Analyse van de defensiepolitiek inzake het materieel
Onder de titel ‘Solden bij het Leger’ wijdt De Morgen een artikel aan de verkoop van totaal verouderd militair materieel. Prof L Devos, historicus en docent aan de KMS en KUL verklaart: “het leger had lang de neiging om materieel te kopen dat niet honderd procent voldeed en het dan eindeloos te verbouwen”. Hij maakt van de gelegenheid gebruik om nog eens – en terecht – de compensatiepolitiek te hekelen: “eigenlijk had het geld voor die aankopen moeten worden afgetrokken van de budgetten van de ministeries van economie en werk”.
Kees Homan, defensiespecialist van het Clingendael instituut zegt: “Jullie zullen het leger nooit genoeg kunnen moderniseren of zelfs maar op niveau brengen van de andere Europese landen”.
Is deze kritiek gegrond, dan nog blijft het een vrijblijvende oefening en is er vooral nood aan een analyse inclusief een aanzet tot een betere materieelpolitiek.
De vastlegging van de behoefte, de eerste stap in de verwerving van nieuw materieel, is in de loop van het Flahaut tijdperk grondig gewijzigd. Kwantitatief is men afgestapt van een ‘reserve’ zodat voor de nieuwe hoofdmateriëlen (gevechtsvoertuigen, -vliegtuigen, …) er geen ‘sustainability’ meer is. Geen logistieke reserve meer en evenmin een operationele reserve voor oefeningen en zelfs niet voor vredesoperaties. Elk verlies van een voertuig/vliegtuig/… moet daarom gecompenseerd worden door een nieuwe aankoop. Indien dit al mogelijk is in vredestijd dan nog zal het snel één of meer ja(a)r(en) duren vooraleer de vervanging een feit is. Door deze politiek voldoet men niet meer aan de NAVO verplichtingen.
Inzake kwaliteit is er de permanente druk vanuit de Belgische (vooral Waalse) industrie om mee te kunnen profiteren van elke aankoop. Hoewel Verhofstadt op een bepaald ogenblik de compensaties wou afbouwen, werd het een van zijn loze beloften. Maar er is nog een ander probleem dat minder aan bod komt: de onverklaarbare behoefte van zowel de militaire autoriteiten (generaals) als de technische diensten om geen genoegen te nemen met een bestaand materieeltype (aankoop ‘on the shelf’ zonder Belgische tierelantijntjes) waarvan de kwaliteiten en gebreken gekend zijn. Voor de technici is deze drang nog begrijpelijk want zo rechtvaardigen ze grotendeels hun bestaan, maar wat de generaals bezielt om geen genoegen te nemen met materieel dat in dienst is in de krijgsmachten van de grote partners (Europese of Amerikaanse) is totaal onbegrijpelijk. Of worden ze daartoe verplicht door de politici?
De vervanging van het bestaande materieel veroorzaakt twee problemen waarvoor nooit een degelijke oplossing werd gevonden:
- de financiële middelen waren altijd ontoereikend om het materieel op het einde van een ‘optimale’ levensduur te kunnen vervangen. Gevolg: de logistieke kosten swingen de pan uit en het schaarse geld voor de tewerkstelling (waaronder de training) gaat naar zinloos onderhoud. Inclusief hoge stockeringskosten.
- Het verouderd materieel kan niet meer verkocht worden aan een redelijke prijs, soms omdat de USA haar toelating weigert, maar vooral omdat geen enkel land het materieel nog wil. Tenzij een of ander regime dat behoefte heeft aan enkele exemplaren voor het nationaal defilé.
Is er dan geen oplossing mogelijk?
Absoluut wel. Een eerste belangrijke beslissing moet ervoor zorgen dat voor het hoofdmaterieel enkel nog types gekocht worden die bestaan en hun deugdelijkheid hebben bewezen, ZONDER technische aanpassingen die niet alleen duur maar soms ook onbetrouwbaar zijn. Betrouwbaarheid is in veel gevallen belangrijker dan het laatste technologisch snufje dat meestal zeer veel kost (altijd meer dan ingecalculeerd) en soms (dikwijls) niet geeft wat de wapenfabrikanten beloven.
Verder is, wegens de kleinschaligheid en de dure aankoopkosten, een efficiënt en betaalbare materieelpolitiek enkel nog mogelijk door operationeel en logistiek samen te werken met andere EU/NAVO partners. Het afstemmen van onze materieelpolitiek op Nederland ligt voor de hand. Alleen zijn er de bekende ‘communautaire’ meningsverschillen en gebeurt er niets.
Maar ook de meest adequate materieelpolitiek zal altijd gebukt gaan onder de onevenwichtige verdeling van de krappe financiële middelen. Het essentiële – bijna existentiële - probleem voor defensie is het teveel aan (te oud) personeel. Defensie is het enige ministerie waar men functies creëert niet omwille van de werklast maar omwille van het overtollig personeel.
Voor dit acuut probleem zijn drastische ingrepen nodig, waarvoor – ook vandaag - de politieke moed ontbreekt. Het gaat niet enkel om het wegsturen van oudere medewerkers, maar om een herziening van de ganse personeelspolitiek, inclusief vorming, training en inzetpotentieel. Wie zal het aandurven om dat op tafel te leggen?
Aanmodderen kan iedereen.
Pierre Therie
Kolonel SBH bd
16 januari 2009
09 januari 2009
Nieuwjaarswensen voor de Eerste Minister
Zeer Geachte Heer Herman Van Rompuy ,
Mijn oprechte en hartelijke gelukwensen met uw aanstelling als eerste minister van België. Ik hoop dat u erin zult slagen om dit jaar vol te maken en een grote stap te zetten naar beter bestuur; opdat België niet enkel een voorbeeld zou zijn voor oorlogsgebied of conflictregio’s.
