09 november 2011

Ken uw plaats

ANDERS GELEZEN

Iedereen komt ooit aan het einde van zijn of haar (professioneel) verhaal. Zo ook Jean Luc Dehaene die als politicus en bestuurder een reputatie en een netwerk opbouwde waar weinigen kunnen aan tippen. In een overzicht verschenen in DT (05/11) besluit prof emeritus Huyse: “Ik waardeer hem voor wat hij voor 1999 heeft gepresteerd. Wat daarna komt, werpt een schaduw op zijn persoon, maar niet op zijn realisaties als premier. Alleen doodjammer dat hij is blijven proberen petjes op te zetten die hem niet meer pasten. Dehaene zegt zelf dat hij een politicus van de 20ste eeuw is. Dan moet je daar ook naar handelen.”

Tom Naegels, schrijft in dS 9/11 een zeer interessante bijdrage waarin hij de vraag stelt of politiek over feiten gaat of slechts om opinies, verschillende invalshoeken? Een zéér terechte vraag die voor de media betekent dat ze zelf kleur bekennen door de eenzijdige invalshoek van dergelijke bijdragen van en interviews met politici te publiceren zonder te wijzen op het eenzijdig karakter ervan. Om hieraan tegemoet te komen stelt hij dat er ook aandacht moet zijn voor andere invalshoeken, lees opinies.

Maar volstaat dat wel, botsende opinies die gepubliceerd worden in al of niet opeenvolgende edities? Wel voor een opinieblaadje maar niet voor een kwaliteitskrant die voldoende journalisten in huis heeft om vanuit een objectieve(re) invalshoek kanttekeningen te plaatsen bij het artikel en zelf zorgen voor een kader waarin de uitspraken passen, die de eenzijdige uitlatingen nuanceren en zodoende de lezers meteen – en niet later - een veel bredere kijk geeft op de behandelde problematiek. Wat dS doet is géén kwaliteit leveren maar sensatie, botsende meningen bij voorkeur geschreven met een scherpe pen waarin de voorgaande opinie ongegeneerd geïnterpreteerd wordt naar eigen inzicht en voorkeur. Wat heeft een lezer hieraan? Een voorbeeld: in dS 8/11 schrijft Bart De Wever een kritische bijdrage over de hedendaagse kunst die (volgens hem) door het elitaire karakter minder aansluiting vindt bij de leefwereld van de gewone mensen. De dag erop schrijft Marc Reynebeau in zijn column als reactie het volgende: “In deze krant deed N-VA-voorzitter Bart De Wever gisteren precies hetzelfde, maar omgekeerd, door geen culturele held te kiezen, maar een vijand, de 'hedendaagse' kunst.”

Anders gelezen zou ik volgende vraag willen stellen aan de ombudsman: stel nu even dat een lezer het artikel van BDW niet las, misschien omdat hij niet verwacht dat die ook iets zinnigs te vertellen heeft, maar wel de bijdrage van Reynebeau las. Zou die lezer dan tot de conclusie komen dat BDW in de hedendaagse kunst (en niet voor de eerste keer volgens deze cultuurpausen) vijanden ziet? Ik las het artikel van BDW blijkbaar anders, want nergens kon ik bevestiging vinden van het vijandbeeld dat Reynebeau zijn lezers voorhoudt. Er is ook nergens sprake van minder vrijheid voor de kunstenaar, zoals Reynebeau eveneens beweert. Dat dit vijandbeeld voor Reynebeau nauw samenhangt met het Vlaams-nationalisme van De Wever, mocht uiteraard niet ontbreken.

Zou ik alleen staan met de mening dat dS met deze weliswaar commercieel renderende (?) methode geen kwaliteit levert, maar eerder bijdraagt tot de polemiek, een strategie volgt die de verdeeldheid van de Vlaamse publieke opinie benadrukt. Dat de redactie kant kiest voor een behoudsgezinde staatsdragende visie blijkt uit hiernavolgend onderwerp.

Van G1000 over G32 naar de G1?

Het initiatief van historicus en auteur David Van Reybrouck krijgt heel veel aandacht in de media en zou best interessant kunnen zijn. Gisteren hoorde ik Francesca Vanthielen, VTM presentatrice en actrice en het “tweede gezicht” van dit project, over dit initiatief zeggen dat het toch jammer was dat er maar om de zoveel tijd verkiezingen zijn en zij met dit burgerinitiatief tegemoet komen aan de belangstelling die wel leeft bij de burgers. Of dit ook juist is laat ik in het midden, maar haar uitspraak is wel opmerkelijk want ze zegt daarmee ook dat “verkiezingen om de zoveel tijd” niet volstaan en daar heeft ze wel een punt. Zoals ik vroeger reeds schreef worden in een parlementaire democratie vertegenwoordigers verkozen die nadien doen wat ze willen, ook datgene waar ze tijdens de verkiezingsperiode helemaal tégen waren. Woord houden is helaas een inhoudsloze boodschap geworden voor wie deel wil uitmaken van de federale regering en precies daarom willen de Belgischgezinde politici het aantal verkiezingen (of de impact ervan) nog verminderen. Terwijl de G1000 dus méér betrokkenheid wil creëren, willen de politici precies het tegendeel: de inspraak van de burgers zoveel mogelijk beknotten. Wie dit project echter volgt stelt zich ook vragen. Zowel de deelnemers als de sponsors – waaronder Thomas Leysen, grote baas van dS – blijken gezien hun vroegere interventies niet direct boven de politiek te staan noch het volledige maatschappelijk draagvlak te omarmen. Voor alle duidelijkheid, de namen van de sponsors waren niet te lezen in dS maar wel in De Tijd en Thomas Leysen wou niet ingaan op de vraag om meer uitleg. Is het dan verwonderlijk dat de communautaire problemen zelfs niet aan bod zullen komen, wegens niet ervaren als belangrijk door de G1000? Zouden Rik Van Cauwelaert en talrijke andere opiniemakers dan ongelijk hebben wanneer ze beweren dat dit onderwerp wel degelijk leeft en zelfs het onderliggend probleem is voor de oplossing van de maatschappelijke problemen? Blijkbaar wenst men niet zo diep te graven en zal het blijven bij heel veel kleine soms triviale overwegingen die voorbijgaan aan de dieperliggende problemen – waar de mensen niet van wakker liggen. Gelukkig zal 11 november niet het eindpunt zijn maar slechts een democratische schijnbeweging die leidt naar de G32 om uiteindelijk te eindigen bij de G1, initiatiefnemer David Van Reybrouck. Toch had het zinnig kunnen zijn, al was het maar om de politici te laten weten dat ze geloofwaardig moeten worden en doen wat ze zeggen.

Marc Van de Voorde schrijft over dit initiatief in dS 9/11 het volgende: “G1000, het initiatief van David Van Reybrouck, is een nobele onderneming. Probleem is echter dat ze het falen van de democratie aan het verkeerde uiteinde vastgrijpt: de stem van het volk. De fout zit aan het andere uiteinde: het (gebrek aan) staatsmanschap van veel politici. Dat staatsmanschap verbeter je in een representatieve democratie helemaal niet door het volk te laten ‘beslissen'. Want dan injecteer je het populisme dat de politiek al heeft aangetast, in het systeem. Bovendien, het volk draagt geen verantwoordelijkheid en hoeft aan niemand verantwoording af te leggen. Je kan nooit het volk op de vingers tikken (terecht). De politici wel (terecht). We moeten dus de verantwoordingsplicht van de politici verhogen.” Hieraan zou ik wel volgende bedenking willen vastknopen: Staatsmanschap wordt dictatuur wanneer een staat geen (gemeenschappelijke) democratische basis meer heeft. Dan moet men de verkiezingen afschaffen en David Van Reybrouck samen met Francesca Vanthielen interneren. dS, interessant, soms onverantwoord.

En verder:

Lezers van kranten moeten hun plaats kennen en niet al te kritisch zijn wanneer de kranten hun resultaten bekend maken. Het CIM (Centrum voor Informatie over de Media) publiceerde de resultaten voor de kranten en tijdschriften en in dS klinkt het triomfantelijk dat zij de grootste steiger zijn. 95.817 of 2.765 exemplaren meer dan het jaar ervoor. Wie de CIM cijfers erbij haalt leest dat er twee berekeningen zijn. De cijfers die berusten op het erewoord (dat zijn de cijfers die dS publiceert) en de cijfers die echt verklaard werden. Volgens deze laatste komt men voor 2010 op een totale verspreiding van 94.945 kranten (of 872 ipv 2.765 kranten meer). Dan zit er nog een verschil in het aantal kranten die verkocht werden aan derden (zoals Walter Zinzen ooit opmerkte zijn dat kranten waar geen lezers tegenover staan): 4.960 echt verklaarde cijfers tegenover de cijfers op erewoord waar slechts 4.911 kranten gemeld worden.

In DT (5/11) klinkt het resultaat zo: De losse verkoop van dagbladen gaat achteruit. Dat blijkt uit de publicatie van de dagbladverkoopcijfers van het Centrum van Informatie over de Media (CIM) gisteren publiceerde over het derde kwartaal. In de twaalf maanden die voorafgingen aan 30 september zagen alle Vlaamse dagbladen hun verkoop bij de krantenwinkel ('de losse verkoop') dalen met 6,9 procent tot bijna 355.000 kranten per dag. Dat de Vlaamse krantenmarkt desondanks stabiel bleef, is vooral te danken aan het stijgende aantal abonnementen voor zowel de papieren als de digitale versies van de kranten. De oplage van De Tijd steeg, inclusief digitale versies, met 2,6 procent tot 37.030 exemplaren. Met een gemiddelde oplage van 4,759 digitale kranten per dag blijft De Tijd de grootste digitale krant van België. Het Laatste Nieuws blijft de grootste krant van het land. In de Franstalige krantenmarkt heeft zich de malaise van de voorbije kwartalen ook in de laatste drie maanden doorgezet. Daar daalde de oplage met 3,8 procent tot gemiddeld 397.672 exemplaren per dag.

Zolang kranten hun eigen resultaten op een verhullende manier voorstellen zullen ze ongeloofwaardig blijven in hun kritiek op ander instellingen die al even creatief zijn in hun communicatie. Samengevat, beste lezers, wanneer u niet wil bedot worden doet u er best aan om zelf even de website van het CIM aan te klikken

Ken uw plaats: Uplace

dS: “Dagelijks 25.000 extra auto's op de Ring? Alsof er elke dag een grote voetbalwedstrijd is. Zo geraakt niemand nog in Vilvoorde.' Corinne Olbrechts (Open VLD), waarnemend burgemeester van Vilvoorde, ziet de komst van shoppingcenter Uplace, groter dan wat ons land ooit eerder heeft gezien, in de oksel van het viaduct van Vilvoorde, niet zitten. (…) Bart Somers (Open VLD), de burgemeester van Mechelen, heeft al laten weten geen schrik te hebben van Uplace. De Leuvense burgemeester, Louis Tobback, wil Uplace wel tegenhouden. Niet omdat we schrik hebben, maar omdat we er nadeel van gaan ondervinden. Mechelen trouwens meer dan wij. (…) Het spektakel wordt geamuseerd gadegeslagen vanuit het Brusselse Gewest. Benoît Cerexhe (CDH), de Brusselse minister van Economie, verslikte zich vrijdag even toen hij hoorde dat Uplace een bouwvergunning kreeg. “We hadden van Vlaanderen toch wat meer overleg verwacht, want ze weten dat wij ook een shoppingcenter plannen. Vlakbij dan nog, op de Heizel.
Twee shoppingcenters zijn volgens Cerexhe niet leefbaar, maar geen nood, volgens onze gegevens heeft de Heizel meer overlevingskansen dan Uplace. Nu de Vlaamse regering blijkbaar snel wil gaan, kunnen wij alleen maar volgen. We zien wel wie het haalt.”

Even Anders Gelezen: terwijl de NIMBY Vlamingen ruzie maken, zal Brussel op nauwelijks enkele km een vergelijkbaar project realiseren, uiteraard zonder de minste inspraak van de Vlamingen. Een duidelijk signaal dat de op stapel staande metropolitane gemeenschap enkel de Brusselse belangen moet dienen, of wat dacht u wel? Bizar dat de kleine Back van Leuven over het Brussels project dat evengoed concurrentie is en de verkeershinder zal vergroten, zijn mond niet durft open te doen.

In Knack 9/11 doet Walter Pauli (overgekomen van De Morgen) een gans ander boekje open over dit project: “Het is namelijk een erfenis van de vorige Vlaamse regering Peeters I. De beslissing dateert van voor de Vlaamse verkiezingen op 7 juni 2009. De toenmalige Vlaamse ministers gunden elkaar wat (…) Frank Vandenbroucke (SP.A) zorgde voor 30 miljoen euro voor een betere toegankelijkheid van het universitair ziekenhuis Gasthuisberg. Patricia Ceysens (Open VLD) kon op de valreep nog 60 miljoen vrijmaken voor het Leuvense onderzoekscentrum IMEC. Voldoende reden waarom de Leuvense socialisten toen niet protesteerden tegen het shoppingcentrum. Zakenman Bart Verhaeghe, die vroeger reeds kon rekenen op de steun van Dirk Van Mechelen (Open VLD) voor de bouw van het Brugse voetbalstadion annex zakencentrum, werd ditmaal bediend door Patricia Ceysens voor het shoppingcentrum …

Het volstaat niet om dS te lezen.

Pjotr

Anders Gelezen




Geen opmerkingen: