15 maart 2010

Kuifje in Kongo

ANDERS GELEZEN

De Democratische Republiek Congo was opeens wereldnieuws in België. Toen Yves Leterme, eerste minister, aan de pers meedeelde dat Koning Albert II zou aanwezig zijn op de ‘herdenking’ van 50 jaar onafhankelijkheid van Zaire, later DRC werd hem niet eens het voorrecht gegund om als primus inter pares deze regeringsbeslissing publiek kond te doen. Voor hem hadden de PS, bij monde van Laurette Onckelinckx en het CDH, bij monde van Joëlle Milquet reeds hun standpunt bekend gemaakt en dus konden Leterme en het restant van zijn regering enkel nog ja-knikken. Het deed mij terugdenken aan de mysterieuze apotheek in mijn geboortestad Wervik waar op de toog een beeldje van een zittend negertje stond dat met het hoofd knikte telkens iemand een cent deponeerde in zijn buik. Lernout & Hauspie hadden toen de spraaktechnologie nog niet zo goed onder de knie, anders had hij wellicht dankuwel gepreveld. Het was de tijd dat het album Kuifje in Congo verscheen. Geheel passend in de stijl van de kolonisator.

Onze generositeit in die dagen bestond uit aalmoezen, zilverpapier, kleurpotloden en ander schoolgerief van de bekende Brusselse koninklijke leverancier Pelletier. Deze firma die zich rijk verdiende aan ‘den Kongo’, werd door de volgende generatie bijna compleet verbrast. Onderwijl schraapte de Belgische elite, onder het welwillend oog van het Koningshuis der Belgen, de ertsen letterlijk en figuurlijk uit de buik van dit rijke land. Het hoeft geen betoog dat de centjes in de buik niet opwogen tegen het erts dat uit de buik werd gehaald. Van daar de vele littekens in het Congolese landschap.

Vandaag zijn wij weer vriendjes. Hoewel niemand juist weet wie er bevriend is met wie en alvast Kabila nummer twee daar helemaal niet van wakker ligt maken de ministers – vier op een rij zoals het past voor een belangrijke ex-kolonisator – hun opwachtingen in de hoofdstad voor een ontmoeting met de democratisch verkozen en dus legitieme leider van de DRC. Pieter De Crem mag als laatste nog wat stof doen opwaaien door de legerleiding uit te nodigen voor een défilé op het paleizenplein in Brussel. Daar zijn ze sinds André Flahaut al zoveel rare vogels gewoon, dat het jammer zou zijn mochten deze exotische soldaten niet meedoen. Aan de heren politici die het hier niet mee eens zijn, toch maar de aandacht vestigen op het gevaar beschuldigd te worden wegens racisme.

Wie ditmaal absoluut géén bezwaar heeft tegen dit voorstel is André Flahaut, nochtans niet het beste vriendje van Pieter. Op zijn blog laat Flahaut weten het bezoek ten volle te steunen. Een uittreksel:
Face à cette réponse positive, il est nécessaire de réfléchir. Réfléchir, par exemple, à ne pas poser des actes qui pourraient être interprétés d’une manière à porter atteinte à la pérennité des relations bilatérales entre les deux Etats. Albert en Leterme zijn dus verwittigd dat zij het daar niet al te bont moeten maken, door kritische publieke verklaringen af te leggen en Kabila tegen de haren te strijken.
Il est indispensable d’assurer une réelle compréhension ainsi qu’une bonne préparation de cette réponse, par ailleurs hautement symbolique. Pour rappel, la République Démocratique du Congo est un Etat souverain qu’il convient de considérer comme tel. (…) Notre responsabilité est de faire en sorte que cet anniversaire soit le moment de marquer un nouveau point de départ pour les relations entre la RD Congo et la Belgique.
Terwijl er in Vlaanderen nogal wat kabaal is omtrent dit bezoek weet Franstalig België en Flahaut reeds tot wat dit bezoek moet dienen : Si la RD Congo souhaite le soutien de l’Etat belge sur divers thèmes, tels que la sécurité, la justice ou encore la gouvernance, il faut mobiliser l’énergie nécessaire pour s’engager dans des partenariats dans ces domaines. De laatste paragraaf leest als volgt : Nous pourrions appeler cette fructueuse initiative : « Propositions pour un nouveau partenariat stratégique préférentiel entre la Belgique et la République Démocratique du Congo ». N’est-ce pas le plus beau cadeau que la Belgique puisse offrir au peuple congolais qui soufflera les bougies de ses cinquante ans d’indépendance ?

Dat precies Flahaut zijn persoonlijke steun verleent aan dit bezoek is opvallend, want hij is toch de grootste vijand van al wie de zwakkeren bedreigt. Hoeveel vliegtuigreizen organiseerde hij niet naar de NAZI kampen terwijl hij nu de miljoenen slachtoffers in Oost Congo straal negeert. Priorité à la Paix was zijn lijfspreuk toen hij defensieminister was. Vandaag heet het voor de minister van staat, priorité à la souveraineté d’un pays.

Zouden nog altijd dezelfden daar beter van worden?

Pjotr
ANDERS GELEZEN verschijnt wekelijks op maandag/dinsdag

10 maart 2010

Talent, hard werken en het juiste toeval

ANDERS GELEZEN

In Knack (03/03) besluit Peter Van Rompuy zijn column ‘Begraaf uw talenten niet’ met volgende paragraaf: Hoe veel rijker zijn we niet als we alle talent ontketenen? Daarvoor mogen we niet alleen wachten op de overheid of big business. De beste hefboom hebben we zelf in handen. Hard en zinvol werk, dat geduldig wacht op het juiste toeval. Hij kan alvast niet klagen dat het juiste toeval hem voorbijliep.

Zijn bijdrage legt een hele weg af, beginnend met het boek van Malcolm Gladwell waaruit blijkt dat geboren worden in het begin van het jaar de weg naar succes verkort. Daar ben ik dus al benadeeld, maar geen nood, hard werken loont. Bill Gates en The Beatles waren workaholics en zie ze werden wereldberoemd en rijk. Dalen we vervolgens af naar de gewone mensen, dan blijkt dat we in Europa steeds minder werken. Dat is de echte bom onder onze innovatiekracht.

En toen viel de verwarming uit. Belde ik mijn brandstofleverancier om snel de tank bij te vullen. Even luisteren naar zijn verhaal.
Peter is nog jong, een dertiger die de stap zette naar het ondernemerschap. Hij verkoopt brandstof voor de verwarming en heeft dank zij zijn vriendelijkheid en inzet een aardig lokaal cliënteel opgebouwd. Toen ik hem belde was het acht uur ’s avonds en ik hoorde dat hij nog bij een klant aan het leveren was. Het zou voor morgenvroeg zijn. De ganse dag van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat diende hij mensen te depanneren die verrast werden door de strenge winter. ’s Morgens om 8 uur was hij er en ik wou hem een beetje opfleuren door te zeggen dat hard werken ook geld in het laatje brengt. Had ik beter niet gedaan. Blijkt dat hij bij heel veel klanten wel levert maar niet betaald wordt. Dat bedrijven bij hem voor tienduizenden euro’s in het krijt staan. Zijn grote schrik was dat een van zijn grootste schuldenaars failliet zou gaan. Als een waterval kwamen de kleine verhalen van mensen die zelfs geen 1000 liter kunnen betalen en vragen om ‘morgen te betalen’. Hoe zouden ze?

Wie maalt er nu om de frustratie van hardwerkende kleine zelfstandigen? Schrik moeten hebben om zelf failliet te gaan, mee gezogen te worden door de armoede van anderen, dikwijls de groten. Hij vertelde het verhaal van iemand die kranten en weekbladen naar de krantenwinkels brengt voor een hongerloon. Want terwijl die weekbladen en krantenbedrijven met de rechterhand terecht wijzen op de erger wordende armoede, zetten ze de onderaannemingen met de linkerhand het mes op de keel. In naam van de bedrijfsresultaten. Misschien zou zo’n verhaal eens in de krant moeten staan. Geef toe als je een ganse nacht onder de baan bent geweest en er schiet na aftrek van de kosten bijna niets meer over, dan is hard werken en geduldig wachten op het juiste toeval wel een heel wereldvreemde gedachte. Oh ja, één van zijn camions ligt aan de ketting in de garage, tot hij kan betalen.

De kleine middenstander heeft Vlaanderen mee helpen rijk worden. Hij is er zelf ook veel beter van geworden maar sommigen werden wel tot armoede veroordeeld na jarenlang hard werken. Wie herinnert zich nog de vlasteelt in de Leiestreek tussen Kortrijk en Wervik. Een bloeiende handel die door de laksheid van de regering ten aanzien van de dumpingprijzen van het Russische vlas definitief gekelderd werd. Sommigen stapten snel over op leemplaten en vloerbekleding en werden superrijk. De meesten echter konden na het betalen van het werkwolk alleen nog het kleingeld uit de kassa halen. Toen ging men nog niet rijk failliet.

Neen, ik ben geen pessimist, maar als Rik Van Cauwelaert in zijn wekelijkse bijdrage heel dikwijls wijst op de slechte economische situatie en het falend beleid, lijkt dat niet zo erg te zijn. Tot men het tegenkomt in levende lijve. Het leven is niet elke dag mooi, zei Kristien Hemmerechts gisteren bij Phara op Canvas. Steeds meer mensen geven haar gelijk.

Pjotr
ANDERS GELEZEN verschijnt wekelijks op maandag/dinsdag

01 maart 2010

Tussen droom en werkelijkheid

Monte Santa Maria Tiburina in Umbrië
Dit is het aardig 'Toscaans' optrekje van onze post-nationale Verhofstadt

ANDERS GELEZEN

Het was de afgelopen dagen en weken een goede tijd voor dromers. Ooit premier, Guy Verhofstadt kreeg ruimte zat in DS (12/2) om een boompje op te zetten over de Franse identiteit én (dS 24/02) om al diegenen die zijn boodschap niet begrepen van antwoord te dienen. Koen Meulenaere in Knack confronteerde hem met zijn eigen uitspraken over de Islam maar dat Mia Doornaert het eens is met Meulenaere en hem citeert – niet letterlijk natuurlijk - mag toch wel even vermeld worden. Meulenaere moet dringend zijn mening over de persoonlijke raadgever van buitenland minister en nu premier herzien. Bart De Wever zou nog komen.

Ter ondersteuning van haar eigen opinie citeert Mia Doornaert uit het boek The Breaking of Nations, (dS 1 maart), 'Vreemdelingen zijn anders opgevoed; hun gedachten zijn anders gestructureerd door de andere taal die ze spreken en de andere boeken die ze gelezen hebben; hun gewoonten zijn beïnvloed door andere scholen, andere sociale gebruiken, andere nationale helden, andere kerken, moskeeën en tempels; ze mogen soms dezelfde tv-sitcoms bekijken maar hun tv-nieuws komt nog steeds uit andere studio's en is gemaakt vanuit andere uitgangspunten; hun ideeën over rechtvaardigheid en legitimiteit kunnen heel verschillend zijn van de onze.'

Dat Doornaert het onderscheid maakt tussen eng nationalisme en het evoluerend verhaal van een natie is géén overbodige bedenking. In een adem citeert ze wijlen Romain Gary, Frans diplomaat en schrijver, die het verschil tussen beide zo samenvat: 'Le patriottisme, c'est l'amour des siens. Le nationalisme, c'est la haine des autres.' Wat ze vergeet erbij te schrijven is dat patriottisme een afgeleide is van Patrie, Vaderland en zoals ze ons al meermaals over informeerde is haar warm patriottisme gereserveerd voor België de best geslaagde Natie van Europa. Vlaams patriottisme daarentegen is per definitie eng nationalisme. Online reageerde een lezer op het begrip nationalisme: Het komt van 'natio', dat zoiets betekent als geboorte en, afgeleid, nest, thuis, het troepje vogeltjes in het nest. Zo ongeveer moeten de Latijnen het ervaren hebben. Nationalisme is niets anders dan het zorg dragen voor dat 'nest'. Daar is niets mis mee. Dat kan misbruikt worden, zoals religie kan misbruikt worden. En, inderdaad, de Marokkaan die zich tracht te integreren is méér nabij en dus Vlaming dan de Franstalige die zich afsluit van zijn omgeving. Trekt Doornaert daaruit ook besluiten m.b.t. Brussel-Halle-Vilvoorde, c.s.?

Pieter De Crem, een nogal grijze muis op defensie, heeft zich boos gemaakt (bericht AFP). Op Palma de Mallorca haalden vooral hij en zijn collega’s defensieministers uit naar Catherine Ashton, de EU minister voor het buitenlands- en veiligheidsbeleid. Terwijl de NAVO secretaris-generaal wél aanwezig was stuurde zij haar kat. Ze vond de inauguratie van de nieuwe president van Ukraïne belangrijker. Abnormaal? Toch niet want deze vergadering van de Defensieministers is een informele vergadering van een formeel niet bestaande groep. Toen André Flahaut, jawel hij had een droom, bij zijn EU collega’s aandrong om van deze groep een formele ministerraad te maken zoals deze van de ministers van Financiën, werd hij teruggefloten. Door wie? Door Louis Michel, zijn collega buitenlandminister die zijn diplomaten naar de EU hoofdsteden stuurde om hen discreet te laten weten dat dit een persoonlijk initiatief was dat niet zijn steun noch deze van de Belgische regering had. Waarvoor de federale diplomatie toch goed kan zijn.

In Knack (24 feb) staat te lezen ‘Defensie rekent zich rijk’. Ze dromen van meer dan 60 miljoen euro voor de verkoop van de overtollige kazernes. Wie enigszins vertrouwd is met deze materie weet dat Defensie nooit méér dan een aalmoes heeft gekregen voor zijn afgestane terreinen en infrastructuur. Niet voor de zelf gebouwde infrastructuur in Duitsland, toen het leger er wegging. Men was al blij dat de balans tussen kosten en inkomsten ongeveer in evenwicht was. En niet voor de vele kazernes in Brussel en elders te lande, die jarenlang verkrotten vooraleer de openbare besturen bereid waren er een aalmoes voor te geven, maar er nadien soms wel grof geld aan verdienden. Ondertussen weten wij eveneens dat het krot (taudis pour les francophones) van Bastogne handenvol geld zal kosten aan defensie om het terug bruikbaar te maken. Het historisch verleden en patriottisme van de franstaligen reikt blijkbaar niet tot aan de eigen beurs.

Dat een klein grijs mannetje, dat ooit de maat kwam nemen van de Zestien, zo desastreus zou zijn voor de cerebrale activiteit van een groot Europeaan, danken we dS, een onverantwoord interessante krant.

Pjotr
ANDERS GELEZEN verschijnt elke maandag/dinsdag

22 februari 2010

Over lef en opgedroogde tranen

ANDERS GELEZEN

Wim Devilder! De doden in Buizingen waren nog niet allemaal geteld en zie het nieuwsanker van onze nationale VRT tijdens het journaal van zeven eiste op agressieve en onbetamelijke manier van Inge Vervotte de namen van de verantwoordelijken. Hoe is het mogelijk dat zo’n bloedhondjournalistiek ook maar een kans krijgt op de VRT. Inge Vervotte, ondanks haar woede om zoveel gebrek aan respect en inlevingsvermogen gedroeg zich als een ‘Grande Dame’. Dat bleef ze ook doen in alle volgende uitzendingen terwijl de Canvas vedetten eveneens bloed roken. Foei DE VILDER & Co, chapeau kleine Inge! Nog een bewijs dat kleine mensen groots kunnen zijn.

Het gebeurt zelden dat vier toppolitici het over eenzelfde onderwerp eens zijn, ook al gaat het niet over iets waar België nu nog van wakker ligt, de Amerikaanse atoombommen in Europa. Groot nieuws dus als de ministers van staat Claes, Dehaene, Michel en Verhofstadt samen een opiniestuk onderschrijven waarin gepleit wordt voor een kernvrij Europa (DS 19/02). Met hun boodschap willen ze de oproep van Obama voor een afbouw van de kernwapenarsenaal steunen, zeggen ze. Voor wie een beetje aandacht heeft voor de buitenwereld, is deze voorpaginaboodschap in dS enkel opgewarmde kost. Toch één dissidente stem: Mark Eyskens. Overigens, heeft hij nog gelijk als hij poneert dat de Fransen en Engelsen hun kernwapenarsenaal nooit eenzijdig (wat de vier wel zien zitten) zullen opgeven.

In zijn commentaar schrijft hoofdredacteur Bart Sturtewagen bewonderend dat deze vier elder statesmen lef hebben om hun naam te verbinden aan een beweging die een onaantastbaar geachte redenering wil omkeren. Hun lef zou een stuk geloofwaardiger zijn mochten ze in hun jonge jaren - toen ze nog regeringsverantwoordelijkheid droegen - even moedig geweest waren. Er zijn nogal wat voorbeeld van het tegendeel.

Misschien is de bewondering van Sturtewagen voor hun lef vooral ingegeven doordat De Standaard deze primeur mocht publiceren en het dus wel een beetje opgeklopt mocht worden tot hét nieuws van de dag. Dat DS niet meer belangstelling had voor Vandenbroucke zijn doorwrocht essay over de toekomst van ons sociaal systeem zal dan wel komen omdat De Morgen de primeur kreeg.

In de WE krant van DS (20/02) wordt een interview met Karel Vinck als hét onderwerp van het WE aangekondigd. ‘Huilen doe ik al lang niet meer’. Voorpagina plus drie bladzijden waarvan grosso modo één volledige pagina voor de titel, subtitels en de foto’s, conform de kijkkrant filosofie van Jan Callebaut.

Karel Vinck is een van de succesvolste managers van dit land, schrijven Steven De Foer en Guy Tegenbos, maar de jongste jaren waren niet zijn gelukkigste. Nu wordt hij op het matje geroepen over de veiligheid van de spoorwegen. Maar zijn geweten is zuiver.
Het zou inderdaad te gemakkelijk zijn om nu te zeggen dat we vroeger hadden moeten kiezen voor een veiligheidssysteem, repliceert Vinck.

Toch een pluim voor de journalisten die hem scherpe vragen durven stellen over zijn aandeel in de besluiteloosheid van de regering en NMBS leiding om de veiligheid als absolute prioriteit aan te pakken. En hij geeft toe, Misschien hebben we wat teveel tijd verloren met die beslissingsprocedures … Luxemburg Italië en Spanje deden veel beter en realiseerden ten minste gedeeltelijk een veiligheidssysteem in 1999. Tien jaar geleden en voor de ramp van Pécrot en recentelijk Buizingen. Blijkt dat wij al in de 80-er jaren een systeem hadden kunnen hebben.

Ook de Eternit affaire in Italië waarvoor hij eerst veroordeeld werd maar nadien vrijgesproken, komt heel even ter sprake. Daar zijn de media in de fout gegaan, zegt Vinck. Wie het fijne niet weet zwijgt best, maar één vraag laat mij niet los als het over de Eternit zaak gaat: dat een CEO veel geld verdient, is omdat hij moeilijke beslissingen moet nemen; beslissingen waarvan de gevaren (waaronder de gevaren van asbest die toen toch al publiek aan bod waren gekomen) voor het personeel niet 100 % bewezen zijn maar evenmin onbekend. Ondernemen is verantwoorde risico’s nemen. Heeft de CEO de economische belangen laten voorgaan op de veiligheid?

Nog één zinnetje in het lange interview trof mij: Bij de spoorwegen hebben ingenieurs het voor het zeggen, en die kunnen vaak moeilijk aanvaarden dat iemand een oplossing bedenkt waaraan ze niet meer kunnen frutselen. Het doet mij denken aan de vele ingenieurs die de materieeldiensten van Defensie rijk is en ook zo moeilijk konden aanvaarden dat er materieel gekocht werd zonder dat ze er iets mochten aan verbeteren. Soms lukte het maar meestal was de leverancier de grote winnaar van die kostelijke modificaties.

Pjotr
Anders gelezen verschijnt elke maandag/dinsdag