20 augustus 2010

Nog nooit zoveel informatie, dankzij de Vlaamse kiezers

ANDERS GELEZEN

Hadden we werkelijk een duidelijke uitspraak nodig van de Vlaamse kiezers om de mediaredacties te bewegen tot meer relevante informatie vanuit een Vlaamse invalshoek? Twee maand na de verkiezingen blijken de kranten dieper te graven dan ooit en tegelijk daalden de Belgischgezinde opiniebijdragen. De kranten, Anders Gelezen.

De ware macht onthuld
De presentatie in dS (18/08) van de financiële middelen per niveau was werkelijk verhélderend! Het federale niveau beschikt nog over 28,5 miljard euro (waarvan dan nog 13 miljard euro rente op de staatsschuld); de gewesten en gemeenschappen beschikken over 53 miljard. Tenslotte beschikt de sociale zekerheid over 63,5 miljard euro. Niets opgevallen? Even Anders lezen.

Vermits de financiële middelen voor een eigen beleid op het federale niveau afgekalfd zijn tot een absoluut minimum, kan men zich afvragen waartoe zoveel mandatarissen en al die ministers en staatssecretarissen nog dienen. Maar wat te denken over de 63,5 miljard euro voor de sociale zekerheid? Voor alle duidelijkheid, dit bedrag betekent dat de federale overheid zowat de helft (47 %) van het totaal staatsinkomen min staatsschuld en vaste kosten, heeft uitbesteed aan organisaties, vakbonden, mutualiteiten, patroons en ander nevenorganisaties, die in de praktijk niet verantwoordelijk kunnen gesteld worden en nog minder aansprakelijk voor eventuele beheersfouten. Komt nog erbij dat de ‘sociale partners’ zelf een groot deel van deze inkomsten mogen ophalen (en daarvoor zichzelf een ruime vergoeding toekennen). Herinner u dat het ACV onlangs nog dreigde in dS dat de politici dan zelf het geld maar dienden te zoeken. Precies of het geld dat ze nu beheren van hén is en niet van de gemeenschap; belastinggelden, werknemers- en werkgeversbijdragen.

Beste lezers, vindt u dat niet abnormaal? Onverkozen organisaties die het leeuwenaandeel van de financiële middelen mogen beheren zonder transparantie en grondige controle? Begrijpelijk dat zij géén rechtspersoonlijkheid willen noch een open boekhouding. Begrijpelijk ook dat zij zich thuis voelen in de ondoorzichtige Belgische staatshuishouding, een uitgelezen doolhof waar veel geld circuleert zonder dat zelfs verkozenen weten hoe het allemaal in mekaar zit. Een ongezonde situatie waarbij alle politieke partijen inzake kennis afhankelijk geworden zijn van deze organisaties. En wat als ze een partij weigeren te informeren? Incontournabel, dat is nog erger dan een monopolie.

Doen ze het slecht? Hopelijk niet, maar zou volledige transparantie niet tot de praktijk van goed bestuur behoren? Controleren én de mogelijkheid om hen aansprakelijk te stellen voor een slecht (verkwistend) beheer, voor eventuele misbruiken of zogenaamde ‘professionele’ fouten? Een bevriend geneesheer-specialist is alvast overtuigd dat er nog heel veel kan bespaard worden op de gezondheidsfactuur zonder de kwaliteit van de geneeskundige verzorging in het gedrang te brengen.

Mag ik bij deze het opzettelijk verkeerd woordgebruik waaraan vakbondsleiders en andere woordvoerders van middenveldorganisaties zich bezondigen, rechtzetten: de sociale zekerheid is géén solidariteitsmechanisme (dat is onderdeel van de financieringswet) maar een verzekeringssysteem voor wie tegenslag heeft; werkloos of ziek is. Wie kiest voor een ander systeem is daarom niet minder solidair en deze verwijten zijn gratuit en zelfs beledigend. Hoog tijd om de sociale zekerheid – toch dé kerntaak vaan een overheid - terug onder de controle te brengen van de wetgevende en uitvoerende macht. En laat hén beslissen – zonder dreigementen - namens alle Vlamingen welk verzekeringssysteem het beste is én tegelijk betaalbaar blijft in de toekomst.

Over financiële verantwoordelijkheid
In dS (17/08) schrijft Guy Tegenbos het editoriaal onder de titel De kiezer maakte het verschil. Enkele interessante bedenkingen:
De Franstalige kiezer heeft de Franstalige partijen ‘de toelating' gegeven om dat te doen. En de Vlaamse kiezer heeft hen ‘gedwongen' om dat te doen. (…) De nieuwe stap die nodig is, die naar de financiële en fiscale verantwoordelijkheid, durven ze nog niet te zetten. (…)Dit is echter een sprong die ze nog móeten nemen. Alleen met die financiële verantwoordelijkheid van de deelstaten kan de zekerheid worden gegeven dat de resterende federale taken ook gefinancierd kunnen blijven. Dat is duidelijke taal en hierop kan men het resultaat van de onderhandelingen afmeten.

In dS editie van de volgende dag staan nog meer belangrijke bemerkingen:
Alle Vlaamse partijen eisen dat zo die fameuze responsabilisering wordt ingebouwd in de staatshervorming' (…) De kiezer vroeg fundamentele hervormingen en daarvoor is een hervorming van de financieringswet nodig.'
Goed om na twee maand te lezen dat de kiezer fundamentele hervormingen vroeg. In een aansluitend artikel komen we eindelijk te weten waarom dat met de compromissen van vroeger niet kon en als het van Di Rupo afhangt zo zal blijven: Di Rupo's strategie bestaat erin een vrij groot pakket regionaliseringen aan te bieden. Daarin zitten (delen van) de kinderbijslag, de gezondheidszorg, binnenlandse zaken en mobiliteit; geen enkele Vlaming kan zeggen dat het nog borrelnootjes zijn die niets terzake doen. Tegelijk waakt hij er zorgvuldig over dat er niks systemisch wordt overgeheveld. Geen enkel domein wordt 100 procent geregionaliseerd, overal houdt hij een federale sokkel. De kwaliteitsnormen voor ziekenhuizen verhuizen bijvoorbeeld naar de deelstaten, de financiering blijft federaal. Idem voor de arbeidsmarkt: de controle op de werklozen gaat naar de deelstaten, de uitkering blijft federaal.
Dat is precies de logica van de Belgische compromissen: het uiteenrafelen van beleidsdomeinen onder druk van de Vlamingen heeft nooit geleid tot duidelijke afgebakende beleidsdomeinen per niveau. Hierdoor was een krachtdadig gedifferentieerd beleid onmogelijk want afhankelijk van afspraken tussen verschillende niveau’s én verschillende ministeries. De blokkeringen inherent aan deze compromissen zijn verklaarbaar vanuit de vaststelling dat zowel de politieke visies tussen Noord en Zuid als de socio-economische gegevens, verschillen. Zolang de onderhandelaars deze foute logica blijven volgen kán er niks fundamenteel veranderen.
Maar zó ver is de redactie van dS nog niet, want het artikel eindigt met: het wordt voor de partij (N-VA) ook moeilijk om de mooie hap die er wel ligt, te laten schieten. Dat de anderen hen dan in de hoek van de fundi's duwen, die geen akkoord willen, spreekt voor zich. Opnieuw de persistente boodschap van de redactie om toch maar de mooie hap te consumeren alvorens de carrousel van een volgende staatshervorming op gang te trekken. De N-VA fundi’s (let op de woordkeuze) moeten buigen, schrijft men nu al (dS 20/08) en de onderhandelingen moeten nog beginnen.

Wat we dank zij Knack online (18/08) weten: dat Di Rupo zélf een voorstel tot herziening van de financieringswet voorstelde (tekst beschikbaar). Wat blijkt, dat Di Rupo massa’s geld van de Vlaamse gemeenschap wilde afpakken (100-den miljoenen euro per jaar oplopend tot 1,187 miljard in 2020). Wie hiervan profiteert: de federale staat en de Franse gemeenschap. Het zegt veel over de compromisbereidheid van de Franstalige ‘gematigden’.

Over Brussel
De Morgen pakt uit met een artikel online (17/08) van Prof Hendrik Vuye, UNamen waarin hij een weinig bekende ‘verworvenheid’ uit het Dehaene tijdperk duidelijk maakt. Iets wat de Vlaamsgezinden niet graag zullen lezen en wellicht daarom ook nooit te lezen kregen; citaat:
Wat weinigen beseffen is dat dit evenwicht al in 1993 werd verbroken door machtspoliticus Dehaene. Die zocht en vond een oplossing voor een ad-hoc probleem, namelijk het financiële deficit van de Franse Gemeenschap. Deze moest maar bevoegdheden overdragen aan het Waalse Gewest en, voor het Brusselse grondgebied, aan de Franse Gemeenschapscommissie (Cocof). De Cocof kreeg aldus decreetgevende bevoegdheid. Dat betekent dat er in feite een Brusselse Franstalige Gemeenschap werd opgericht, met een parlement, dat zich pompeus herdoopte tot 'Parlement francophone bruxellois'. De Cocof heeft zelfs een minister-president! Deze prestigieuze titel prijkt op het visitekaartje van Christos Doulkeridis (Ecolo). Om kort te gaan: de Brusselaars hebben sedert 1993 twee Brusselse parlementen. Eentje waar de Vlamingen recht hebben op 17 van de 89 zetels en eentje waar de Franstaligen echt alleen de baas zijn. Als symbool kan dat tellen! De Vlamingen hebben wel hun Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), maar dit orgaan heeft geen decreetgevende bevoegdheid.

Dat Brussel de facto een ‘gemeenschap’ is las ik nog nergens en was wellicht door veel lezers niet gekend. Nog maar eens het bewijs van de misleiding die toen schering en inslag was; volksverlakkerij is het juiste woord. Dat verklaart waarom de Franstalige Brusselaars nu opnieuw aan de deur kloppen om nog meer persoonsgebonden materies in eigen handen te krijgen van de vierde gemeenschap. Tijd om hier perk en paal aan te stellen.
Over misleiding gesproken: dat het Paleis nu ook al twee verschillende boodschappen over de herziening van de financieringswet verspreidt na het onderhoud met Di Rupo slaat toch alles. Een vertaalfout, volgens dS.

Verder maakt Vuye eveneens duidelijk waarom het politiek mis loopt in Brussel. Voor zover dat nog niet geweten zou zijn, volgend citaat:
Op het Brusselse grondgebied kunnen vele andere overheden normen uitvaardigen: Cocof, VGC, Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Franse Gemeenschap, Vlaamse Gemeenschap, agglomeratie en negentien gemeenten. Daarnaast zijn er nog OCMW's, politiezones, en zelfs een gouverneur en een vicegouverneur, weliswaar zonder provincie. Dit is geen 'Brusselse zwans', maar een institutionele nachtmerrie. Uit recent onderzoek blijkt zelfs dat in Brussel 41 ministers of schepenen bevoegd zijn voor cultuur en dat er vier maatschappijen voor openbaar vervoer zijn. Is Brussel toe aan een interne staatshervorming? Zeker!
Die interne hervorming komt er evenwel niet omdat Brussel voor vele politici een machtsbasis is. Wat zouden Mangain (FDF), Milquet (cdh), Moureaux (PS), Cerexhe (cdh) of Picqué (PS) zonder Brussel zijn? Maar het is ook een machtsbasis die Vlaamse Brusselaars toelaat om zitjes te veroveren, in de Brusselse, de Vlaamse en de federale regering. In de uittredende federale regering zijn de twee Vlaamse vicepremiers Brusselaar! Toen Kris Peeters (CD&V) in 2008 de communautaire dialoog opstartte, bestond de zeskoppige Vlaamse delegatie uit drie Brusselaars. Een electorale basis hebben die politici nauwelijks, een institutionele machtsbasis des te meer.


Hopelijk brengt de week nog meer informatie, zodat iedereen in Noord en Zuid meer inzicht krijgt in de werkelijke wereld van de macht. Geef de demonen uit het verleden een plaats in ons collectief geheugen en laten we de verplichtingen overboord gooien en vervangen door een confederale - vrijwillige - samenwerking, waar we allemaal beter van worden op termijn. Is dat teveel gevraagd? Toch nog één bedenking: het zou de Vlaamse politici en media sieren mochten ze bekennen dat zoiets niet mogelijk is zonder dat op korte termijn Franstalig België daarvoor een extra prijs zal moeten betalen. Net zoals Vlaanderen reeds vele jaren doet.

Pjotr
ANDERS GELEZEN

1 opmerking:

Pjotr zei

een lezer reageerde per mail:
Het is bon ton voor een kolumnist om op alles en nog wat te hakken, maar jij kunt toch genuanceerder...

Het sociaal zekerheidssysteem is van de sociale partners. Zij hebben het na de oorlog opgericht, en zij komen overeen welke maatregelen er nodig zijn. De overheid helpt (€€€€€) daar alleen maar bij en verklaart de gemaakte afspraken algemeen bindend. (Ja de sociale partners hebben in dit land "wetgevende bevoegdheid")

Dat ze vergoed worden om sommige van de uitkeringen te doen, is niet meer dan normaal en het is verre van bewezen dat de overheid dit beter en goedkoper kan. Als we de efficiëntie van de belastingsdiensten als referentie nemen, dan is het zelfs hoogst onwaarschijnlijk.
Dat een sociale partner dreigde dat de overheid dan maar zelf het geld moet gaan zoeken betekent gewoon dat ze hun achterban niet in het gelid zullen houden en dat sociale onrust het resultaat kan zijn van een regering die eigenmachtig optreedt.
Ik vindt het trouwens helemaal niet ondoorzichtig, en de sociale partners houden elkaar in evenwicht. Het feit dat ze geen rechtspersoonlijkheid (willen) hebben, is alleen uit noodzaak omdat een rechterlijke macht die volkomen onberekenbaar is en de reputatie heeft om de gevestigde orde te beschermen, er ongetwijfeld zou voor zorgen dat iedere sociale vooruitgang onmogelijk zou zijn. Wil je terug naar het einde van de 19de eeuw?
Waar ik je wel kan in bijtreden is dat dit sociaal systeem perfect volgens andere wetmatigheden kan georganiseerd worden; zeg maar per gemeenschap. Het deel dat de overheid bijdraagt om de wisselvalligheden uit te vlakken, kan dan gemoduleerd worden om het systeem van de gemeenschap die het minst kan opbrengen op een aanvaardbaar niveau te brengen. De interpersoonlijke solidariteit zit dan in de aanwending van overheidsgeld (gehaald bij hen die het meest verdienen).