Het is u wellicht ook opgevallen dat de ‘christelijke’ Premiers van België één ding gemeen hebben: ze houden van voetbal. Jean Luc als fervente supporter van FC Brugge, Yves, uw voorganger, die de tribune van Standard de Liège onveilig maakt en nu u, als discrete supporter van RFC Anderlecht. Ik weet niet of u met dezelfde overgave als uw voorgangers supportert, maar in elk geval worden de kansen dat Anderlecht dit jaar kampioen speelt, groter. Het zal geen toevalstreffer zijn want in het verleden bleek reeds uw (commerciële) waarde: immers, sinds uw jaarlijkse retraite in de abdij van Affligem bekend raakte, is de Affligem Tripel verkozen tot het beste Patersbier ter wereld en dat is al even straf als de reclamestunt van Yves die ervoor zorgde dat de Sixtus uit West-Vleteren tot het beste trappistenbier werd uitgeroepen. Alleen al daarom toast ik graag op uw promotie met een Patersvat!
Net voor het jaar begon werd u tot nieuwe Premier ‘gekroond’. Of dat nu echt tegen uw goesting was weet ik niet, maar het zal wel een drukker leven worden dan dit van voorzitter van de Kamer. Zo gezien had u ongetwijfeld gelijk om liever voorzitter te blijven. Maar eenmaal Premier, wilt u dat blijkbaar zo lang mogelijk blijven, zelfs al moet u daarvoor uw eigen overtuigging over samenvallende verkiezingen afvallen. Niet erg, want ook een intellectueel begaafd politicus mag al eens veranderen van gedacht.
In uw boek, “Op zoek naar wijsheid”, las ik onder meer uw bijdrage over ‘een christelijke politiek’. Daarin schrijft u, ik citeer “… Voor een reeks van problemen bestaat er geen typisch ‘christelijke’ oplossing, bij voorbeeld de splitsing van BHV”. Mag ik toch hopen dat u de regels van onze parlementaire democratie aanvaardt en weigert een prijs te betalen voor de splitsing? Omdat cultuurimperialisme géén territoriale (uitbreidings)eisen rechtvaardigt en onchristelijk is, want gestoeld op een gebrek aan respect. Maar vooral omdat de Franstaligen Vlaanderen niet langer zouden zien als een electoraal wingewest. U weet nog veel beter dan ik, dat een ‘christelijke’ pacificatie tussen de gemeenschappen pas succes kan hebben als de Franstaligen hier geen stemmen meer kunnen ronselen. Ik heb daarom een groot vertrouwen in uw christelijke keuzes. Daarop wil ik u – samen met de burgemeesters uit Vlaams Brabant en heel veel weldenkende Vlamingen - op het einde van de rit afrekenen.
Ik las verder, “Het is ook mogelijk dat christelijke politici zich als persoon of als groep bezondigen aan corruptie, favoritisme, vriendjespolitiek. Het is ook mogelijk dat ze gewoon niet bekwaam zijn”. Het laatste kan ik niet zo goed plaatsen, het lijkt nogal op een onchristelijke sneer, maar ik vermoed dat het nu beter zal gaan met u en een, laten we zeggen, minder electoraal geïnspireerde ploeg. Voorwaar een bijzonder belangrijke opgave voor een politicus wiens waarachtigheid en authenticiteit voor het eerst zo prominent op het spel staat.
Geachte Heer Eerste Minister,
Ik hoop dat u het mij niet kwalijk zal nemen wanneer ik met dezelfde kritische ingesteldheid als voorheen, over uw doen en laten zal berichten. Precies omdat ik u waardeer en wat u zegt en doet relevant is.
Ik hoop dat u het mij evenmin kwalijk zal nemen dat ik een fiere Vlaming ben en om het met de woorden te zeggen die de burgemeester van Vilvoorde mij toestuurde: “weet dat wij dezelfde idealen nastreven en dezelfde bezorgdheid hebben mbt onze Vlaamse eigenheid. Dit heeft niets te maken met arrogantie t.a.v. andere talen en/of culturen, maar vloeit voort uit een normale fierheid over onze eigenheid, taal en cultuur, die voortdurend en alsmaar meer in verdrukking komt, en waar wij op velerlei terreinen moeten vaststellen dat o.m. sommige politici en media bitter weinig respect hebben voor het Nederlandstalig karakter van onze regio”.
Maar Mijnheer de Eerste Minister, het is ook een beetje jammer dat u premier werd, eigenlijk zelfs dubbel jammer, want,
omdat u in de zestien zit kan uw zoon niet meer vrijuit spreken, zoals hijzelf laat weten. Jammer voor Peter die ik leerde kennen op een bijeenkomst waar hij een goede indruk naliet. Hij zal nu zijn protest tegen (onder meer) een federale kieskring niet meer mogen/kunnen verkondigen. Valt ‘free speech’ werkelijk niet te rijmen met de zestien?
Maar het is ook jammer voor mij, want ik vermoed dat u nu niet meer zult antwoorden op mijn vragen?
Mag ik alvast hopen dat u toch nog deze nieuwjaarsbrief van een vertrouwen zoekende Vlaming zult willen lezen?
Van harte succes toegewenst!
Pjotr
Mijn oprechte en hartelijke gelukwensen met uw aanstelling als eerste minister van België. Ik hoop dat u erin zult slagen om dit jaar vol te maken en een grote stap te zetten naar beter bestuur; opdat België niet enkel een voorbeeld zou zijn voor oorlogsgebied of conflictregio’s.
Het is u wellicht ook opgevallen dat de ‘christelijke’ Premiers van België één ding gemeen hebben: ze houden van voetbal. Jean Luc als fervente supporter van FC Brugge, Yves, uw voorganger, die de tribune van Standard de Liège onveilig maakt en nu u, als discrete supporter van RFC Anderlecht. Ik weet niet of u met dezelfde overgave als uw voorgangers supportert, maar in elk geval worden de kansen dat Anderlecht dit jaar kampioen speelt, groter. Het zal geen toevalstreffer zijn want in het verleden bleek reeds uw (commerciële) waarde: immers, sinds uw jaarlijkse retraite in de abdij van Affligem bekend raakte, is de Affligem Tripel verkozen tot het beste Patersbier ter wereld en dat is al even straf als de reclamestunt van Yves die ervoor zorgde dat de Sixtus uit West-Vleteren tot het beste trappistenbier werd uitgeroepen. Alleen al daarom toast ik graag op uw promotie met een Patersvat!
Net voor het jaar begon werd u tot nieuwe Premier ‘gekroond’. Of dat nu echt tegen uw goesting was weet ik niet, maar het zal wel een drukker leven worden dan dit van voorzitter van de Kamer. Zo gezien had u ongetwijfeld gelijk om liever voorzitter te blijven. Maar eenmaal Premier, wilt u dat blijkbaar zo lang mogelijk blijven, zelfs al moet u daarvoor uw eigen overtuigging over samenvallende verkiezingen afvallen. Niet erg, want ook een intellectueel begaafd politicus mag al eens veranderen van gedacht.
In uw boek, “Op zoek naar wijsheid”, las ik onder meer uw bijdrage over ‘een christelijke politiek’. Daarin schrijft u, ik citeer “… Voor een reeks van problemen bestaat er geen typisch ‘christelijke’ oplossing, bij voorbeeld de splitsing van BHV”. Mag ik toch hopen dat u de regels van onze parlementaire democratie aanvaardt en weigert een prijs te betalen voor de splitsing? Omdat cultuurimperialisme géén territoriale (uitbreidings)eisen rechtvaardigt en onchristelijk is, want gestoeld op een gebrek aan respect. Maar vooral omdat de Franstaligen Vlaanderen niet langer zouden zien als een electoraal wingewest. U weet nog veel beter dan ik, dat een ‘christelijke’ pacificatie tussen de gemeenschappen pas succes kan hebben als de Franstaligen hier geen stemmen meer kunnen ronselen. Ik heb daarom een groot vertrouwen in uw christelijke keuzes. Daarop wil ik u – samen met de burgemeesters uit Vlaams Brabant en heel veel weldenkende Vlamingen - op het einde van de rit afrekenen.
Ik las verder, “Het is ook mogelijk dat christelijke politici zich als persoon of als groep bezondigen aan corruptie, favoritisme, vriendjespolitiek. Het is ook mogelijk dat ze gewoon niet bekwaam zijn”. Het laatste kan ik niet zo goed plaatsen, het lijkt nogal op een onchristelijke sneer, maar ik vermoed dat het nu beter zal gaan met u en een, laten we zeggen, minder electoraal geïnspireerde ploeg. Voorwaar een bijzonder belangrijke opgave voor een politicus wiens waarachtigheid en authenticiteit voor het eerst zo prominent op het spel staat.
Geachte Heer Eerste Minister,
Ik hoop dat u het mij niet kwalijk zal nemen wanneer ik met dezelfde kritische ingesteldheid als voorheen, over uw doen en laten zal berichten. Precies omdat ik u waardeer en wat u zegt en doet relevant is.
Ik hoop dat u het mij evenmin kwalijk zal nemen dat ik een fiere Vlaming ben en om het met de woorden te zeggen die de burgemeester van Vilvoorde mij toestuurde: “weet dat wij dezelfde idealen nastreven en dezelfde bezorgdheid hebben mbt onze Vlaamse eigenheid. Dit heeft niets te maken met arrogantie t.a.v. andere talen en/of culturen, maar vloeit voort uit een normale fierheid over onze eigenheid, taal en cultuur, die voortdurend en alsmaar meer in verdrukking komt, en waar wij op velerlei terreinen moeten vaststellen dat o.m. sommige politici en media bitter weinig respect hebben voor het Nederlandstalig karakter van onze regio”.
Maar Mijnheer de Eerste Minister, het is ook een beetje jammer dat u premier werd, eigenlijk zelfs dubbel jammer, want,
omdat u in de zestien zit kan uw zoon niet meer vrijuit spreken, zoals hijzelf laat weten. Jammer voor Peter die ik leerde kennen op een bijeenkomst waar hij een goede indruk naliet. Hij zal nu zijn protest tegen (onder meer) een federale kieskring niet meer mogen/kunnen verkondigen. Valt ‘free speech’ werkelijk niet te rijmen met de zestien?
Maar het is ook jammer voor mij, want ik vermoed dat u nu niet meer zult antwoorden op mijn vragen?
Mag ik alvast hopen dat u toch nog deze nieuwjaarsbrief van een vertrouwen zoekende Vlaming zult willen lezen?
Van harte succes toegewenst!
Pjotr
28 december 2008
Nieuwjaarswensen voor 2009
Mijmeringen bij het einde van een politiek rotjaar
Het is niet mijn bedoeling om de film nog eens af te spelen. Wel tijd voor een poging om het breder geheel te bekijken: de context waarin dit miserabel politiek jaar eindigde en te peilen naar oorzaken en gevolgen: anders bekeken.
Teveel democratie
Hiermee verwijs ik naar een recent fenomeen: iedereen zit achter zijn PC én in de regering. De tijd van de discrete afspraken waarbij men een akkoord sloot dat nadien ‘verkocht’ werd aan de mensen lijkt voorbij. De tijd waarin politieke akkoorden werden gesloten door ‘ONS KENT ONS’ in naam van het algemeen belang. Het was zelfs de énige methode om het ‘Belgisch’ belang te verzoenen met de belangen van Vlaanderen en Wallonië die steeds minder gelijk spoorden. In Wallonië was men gelukkig met de genereuze Vlaamse steun én de blokkeringsmogelijkheden voor hun minderheid, maar in Vlaanderen brokkelde het maatschappelijk draagvlak voor deze duurbetaalde compromissen af. Resultaat: aan Vlaamse zijde zitten vandaag zelfs geen 50 % van de kiezers meer aan de federale onderhandelingstafel. Erger, sinds enkele jaren is de belangstelling bij de traditionele politieke families verengd tot ‘de grootste van de drie’ blijven. De kiezers van de oppositiepartijen zijn ‘quantité négligeable’ geworden. Het is nog nooit zo slecht gesteld geweest met de representatieve democratie in Vlaanderen!
Mijn wens voor 2009: Dat de traditionele politieke families de kloof met de kiezers kunnen dichten door op te komen voor de verzuchtingen van de Vlamingen VOOR en NA de verkiezingen!
Te veel Belgisch staatsmanschap
In een ‘normale’ staat betekent het algemeen belang voor iedereen hetzelfde. Niet in België waar de Vlaamse staatsmannen ‘na de verkiezingen’ eerst denken aan het Belgisch belang en de Franstaligen aan het Waals en Brussels belang. Het zo geprezen Belgisch compromismodel was en is niets anders dan een verkoop - wellicht tot de uitverkoop - van Vlaanderen aan Franstalig België. Maar de grootste mislukking van deze ‘elder statesmen’ is zonder twijfel dat ze er niet in slaagden om een goed functionerend federaal systeem uit te bouwen.
Wat de voorbij 18 maand gebeurde is niets anders dan het finale mislukken van deze methode: de volgehouden wil – tegen beter weten in - aan Vlaamse kant om te onderhandelen zonder een breekijzer in te zetten, terwijl de Franstaligen vanaf het begin een confrontatiestrategie volgden. Zelfs een parlementaire meerderheid volstaat blijkbaar niet meer om de grondwet te doen respecteren!
Vlaanderen zal eerst moeten verarmen tot het België niet meer kan onderhouden, vooraleer men zal inzien dat er nooit zoiets geweest is als Waalse of Brusselse solidariteit!
Mijn wens voor 2009: Dat de Vlaamse politieke families hun parlementaire macht gebruiken om BHV te splitsen zodat Vlaanderen geen electoraal wingewest meer is voor de Francofonie!
Teveel politiek
Wanneer men de politieke crisis herleidt tot een communautaire crisis, gaat men voorbij aan de ideologische verschillen. Wallonië kreunt onder de communistische visie van de Parti Socialiste en haar nomenclatura die refereert naar het sovjettijdperk. Zonder de ‘staatstewerkstelling’ is Wallonië een sociaal kerkhof van ongekende omvang.
Brussel, waar de Brusselaars zo fier op zijn, blijkt in het buitenland vooral aantrekkelijk voor uitersten: een Europese elite die in deze ‘identiteitsvrije’ hoofdstad ongestoord haar eigen identiteit kan delen met andere nationaliteiten en aan de andere kant laaggeschoolden en marginalen uit de derde wereld die zich in de Brusselse bestuurlijke knoeiboel thuis voelen en daarin aangemoedigd door de PS-ideologie, zich wat graag nestelen in het sociale vangnet waar vooral Vlaanderen voor betaalt en de PS electoraal gewin oplevert.
De politisering van de ambtenarij is eveneens één van de nefaste gevolgen van deze ideologische tegenstelling. Dat men aan Vlaamse kant hier nooit is tegenin gegaan, integendeel, zich eveneens bezondigde aan een ‘compenserende’ vriendjespolitiek, maakt het nog erger. De Belgische ziekte is zo besmettelijk dat het helaas ook de Vlaamse politieke elite heeft aangetast.
De particratie werd mogelijk doordat de partijen zichzelf de financiële middelen hebben toegeëigend: de partijdotaties die door de belastingbetaler worden gegenereerd. Daarmee financieren ze een arbeidsmarkt van partijafhankelijken en groeit een nomenclatura die zijn gelijke niet kent in West Europa. Is dit manna niet dé brandstof voor de steeds grotere electorale inzet - met al zijn verwerpelijke neveneffecten zoals spindoctors en andere marketeers - waarbij het ontbreken van een maatschappelijk draagvlak wordt herleid tot een communicatieprobleem? Is het vooruitzicht op geldgewin en macht dé oorzaak van de toegenomen particratie en de ermee gepaard gaande graaicultuur?
Mijn wens voor 2009: Dat democratie langer duurt dan het éne moment in een kieshokje!
Te veel wetten
Wie de lijdensweg eens volgt ‘van wetsontwerp tot wet’ kan niet anders dan zich afvragen waar men mee bezig is. Een wet die tientallen bladzijden beslaat en méér dan honderd bladzijden toelichting vergt is geen uitzondering! Dat deze toenemende wetgevende inspanning aanleiding geeft tot een evenredig groeiende weerstand lijkt niet door te dringen tot de wetgever. Is er één beschaafd land waar er zo weinig ontzag is voor de wetten? Waar een minister ongestraft publiekelijk mag verklaren dat ongrondwettelijke verkiezingen – zo schrijft ten minste het Grondwettelijk Hof - géén probleem zijn? Is het niet ironisch dat de toename van de wetgeving het incivisme stimuleert en de rechtstaat uitholt?
Dat staatsmanschap in België niet langer berust op het onvoorwaardelijke respect voor de verworvenheden van de rechtsstaat en moeite heeft met openbaarheid, maar ook dat door de politisering van Justitie haar geloofwaardigheid in vraag gesteld wordt, zou elke weldenkende burger moeten opstandig maken.
Mijn wens voor 2009: Méér ontzag voor minder wetten en méér openbaarheid van bestuur door minder beleidsverantwoordelijken die iets te verbergen hebben!
Teveel opinies
Het individualisme heeft ook de media veranderd. Het lijkt erop dat elke journalist zich geroepen voelt om zijn eigen opinie kond te doen aan de wereld. Niet dat zijn mening niet interessant is. Maar het kleurt het nieuws en maakt het moeilijker voor de luisteraar /lezer om een objectief beeld te krijgen. Vooral als men het eigen gelijk proclameert onder de noemer van ‘onafhankelijkheid en kwaliteit’ misleidt men de lezers. De bijdragen van ‘derden’ via uitgebreide fora veroorzaken een (gewilde?) kakafonie en lijkt eerder op een ‘verdeel en heers’ strategie dan dat ze bijdragen tot een beter begrip. De kerntaak van de media, informeren, is nog altijd het best gediend met een onderbouwde berichtgeving en kritische interviews door gedegen journalisten.
De recente nieuwsgaring over de clash tussen de Uitvoerende Macht en Justitie had zware gevolgen voor de hoofdrolspelers, zonder dat ze hierover op een serene manier konden worden gehoord. Stel dat het verspreide nieuws niet klopt?
Mijn wens voor 2009: Dat er méér journalisten aangeworven worden zodat de waan van de dag kan aangevuld worden met onderbouwde artikels en kritische interviews.
Mag ik hopen dat 2009 een kentering brengt:
In de geesten van onze politici, zodat ze eindelijk beseffen dat het oude Belgisch kader niet langer Vlaanderen dient, integendeel haar toekomst hypothekeert.
zodat de invloed van allerhande ondemocratische instellingen drastisch wordt aan banden gelegd en de politisering wordt afgebouwd.
En het besef groeit dat de particratie haaks staat op democratie en dat een efficiënt openbaar bestuur beter kan zonder partijpolitieke hand- en spandiensten.
Dat de openbare TV zou beseffen dat hun bestaansrecht stoelt op het objectief informeren van de bevolking. Dat het de bedoeling van álle media moet zijn om Vlaanderen te verenigen in plaats van te verdelen.
Maar vooral wens ik al mijn lezers een voorspoedig en gezond 2009.
Pjotr
Het is niet mijn bedoeling om de film nog eens af te spelen. Wel tijd voor een poging om het breder geheel te bekijken: de context waarin dit miserabel politiek jaar eindigde en te peilen naar oorzaken en gevolgen: anders bekeken.
Teveel democratie
Hiermee verwijs ik naar een recent fenomeen: iedereen zit achter zijn PC én in de regering. De tijd van de discrete afspraken waarbij men een akkoord sloot dat nadien ‘verkocht’ werd aan de mensen lijkt voorbij. De tijd waarin politieke akkoorden werden gesloten door ‘ONS KENT ONS’ in naam van het algemeen belang. Het was zelfs de énige methode om het ‘Belgisch’ belang te verzoenen met de belangen van Vlaanderen en Wallonië die steeds minder gelijk spoorden. In Wallonië was men gelukkig met de genereuze Vlaamse steun én de blokkeringsmogelijkheden voor hun minderheid, maar in Vlaanderen brokkelde het maatschappelijk draagvlak voor deze duurbetaalde compromissen af. Resultaat: aan Vlaamse zijde zitten vandaag zelfs geen 50 % van de kiezers meer aan de federale onderhandelingstafel. Erger, sinds enkele jaren is de belangstelling bij de traditionele politieke families verengd tot ‘de grootste van de drie’ blijven. De kiezers van de oppositiepartijen zijn ‘quantité négligeable’ geworden. Het is nog nooit zo slecht gesteld geweest met de representatieve democratie in Vlaanderen!
Mijn wens voor 2009: Dat de traditionele politieke families de kloof met de kiezers kunnen dichten door op te komen voor de verzuchtingen van de Vlamingen VOOR en NA de verkiezingen!
Te veel Belgisch staatsmanschap
In een ‘normale’ staat betekent het algemeen belang voor iedereen hetzelfde. Niet in België waar de Vlaamse staatsmannen ‘na de verkiezingen’ eerst denken aan het Belgisch belang en de Franstaligen aan het Waals en Brussels belang. Het zo geprezen Belgisch compromismodel was en is niets anders dan een verkoop - wellicht tot de uitverkoop - van Vlaanderen aan Franstalig België. Maar de grootste mislukking van deze ‘elder statesmen’ is zonder twijfel dat ze er niet in slaagden om een goed functionerend federaal systeem uit te bouwen.
Wat de voorbij 18 maand gebeurde is niets anders dan het finale mislukken van deze methode: de volgehouden wil – tegen beter weten in - aan Vlaamse kant om te onderhandelen zonder een breekijzer in te zetten, terwijl de Franstaligen vanaf het begin een confrontatiestrategie volgden. Zelfs een parlementaire meerderheid volstaat blijkbaar niet meer om de grondwet te doen respecteren!
Vlaanderen zal eerst moeten verarmen tot het België niet meer kan onderhouden, vooraleer men zal inzien dat er nooit zoiets geweest is als Waalse of Brusselse solidariteit!
Mijn wens voor 2009: Dat de Vlaamse politieke families hun parlementaire macht gebruiken om BHV te splitsen zodat Vlaanderen geen electoraal wingewest meer is voor de Francofonie!
Teveel politiek
Wanneer men de politieke crisis herleidt tot een communautaire crisis, gaat men voorbij aan de ideologische verschillen. Wallonië kreunt onder de communistische visie van de Parti Socialiste en haar nomenclatura die refereert naar het sovjettijdperk. Zonder de ‘staatstewerkstelling’ is Wallonië een sociaal kerkhof van ongekende omvang.
Brussel, waar de Brusselaars zo fier op zijn, blijkt in het buitenland vooral aantrekkelijk voor uitersten: een Europese elite die in deze ‘identiteitsvrije’ hoofdstad ongestoord haar eigen identiteit kan delen met andere nationaliteiten en aan de andere kant laaggeschoolden en marginalen uit de derde wereld die zich in de Brusselse bestuurlijke knoeiboel thuis voelen en daarin aangemoedigd door de PS-ideologie, zich wat graag nestelen in het sociale vangnet waar vooral Vlaanderen voor betaalt en de PS electoraal gewin oplevert.
De politisering van de ambtenarij is eveneens één van de nefaste gevolgen van deze ideologische tegenstelling. Dat men aan Vlaamse kant hier nooit is tegenin gegaan, integendeel, zich eveneens bezondigde aan een ‘compenserende’ vriendjespolitiek, maakt het nog erger. De Belgische ziekte is zo besmettelijk dat het helaas ook de Vlaamse politieke elite heeft aangetast.
De particratie werd mogelijk doordat de partijen zichzelf de financiële middelen hebben toegeëigend: de partijdotaties die door de belastingbetaler worden gegenereerd. Daarmee financieren ze een arbeidsmarkt van partijafhankelijken en groeit een nomenclatura die zijn gelijke niet kent in West Europa. Is dit manna niet dé brandstof voor de steeds grotere electorale inzet - met al zijn verwerpelijke neveneffecten zoals spindoctors en andere marketeers - waarbij het ontbreken van een maatschappelijk draagvlak wordt herleid tot een communicatieprobleem? Is het vooruitzicht op geldgewin en macht dé oorzaak van de toegenomen particratie en de ermee gepaard gaande graaicultuur?
Mijn wens voor 2009: Dat democratie langer duurt dan het éne moment in een kieshokje!
Te veel wetten
Wie de lijdensweg eens volgt ‘van wetsontwerp tot wet’ kan niet anders dan zich afvragen waar men mee bezig is. Een wet die tientallen bladzijden beslaat en méér dan honderd bladzijden toelichting vergt is geen uitzondering! Dat deze toenemende wetgevende inspanning aanleiding geeft tot een evenredig groeiende weerstand lijkt niet door te dringen tot de wetgever. Is er één beschaafd land waar er zo weinig ontzag is voor de wetten? Waar een minister ongestraft publiekelijk mag verklaren dat ongrondwettelijke verkiezingen – zo schrijft ten minste het Grondwettelijk Hof - géén probleem zijn? Is het niet ironisch dat de toename van de wetgeving het incivisme stimuleert en de rechtstaat uitholt?
Dat staatsmanschap in België niet langer berust op het onvoorwaardelijke respect voor de verworvenheden van de rechtsstaat en moeite heeft met openbaarheid, maar ook dat door de politisering van Justitie haar geloofwaardigheid in vraag gesteld wordt, zou elke weldenkende burger moeten opstandig maken.
Mijn wens voor 2009: Méér ontzag voor minder wetten en méér openbaarheid van bestuur door minder beleidsverantwoordelijken die iets te verbergen hebben!
Teveel opinies
Het individualisme heeft ook de media veranderd. Het lijkt erop dat elke journalist zich geroepen voelt om zijn eigen opinie kond te doen aan de wereld. Niet dat zijn mening niet interessant is. Maar het kleurt het nieuws en maakt het moeilijker voor de luisteraar /lezer om een objectief beeld te krijgen. Vooral als men het eigen gelijk proclameert onder de noemer van ‘onafhankelijkheid en kwaliteit’ misleidt men de lezers. De bijdragen van ‘derden’ via uitgebreide fora veroorzaken een (gewilde?) kakafonie en lijkt eerder op een ‘verdeel en heers’ strategie dan dat ze bijdragen tot een beter begrip. De kerntaak van de media, informeren, is nog altijd het best gediend met een onderbouwde berichtgeving en kritische interviews door gedegen journalisten.
De recente nieuwsgaring over de clash tussen de Uitvoerende Macht en Justitie had zware gevolgen voor de hoofdrolspelers, zonder dat ze hierover op een serene manier konden worden gehoord. Stel dat het verspreide nieuws niet klopt?
Mijn wens voor 2009: Dat er méér journalisten aangeworven worden zodat de waan van de dag kan aangevuld worden met onderbouwde artikels en kritische interviews.
Mag ik hopen dat 2009 een kentering brengt:
In de geesten van onze politici, zodat ze eindelijk beseffen dat het oude Belgisch kader niet langer Vlaanderen dient, integendeel haar toekomst hypothekeert.
zodat de invloed van allerhande ondemocratische instellingen drastisch wordt aan banden gelegd en de politisering wordt afgebouwd.
En het besef groeit dat de particratie haaks staat op democratie en dat een efficiënt openbaar bestuur beter kan zonder partijpolitieke hand- en spandiensten.
Dat de openbare TV zou beseffen dat hun bestaansrecht stoelt op het objectief informeren van de bevolking. Dat het de bedoeling van álle media moet zijn om Vlaanderen te verenigen in plaats van te verdelen.
Maar vooral wens ik al mijn lezers een voorspoedig en gezond 2009.
Pjotr
19 december 2008
Volgt eindelijk de catharsis?
Theodor Adorno (Duits socioloog): De allerlaatste revolutionair zal niet iemand zijn die ten strijde trekt maar iemand die nadenkt.
Het is met gemengde gevoelens dat ik ditmaal de politieke crisis becommentarieer: Een A.N. lezer vraagt mij wanneer mijn reactie er komt. Een ander lezer vindt dat het nu niet het moment is om kritiek te geven, want de nood is te hoog.
Ik ga niets schrijven over wat er de laatste dagen en uren gebeurde. Het staat breed uitgesmeerd over honderden bladzijden in de kranten (alleen DS heeft 20 blz vol geschreven) en het is inderdaad uitermate pijnlijk voor de politici die in het middelpunt van de storm staan. Maar laten we toch al was het maar voor onszelf enkele vragen beantwoorden (wat ik deed):
Is er beïnvloeding van Justitie geweest door de regering? JA
Omwille van een arrest dat negatief zou uitvallen voor de genomen beslissing? JA
Is dat een collectieve fout van de ganse regering? JA, want hoewel de verkoop aan BN Paribas aanvankelijk alleen de wens was van Didier Reynders (deze stelling werd door ingewijden bevestigd en doet vermoeden dat er ook ‘Francofone’ motieven meespeelden; dat A. Frère zich voor de tweede keer op kosten van de belastingbetaler zou verrijken) stemde de ganse regering in met deze beslissing en was ze solidair ‘vastbesloten’ om deze verkoop tot een goed einde te brengen.
Was dat met de bedoeling om de bankcrisis te overwinnen? JA
Zitten we hier met een zwaarwichtige deontologische fout? JA
Is dat een uitzonderlijke fout? NEEN, in een land dat aaneengehouden wordt door ‘ONS KENT ONS’ is het bijna unieke dat het publiek bekend raakte!
In DS schrijft Guy Tegenbos over de moeilijke bewijslast als het gaat over schendingen van de scheiding der machten. Tegelijk geeft hij enkele voorbeelden, ook over beïnvloeding vanuit Justitie en in dit verband zou men hier bij wijze van voorbeeld kunnen suggereren dat de rechter die een negatief advies gaf misschien een ‘verlieslatende ‘aandeelhouder’ was van Fortis die met deze uitspraak zijn eigen voordeel zocht.
Waar het in essentie over gaat is de trieste teleurgang van de plichtenleer (deontologie) van de politieke klasse én de gepolitiseerde instellingen. Er is niet alleen Yves Leterme maar ook tal van andere politieke en administratieve zwaargewichten die blijk gegeven hebben van MACHTSMISBRUIK, al kwamen zij er wel goed mee weg.
De scheiding der machten is een heilig principe als we een rechtsstaat willen zijn/blijven. Maar ook de onpartijdigheid en vrijheid van de (informele) vierde macht, de media, is al even belangrijk. Hoe anders kan de bevolking weten wie liegt of de waarheid spreekt? Dat ik in mijn lijstje de wetgevende macht negeer hoeft zelfs geen verklaring meer.
Iedereen kent verhalen over politieke interventies bij de administraties, maar ook bij Justitie én de media. Door deze politieke inmenging bij benoemingen en bevorderingen, bevinden we ons de facto in een ondemocratisch systeem dat slechts zijn gelijke vindt in het communisme met zijn nomenclatura. In Oostenrijk leverde dat een Jörg Haider op, bij ons zal ook nu de anti-politiek zegevieren. Maar dat men in godsnaam niet opnieuw het dédain heeft om met de vinger naar die vervelende kiezer te wijzen.
Mag het nu voor eens en altijd duidelijk zijn dat er géén onafhankelijke Justitie en betrouwbare administratie kan bestaan als de leden afhankelijk zijn van de politieke partijen om promotie te maken? In dat licht herinner ik aan de uitspraak van Herman Van Rompuy die het bestaan van de kabinetten rechtvaardigt omdat ‘de ambtenaren niet betrouwbaar zijn’ (net wegens de politisering). Als iemand van zijn intellectueel niveau dergelijke uitspraken doet beseft men pas hoe sterk deze ‘abnormale’ situatie in de geesten van onze beleidsmensen verankerd is. Kan iemand mij zeggen waarom de belangrijkste functies verdeeld moeten worden onder partijpolitieke apparatsjiks als onpartijdig advies essentieel is voor een goed beleid? Hoe hypocriet moet men zijn om een deontologische code op te leggen aan ambtenaren als men zelf niet in staat is om respectabel en geloofwaardig te zijn.
Of Yves Leterme nu opstapt of niet is totaal onbelangrijk als men er niet in slaagt om komaf te maken met de ONS KENT ONS mentaliteit van het voornamelijk Belgicistisch establishment dat erin slaagt om ongestraft boven de wet te staan. Komt er een catharsis of blijft DIT België de grootste hinderpaal voor een totaal ANDER België? (zie mijn boek Woord houden (versus) NON, blz 98 en 145)
In het Rapport Coudenberg staat de Belgische ziekte beschreven in al haar onbetamelijkheid. En voor wie niet meer gelooft in DIT België omwille van de communautaire tegenstellingen, volgt hier een veelzeggend citaat uit deze studie (onderschreven door zowel de Franstalige als Nederlandstalige ondertekenaars): “Er zijn nog steeds teveel mensen die denken dat het Belgisch probleem een nationaliteitenprobleem is. … Mocht dat toch zo zijn …. zou men er beter aan doen het scheidingsproces wat te bespoedigen om ons de langdurige doodstrijd van de Belgische staat te besparen en om snel over te kunnen stappen naar en confederale staat”.
Een troostend woord voor Yves Leterme: Ja ik geloof dat u geen kwade bedoelingen had en neen u staat inderdaad niet als énige schuldige in de beschuldigdenbank. Het ganse systeem staat in de beschuldigdenbank. Alleen weigert men dat in te zien!
Het zou jammer zijn mocht men van u alleen onthouden dat u uw gezondheid op het spel zette om in de zestien te resideren en dan nog ‘Um sonst’!
Pjotr
Het is met gemengde gevoelens dat ik ditmaal de politieke crisis becommentarieer: Een A.N. lezer vraagt mij wanneer mijn reactie er komt. Een ander lezer vindt dat het nu niet het moment is om kritiek te geven, want de nood is te hoog.
Ik ga niets schrijven over wat er de laatste dagen en uren gebeurde. Het staat breed uitgesmeerd over honderden bladzijden in de kranten (alleen DS heeft 20 blz vol geschreven) en het is inderdaad uitermate pijnlijk voor de politici die in het middelpunt van de storm staan. Maar laten we toch al was het maar voor onszelf enkele vragen beantwoorden (wat ik deed):
Is er beïnvloeding van Justitie geweest door de regering? JA
Omwille van een arrest dat negatief zou uitvallen voor de genomen beslissing? JA
Is dat een collectieve fout van de ganse regering? JA, want hoewel de verkoop aan BN Paribas aanvankelijk alleen de wens was van Didier Reynders (deze stelling werd door ingewijden bevestigd en doet vermoeden dat er ook ‘Francofone’ motieven meespeelden; dat A. Frère zich voor de tweede keer op kosten van de belastingbetaler zou verrijken) stemde de ganse regering in met deze beslissing en was ze solidair ‘vastbesloten’ om deze verkoop tot een goed einde te brengen.
Was dat met de bedoeling om de bankcrisis te overwinnen? JA
Zitten we hier met een zwaarwichtige deontologische fout? JA
Is dat een uitzonderlijke fout? NEEN, in een land dat aaneengehouden wordt door ‘ONS KENT ONS’ is het bijna unieke dat het publiek bekend raakte!
In DS schrijft Guy Tegenbos over de moeilijke bewijslast als het gaat over schendingen van de scheiding der machten. Tegelijk geeft hij enkele voorbeelden, ook over beïnvloeding vanuit Justitie en in dit verband zou men hier bij wijze van voorbeeld kunnen suggereren dat de rechter die een negatief advies gaf misschien een ‘verlieslatende ‘aandeelhouder’ was van Fortis die met deze uitspraak zijn eigen voordeel zocht.
Waar het in essentie over gaat is de trieste teleurgang van de plichtenleer (deontologie) van de politieke klasse én de gepolitiseerde instellingen. Er is niet alleen Yves Leterme maar ook tal van andere politieke en administratieve zwaargewichten die blijk gegeven hebben van MACHTSMISBRUIK, al kwamen zij er wel goed mee weg.
De scheiding der machten is een heilig principe als we een rechtsstaat willen zijn/blijven. Maar ook de onpartijdigheid en vrijheid van de (informele) vierde macht, de media, is al even belangrijk. Hoe anders kan de bevolking weten wie liegt of de waarheid spreekt? Dat ik in mijn lijstje de wetgevende macht negeer hoeft zelfs geen verklaring meer.
Iedereen kent verhalen over politieke interventies bij de administraties, maar ook bij Justitie én de media. Door deze politieke inmenging bij benoemingen en bevorderingen, bevinden we ons de facto in een ondemocratisch systeem dat slechts zijn gelijke vindt in het communisme met zijn nomenclatura. In Oostenrijk leverde dat een Jörg Haider op, bij ons zal ook nu de anti-politiek zegevieren. Maar dat men in godsnaam niet opnieuw het dédain heeft om met de vinger naar die vervelende kiezer te wijzen.
Mag het nu voor eens en altijd duidelijk zijn dat er géén onafhankelijke Justitie en betrouwbare administratie kan bestaan als de leden afhankelijk zijn van de politieke partijen om promotie te maken? In dat licht herinner ik aan de uitspraak van Herman Van Rompuy die het bestaan van de kabinetten rechtvaardigt omdat ‘de ambtenaren niet betrouwbaar zijn’ (net wegens de politisering). Als iemand van zijn intellectueel niveau dergelijke uitspraken doet beseft men pas hoe sterk deze ‘abnormale’ situatie in de geesten van onze beleidsmensen verankerd is. Kan iemand mij zeggen waarom de belangrijkste functies verdeeld moeten worden onder partijpolitieke apparatsjiks als onpartijdig advies essentieel is voor een goed beleid? Hoe hypocriet moet men zijn om een deontologische code op te leggen aan ambtenaren als men zelf niet in staat is om respectabel en geloofwaardig te zijn.
Of Yves Leterme nu opstapt of niet is totaal onbelangrijk als men er niet in slaagt om komaf te maken met de ONS KENT ONS mentaliteit van het voornamelijk Belgicistisch establishment dat erin slaagt om ongestraft boven de wet te staan. Komt er een catharsis of blijft DIT België de grootste hinderpaal voor een totaal ANDER België? (zie mijn boek Woord houden (versus) NON, blz 98 en 145)
In het Rapport Coudenberg staat de Belgische ziekte beschreven in al haar onbetamelijkheid. En voor wie niet meer gelooft in DIT België omwille van de communautaire tegenstellingen, volgt hier een veelzeggend citaat uit deze studie (onderschreven door zowel de Franstalige als Nederlandstalige ondertekenaars): “Er zijn nog steeds teveel mensen die denken dat het Belgisch probleem een nationaliteitenprobleem is. … Mocht dat toch zo zijn …. zou men er beter aan doen het scheidingsproces wat te bespoedigen om ons de langdurige doodstrijd van de Belgische staat te besparen en om snel over te kunnen stappen naar en confederale staat”.
Een troostend woord voor Yves Leterme: Ja ik geloof dat u geen kwade bedoelingen had en neen u staat inderdaad niet als énige schuldige in de beschuldigdenbank. Het ganse systeem staat in de beschuldigdenbank. Alleen weigert men dat in te zien!
Het zou jammer zijn mocht men van u alleen onthouden dat u uw gezondheid op het spel zette om in de zestien te resideren en dan nog ‘Um sonst’!
Pjotr
Abonneren op:
Posts (Atom)