Voor hoelang?
Op vraag van VN secretaris generaal Ban Ki moon zou Europa een overbruggingsmacht ter plekke sturen in afwachting dat de VN troepen vindt om deze taak zelf uit te voeren. België speelt hierin een voortrekkersrol. Zelfs W Pauli in De Morgen breekt een lans voor het sturen van Belgische troepen naar Congo: "Als een paar bodybags het zoveelste massagraf kunnen vermijden, dan moet dat maar".
Maar waarom willen wij zo graag terug naar Congo en de andere Europese landen -die toch evengoed zien welke wreedheden daar gebeuren- niet? Zouden onze volksvertegenwoordigers beseffen welke elementen van deze operatie helemaal niet duidelijk zijn?
Even Anders bekijken?
De neutrale VN contingenten werden vervangen door ongeïnteresseerde
De huidige VN vredesmacht ter plekke is blijkbaar niet bekwaam om haar taak naar behoren uit te voeren en Miet Smet (aan de arm van W Martens op Canvas) vond het toch maar niks dat het arme landen zijn (in casu India en Pakistan) die moeten helpen terwijl de rijke landen afwezig blijven.
Deze redenering klopt niet. De grote leveranciers vandaag zijn inderdaad arme landen, maar in plaats van de indruk te wekken dat dit jammer is voor die landen is het tegendeel waar. Zij zijn vragende partij want het is een lucratieve activiteit, zowel voor de soldaten die deelnemen als de landen die de troepen mogen leveren. Het is namelijk zo dat de VN per soldaat een bedrag per dag betaalt aan de staat die de troepen levert. Dat bedrag is te klein voor landen zoals België, waardoor ook de eigen Defensie moet bijdragen, maar is veel groter dan wat de soldaat van een arm land uitbetaald krijgt. De staat én de soldaten worden er beter van en ook defensie is tevreden omwille van de gratis training en niet te vergeten de mogelijkheid om het ingezette materieel te vernieuwen op kosten van de VN. Blijft de body-bags, maar in deze landen is dat geen belangrijk element. VN operaties zijn eerder een zegen dan een last. Geld is ook hier weer de doorslaggevende factor.
Is dat een probleem?
Ja, maar niet omdat het minder goede soldaten zouden zijn, maar omdat de landen die ze sturen niet de minste interesse hebben voor het conflict en er zelfs belang bij hebben dat hun troepen er lang kunnen blijven. Deze instelling van de eigen autoriteiten is nefast voor de manier waarop deze troepen hun opdracht uitvoeren. Een voorbeeld: in Kismayo, Somalië, werd het Belgisch contingent afgelost door een Indisch contingent van 1000 man. Daaronder een dertigtal muzikanten die ons muzikaal ‘uitwuifden’. Terwijl wij de meeste logistieke middelen zelf organiseerden en betaalden, weigerde het Indisch contingent af te reizen zolang niet alles, inclusief sanitaire installaties beschikbaar waren. En dat ze ‘beschaafder’ omgingen met de lokale bevolking zult u mij evenmin horen zeggen.
Niet het mandaat wel de politieke bedoeling stelt problemen
We kunnen er niet onderuit dat de interesse van veel Europese landen voor Congo vooral beperkt is tot de economische aspecten van de regio. Door de verschillende invloeden van enerzijds de Angelsaksische landen en anderzijds Frankrijk en onder meer Franstalig België, zonder de nieuwe grote speler China te vergeten, kan moeilijk een eenduidig politiek kader vastgelegd worden. Vandaar dat niemand ‘neutraal kan zijn in het conflict’ en de troepen ter plaatse, net zoals in Rwanda, riskeren deel van het probleem te worden. In zo’n situatie is een oorlogsmandaat vanuit militair standpunt essentieel. Zijn we het daarover eens?
Het is in eerste instantie dus een probleem van politieke orde. Zoals Karel De Gucht het duidelijk zei: we moeten de toegang tot de rijkdommen controleren en het plunderen stoppen. Dat kan gewoon niet door een naar alle verhoudingen minimalistische militaire troepenmacht.
Voor hoelang?
Een ander probleem is het vooropgestelde “tijdelijk” karakter van deze operatie. Durft iemand nu voorspellen hoeveel tijd de VN zullen nodig hebben om andere troepen te vinden die bekwaam zijn om de taak van het Europese contingent over te nemen. Want één ding is essentieel voor het succes van deze opdracht: dat na het vertrek van het Europese contingent de situatie niet opnieuw uit de hand loopt, zoniet zal het effect minimaal zijn. Nkunda en Co hoeven dan maar enkele maanden geduld te hebben en vermits ze ondertussen toch verder Oost Congo mogen leegplunderen, denk ik dat inderdaad geduldig zullen wachten. Eén voordeel is alvast dat deze opdracht niet zo gevaarlijk zal zijn als men nu denkt. Maar ook weinig relevant in de globale balans aan slachtoffers over langere tijd.
Het ziet er dus naar uit dat, als we gaan en we écht het zinloze geweld willen stoppen, we ons beter voorbereiden op een inzet van verschillende jaren. Het mandaat moet dan ook voorzien in flankerende maatregelen die zorgen dat de plundering van de grondstoffen stopt en het normale leven in de dorpen een nieuwe kans krijgt. Even over en weer vliegen zal misschien volstaan om ons geweten te sussen, maar meer ook niet.
Eigen leven eerst
Een ander probleem is van militaire orde. Om ons imago van ‘onoverwinnelijkheid’ te herbevestigen na de Rwandese kaakslag moet men er rekening mee houden dat dit een vastberaden optreden vereist. De veiligheid van onze troepen zal afhangen van de manier waarop wij de tegenstand aanpakken. In klare taal wil dat zeggen, dat de eerste rebel/soldaat die zijn wapen ook maar enigszins in de richting van een van onze soldaten beweegt zal afgeschoten worden. In Afrikaanse operaties (zoals ook in Somalië) kan men geen softie zijn. Dodelijke incidenten zijn onvermijdelijk en niet het gevolg van enige onmenselijkheid, racisme of wat dan ook maar de harde noodzaak om de eigen autoriteit te vestigen en in het terrein vooral het gevolg van de angst om het eigen leven en eventueel als reactie op verliezen in eigen rangen. Het is goed dat de politici zich hiervan bewust zijn voor dat onze troepen vertrekken. Het is geen vrijgeleide, maar ik ben het roerend eens met Mia Doornaert, die schreef: “Uiteraard kan er geen straffeloosheid bestaan, maar onvermijdelijke incidenten moeten ook niet buiten proportie opgeblazen worden. Want ook dat heeft bijgedragen tot het trauma van Rwanda. De herinnering aan de banbliksems over incidenten in Somalië en de schrik voor krijgsraden droegen ertoe bij dat onze para’s geen vinger durfden uit te steken toen ze in Rwanda door een dreigende menigte belaagd werden”.
Dat ze haar bijdrage eindigt met “Tien betaalden dat met hun leven” is volgens mij niet correct. Het gaat voorbij aan de politieke fout, namelijk dat we, het VN principe van neutraliteit indachtig, nooit militairen naar Rwanda hadden mogen sturen.
Men kan niet de eer opeisen als zijnde ‘de vaders van de Arusha akkoorden’ die de lokale machtsverhoudingen totaal wijzigden zonder te beseffen dat we daarmee deel van het probleem werden en dus helemaal niet neutraal.
Het gebrek aan politiek doorzicht in de lokale verhoudingen lag aan de basis van deze ondoordachte deelname; de ermee gepaard gaande slachtoffers, waaronder 10 Belgische soldaten, eveneens.
Pierre Therie
Kolonel SBH bd
Gewezen stafchef (BE) Det Kismayo
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten