ANDERS GELEZEN
2010 werd het jaar van de publieke informatie. De vertrouwelijkheid die een elite nodig had om boven de hoofden van de bevolking te kunnen regeren werd serieus ondergraven. Uit wat 2011 reeds bracht zou iedereen moeten beseffen dat de ‘gedeelde kennis en macht’ steeds belangrijker wordt. Een formidabele zaak als men ziet hoe dictators er niet meer in slagen om hun bevolking in een ijzeren greep te houden. Mag ik hierbij de vraag stellen of onze vaderlandse politici dit al door hebben: dat de tijd van beslissen boven de hoofden heen voorbij is en dat onderhandelingsgesprekken in achterafkamertjes geen soelaas zullen brengen als het resultaat geen echte verandering inhoudt. Zou Bart De Wever en NV-A die voor verandering pleitten tijdens de verkiezingscampagne zelf wel beseffen hoezeer de mensen snakken naar iets anders. Een beleid dat niet terugvalt op de trazditionele zelfbedruipende politieke machtsstructuren maar deze in vraag stelt? Want er valt véél te veranderen!
In een Knack extra (20 april) doen enkele specialisten een boekje open over de belastingen. De Duitse filosoof Peter Sloterdijk heeft het over de graaiende hand van de fiscus. “De combinatie van die belastingen met een lange lijst van andere belastingsvormen, … leidt tot een verbazingwekkend resultaat: moderne staten claimen jaar na jaar de helft van alle economische opbrengsten van hun productieve bevolkingslaag en geven die door aan de fiscus. (…) Dat die bevolkingsgroep zich zo onderwerpt, is een politieke tour de force die elke minister van Financiën uit de tijd van het absolutisme in vervoering had gebracht.” In een commentaar op deze bijdrage komt Karel Volckaert (financieel analist) tot de conclusie dat het doorschuiven van de schulden (om de verworven rechten te vrijwaren) naar de volgende generaties, slecht zal aflopen. Het geloof in de staat zal zeker afbrokkelen als we voortdoen zoals we bezig zijn. Van Etienne de Callataÿ horen we dat mensen bereid zijn belastingen te betalen, als die niet worden verspild en als je de inspanningen redelijk verdeelt. Waar Rik Van cauwelaert aan toevoegt dat zowel het een als het ander in België wel eens wil tegenvallen.
In datzelfde nummer schrijven twee professoren van de universiteit Antwerpen dat de belastingontduiking het gevolg is van een te hoge aanslagvoet. Mensen verzetten zich tegen alles wat boven het redelijke ligt; 30 % belastingen zou de bovengrens zijn. De situatie in België is echter dat velen meer betalen en daarom alle achterpoortjes gebruiken om eraan te ontsnappen. Zelfs wanneer ik reeds meermaals wees op het pervers effect van de combinatie van te weinig inkomsten en te veel (onterechte) uitgaven, voel ik mij niet te beroerd om veel meer sympathie te hebben voor de hardwerkenden dan voor de profiteurs.
Luisterend naar Wouter Beke (voorzitter CD&V) tijdens De Zevende Dag, had ik het gevoel dat ook bij hem verandering niet echt het doel is. Pragmatici zullen allicht tevreden zijn met een zoveelste arrangement waarbij alle machtsstructuren intact blijven en dezelfde mensen kunnen voortdoen met wat ze altijd al deden. Wat deed CD&V met de inspirerende boodschap van het confederalisme? Is het werkelijk een plattitude (zoals hij beweert) dat de Zestien géén echte verandering in de weg stond?
Binnen Open VLD rommelt het een beetje nadat Karel De Gucht zijn eigen zelve mocht zijn in Het Laatste Nieuws. Niet zozeer omdat hij nog maar eens NV-A viseerde – ooit getypeerd als caractériels - maar wel omdat hij het als papa van zoontje senator Jean Jacques, tijd vond om eens die andere zoon van en voorzitter, Alexander De Croo, een beetje te treiteren. Blijkbaar lopen al die zonen van – er is nog Matthias De Clercq - in mekaars weg. Over verandering gesproken!
Het is zelfs Eric Van Rompuy opgevallen dat de CD&V jongeren weinig belangstelling hebben voor een eigen grondhouding over mens en maatschappij. Tja, van wie zouden ze het geleerd hebben? Of het zou zijn neef, senator en zoon van, Peter Van Rompuy, moeten zijn die hierin verandering wil brengen met zijn pleidooi voor meer geluk en minder geld. Hoop doet leven.
Als er één ding jammer is aan deze politieke crisis, dan wel dat de betrokken politici blijven steken in hetzelfde kader en niet ‘out of the box’ durven denken. Nochtans geven talrijke voorbeelden zowel in het binnen- als het buitenland aan dat de maatschappij schreeuwt om grondige veranderingen. Dat jongeren misschien niet weten hoe het wel moet maar niet langer bereid zijn om bij te dragen tot structuren van de vorige eeuw.
Ondertussen heeft de regering in lopende zaken laten weten dat ze enkele miljarden kan besparen zonder dat de mensen iets zullen voelen; hierbij in het midden latend of het gaat om besparingen op uitgaven die eigenlijk overbodig waren of over het uitstellen van investeringen. Zijn we nieuwe putten in onze (technologische) snelwegen aan het maken? De ontluisterende manier waarop sommige overheidsbedrijven omgaan met het geld (Rik Van Cauwelaert in Knack over de NMBS) is één van de vele symptomen dat verandering echt wel meer moet zijn dan een zoveelste armworsteling tussen politici die eigenlijk alles zo veel mogelijk bij het oude willen laten. Teleurstellend.
Maar Walter Zinzen ziet wél nog oplossingen (dS 23/05). Zo vindt hij de splitsing van BHV de domste eis ooit van de Vlaamse Beweging. Hou een referendum over de aansluiting van de faciliteitengemeenten bij Brussel en schaf de taalfaciliteiten af. Een beetje contradictorisch met deze stelling schrijft hij erbij dat de ontnederlandsing van de Rand rond Brussel niet te stoppen is. Klopt niet, zegt Marc Van Asch, burgemeester van Vilvoorde. Integendeel, de vernederlandsing van zijn stad is in volle opgang. Dank zij het woningbeleid en ook door de bereidheid van allochtonen ( helaas niet van Franstalige Belgen) die wél vanaf de eerste generatie Nederlands leren en zich willen integreren. Zijn grootste bekommernis: enkele tientallen jonge, meestal allochtone, criminelen die telkens ontsnappen aan een veroordeling door te kiezen voor de Franstalige rechtspraak. Een splitsing van het gerechtelijk arrondissement is voor de burgemeester (op maatschappelijk vlak) nog belangrijker.
Gelukkig krijgen we soms een glimp van verandering te zien. Zo nam Kris Peeters vertegenwoordigers van de universiteiten en hogescholen mee op zijn buitenlandse handelsmissie. Kwestie van de kennis te kunnen omzetten in commerciële activiteiten en – nog belangrijker – om buitenlandse talenten aan te trekken voor de eigen kenniscentra. Het werd tijd dat men daaraan dacht, net zoals het tijd werd dat de middelen voor onderzoek en ontwikkeling fors werden opgetrokken. Ook in Wallonië weet men maar al te goed dat investeren in hun toekomst veel belangrijker is dan besparen op de Vlaamse inbreng.
Pjotr
Anders Gelezen
23 mei 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten