31 januari 2008

Brief aan Pieter De Crem

Brief aan de Minister van Defensie

Geachte Heer Minister,

Met deze brief wil ik U drie uiterst belangrijke redenen geven om de aankoop van de gevechtsvoertuigen – deze uitgerust met een kanon 90 mm - niet te laten doorgaan.

In de eerste plaats zal de aankoop van dit type voertuig met een kanon met beperkt kaliber de toekomstige solidariteit met onze NAVO partners inperken wegens veiligheidsrisico’s. Mag ik U herinneren dat zowel de NAVO als de VN van hun leden verwachten dat ze solidair zijn voor alle mogelijke opdrachten, waaronder het opleggen van de vrede ‘peace enforcement’. Welnu, onze grondtroepen zullen ondanks deze zeer grote investering niet meer inzetbaar zijn dan actueel met de oudere Leopard tanks uitgerust met een kanon 105 mm; tenzij met grotere risico’s. Ik heb de stellige indruk dat de vorige regering bij de besluitvorming onvoldoende besefte dat deze (bewuste?) keuze een (ideologische?) politieke keuze was met als doel onze solidariteit met de NAVO (en VN) partners in de toekomst de facto te beperken tot humanitaire en weinig riskante vredesoperaties. Is dat de bedoeling van deze regering: zich desolidariseren in plaats van loyaal samen te werken met de NAVO én Europese partners, ook als het gevaarlijk is?

In de tweede plaats is er de onmogelijkheid om met dergelijk wapensysteem in NAVO en EU verband veilig samen te werken. Er zullen onvermijdelijk problemen rijzen wegens de technische beperkingen (te weinig penetratiekracht van de munitie en te weinig bescherming van het voertuig) waardoor onze soldaten kwetsbaarder worden. Daarnaast zijn er logistieke problemen (geen uitwisseling van de munitie mogelijk, moeilijker herbevoorrading waardoor grotere zeer dure stocks in vredestijd noodzakelijk zijn). Maar het gaat ook over praktische problemen voor de soldaten; in het terrein zal de samenwerking risico’s meebrengen, omdat de tactische procedures afhankelijk zijn van de vuur- en beschermingscapaciteiten van de voertuigen en onze soldaten dus sneller kwetsbaar zijn dan hun collega’s waarmee ze in het terrein samenwerken. Ook het risico op incidenten door “Friendly Fire” zal groter zijn als gevolg van de kortere inzetafstanden.

Ten slotte, Mijnheer de Minister, zal deze aankoop onvermijdelijk een weerslag hebben op het moreel van de soldaten. Hoe zal U de soldaten motiveren om hun leven te riskeren in onvoorspelbare crisisgebieden als U ze niet de middelen geeft om deze opdrachten in de beste voorwaarden uit te voeren? Wanneer België, één van de meest welvarende landen, niet de inspanning wil leveren om zijn eigen soldaten maximale overlevingskansen te bieden in bevolen opdracht dan zal dit een zeer nefast effect hebben op het moreel en de beschikbaarheid. Zal dat ook geen gevolgen hebben voor de rekrutering van gemotiveerde jongeren? En wat met het thuisfront dat zo belangrijk is voor het welslagen van een buitenlandse operatie?

Geachte Heer Minister, met deze brief wil ik absoluut niet pleiten voor méér militaire inzet en méér risico’s, maar wel mijn diepe bezorgdheid uitdrukken voor het belabberde imago van ons land wegens het manifeste gebrek aan solidariteit. Dat de beperkingen van het nieuwe materieel groot gevaar inhouden voor onze soldaten kan toch niet de bedoeling zijn van een dure investering? Dat deze aankoop duurder is dan alternatieven die technisch wél meer garanties bieden is daarenboven géén daad van goed bestuur.

Ik vermoed dat nog vele anderen zoals ik bezorgd zijn en U en de ganse regering met deze brief willen overtuigen om deze aankoop niet te laten doorgaan; het leven van soldaten heeft nu eenmaal een prijs! Het zijn géén tweederangsburgers.

Met de meeste hoogachting,
Pjotr

Geen opmerkingen: