louter politieke redenen maar Brussel blijft wel belangrijk als internationaal centrum voor zowel Vlaanderen als Wallonië.

De sociale zekerheid moet gedragen worden door zo veel mogelijk schouders
Wanneer men bedoelt, zo veel mogelijk rijke schouders, dan klopt het natuurlijk wel. Het probleem is echter dat niet het aantal rijke schouders toeneemt maar de arme. Talrijke waarschuwingen onder meer door Rik Van Cauwelaert in Knack om de grondslag van de sociale zekerheid te vrijwaren worden steevast genegeerd. Is het dan niet begrijpelijk dat de hardwerkende werknemers en middenklasse (vooral maar niet enkel in Vlaanderen) die het meest bijdragen tot dit verzekeringssysteem zich afvragen of dat wel zo kan blijven. Hoedanook, zullen Brussel en Wallonië het tijdens een overgangsfase naar een confederaal systeem of een heus plan B nood hebben (via financieringsafspraken) aan solidariteit om hun achterstand te kunnen inhalen. Indien Vlaanderen zijn eigen sociale zekerheid efficiënter organiseert en het aantal arme schouders daalt, dan is er meteen ook meer ruimte voor solidariteit met de arme schouders in Brussel en Wallonië. Ten minste, als daar inspanningen tegenover staan, onder meer door het migratiebeleid aan te passen en de werkloosheid terug te dringen.

De staatsschuld is hét struikelblok?
Wanneer alle argumenten tégen een totaal ander België of een onafhankelijk Vlaanderen opgebruikt zijn, blijft er nog één over: het uit mekaar halen van de staatsschuld (en de schulden van staatsbedrijven zoals de NMBS). Tussen haakjes maar niet onbelangrijk: dat de Franstaligen weinig belangstelling hebben voor maatregelen om de staatsschuld te verminderen en Vlaanderen wel, heeft eveneens te maken met deze discussie.
In het artikel in De Tijd verwijst men naar een studie uitgevoerd door het Vlaams Instituut voor economie en samenleving (VIVES , Prof dr Dirk Heremans en Annelore Van Hecke). Diverse berekeningsmethoden geven aan dat Vlaanderen in het slechtste geval (op basis van belastingsinkomsten) 63,3 % van de staatsschuld zou moeten overnemen, terwijl het slechts 57,8 % zou zijn op basis van het bevolkingsaandeel). Het tekort voor Vlaanderen zou dus kunnen oplopen tot 110 % (tegenover in het federaal kader dit momenteel iets meer dan 100 % bedraagt). Maar is dat op zich nadeliger dan de huidige situatie waar Vlaanderen eveneens méér bijdraagt tot het betalen van de interesten op de staatsschuld én ook een groter aandeel zal moeten leveren voor de afbouw van de federale schuld? De schuld zal toch niet stijgen omdat hij niet federaal maar door de regio’s wordt beheerd? Helaas geeft de studie van VIVES op deze pertinente vraag (nog) geen antwoord.

Tot slot even terug naar de stilte van voorbije week en de realiteit van morgen.
Sommige onderhandelaars blijven tegen beter weten in het compromis van Di Rupo rooskleuriger voorstellen dan het werkelijk is. Zo sprak Eric Van Rompuy in de Zevende Dag van een onverhoopt groot pakket aan bevoegdheidsoverdrachten ter waarde van zestien miljard, terwijl Di Rupo het had over 15 miljard en volgens de laatste informatie van de KUL zou het nog een heel stuk minder zijn, wellicht zo’n 12 miljard euro die dan nog te verdelen zijn over de drie gewesten en de drie gemeenschappen … Hopelijk zullen de media eerstdaags ook de juiste bedragen hieromtrent publiceren.

Zijn verkiezingen zinvol?
De resultaten van de laatste peilingen bevestigen slechts de steun aan N-VA in Vlaanderen en PS in Wallonië. Puur tijdverlies vermits het nu reeds klaar is dat gezien de grote kloof alleen onderhandelingen over wat we nog samen willen doen, kans op slagen hebben.

No guts, no glory.

Pjotr

Geen opmerkingen: