05 oktober 2009

In de spiegel kijken kan helpen

ANDERS GELEZEN

Wellicht had menig lezer moeite bij het lezen van de verschillende bijdragen over de gevangenzetting van ex-VBO voorzitter Luc Van Steenkiste in het kader van een onderzoek naar handel met voorkennis.
Advocaat HANS RIEDER die als eerste een emotionele aanklacht lanceert tegen de voorhechtenis (DS 24/09); de onderzoeksrechter KAREL VAN CAUWENBERGHE die uitlegt waarom voorhechtenis wél een goed instrument kan zijn (DS 24/09); LUC DE BRUYCKERE voorzitter van Voka en persoonlijke vriend van Luc Vansteenkiste, die zich vragen stelt bij de verlenging van de aanhouding van zijn vriend (DS 25/09); De schrijnende getuigenissen van enkele getuigen die het zelf meemaakten, DE SCHANDE VAN DE VOORLOPIGE HECHTENIS (DS 26/09);

In De Tijd, (03/10) FRANK DEMETS, onder de titel DE VINGERAFDRUKKEN VAN DE WITTEBOORDCRIMINEEL, komen de onderzoekers aan het woord en daaruit blijkt dat het niet gaat om amateurs en hun werk niet berust op willekeur en ‘vertelseltjes’.

De bijdrage van DORIAN VAN DER BREMT, Voorkennis, kennis en nakennis (Knack 30/09) bracht mij helemaal in de war. Dat er verschillende vormen en gradaties van voorkennis zijn wisten we. Dat het eigenlijk hierop neerkomt dat het inherent is aan een kapitalistisch ( beurs) systeem is al een hele stap verder. Dat hij het ziet als een ingrediënt van elk strategisch denken als sluitstuk van zijn betoog, kan tellen.

Daarnaast waren er de vele terugkerende vragen van lezers: Is niet iedereen gelijk voor de wet? Heeft Justitie wel de middelen om dergelijke overtredingen te kunnen opsporen en sanctioneren? Waar blijven de rechten van het slachtoffer dat opgevoerd wordt in de media vooraleer de schuld bewezen is?

Dat de voorhechtenis een vreselijke ervaring is zal niemand betwijfelen. Het zou zo veel beter zijn mocht het niet nodig zijn. Maar in alle kranten stond ook geschreven dat die inbreuken zo moeilijk te bewijzen zijn en dat slechts een domoor riskeert om gesnapt en veroordeeld te worden. Is het dan verkeerd wanneer het gerecht de weinige wettelijke middelen, waaronder de voorhechtenis, gebruikt?

Waar het hier om gaat is niet enkel die ene ex-VBO voorzitter; in feite ligt het ganse wereldje van ‘ons kent ons’ onder vuur. Immers, er is géén goede verklaring voor de verkoop van een ongelooflijk groot aantal aandelen op die bewuste vrijdag 3 oktober. Het kan wel zijn dat er geen juridische bewijzen gevonden worden, maar dat het volksgevoel hier niet in meestapt, getuigt enkel van een gezond wantrouwen. Laten we hopen dat de resultaten van het onderzoek naar de identiteit van al wie op die zwarte vrijdag heeft verkocht bekend worden. Niet de namen zijn belangrijk maar het zou getuigen van respect voor de maatschappij mocht men ons kunnen duiden tot welke beroepscategorie ze behoren. Het zou veel van het wantrouwen kunnen wegnemen.

Ook de media mag men niet met de vinger wijzen als ze via onderzoeksjournalistiek misbruiken en overtredingen aan de kaak stellen, die Justitie niet vond, of toedekte uit corporatistische overwegingen. Het zou wel getuigen van meer klasse mocht men de informatie zakelijker brengen in plaats van met een grote foto op de voorpagina (DS 26/09) die enkel de sensatiezucht bevredigt.

Na het lezen van de vele bijdragen en de nog talrijker reacties van gewone mensen kwam ik niet tot een duidelijke mening maar wel tot een rustgevende gedachte: ook al zullen wellicht velen hun straf ontlopen, wanneer ze ’s morgens in hun badkamer voor de spiegel staan zullen ze merken dat er een verschil is tussen vooraanstaand en hoogstaand. Ook maquillage kan dat niet verbergen.

Pjotr

Geen opmerkingen: