MEDIA EN
POLITIEK ANDERS GELEZEN
In een opmerkelijk essay
zet Tom
Naegels, ombudsman van De Standaard, zich af tegen de kritiek op zijn
krant. Met deze vlucht vooruit schermt hij de redactie af van haar grootste
probleem: omgaan met andere opinies.
Inleiding
Vooraleer in te gaan op zijn
discours toch even benadrukken dat mijn kritiek op De Standaard geen kritiek is
op de functie van ombudsman wiens taak het alleen maar is om kritiek te
kanaliseren en eventueel toe te geven dat er fouten zijn gemaakt. In zijn essay
kiest hij echter voluit de kant van de redactie en staan al die ‘criticasters’ waarmee
hij elke dag te maken heeft aan de foute kant. Opvallend was dat zijn repliek
ingaat op verschillende kritieken die ik in vorige bijdragen over DS vermeldde of
die beschreven werden in mijn boek ‘dS Anders Gelezen’
(enkel nog in e-versie beschikbaar). Dat was voor mij een aansporing om een
tegenwoord te publiceren en daarbij enkele redeneringen te doorprikken.
Laten we bij wijze van inleiding even stilstaan bij een essentiële
uitspraak in zijn essay, namelijk, “Het is niet eenvoudig om als redactie goed om te
gaan met zo’n meervoudig gespiegeld verwijt. Een voor de hand liggende reactie
is dat er toch een reden moet zijn waarom de mainstream media zo’n dominante
positie hebben. Aangezien niemand verplícht wordt om de grote kranten te kopen,
moet er een zwijgende meerderheid bestaan die wél tevreden is?”
Dat de mainstream pers een dominante positie
heeft klopt. Maar dat ze deze zelf ‘verdienen’ is een andere zaak. Immers, zonder
de staatssubsidies zouden kranten en bladen met een groot abonneebestand meteen
kopje onder gaan (dixit een insider). En ja, subsidies moet je ook ‘verdienen’ en het volstaat niet
om, zoals Naegels doet in zijn epistel, dit te klasseren als ‘het recht op een eigen keuze van de
redactie’. Een dooddoener van jewelste.
Hierna beperken we ons tot de manier waarop
De Standaard omging met drie belangrijke maatschappelijke thema’s: de
multiculturele samenlevingsproblemen, Vlaamse zelfbeschikking en de opwarming
van de aarde.
De kritiek op DS snijdt wel degelijk hout
Tom Naegels kwijt zich goed van zijn taak,
maar in zijn goedpraten van de redactie gebruikt hij soms kromredeneringen en
trucjes die door een aandachtige lezer – een minderheid onder de lezers van DS?
- gemakkelijk kunnen doorprikt worden. Laat mij dat illustreren met één
voorbeeld uit zijn lang essay:
“Met
name lezers uit conservatieve, rechtse en/of Vlaams-nationalistische middens
voeren aan dat de pers aan zijn opdracht verzaakt om een objectieve, neutrale
bron van informatie te zijn waar iedereen, ongeacht zijn overtuiging, de kennis
kan opdoen die hij nodig heeft om zijn mening te vormen. Zij vertellen mij vaak
dat ze daardoor geen geloof meer hechten aan het nieuws en meer vertrouwen
hebben in wat hun vrienden – met wie ze dezelfde overtuiging delen – met hen
delen op sociale media.
Het is een
uitdagende vraag, omdat die conservatieve, rechtse Vlaams-nationalisten niet de
enige groep zijn die met dat verwijt naar de media stapt. Ook moslims voelen
zich geregeld vervreemd van het nieuws. Joden ook. Uiterst linkse lezers.
Katholieke. Mensen in armoede. Vakbondslui. Ouderen. Mensen met een beperking.
Allemaal ervaren ze op tijd en stond een onoverbrugbare kloof tussen het
perspectief waarmee zij naar zichzelf en de wereld kijken, en het perspectief
van de mainstream media. Daardoor voelen ze zich uitgesloten en
gemarginaliseerd, wat vaak grote woede oproept.”
Welke redeneerfouten maakt Naegels? In de
eerste paragraaf gaat hij ervan uit dat de ‘criticasters’ meer vertrouwen
hebben in de informatie van vrienden, met
wie ze dezelfde overtuiging delen. Kortom, hij voert hier een intentieproces,
namelijk dat die critici zelf niet open staan voor andere meningen, en enkel
gelijkgestemden willen lezen. Niet DS maar die ‘bekrompen …’ zoals deze critici
op de opiniebladzijden van DS wel eens worden omschreven, hebben last met
andere meningen. Zonder enig bewijs hiervoor maakt hij precies de fout die weldenkende
lezers verwijten aan de redactie van DS, namelijk dat ze denken in de plaats
van hun lezers.
In de tweede paragraaf gebruikt hij een
andere doorzichtige methode om een probleem te relativeren: de vis verdrinken
in een groter geheel. Maar eerst maakt hij de stoute vis wat kleiner: waar het
eerst ging over de rechtse en/of Vlaams-nationalistische gemeenschap zijn het
nu enkel nog de rechtse Vlaams-nationalisten, zeg maar N-VA’ers, want linkse
Vlaams-nationalisten bestaan blijkbaar niet, en evenmin (Belgicistische) ‘rechtsen’.
Die klagende conservatieve nationalisten zullen
zich volgens Naegels gelukkig niet zo eenzaam voelen als Robinson Crusoe. En
dan volgt heel de reutemeteut aan verongelijkte vissen in die bokaal: Moslims,
Joden, uiterst linkse lezers (hij vergeet uiterst rechtse), katholieken,
armoezaaiers, vakbondslui, ouderen, mensen met een beperking (!). Tja, wie daar
dan niet meer bij is, behalve ‘linksen’ zoals hijzelf, ligt niet vooraan op mijn
tong. Maar met deze kromredenering doet hij wel iets heel vreemds: hij
onderscheidt twee soorten critici: diegene waar hij zich tot richt (eerste
paragraaf) en waarvoor hij zijn epistel schrijft, vooral dus
Vlaams-nationalisten en een tweede soort, die andere ongelukkigen die hij erbij
sleurt om aan te tonen dat in DS ook wel eens dingen staan die anderen niet
graag lezen. Waarmee hij bewijst dat DS wel degelijk problemen heeft met andersdenkenden.
Ersatz voor de dorpspastoor en de schoolmeester
In de gedachtenwereld van heel veel
journalisten die de redacties van de mainstream media, kranten, bladen en de
VRT bevolken, is het volkomen normaal dat zij de rol van de dorpspastoor en de
onderwijzer hebben overgenomen. Vanuit de overtuiging dat zij de opdracht
hebben om ‘het volk’ op te voeden en hen voor te houden wat goed of fout is.
Het is in deze context dan ook volkomen begrijpelijk dat zij deze verheven taak
niet zien als een aartsconservatieve betutteling (de verzuiling waar ze zelf tegen
gestreden hebben) en zelfs normaal vinden dat ze (1) eenzijdige informatie
verspreiden ter ondersteuning van hun overtuiging en (2) mogelijke
tegenstrijdige argument weren.
Hiervan zijn tal van voorbeelden te geven
die ook opgenomen zijn in mijn boek. Laat mij er één belangrijk thema uit halen
dat vandaag meer dan ooit actueel is: de multiculturele samenlevingsproblemen.
Onderzoek voor mijn boek toont ondubbelzinnig aan dat DS elke verwijzing naar
de problemen (vooral opgeworpen door het Vlaams Blok) negeerde of toch
minimaliseerde. Tot op het moment dat zelfs een gelijkgezinde het niet meer kon
uithouden: Luckas Vander Taelen,
senator voor Groen!, die als eerste in 2009 (!) op de opiniebladzijden van DS op
30 sep 2009 fors mocht uithalen naar de allochtone jongeren die zijn leefwereld
om zeep hielpen: ‘De getto’s van
Brussel’. Er kwam uiteraard een reactie van Paul
Goossens, een eveneens geliefde ‘Linkse’ columnist van DS, die zijn scherpe
pen met graagte in de azijn doopt. Lees even mee: “Ongetwijfeld werden
de klaagzangen over de Brusselse getto's te lang onder het tapijt geveegd. Dat
had echter weinig met politiek correct denken te maken, maar alles met steriele
Brusselse gemeentepolitiek en communautaire kortzichtigheid (sic). Omdat
het de politieke baronieën aan daadkracht ontbrak, verziekte de boel. Niet de migrant of de islam heeft hier
schuld aan, wel het eigen, autochtoon beleid. En toch is relativering van
de jeremiades op zijn plaats. Ten tijde van Pieter Daens ergerde het schoon
volk in Brussel en Aalst zich eveneens blauw aan de slechte straat- en andere
manieren van de werkmens. Het ontbrak het plebs, zo oordeelden de elites, aan
waarden, respect en beschaving. Honderd
jaar later sieren die vooroordelen het 'Groot Museum van de elitaire angsten en
bekrompenheid'.” Een staaltje van hoe de media
proberen de anti-islam gevoelens te verkopen kan u lezen in ‘Het Grote Anti-islam Vooroordeel’.
In de ‘Wetenschappelijke tijdingen 2015/4’
van ADVN (Archief, Documentatie en Onderzoekscentrum voor het
Vlaams-nationalisme), analyseert Kevin Absillis, docent moderne Nederlandse
letterkunde en algemene literatuurwetenschap verbonden aan de Universiteit
Antwerpen, het doctoraatswerk van Ico Mally (2012). Daarin verwijst hij onder
meer naar een boek van Jan Blommaert
en Jef Verschueren ‘Het Belgisch migrantendebat’. Daaruit citeert
hij passages die duidelijk maken hoe zij Vlamingen zien in hun omgang met
migranten (p. 174): “De migranten zijn
onze indianen, (…) ‘heidenen’ (van het heerszuchtige en fanatieke islamitische
type) en ‘wilden’ (barbaren die handen afhakken, hun vrouwen opsluiten, en
polygamie toestaan). In tegenstelling tot de indianen van weleer symboliseren
zij niet alleen de binnen-Europese vijand. Zij zijn die vijand. (…) En ze
lijken een gevaar te vormen voor onze maatschappij die aan tolerantie ten onder
dreigt te gaan indien we hun abnormaliteiten blijven dulden.” Onderaan dezelfde bladzijde verwijst Absillis
naar het oordeel van Naegels (in 2006) over dit boek: “het Belgisch migrantendebat heb ik nog steeds als het standaardwerk
over antiracisme. Het is nochtans al meer dan tien jaar geleden geschreven”.
Dat Tom Naegels dit boek als standaardwerk blijft zien, maakt duidelijk dat in
zijn overtuiging de Vlamingen wel een heel karikaturaal beeld hebben van de
migranten. Ook hier dus de thesis dat niet de migranten maar de autochtonen
oorzaak zijn van de multiculturele problemen.
Kan het de redactie van DS en de
verantwoordelijke van de opiniebladzijden verbazen dat dergelijke retoriek,
waarvoor DS graag klankversterker speelt, in 2016, na tal van aanslagen,
moordpartijen, verkrachtingen, aantoont dat de permissiviteit van de
verdedigers van de multiculturele samenleving de situatie alleen maar verder deed
ontsporen. Dat deze dramatische ontwikkeling zelfs niet leidde tot
voortschrijdend inzicht maar integendeel de afwijzing van de eigen normen en
waarden bij deze zelfverklaarde normdragers nog aanscherpte. Wie zich geroepen
voelde en voelt om dergelijk laks gedoogbeleid te ondersteunen tekent daar ook
verantwoordelijk voor.
De schoolmeester weet het beter
De eenzijdigheid in de berichtgeving
beperkt zich niet tot de multiculturele problemen. Ook Vlaamse zelfstandigheid
kan niet rekenen op een positieve benadering. Al was het maar om op een
afstandelijke manier de voor- en nadelen te onderzoeken van onafhankelijkheid
of confederalisme. Om indien nodig het debat aan te gaan door beide visies
gelijkwaardige toegang tot de opiniebladzijden te geven. Naegels beweert dat die
ongelijkheid moeilijk te bewijzen valt, hoewel het volstaat om mijn argumenten
en voorbeelden te lezen die opgenomen zijn in het hiervoor vermeld boek over
DS. Wie dit onderzoekt zal vaststellen dat het niet altijd gaat om het
ontbreken van een Vlaamsgezinde reactie, maar om meer van het ene dan het
andere, om wie het laatste woord heeft of om het ogenblik van de publicatie.
Een veelzeggend voorbeeld hiervan was de krant van 24 maart 2007. In volle
verkiezingstijd besteedt DS de eerste zes
bladzijden van zijn zaterdagse editie met als titel op de voorpagina DE NOORD-ZUID
CONFRONTATIE. In de tricolore vlag zijn twee koppen verwerkt: een zwarte chagrijnig
kijkende kop versus een lachende ‘rode kop’. Uieraard puur toeval. Zes
bladzijen anti-Vlaamse campagne vlak voor de verkiezingen, met als énige
politicus aan het woord: Guy Verhofstadt, op dat moment de ’Redder van la
Belgique unie’.
De opgevoerde opiniemakers (soms tegelijk
journalisten, wat in feite een contradictie zou moeten zijn) zoals Marc
Reynebeau, krijgen volop ruimte om hun aversie voor het flamingantisme te
demonstreren. Zoals ook Dave Sinardet, een andere opiniemaker die zijn
wetenschappelijke titel gebruikt om zijn politieke pamfletten als lid van de
PAVIA lobbygroep een zweem van wetenschappelijke waarde te geven, die geen
enkel goed woord over heeft voor een volkomen democratische beweging. Het is
geen toeval dat de combinatie van wat progressief heet te zijn en
anti-nationalist samenvallen in de publicaties over etniciteit en nationalisme.
Maar het is wel bevreemdend dat die wereldse elite die zich verstikt voelde in
de door pastoors en schoolmeesters gedomineerde Vlaamse gemeenschap, denigrerend de kneuterige Vlaamse boerkes genaamd,
vandaag net dezelfde dominantie nastreeft en hun medium gebruiken als
luidspreker voor hun overtuiging.
Maar er is meer fout met die
verguizing van het Vlaams-nationalisme: De doctoraatsthesis van Ico Maly, “Bedenkingen bij NVA. Analyse van een ideologie”,
waarop hij promoveerde in 2012 aan de ‘Tilburg University’ - waar toevallig Jan
Blommaert de promotor én jurylid was van Maly’s werkstuk - wordt zelfs door progressieve academici niet als echt wetenschappelijk
beschouwd. Eén had het zelfs over een politiek pamflet. Dat belet niet dat Maly
sindsdien regelmatig publicatieruimte krijgt in Knack waar hij ongeremd zijn
aversie voor N-VA en de flaminganten kwijt kan.
De opwarming van de aarde
Over een derde groot maatschappelijk
probleem, de opwarming van de aarde, wordt al evenzeer op een eenzijdige manier
geïnformeerd. Het klimaat is volgens wetenschappers een complex chaotisch
systeem, waar wij veel te weinig van af weten om ook maar een wetenschappelijk
antwoord te kunnen op geven op de vragen omtrent de oorzaken van de huidige
opwarming van de aarde. Meer
bepaald de mate waarin menselijke activiteit op die opwarming een invloed
heeft, of kan hebben, is kwantitatief volkomen onbekend. Deze stelling is
echter voor de mainstream media een onwelkome waarheid. Voor DS en Co zijn
enkel de klimaatalarmisten geloofwaardig. En dat is nu juist het probleem met
de klimaatproblematiek: hier wordt een geloof opgevoerd als een ‘inconvenient
truth’ waar we vooral geen vraagtekens mogen bij plaatsen. Bij De Standaard en
andere media voert men - zonder de minste kritische bijklank - deze
voorspelingen op als de waarheid en wordt de menselijke uitstoot van CO2 als énige
zondebok opgevoerd. Dat de voorgestelde maatregelen om de CO2 te doen dalen en enorm veel geld kosten – dagelijks één miljard
dollar - ook maar enig effect zullen sorteren, is niet eens bewezen. ‘Weten’
werd in dit debat vervangen door ‘geloven’. Terwijl men na veel lezen en
opzoeken enkel tot de conclusie komt dat we het niet weten. Ik zou daarom graag
van de redactie van DS vernemen of zij het wel weten? Niet wat ze geloven, niet
‘omdat de publiciteitskaravaan zoveel geld opbrengt’, maar door eigen onderzoek.
Ondertussen kan de geïnteresseerde lezer eens het verslag lezen van het
klimaatdebat tussen alarmisten én
sceptici. Een naslagwerk aangevuld met veel interessante invalshoeken.
Gratis aangeboden, download het hier. Notabene, geen enkele van de traditionele
media had interesse voor dit debat.
Mag ik meteen erop wijzen dat een debat
over energie een totaal ander debat is. Dat iedereen overtuigd is dat we zuinig
moeten omspringen met onze energiebronnen. Daar hebben we geen
klimaatalarmisten voor nodig. Voor Europa en België volstaan zeer belangrijke
strategische argumenten.
Ten slotte,
heb ik voor Tom Naegels nog een netelige
kwestie. Hij en de redactie voelen zich ten onrechte weggezet door de critici
als een wereldvreemde politiek-correcte elite en dat is inderdaad vervelend.
Maar wat zou Naegels voelen mocht hij omwille van zijn persoonlijke overtuiging
zijn job verliezen? Hij kent maar al te goed de namen van Vlaamsgezinden die
gebroodroofd werden. Niet één maar meerdere. Tot en met het wegzuiveren van
Vlaamse medewerkers in de Brusselse gerechtshoven, waar DS zedig over zwijgt.
Ooit al gehoord van mensen die gebroodroofd werden wegens hun Belgicistische of
multiculturele overtuiging?
Beste Tom, wie kan niet om met wie?
Pierre ‘Pjotr’ Therie
Dwarsligger (onontbeerlijk om het
rechte spoor te houden)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten