04 maart 2009

Wallonië in cijfers

“Regards sur la Wallonie 2008”

In het rapport van de Conseil économique et social de la Région wallonne (CESRW), wordt een beeld geschetst van de economische en sociale situatie in Wallonie (met vergelijkende cijfers voor België en Vlaanderen). Precies omdat deze gegevens uit onverdachte bron komen, zijn ze belangrijk voor het toekomstig beleid en in hoeverre beide economieën uit mekaar gegroeid zijn, met alle sociale gevolgen van dien.

Eerst de cijfers

Het BBP/BRP (Bruto Binnenlands product/ Bruto Regionaal Product)
Laatste beschikbare cijfergegevens 2006

Groei van het BRP
Op basis van de beschikbare cijfers tussen 1996 en 2006 zit Wallonië slechts twee jaar, 2003 en 2004, boven het Europese gemiddelde en de andere acht jaren eronder. Het grootste negatieve verschil (- 1%) werd genoteerd in 1998 en 2006.
Voor Vlaanderen is de groei 4 jaar groter (97, 99, 2004 en 2006) dan het gemiddelde in de EU.

Groei BRP per inwoner
Referentie: EU zone = 100 %

Tussen 1996 en 2006 evolueerde de groei in Wallonië nauwelijks (81 % in ’96 tot maximaal 81,1 % in 2006; alle andere jaren zitten eronder).
Voor Vlaanderen zijn de cijfers gelijklopend maar altijd boven het gemiddelde (112,6 in ’96 en 112,7 in 2006).
Brussel heeft zeer hoge cijfers maar evolueert negatief (van 233,2 % in ’96 naar 218,9 % in 2006)

Tewerkstelling en werkloosheid

Tewerkstellingsgraad in vergelijking met EU (15 – 64 jaar) voor 2006
EU 27: 65,3
EU 14: 66,8
Vlaanderen 66,1
Wallonië 57
Brussel 54,8

Tewerkstellingsgraad in vergelijking met EU (15 – 24 jaar) voor 2006
EU 27: 37,1
EU 15: 40,7
Vlaanderen 31,5
Wallonië 23,1
Brussel 19,6

Werkloosheid (2000 – 2007) 15 jaar +
Referentiewaarden EU 27 : variëren tussen 8,2 % (2006)en 9,2 (2004)
Idem voor EU 15: tussen 7 % (2007) en 8,3 (2004)

In Wallonië varieerde de werkloosheid tussen 2000 en 2007 van 9,9 % (2001) tot 11,8 % (2005) met 10,5 % voor 2007.
In Vlaanderen varieerden de cijfers tussen 4 % en 5,7 % (2003) en 4,3 % in 2007.
Brussel doet het ook hier zeer slecht en zit boven de 17 % in 2006 en 2007.


Vergelijking Wallonië met andere industriële regio’s

Gegevens Eurostat en CESRW
Telkens cijfers voor: Drie topregio’s / Drie zwakste regio’s / Wallonië
Bruto regionaal product per inwoner 2005
36.587 / 20.259 / 19.593
Tewerkstelling 15-24 j
64,8 / 30,5 / 23,1
Werkloosheid 15-24 j
8 / 20,2 / 23,5
Langdurig werkloos (% van totale werkloosheid)
20,6 / 57,5 / 57
R&D uitgaven industrie
1,34 / / 0,28 / 1,36
R&D publieke sector
0,43 / 0,04 / 0,02

In de begeleidende commentaar wordt vooral de nadruk gelegd op de positieve aspecten (o.a R&D in de industrie)

In de volgende cijfers worden de arrondissementen en de verschillende sectoren binnen Wallonië onder de loep genomen.

In een hoofdstuk huishoudelijke uitgaven: Wallonië 30.321 euro tegenover 31.548 euro voor België (- 3,9 %).

Over de bevolkingsevolutie op lange termijn (tot 2060) komt men tot de conclusie dat er een toename zal zijn in Wallonië (32,5 naar 34,2%) en in Brussel (9,7 naar 10,5%) een een daling in Vlaanderen van 57,8 naar 55,4%. Opm: deze evolutie staat verre van vast en is afhankelijk van diverse onvoorspelbare evoluties onder meer inzake de onderscheiden regionale evolutie op socio-economische vlak.


Anders bekeken
Het feit dat deze cijfers publiek gemaakt worden is op zich belangrijk. Dat er heel wat slechte resultaten bij zijn, zal het moreel van de Walen geen deugd doen, maar het zal wel de euforie over het Marchall plan temperen.

Vooral de vergelijking met de drie zwakste EU regio’s is ontnuchterend. Dat Wallonië in 15 van de 23 geciteerde criteria slechter doet dan het gemiddelde van de drie slechtste regio’s en slechts in 8 gevallen beter, moet toch een duidelijk signaal zijn dat de socio- economische situatie in Wallonië er zeer erg aan toe is.
Dat betekent meteen ook dat een gunstige evolutie van de transfers van Vlaanderen naar Wallonië niet voor morgen is.
Het risico is reëel dat het verschil tussen Vlaanderen en Wallonië nog groter kan worden, vermits in periodes van economische crisis de zwakkere regio’s nog meer getroffen worden dan de welvarende.
Het financieel onvermogen van de federale staat om de economische crisis te ondersteunen is recentelijk bewezen (cfr KBC en de auto-industrie) . Vlaanderen zal niet kunnen rekenen op federale solidariteit en de beperkte federale steun aan de regio’s impliceert een grotere staatsschuld die de toekomst voor gans België hypothekeert.

Het politieke onvermogen van het federale niveau om een samenhangend beleid te voeren voor regio’s die zeer verschillend zijn, kan niet zonder gevolgen blijven. Vlaanderen en Wallonië zullen hun welvaart zelf moeten veilig stellen. Een armer Vlaanderen is geen goed nieuws voor een afhankelijk Wallonië.

Pjotr.

1 opmerking:

Anoniem zei

Bedankt voor de interessante informatie