03 maart 2008

Brief aan Professor Carl Devos

Geachte Professor,

Ik las uw bijdrage in De Morgen over de politieke kartels en zou U graag enkele vragen hieromtrent willen stellen.

U baseert zich op de kiesdrempel om te verklaren waarom de kartels tussen Sp.a-Spirit en (later) CD&V-N.VA er gekomen zijn. Wat u niet vermeldt is het uiteenvallen van de VU dat aan de basis lag van de politieke versnippering in Vlaanderen en dat dit laatste de voornaamste reden was om een kiesdrempel in te voeren. Stel U even voor dat de VU nog zou bestaan hebben en een kiezerspotentieel zou bereiken gelijk aan dat van de huidige ‘erfgenamen’. Ik denk niet dat er nood zou zijn aan een kiesdrempel.

Ik meen een andere belangrijker oorzaak te ontwaren in de problemen met kartels. Namelijk dat de regionaal gestructureerde traditionele partijen in Vlaanderen zich in feite nooit gedragen hebben als de vertegenwoordigers van hun eigen gemeenschap, maar altijd het landsbelang voorop stelden. De oorzaak is ook bekend: de vakbonden en het Belgicistisch milieu verhinderden elke Vlaamse frontvorming. Diezelfde redenering gaat echter niet op voor de Franstalige traditionele politieke families die ALTIJD eerst aan hun regio en de francofonie dachten en daarin gesteund werden door hun vakbonden én het francofiele milieu. Is wat we vandaag meemaken niet het gevolg van het samengaan van de traditionele Belgische politieke families met Vlaamsvoelende elementen waardoor ze zelf meer regionalistisch denkend geworden zijn en de verschillen met hun Franstalige ideologische partners duidelijker werden? Is het fiasco voor Spirit van het kartel met Sp.a niet het gevolg van de onwil van Sp.a om meer regionalistisch te denken en handelen? Naar mijn aanvoelen bestaat de spagaat niet alleen tussen de kartelpartners maar evenzeer en wellicht nog belangrijker, binnen de traditionele partijen zelf. Was het niet Yves Leterme die onder geen beding in een regering zou stappen zonder een grote staatshervorming? Met ander woorden, geen compromissen meer wou waarvoor het maatschappelijk draagvlak steeds kleiner wordt. Had hij ongelijk om dergelijk eis, die zijn 800.000 kiezers in elk geval niet afschrikten, te stellen? Dat is naar mijn gevoelen de cruciale vraag waarop niemand een éénduidig antwoord wil of kan geven.

Uit de vele artikels van uw hand blijkt duidelijk dat u de oude compromismethode verdedigt. Het probleem echter met deze compromissen is dat ze het sociaal kapitaal van het land hebben aangevreten en daarenboven de polarisatie tussen de gemeenschappen hebben aangewakkerd. Zou het niet beter en correcter zijn om te erkennen dat die compromissen enkel geleid hebben tot onwerkbare staatsinstellingen? Zijn het ook die compromissen niet die de afkeer van de politiek in Vlaanderen mee hebben vergroot?

Maar laten we nu even aannemen dat er geen kartels meer zouden bestaan. Dat de traditionele families terug het Belgisch staatsbelang voorop stellen en alle communautaire eisen ondergeschikt maken aan de goedkeuring van de andere gemeenschap/gewest; NON dus. Als politoloog zult u het met mij eens zijn dat in een democratisch land de kiezer in het politiek landschap zijn gading moet vinden. Is er dan geen nood aan een sterke politieke familie waarvoor zowel progressieve als conservatieve Vlaamsvoelende kiezers kunnen stemmen? Of zou het toch beter zijn dat de grote traditionele partijen het Vlaams algemeen belang voorop stellen, net zoals de Franstaligen dat doen?

Hoogachtend,
Pjotr

Geen opmerkingen: