MEDIA en POLITIEK - ANDERS
GELEZEN
Verrassing in plaats
van interessant
De periode van Peter Vandermeersch als
hoofdredacteur van De Standaard is definitief verleden tijd. Bart Sturtewagen
en Karel Verhoeven, namen enige tijd geleden zijn erfenis over en blijken nu
definitief het tijdperk van hun voorganger te willen begraven. De krant zal
niet langer “onverantwoord interessant” zijn, maar wil zich voortaan presenteren
als een krant waarin we het “onverwachte
mogen verwachten”.
Zowat acht jaar geleden werd dS onder leiding
van Peter Vandermeersch een “moderne” krant. Met hulp van onder meer
mediaspecialist Jan Callebaut werd de zogezegd “stoffige notariskrant” in een
eigentijds kleedje gestoken. En inderdaad, de krant werd mooier om naar te
kijken, voluptueuzer ook. Naast de interessante bijdragen – hoewel soms
onverantwoord eenzijdig – werd het een krant vol lifestyle en hapklare brokjes.
Maar Peter Vandermeersch deed meer. In de editie van 2 januari 2003 schreef hij
een heuse opdrachtverklaring die best even in herinnering mag worden gebracht:
“De Standaard, zo geloven we, moet zich niet onderscheiden door
ideologische of politieke voorkeuren. Wél door de juiste, genuanceerde en
gecontroleerde weergave van de feiten. Door gedegen duiding en scherpe analyse.
Door diepgravende en betrokken reportages. Door de kolommen van de opiniepagina
open te stellen voor de meest verscheiden en uiteenlopende meningen. Door
dwarse en kritische commentaren.
Moet De Standaard ook nog een strijdblad zijn? Ja, zonder enige
twijfel. Een strijdblad voor een rechtvaardiger maatschappij. Voor een betere
Noord-Zuid verhouding. Voor de zwaksten
in onze samenleving. Voor een harmonieus samenlevingsmodel. Voor een
gemeenschap die ook oog heeft voor geestelijke en spirituele noden. Een blad
dat de slachting op onze wegen onverminderd aan de kaak blijft stellen. Dat
vraagt van politici dat zij meer ageren op de politieke fora dan op televisie.
Dat eist dat politie en justitie functioneren. Dat ijvert voor het best
mogelijke onderwijs — en de best mogelijke leraars — voor onze kinderen. Een
krant die kritisch is voor de regering. Maar geen spreekbuis is van de
oppositie. Een krant die geen oorlogstaal spreekt. Maar ook niet vervalt in
naïef pacifisme. Een krant die de culturele productie onbevangen én kritisch
tegen het licht houdt. Die de uitwassen van de vrijemarkteconomie aanklaagt.
Die doorbraken in de wetenschap ook tegen een morele lat legt. Die mensen
voorhoudt dat er rechten zijn én plichten. Ernst, stijl, nuance, betrokkenheid,
correctheid en eerlijkheid zijn begrippen die in onze werking centraal staan.”
Of Peter Vandermeersch erin slaagde om deze
zelfopgelegde opdracht waar te maken, is voer voor discussie maar in elk geval
gaf hij de lezers een duidelijk beeld van wat de krant wou zijn en doen. Onder
meer géén ideologische en politieke voorkeuren en een bruggenbouwer tussen
Noord en Zuid. Het eerste zal bij veel kritische lezers de wenkbrauwen doen
fronsen maar het tweede klopt alvast: in de duiding en de opinies primeerde een
Belgische invalshoek boven een Vlaamse.
Gaat het alleen om een nieuwe promotionele facelift?
Of schuilt er achter deze baseline ook een inhoudelijke gedaanteverwisseling?
Een krant geschreven vanuit een andere maatschappelijke invalshoek? Maar de
hamvraag blijft onbeantwoord: heeft de redactie gekozen voor meer kwaliteit
zoals aanbevolen door de Nederlandse journalisten, Warna Oosterbaan en Hans
Wansink, die onderzoek deden naar de toekomst van de kranten?
Zal er meer aandacht zijn voor een evenwichtiger
aanbod inzake duiding en opinie? Daarover schrijven de beide hoofdredacteurs in
de krant van 15 september het volgende: “Natuurlijk
selecteert een krant, dat is waarvoor ze bestaat. Meer dan ooit heeft ze nu de
opdracht om uit die oeverloze stroom aan informatie dat aan te reiken wat de
lezer een eind verder kan brengen. De krant is niet zozeer een gids, ze wil
spannender zijn. Ze confronteert je met het onverwacht nieuwe.” Dat een krant keuzes moet maken is evident
maar niet zozeer het brengen van het nieuwe nieuws (zowel de waan van de dag
als het extravagante of het ongebruikelijke) maakt van een krant een hoogstaande
kwaliteitskrant. Het onderscheid tussen tabloid en kwaliteit ligt in de
duiding, de kritische commentaar die inzicht verschaft. Zolang het nieuwe duo
hoofdredacteuren hierover geen klaarheid schept – en nergens vond ik een
verwijzing naar het kwaliteitsniveau - blijft het bij het zoveelste promotiepraatje,
ditmaal uitgevonden door de reclamemakers van de Mortierbrigade. Ongetwijfeld
een referentie!
Wij, lezers, worden inderdaad overstelpt met
nieuws. Maar wie eens een dag lang kritisch de radio- en TV-programma’s volgt
en online de kranten doorneemt, zal vooral vaststellen dat ze het soms schaarse
nieuws allemaal tot in den treure herhalen. Meestal aangeboden door persagentschappen
en andere “betrouwbare bronnen”, zonder commentaar of duiding. Waar de “meerwaardelezer”
naar zoekt is uitleg over het nieuws. Interpretaties voor zover ze alle
invalshoeken onder onze aandacht brengen is één manier. Een andere is een
journalistieke bijdrage die een synthese maakt van de invalshoeken en zo de
lezers door de aangebrachte nuance méér biedt dan wat hijzelf al lang wist.
Maar misschien wordt dit steeds moeilijker voor een krant die in de eerste
plaats commercieel moet zijn. Onze enige hoop ligt in de slotzin: “Een medium floreert maar voor zover het
iets relevants te vertellen heeft. Aan u om te beoordelen of wij die lat
halen.” Indien de nieuwe hoofdredacteurs werkelijk wakker liggen van wat de
lezers denken dan zou dat alvast een belangrijke stap voorwaarts zijn.
De
krant van Reynebeau
Dat de nieuwe dS nog niet voor morgen is,
bewezen ondertussen enkele opiniebijdragen, onder meer van Marc Reynebeau
(journalist-columnist) die zich geviseerd voelde door zijn collega-columnist,
Bart De Wever. Dat columnisten nu een robbertje mogen uitvechten in de krant moet
ons verrassen? Even anders lezen.
Bart De Wever had het in dS van 11 sep over de
betekenis van de euro voor het aanvaarden van Europa als onderdeel van onze
gelaagde identiteit. Volgend uittreksel maakt dit duidelijk: “Terwijl u in de supermarkt
tijdens het wachten aan de kassa naar uw munten kijkt om te zien of u geen
exotisch exemplaar in de portemonnee draagt, internaliseert u ongemerkt een
gevoel van verbondenheid: de eurolanden horen bij ons en wij samen zijn anders
dan de landen die geen euro gebruiken. De Eurobarometer wijst uit dat men in de
eurolanden die economisch diep in het moeras zitten de Europese munt het
duidelijkst aanwijst als drager van een Europagevoel. Voor hen is Europa de
euro, punt aan de lijn. Het geloof in ‘democratische waarden en vrijheid' om
Europa aan elkaar te lassen ligt er alleszins beduidend lager dan in de
sterkere eurolanden. Als je honger hebt, gaat de liefde nu eenmaal nog sterker
door de maag. (…) Als de EU de ambitie wil hebben om geleidelijk door te
groeien tot een voldragen politieke unie, dan zal een vaag appel op ‘democratische
waarden en vrijheid' echt niet volstaan om dat waar te maken. De EU zal
daarvoor een cohesie moeten bereiken in het sociaaleconomische bestuur van de
eurozone die het voortbestaan van de eenheidsmunt kan verzekeren.”
Marc Reynebeau is bij de lezing van de column van De Wever (dS 12 sep;
Rot op verlichte geest) blijven steken bij de eerste zin: “Lang voordat verlichte geesten het
identiteitsbesef van de mens begonnen te vergelijken met lasagne, …”
Onverteerbare lasagne voor Marc Reynebeau, die zichzelf identificeert
met die “verlichte geest” en de stelling van De Wever ziet als een aanval op
zijn vermeend co-vaderschap van deze “gelaagde” benadering. Bij Reynebeau
klinkt het zo: “Maar
moet een krant zich wel verlagen tot straatvechterstaal? Het wat beschaafdere
schelden (sic) stond gisteren in deze krant, in de column van N-VA-voorzitter
Bart De Wever. Die noemde uw dienaar een ‘verlichte geest', om daar meteen aan
toe te voegen dat wat dit sujet ooit eens bedacht, hooguit wat opgewarmde kost
kon zijn, misschien wel plagiaat, omdat het eigenlijk al twee eeuwen eerder uit
iemand anders' koker kwam, die van de Duitse idealistische filosoof Fichte. Rot
op, verlichte geest?”
Anders gelezen: Wat dS-lezer daarbij denkt, weet ik niet, maar de kans dat hij/zij
op de lange tenen staat van Marc Reynebeau is wezenlijk groter dan dat men zich
kwetst aan de hoekiger kantjes van Bart De Wever.
Citaat van de week
In De man die donderdag was legt Gilbert K. Chesterton in de mond van
een van de personages: “De arme man heeft werkelijk belang bij het wel en wee
van het land. De rijke man niet; hij kan met zijn jacht naar Nieuw-Guinea gaan.
De armen hebben er zich soms tegen verzet slecht te worden geregeerd; de rijken
hebben er zich altijd tegen verzet geregeerd te worden.” De Arnaults en Frères laten zich niet
regeren, ze bedienen zich. Rik Van Cauwelaert
Pjotr
Anders Gelezen
3 opmerkingen:
Onder Noord-Zuid verhouding versta ik de verhouding tussen de noordelijke en zuidelijke Nederlanden. In de berichtgeving terzake schiet de krant jammerlijk tekort.
"""Indien de nieuwe hoofdredacteurs werkelijk wakker liggen van wat de lezers denken dan zou dat alvast een belangrijke stap voorwaarts zijn.""" Wel artikel 10 van de EVRM zegt duidelijk dat de vrijheid van meningsuiting absoluut is behalve voor bepaalde exact opgesomde zaken. Daarenboven moeten die zaken die een uitzondering zijn op de vrijheid van meningsuiting in een WET opgenomen zijn. Er zijn dus uiterst strenge voorwaarden voor de vrijheid van meningsuiting. Helaas hebben de Vlaamse kranten lak aan de vrijheid van meningsuiting behalve als het henzelf betreft. Reacties op artikels worden aan de lopende band gecensureerd, niet omdat ze laster en eerroof bevatten of andere wettelijk verboden zaken, neen, slechts omdat die bepaalde mening hen tegen de borst stuit. Dat is het enige taboe waar de pers nooit over schrijft. Ik heb enige tijd geleden oa naar de "ombudsman" van De Standaard gemaild om eens een poll te zetten op hun website om de lezer te vragen of De Standaard terecht de lezers censureert of niet. En als dat te suggestief is, een andere formulering voor mijn part. Ik wacht nog steeds op een reactie uiteraard. Want als er iets is waar ze absoluut niets mee te maken willen hebben, dan is het wel de mening van de lezer.
To the point. Ik kan mij helemaal terugvinden in deze analyse. Dat is ook de reden waarom ik mijn abonnement op deze zelf verklaarde kwaliteitskrant vorig jaar heb opgezegd. Tot op vandaag ben ik (en mijn portemonnee) overigens zeer tevreden met deze beslissing.
“Het onderscheid tussen tabloid en kwaliteit ligt in de duiding, de kritische commentaar die inzicht verschaft.“ Inderdaad, door de eenheidworst dank zij de copy/paste-functie van het toetsenbord vallen vandaag bezwaarlijk veel kritische analyses te verwachten in dit treurige medialandschap.
De Standaard staat wel kritisch tegenover elke mening die niet het Belgicistisch nationalisme belijdt, zelfs zonder dat deze noodzakelijkerwijs het separatistische discours aanhangt. Deze krant komt al lang niet meer op voor de Vlamingen.
Behoudens enkele uitzonderingen heeft de meerwaardezoeker vandaag niet veel keuzemogelijkheden in de geschreven en gesproken pers. Om het medialandschap boeiender te maken moeten opnieuw echte journalisten met ontluisterende analyses en een kritische pen opstaan met het kaliber van een Rik Van Cauwelaert en een Johan Van Overtveldt. Dan zou je ’s morgens niet enkel opstaan om van je eerste koffie te nippen maar ook en vooral om achter je krant weg te duiken.
Een reactie posten