19 september 2011

Een politiek akkoord

ANDERS GELEZEN

BHV is gesplitst. De onderhandelaars zaten er zondag nogal onrustig bij tijdens de Zevende Dag op VRT, beducht als ze waren dat een van hen uit de biecht zou klappen. Want één ding mochten we weten: het volledig akkoord over BHV blijft geheim. Op vraag van toekomstig premier Di Rupo, zeiden ze om niet te moeten toegeven dat het hen goed uitkomt. Ze waren fier dat ze een politiek akkoord hadden bereikt en daarmee bewezen dat dit land nog werkt, zoals Yves Leterme verkondigde in dS. Waarmee hij toegaf dat de limieten van het federale België nog niet bereikt zijn, zoals hij eerder verklaarde. Dat hij gemakkelijk (deels terecht) van mening en werk verandert weten we ondertussen met zekerheid. Maar hoe zit het met het maatschappelijk draagvlak van dit politiek (deel)akkoord?

In een parlementaire democratie kiest de bevolking zijn vertegenwoordigers, tenminste diegenen die, in de praktijk, door de partijtop voorgedragen worden. Maar ze zijn onmondige toeschouwers bij de politieke beslissingen die de verkozenen nadien nemen, ook al beschamen ze ons vertrouwen door niet te doen wat ze beloofden. Zelfs als deze partijen de verkiezingen verloren en geen meerderheid hebben, blijven ze namens de meerderheid spreken. Jammer dat dit principe niet geldt in het parlement zelf waar de verkozenen nochtans zetelen. Erger nog, dat sommige staatsmannen pleiten voor minder verkiezingen is precies in een parlementaire democratie hoogst ondemocratisch want deze vraag spruit voort uit de paternalistische overweging dat het volk snel vergeet en politici daarom mogen doen wat ze willen zolang ze maar niet electoraal afgestraft worden. Het doet mij denken aan een ander voorbeeld van een vergelijkbare paternalistische besluitvorming: de Antwerpse Oosterweel verbinding, waarbij de politieke wereld in samenspraak met industriële tenoren eerst beslissingen nam en pas nadien een maatschappelijk draagvlak zocht, maar niet vond.

In het ochtendprogramma van radio 1 op maandag 19 september verwees hoogleraar Carl Devos (UGent) naar zowel de uitspraken van Franstaligen als Nederlandstaligen waarbij hij concludeerde dat naar aloude traditie het Belgisch compromis op een verschillende manier kan geïnterpreteerd worden. Hiermee bevestigt hij wat ooit ook Charles Ferdinand Nothomb (in dS) en Mark Eyskens (in de Zevende Dag) verklaarden. De Van Dale heeft voor deze methode een woord: volksverlakkerij. Of er een verband is met het onderstaand begrip volksvermaak is, behalve voor Marc Eyskens, niet zeker.

In de hoop ooit duidelijkheid te krijgen blijven lezers ondertussen niet op hun honger zitten. De afgelopen uren en dagen zijn opiniemakers én journalisten zeer actief om hun visie op te dringen aan de mediaconsumenten, lezers en kijkers. Enige afstandelijkheid is niet hun voornaamste criterium. Maar hoe doe je dat, iets beoordelen dat deels geheim blijft? Het antwoord is simpel: beste lezer/kijker, dat is uw probleem, niet dat van de controlerende Vierde Macht.

Het belangrijkste is dat we als lezers/kijkers beseffen welke toetssteen de opiniemakers gebruiken: wordt het compromis afgewogen tegen de roep naar Vlaamse onafhankelijkheid? Moet het voldoen aan de “Baert”-norm (geen obstakel voor een verdere evolutie naar een zelfstandig Vlaanderen en zonder te hoge kostprijs)? Moet het compromis voldoen aan de roep om rechtvaardigheid en voorzien in de afschaffing van alle voorrechten of moet het politiek compromis afgewogen worden tegen de eisen voor goed bestuur en met dit communautair luik vooral zorgen voor een pacificatie tussen de gemeenschappen? Naargelang deze invalshoeken kunnen de antwoorden flink verschillen maar één aspect zou voor iedereen als norm moeten dienen: de pacificatie tussen de gemeenschappen. Daarom is het behoud van de voorrechten in de faciliteitengemeenten (en door de gerechtelijke splitsing in gans Halle Vilvoorde?) en de inmenging via de metropolitane gemeenschap die in de maak is, onaanvaardbaar. Daar hebben vooral de Vlaamse onderhandelaars jammerlijk gefaald en ligt opnieuw brandstof voor een volgende ronde communautaire twisten. Wie de Franstalige media volgde zal nog gemakkelijker beseffen dat het Francofone expansionisme door dit politiek akkoord niet werd afgeblokt, integendeel, eerder versterkt wordt doordat de deur voor de uitbreiding van Brussel wagenwijd blijft openstaan. Zelfs gematigde Franstaligen zoals Louis Michel doen geen moeite om dit te verbergen.

Over die redelijke prijs – voor zover bekend - lijkt er weinig discussie te bestaan. Enigszins begrijpelijk vermits ook de grootste Vlaamsgezinde partij, N-VA, in de aanloop naar dit akkoord reeds zoveel toegevingen deed dat een categorieke afwijzing van het huidig compromis ongeloofwaardig is. Begrijpelijk dat de toegevingen van De Wever de bovengrens werden voor de Vlaamse onderhandelaars. Heel cynisch, om vast te stellen dat de toegeeflijkheid van Bart De Wever tijdens de gesprekken in Vollezele en nadien met zijn compromisvoorstel als koninklijke verduidelijker, de Franstaligen niet belette om hem vakkundig buitenspel te zetten. Er wordt niet onderhandeld met Vlaams-nationalisten. Nu niet en vroeger ook niet, want voor wie het niet zou weten, de stem van de Vlaamsgezinden werd in het verleden evenmin getolereerd. Ook Yves Leterme, die het aandurfde om een kartel te sluiten met N-VA, diende eerst te knielen vooraleer hij eerste minister kon worden.
Als er dan toch één gedeeltelijke conclusie mogelijk is: ten gronde was er vanaf het begin nauwelijks sprake van verandering, noch inhoudelijk noch inzake de manier van onderhandelen. Waar blijft het positief en werkelijk vernieuwend verhaal?

Nu het voorgerecht afgewerkt is moeten de koks de hoofdschotel bereiden. Ditmaal zullen ook de tegenstellingen tussen links en rechts zorgen voor zwaar onweer. Benieuwd of de onderhandelaars voor dit luik van het politiek compromis meer aandacht zullen hebben voor het maatschappelijk draagvlak. Brussel een half miljard euro toestoppen en tegelijk vele miljarden (wie durft daar nog een cijfer op plakken?) besparen is méér dan verondersteld surrealisme.

Pjotr
Anders Gelezen

Geen opmerkingen: