09 november 2009

Herinneringen aan de tijd van het IJzeren Gordijn

ANDERS GELEZEN

Negen november 2009.

Twintig jaar na de val van de muur in Berlijn staan de media vol herinneringen aan deze historische wende. Het einde ook van de Koude Oorlog. De kranten spreken vol lof over de politici die het toen voor het zeggen hadden. Sommigen maken van de gelegenheid gebruik om hun sympathie voor het communistisch systeem te betuigen. Een gewezen DDR-partijlid mocht op Canvas zelfs fel van leer trekken tegen die West-Duitsers die (inderdaad, maar begrijpelijk) weinig respect betoond hebben bij de hereniging. Al gaf interviewer Geert Van Istendael toe dat de VRT wel de meest negatieve getuigenis selecteerde en zo een vertekend beeld gaf van zijn bijdrage. Daar zijn ze sterk in, bij de VRT. Maar er viel nauwelijks iets te lezen over de gewone mensen; het verhaal over de echte problemen. Zij die wij in ons leven ontmoetten.

Waar stilte stilstand is

De eerste keer dat ik het IJzeren Gordijn ‘bezocht’ was in 1984, na mijn mutatie naar de 14de Compagnie Genie die gelegerd was in Arolsen; het meest oostelijk garnizoen, toen. Om de soldaten uit te leggen waarom wij in Duitsland waren werd voor elke lichting een uitstap georganiseerd naar enkele ‘observatieposten’ in de omgeving van Duderstadt aan de grens tussen Oost en West. Zo’n bezoek mistte zijn effect niet en verving de saaie theorielessen over de NAVO-opdracht waarvoor wij in Duitsland waren. Maar wat mij vooral bijgebleven is uit deze periode? Hoe dichterbij de grens, hoe liever de West Duitsers ons zagen en er de lasten van de vele legeroefeningen bijnamen. Vele huisgezinnen in de grensstreek hadden familie aan de overkant en dat deed veel. Ze wisten wat er ginder gebeurde. Wat vooral niet gebeurde. Want als er één ding indrukwekkend was aan het IJzeren gordijn – een combinatie van prikkeldraad, wachttorens, honden en gemijnde no-go zone – was de oorverdovende STILTE. Stilte wegens het ontbreken van geluid, maar vooral ook stilte omdat er geen beweging was. Op de landbouwakkers palend aan het ‘gordijn’ werkten hooguit enkele boeren met verouderd materieel en altijd waren er wachters om ze in de gaten te houden.

Wie toen het Oostblok bezocht klaagde over de slechte ‘service’. Landen waar de klant niet welkom was, enkel een onvermijdelijke noodzaak om de staat aan deviezen te helpen. Waar mensen met een nors gezicht rondliepen ook al hadden ze werk en een inkomen. Alleen hielden ze niet van hun werk, omdat niemand ook verwachtte dat ze er ‘iets’ zouden van maken. Beter willen doen dan de anderen werd al rap bestempeld als stielbederven. Wie niet politiek correct was (of als dusdanig werd verklikt) had geen werk meer, soms ook geen woning. Dat beginnen we hier ook te kennen.

Zimmer Frei

Oberammergau, periode 1972 – 1975. Het dorpje in Beieren bekend om zijn typische huizen versierd met prachtige fresco’s en eens om de tien jaar de beroemde ‘Passionsspiele’. Maar ook het dorpje met een NAVO school. Waar cursussen gegeven werden over het ‘gebruik van en de bescherming tegen nucleaire en chemische wapens’. Voorspellingen van het aantal ‘casualties’ op basis van tabellen, wiskundige formules en weersvoorspellingen.

Tijdens één van deze cursussen logeerden we in een nette ‘Zimmer Frei’. De rondborstige gastvrouw was de levend geworden vriendelijkheid zelve en samen met haar moeder en jongere zus genoten we ’s avonds in de tuin van een drankje, luisterden we naar hun levensverhaal. Dat van zovele duizenden Oostduitsers die zich vrijgekocht hadden en vanuit de DDR overgekomen waren naar de Bundesrepubliek. Jawel, mensenhandel maar dan niet door criminele mensenhandelaars maar door een staat die zijn burgers beschouwde als koopwaar. Voor een oudere vrouw zonder inkomsten konden ze niet veel vragen maar een jonge gezonde vrouw was al een stuk meer waard. Dat ze haar zoon die gestudeerd had moest achterlaten, zei ze, wegens geen geld genoeg, deed pijn. Alleen al de gedachte. Zouden diegenen die de laatste dagen lovend over dit regime schrijven dat niet geweten hebben? Een selectief geheugen?

Zij kwamen dus uit de DDR met elk één valies en twintig ‘WestMarken’ naar de dochter die al in Oberammergau woonde. Later zou de rest van hun inboedel opgestuurd worden. Tenminste datgene dat niet te groot of te zwaar was. Hoeveel volume weet ik niet meer maar een verhuis kon je het niet noemen, hooguit bagage. Waarom de oude moeder uit haar vertrouwde dorp wegwilde na zoveel jaren? Haar man, die een bakkerij had was gestorven. Trouwens stelt u niet teveel voor van die bakkerij. Het was vadertje staat die besliste hoeveel tarwe hij kreeg om brood van te bakken. Zijn luxe bestond uit een ruilhandeltje, een beetje foefelen met het gewicht en dan brood ruilen voor nylonkousen zoals in West Duitsland na de oorlog maar dan 25 jaar later.

Grenzenloze vrijheid

Een anekdote om nooit te vergeten.
Op een vrije namiddag nodigden we de pas aangekomen oudere vrouw en jongere dochter uit voor een toeristische uitstap. Eerst naar het Ettal klooster, schitterend. Vervolgens naar Garmisch-Partenkirchen, via de weg N23 Oostenrijk binnen, Lermoos en dan Reutte vooraleer terug Duitsland binnen te rijden en nog een bezoek te brengen aan de Wiesskirche en Schloss Linderhof. Wij genoten van deze prachtige streek en het culturele patrimonium. Wat zij het beste vonden? Dat ze tweemaal een staatsgrens overstaken zonder controle. Dat hadden ze nog nooit meegemaakt in gans hun leven. Zelfs naar Rusland reizen was bij elke grensovergang een ware beproeving. Dát overtrof al het moois dat ze gezien hadden. Ze waren zelfs een beetje bang geweest van dit ‘avontuur’, bekenden ze achteraf. ‘Grenzen’loze vrijheid: wij weten niet eens meer wat ‘grenzen'loos betekenen.

Geestesdodend

De muur is al lang gevallen maar in de geesten staat hij nog lang overeind.

Wenen 1997 - 2002. Prachtige stad op de grens met het Oostblok, waar de meeste vakmensen een Tsjechische, Poolse, Slowaakse of Hongaarse naam dragen. Hun heimat was niet ver en stond op het punt om lid te worden van de Europese Unie. Daar leerden we hogeropgeleiden uit het vroegere Oostblok kennen: Russen, Oekraïners, Roemenen, Bulgaren. Wij bezochten samen Oostenrijkse instellingen. Zaten dan ook samen aan tafel; proefden van de Oostenrijkse keuken. Maar bij mekaar op bezoek gaan, dat was éénrichtingsverkeer. Hooguit een receptie in de ambassade, drank à volonté en een buffet met nationale specialiteiten. Nooit uit het oog van vadertje staat. En dat wisten zij ook. Initiatief, wablief? Sociale contacten, wat zit daarachter? Is het niet normaal dat in zo’n omstandigheden zelfs de meest creatieve en briljante geesten het langzaam laten afweten en zich alleen nog bekommeren om het geld dat te verdienen valt met deze job. Voor hen was het ergste de terugkeer, het opgeven van de kortstondige voorzichtige intellectuele vrijheid in internationaal gezelschap; ondenkbaar in hun eigen land. Met tranen in de ogen namen ze afscheid.

Dat ook de Russische officieren het geweld in de Baranja, Kroatië (1992 - ) verkozen boven een terugkeer naar het goede vadertje Rusland, weten alle Belgische officieren die met hen daar samenwerkten. Dat ze geen moer gaven om de pacificatie maar wel handeltjes opzetten die de vredesmissie ondermijnden en ander vredestroepen in gevaar brachten. Wie maalt daar nu nog om?

Wanneer ik al die grote historische verhalen hoor over de DDR en het Oostblok dan denk ik terug aan die gewone mensen die zelfs hun TV antenne op zolder verborgen voor de eigen familie. Zou iemand eens willen berekenen hoeveel creativiteit en intellectuele capaciteiten gefnuikt werden in dit ‘sociaal’ systeem dat ook in de DDR alles overheerste?

Geschreven uit respect voor de onderdrukte mensen uit de DDR en ander Oostbloklanden.

Pjotr
Anders gelezen

05 november 2009

Over witte ridders, macht en werkloosheid


ANDERS GELEZEN

Het zijn moeilijke tijden voor de geschreven pers en de concurrentie is moordend. De gewezen marketeer van het jaar en hoofdredacteur van De Standaard opende zoals het een witte ridder past de vijandelijkheden vanop zijn strijdvaardig ros. Met een oude kruisboog (gevonden in de archiefkamer van AVV-VVK) schoot hij een giftige pijl af op het weekblad Knack wegens totaal ongepaste journalistiek. Een roddelblaadje, dat is Knack! De zowel letterlijk als figuurlijk in zijn wiek geschoten direkteur van Knack, trok de pijl uit zijn … jawel, spurtte naar de Gossetlaan waar hij een stinkbom pal in het kantoor van de marketeer dropte, met eraan vastgebonden een briefje: ‘dat hij van een marketeer zonder ruggengraat die een journalist ontslaat op verzoek van een politicus, geen lessen te krijgen had. Omhooggevallen ventje!'

Die van Het Laatste Nieuws, veroordeeld wegens ‘slechte journalistiek’ in een dopingonderzoek weten sinds Allerzielen 2009 dank zij de witte ridder dat ze stielbedervers zijn. Schrijfverbod voor een gans jaar is het minste wat ze moesten krijgen. Zo schrijft hij in een vernietigend commentaar (DS 2/11), even citeren: “Het vonnis leest als wat een ‘beknopte handleiding tot slechte journalistiek' zou kunnen zijn: ‘onvoldoende betrouwbare bronnen', ‘beschuldigingen niet onderbouwen', ‘getuigen verkeerd citeren', ‘wat neerkomt op valsheid', ‘citaten uit hun context trekken', ‘van verschillende anekdotes één nieuw verhaal maken', ‘teksten verdraaien', ‘recht op wederwoord onvoldoende respecteren'... Kortom, ‘de rechtbank meent dat een dergelijke werkwijze volstrekt onaanvaardbaar is en allerminst getuigt van een correcte journalistiek”.
Om te eindigen met: “Ik ben wél tevreden omdat er recht is geschied. (.) Het vertrouwen van de bevolking in ons, de media, sluimert op een absoluut dieptepunt. Dat hebben wij, journalisten, in de eerste plaats aan onszelf te wijten. Als wij, de journalisten die zo graag andere beroepsgroepen kapittelen, niet harder en kritischer worden voor ons eigen werk én voor dat van onze collega's, moeten de rechters dat doen.”

Wanneer Van Cauwelaert een doekje open doet over senator Patrick Van Krunkelsven (Open VLD) is het kot te klein. Het debat op Canvas loopt uit de hand van Phara. Het eindigt in de coulissen bijna op wat Van Cauwelaert zonet had beweerd. Gelukkig was hij een maatje te groot om als weerloze boksbal dienst te doen.

Op 4 november lezen we in Knack dat een leraar Nederlands zijn werk verliest wegens te kritisch over de gevangenistoestanden. Volgens de grote baas van het gevangeniswezen, direkteur-generaal Meurisse, gaat het om een staatsgevaarlijk man. Het derde geval van broodroof na dat van Nabil Sayadi en Patricia Vinck (vermeende terroristen zonder enig bewijs gebroodroofd gedurende jaren) en de vrouw van Nordine Taouil (kinderopvang gesloten door Kind en Gezin).
Als dat de manier is waarop de federale regering de werkloosheid wil aanpakken, hebben we zelfs geen economische crisis meer nodig. Al wie nog nadenkt op straat zetten, want, zo blijkt uit hiervoor én hierna: in het gevang is geen plaats meer.

Er zijn ook bekwame ministers die wél zorgen voor meer (nacht)werk. Neem nu mevrouw de vice-premier Laurette Onkelinckx, zopas verkozen door Trends als de ‘machtigste vrouw van Vlaanderen’. De kwaliteitskranten zijn er als de kippen bij om dit heuglijk nieuws kond te doen. Toch raar dat ze niets schrijven over wat reeds een week geweten is maar slechts door ‘ietwat minder correcte’ redacties wordt gepubliceerd: dat haar 17-jarige dochter op heterdaad betrapt zijnde voor het dealen van cocaïne samen met haar vriendje, na verhoor de rest van de nacht rustig thuis mag blijven om ‘uit te slapen’. Misschien moeten we de radeloze minister van justitie, Stefaan De Clercq eens vragen of er hier geen sprake is van machtsmisbruik door een achtbare collega van de federale regering en machtigste vrouw van Vlaanderen. Want, stelt u voor dat er getelefoneerd werd ... hallo Stéphane?

Een mail die op 5 november in mijn e bus valt beschrijft het incident zo, citaat: « Les faits se passent rue Gretry, jeudi 22 octobre dernier à 2h45 du matin. La fille de Laurette Onkelinx, Sara [qu'elle a eu avec son premier mari Abbès Guenned], âgée de 17 ans, a été arrêtée par la police en compagnie de son "fiancé" Jhimmy M., dealer bien connu des services de police. (.)Ce dealer, sans emploi, se déplace en Mercedes classe C 220 CDI de location depuis 23h30 avec la fille Onkelinx [qui est mineure] pour fournir ses différents contacts. Il a 2 GSM sur lui ainsi que 11 "pacsons" de cocaïne, des morceaux de résine de cannabis, des pacsons d'herbe. (.)
Cette malheureuse gamine, mineure d'âge, est abandonnée à son sort et ses parents, si prompts à donner des leçons, ne semblent rien faire pour l'aider à sortir du trou. On comprend mieux pourquoi sa mère, ministre de la Santé, veut permettre le drogue en libre distribution pour en contrôler, soi-disant, la qualité : cela sent le vécu ! (.)
La presse subsidiée nous a parlé de BHV et des rebelles du MR en veux-tu, en voilà. Mais d'un grave problème d'une mère ministre qui n'assume pas sa tâche de parent, cela sort du "politiquement correct": c'est relégué en page 14 dans les faits divers dans un petit articulet. (.) Signalons enfin, que par respect pour sa vie privée et puisqu'il s'agit d'une mineure, nous ne publions pas la copie du P.V. in extenso. »

Ik kan mij bij dit alles voorstellen dat de Witte Ridder rood ziet van koleire. Gaat dat hier nooit stoppen! Binnenkort heb ik meer kopij die niet mag gepubliceerd worden dan nieuws dat wel in de krant mag. Dat is oneerlijke concurrentie en die vrijgevochten rekel van de raketstraat mag weer eens scoren.

Ondertussen schrijf ik met rustige vastheid verder en voegde aan mijn epistel volgende paragraaf toe: “Dat hij beaamt dat ‘Het vonnis leest als wat een beknopte handleiding tot slechte journalistiek is', siert hem. Meer zelfs, het verdient respect én navolging. Daarom vonden we dat ook De Standaard aan deze normen mag getoetst worden."

Wat er verder nog geschreven staat … is een nieuwjaarsgeschenk voor de lezers van een kwaliteitskrant. Met dank aan de Witte Ridder en redder van de kwaliteitsjournalistiek voor de bereidwillige medewerking.


Pjotr
Anders gelezen

02 november 2009

Consensusdemocratie


ANDERS GELEZEN

Maandag. Met spanning pak ik mijn opiniekrant (DS 02/10) voor de altijd interessante column ‘Bruggen bouwen’ van columnist Dave Sinardet, politicoloog aan de UA, de VUB en Saint-Louis. Blijkbaar was die titel ‘Bruggen bouwen’ niet zo goed gekozen want zie, nergens meer vermeld. Oeps, vergeten?
Wat goed is om weten over de auteur? Dat hij ook aan de andere kant beschouwd wordt als ‘de kenner van de andere kant’. De perfecte Belg die géén lid is van B Plus.

Over de “Spreidstand (van CD&V) over BHV”

First things first: ‘CD&V is terug de Belgische CVP geworden’. Dát wisten we nog niet.
De Vlaamse ‘free-speech’ van Leterme en het kartel is dood en begraven. Uit het collectief geheugen gewist. Laat mij even citeren: “een compromis is de enige weg naar een oplossing. Want, zo doceerde CD&V-voorzitster Marianne Thyssen onlangs voor een Gents studentenpubliek: 'Bij een stemming starten de Franstaligen de alarmbelprocedure, komt het dossier op de tafel van de federale regering en is dat het einde van Van Rompuy I. Er zit dus maar één ding op: onderhandelen”. Voilà, zo simpel is dat. België is een consensusdemocratie, waar een simpele meerderheid in één taalgroep niet volstaat om een dossier als BHV op te lossen. Voor of tegen, zo werkt het nu eenmaal.”

Even verder nog wat harder trappen tegen de schenen van deze Vlaamse onverlaten: “Twee jaar ellende later kapittelde Marianne Thyssen dus deze strategie van likmevestje: 'Vijf minuten politieke moed? Wie heeft dat ook alweer gezegd? Ah, den Yves.' Het duurt even lang om uit te leggen dat politiek uit compromissen bestaat, voegde ze er nog aan toe”.

Tot slot doet Sinardet een belangrijke oproep vanuit zijn intellectuele – of is het toch een politieke - overtuiging: “Wie in de ene regering met de N-VA zit en in de andere met het FDF, kan wel wat politieke moed gebruiken.” Hallo Bartje Borrelnootje, is de boodschap overgekomen?

Even nadenken en anders lezen
Als de parlementaire democratie haar bevoegdheden gebruikt en de splitsing stemt dan valt de regering en is dat het einde van Van Rompuy I. Schitterende intellectuele analyse. Alleen vergeet hij uit te leggen waarom Van Rompuy één belangrijker is dan de scheiding der Machten en het aanvaarden van spelregels die nu eenmaal eigen zijn aan een parlementaire democratie. Om het met de woorden van De Gucht te zeggen ‘uiteindelijk is een meerderheid de meerderheid'.

Misschien moeten we toch enkele vraagtekens plaatsen bij de intellectuele benadering van de columnist. Tenzij hij vanuit een omgekeerde redenering juist de bedoeling had om te bewijzen dat een parlementaire democratie onverenigbaar is met het Belgisch paternalisme, waar (ook duidelijk) hij en de nieuwe CVP van Herman & Marianne voor opkomen en waarvoor free speecher bij uitstek Eric zijn mond houdt. Om Sinardet en Co te parafraseren: ‘België, waar een simpele meerderheid in het parlement niet meer volstaat om een dossier als BHV op te lossen’.

Zou het dan ook niet getuigen van politieke én intellectuele moed om het parlement op te doeken, wegens overbodig en te kostelijk voor een land dat binnenkort opnieuw meer schulden heeft dan eigen vermogen? Er zijn goedkopere placebo’s!

Dat een paternalistische bestuursvorm enkel kan overleven door zich geen bal aan te trekken van de verkozenen en hun achterban, het Vlaams kiesvee, is geen groot nieuws. De besluitvorming inzake de Lange Wapper en zoveel andere dossiers bewijzen dat bijna elke dag. Toch eigenaardig dat deze politieke mentaliteit niet bestaat bij de Franstaligen waar de politici wel degelijk bekommerd zijn om hun maatschappelijk draagvlak binnen hun gemeenschap én hierin gesteund worden door hun media. Oh ja, ik vergat bijna dat ‘de andere kant’ wél vaart bij deze paternalistische politieke visie.

Het Belgique à papa heeft voor ons democratisch systeem een schitterende woord, de consensusdemocratie. Wat ik als lezer graag eens zou willen lezen in mijn opiniekrant? Wat de eigenlijke betekenis is van deze schitterende vondst. Ik deed alvast een beetje moeite en ging eens kijken bij Van Dale. Die schrijft hierover het volgende: Consensusdemocratie is een ‘democratie waarin bij de besluitvorming rekening gehouden wordt met de diverse geestelijke en politieke stromingen’.

Ik daag bij deze De Standaard en de onverantwoord interessante columnist uit om met rationele argumenten uit te leggen op welke manier het paternalistisch België rekening houdt met alle politieke stromingen? Als de Franstaligen niet eens het verdict van de verkozenen des volks aanvaarden. Want beste lezers, wat Dave Sinardet als academicus en ‘kenner van de andere kant’ maar al te goed beseft maar weigert openlijk te schrijven? Dat het de Franstaligen zijn die Van Rompuy I zullen doen vallen. Niet de N-VA, noch de andere Vlaamse oppositiepartijen die in de MEERDERHEID zijn, maar WEL de Franstalige meerderheid en de oppositie die samen een MINDERHEID zijn.

Daarom mijn oproep: willen we bij gebrek aan consensus dan maar de parlementaire democratie redden?

Voilà, simple comme bonjour!

Pjotr
Anders gelezen

26 oktober 2009

Over boeken en containers

ANDERS GELEZEN


Toegegeven de volgorde is alfabetisch omdat er geen verband is tussen boeken en containers. Ten minste dat dacht ik tot vorige zaterdag.

Over boeken

‘Het is barsten of barsten’ schrijft Marc Reyenbeau zaterdag in DS (24/10). Hij heeft voor ons het boek van politoloog Bart Maddens (KUL, verzwarende omstandigheid) gelezen ‘Omfloerst separatisme?’ en wil ons daarvan ook kond doen. Een citaat: “Voor Maddens is zijn eigen theorie ‘natuurlijk’ niet meer dan een kwestie van gezond verstand' (mijn cursivering). Wie daar anders over denkt, is dus tegen het gezond verstand en met zo iemand valt niet te discussiëren. Maddens neemt zijn opponenten inderdaad nooit serieus. Gemakshalve propt hij hen, zonder uitzondering of nuance, in de zak van het ouderwetse belgicisme”.

Laten we het beleefd houden en ons beperken tot de vaststelling dat Reynebeau niet dezelfde politieke mening heeft als Maddens. Net als in een schotschrift maakt hij een karikatuur van de politoloog en zijn strategie, in de hoop dat zijn mening de lezer zal doen afzien om zélf het boek te lezen en te oordelen. Het bewijs: nergens wordt de referentie van het boek (uitgeverij, kostprijs, …) vermeld, wat bij een recensie toch vanzelfsprekend is. Want beste lezer, doe geen moeite, als IK het niet de moeite vind … Deze techniek is typisch voor Marc Reynebeau: een lezer van A.N. die bij een van zijn vorige bijdragen vragen had omtrent de gebruikte cijfergegevens, kreeg te horen ‘Ik ging ervan uit dat u mij zou geloven’.

Correctie, bijna een onvergeeflijke fout begaan: NIET de journalist-redactielid van DS, Marc Reynebeau, heeft dit geschreven, maar de journalist-columnist die op de opiniebladzijde van dezelfde krant ook zijn ‘eigen gedacht’ mag schrijven. Dom van ons natuurlijk dat we dit onderscheid tussen afstandelijke journalistiek en het eigen groot gelijk niet direct zagen. Waarvoor onze excuses. Maar wij hopen op een beetje clementie, want wie zou er nu vanzelf op komen dat slimme mensen bepaalde onderdelen van hun hersenen kunnen uitschakelen al naar gelang de bladzijde waarop hun bijdrage verschijnt. De Standaard, onverantwoord betoverend!

Even gaan grasduinen voor wie toch iets anders wil lezen:

Brusselnieuws: Bart Maddens, die in een gesprek met Brussel deze Week in maart van dit jaar stelde zeer veel achting te hebben voor de Brusselse Vlamingen, legt in zijn boek haarfijn uit waarom hij vindt dat de Vlamingen in Brussel de voorbije twintig jaar al te veel toegevingen hebben gedaan. Het hoe en waarom leest u in Omfloerst separatisme? Overigens: Maddens, love him or hate him , maar lees zijn boek. Want de Maddens-doctrine wordt vaak wel heel vrij vertaald (en dat is dan nog een eufemisme). Of wat dacht u van de zinsnede in een weekblad: “Maddens wil de Franstaligen uithongeren” ?
Bart Maddens, 'Omfloerst separatisme? – Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie', uitg. Pelckmans, 160 blz., 15,50 euro, op 22 oktober in de boekhandel.

Bij Reynebeau klinkt het zo: Zo gispt hij de Vlaamse Brusselaars die zich volgens hem te weinig Vlaming voelen en vindt hij de omschrijving ‘Vlaming' voor hen ‘misschien wat veel gezegd'.

Over containers

Hoorde ik niet op de VRT dat men de vele ‘vreemde’ mensen die naar België komen tijdelijk wil opvangen in containers? Zo’n duizendtal zouden dan uit de gehuurde huizen en hotelkamers kunnen verdwijnen. In een flits zag ik een beeld terug uit 1992: Savudrija aan de Istrische kust, oktober 1992. Toen wij in opdracht van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) een opvangcentrum bouwden voor vluchtelingen uit Bosnië Herzegovina die een voorlopig onderdak hadden in hotels aan de Kroatische kust maar daar weg moesten voor het komende zomerseizoen. Het lukte ons – genisten van het Belgisch leger - om daar in nauwelijks één maand tijd meer dan 300 prefab-modules met electriciteitsvoorziening, neer te poten voor meer dan 2.000 vluchtelingen. De énige operatie die binnen budget werd uitgevoerd: 50 miljoen BEF of 1,24 miljoen euro. Voor 2.000 vluchtelingen. Geld gekregen van staatssecretaris voor ontwikkelingssamenwerking Derycke. En het kamp is nog altijd in goede staat, ten minste dat was het nog toen ik er enkele jaren terug op bezoek ging. Misschien zouden de federale verantwoordelijken eens kunnen informeren of we dat niet voor een zacht prijsje kunnen afhuren? 320 woonmodules; een schooltje met leslokalen en bibliotheek, een module ingericht als moskee en met als toetje een restaurant aan de waterkant met onbelemmerd zicht op de baai van Portoroz, privéstrand inclusief gratis publiek sanitair.

Maar containers in godsnaam? Hoewel, ook daar hebben wij in België ervaring mee. Onder meer voor gevangen genomen bandieten in Kismayo, Somalië 1993. Maar dat lijkt mij niet zo best voor vluchtelingen in België, anno 2009. Het is wel verlokkelijk in een land dat houdt van containers. Met de grootste containerhaven in het westelijk halfrond. Maar vooral het land van de vele containerbegrippen zoals, oude en nieuwe Belgische nationalisten, separatisten en racisten. En sinds zaterdag weten we dank zij De Standaard, dat men best journalisten en columnisten in afzonderlijke containers steekt. Hoe anders het onderscheid te maken?

Pjotr
Met de pee van publicist
Anders gelezen