13 september 2009

Tijd voor een zuiverende crisis?

ANDERS GELEZEN

Met “De kemphanen openen het debat” geeft Knack (09/09) het startsein voor een nieuwe stroom communautair geladen bijdragen. Bart De Wever versus Olivier Mangain. Twee interviews in hetzelfde nummer - een voorbeeld voor sommige kwaliteitskranten – en dus de mogelijkheid om te vergelijken en zich een genuanceerde mening te vormen.

Wat ik onthoud van beide standpunten is dat ze mijlenver uit mekaar liggen. Maar misschien is de boodschap van Mangain realistischer én belangrijker: zonder FDF is de MR in Brussel verloren en zonder de MR+FDF is er geen tweederdenmeerderheid aan Franstalige kant. Als men Mangain zijn standpunt leest van onder naar boven of van rechts naar links, het zal slechts op de MR/FDF voorwaarden zijn dat een grote communautaire hervorming kan slagen. Dat Bart De Wever zegt dat de standpunten zo ver uiteenliggen dat een vergelijk niet mogelijk is, maakt het plaatje helemaal duidelijk.

Het federale compromismodel functioneert al een tijdje niet meer naar behoren en zelfs al zijn er gelukkig nog altijd politici die het algemeen belang voor ogen hebben, ook zij moeten toegeven dat het algemeen belang van Vlaanderen niet meer spoort met het algemeen belang van Wallonië en dat Brussel van zijn verworven politieke autonomie vooral gebruik heeft gemaakt om een onefficiënte politieke nomenclatura te installeren die er niet in slaagt de vele troeven van een internationale hoofdstad waar te maken, laat staan een thuishaven te zijn voor de beide gemeenschappen. Hoe groot moet de ‘sense of urgency’ zijn om de Vlaamse politici over alle partijgrenzen heen te doen inzien dat Vlaanderen door het federale immobilisme afstevent op een economische én maatschappelijke crisis waardoor het zijn énige aantrekkelijkheid voor Franstalig België zal verliezen en de solidariteit helemaal kapseist?

In 1987 schreef de ‘Groep Coudenberg’ een rapport onder de titel “Naar een ander België?”. Deze groep Nederlandstalige en Franstalige vooraanstaanden riep toen reeds op om België grondig te veranderen; de Belgische ziekte uit te roeien. In dit rapport zeggen ze ook iets over het communautaire probleem, ik citeer (blz 171):
“Het Belgisch probleem is geen nationaliteitenprobleem
Er zijn nog steeds teveel mensen die denken dat het Belgisch probleem een nationaliteitenprobleem is, met andere woorden het probleem van het samenleven van twee volkeren….. Indien dit zo was zou het Belgisch probleem inderdaad onoplosbaar zijn. De geschiedenis bewijst dat afdoende. In dat geval zou men er beter aan doen het scheidingsproces wat te bespoedigen om ons de langdurige doodstrijd van de Belgische staat te besparen en om snel over te kunnen stappen naar een confederale staat, zijnde twee autonome staten die voor een aantal gemeenschappelijke materies verbonden zijn door verdragen.”

Ondertussen zijn er 22 jaar voorbijgegaan en woekert de Belgische ziekte als nooit voorheen. 22 jaar, waarin men via onderhandelde compromissen enkel politieke uitwegen vond die steeds opnieuw aanleiding gaven tot nieuwe communautaire oprispingen. Waarom het in essentie scheef liep? Het paternalisme van de Belgisch denkende elite is gebotst op het succes van ons onderwijs: mondige burgers die het niet meer nemen dat hen ‘politieke’ oplossingen worden opgedrongen – het volstaat een oplossing te vinden die men aan weerskanten van de taalgrens anders kan uitleggen (dixit professor Marc Eyskens)! – door politici die verder onbekwaam waren om een maatschappelijk gedragen oplossing voor een ‘samen’ leven in wederzijds respect aan te reiken. Dat is de hoofdreden waarom een gestaag groeiende groep weldenkende Vlamingen vinden dat het hoog tijd is om een totaal ANDER België in de steigers te zetten. Maar dat wist men eigenlijk al in 1987.

Pjotr

Geen opmerkingen: